NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
De bonbonnière.
BOLSWARÖ EN WONSERADEEE.
as
No. 95. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
4*
T
BINNENLAND.
1
ZONDAG 26 NOVEMBER.
ra
VOOR
pakje
Zij zal
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
I
I
zullen de heeren Molenaaar en Kijlstra be
wijzen geven van hunne declamatorische
bedrevenheid.
Men schrijft uit Koewacht aan „De
Telegraaf"
Dinsdag is eindelijk August Misseghers
aan de Nederlandsche justitie uitgeleverd.
Zooals men weet, wordt A. M. verdacht,
vrouw Haeck, met wie hij jaren lang onge
oorloofde liefdesbetrekkingen onderhield, in
de maand April op eene afschuwelijke wijze
vermoord te hebben.
De uitlevering had plaats onder de ge
meente Sas van Gent, waar M. door de
Belgische gendarmen aan de Nederlandsche
maié^hausrées werd overgegeven.
Zwaar geboeid werd hij van daar naar
Terneuzen geleid. Die weg drie uren
lang werd te voet afgelegd, terwijl van
alle zijden honderden nieuwsgierigen kwa
men toeloopen om den vermoedelrjken moor
denaar te zien.
Deze zag er goed uit en liep met vasten
tred en opgeheven hoofd tusschen de mare-
chauseées.
Tegen een inwoner dezer gemeente, die
op de markt te Sas van Gent was en ook
eens ging kijken, riep verdachte „’t Is toch
treurig, onschuldig zoo behandeld te worden;
doch ’t is niets, over 10 dagen ben ik terug
op Koewacht8.
Daaruit blijkt, dat M. zijn rol van onschul
dig verdachte blijft volhouden.
Toch zal hij wel zoo spoedig niet in vrij
heid zijn; want de Nederlandsche justitie,
die rechtsingang en instructie tegen M. ver
leend heelt, zal bet wel niet zoo gauw op
geven.
De Belgische justitie heeft wel ruim een
half jaar alle pogingen in het werk gesteld
om termen te vinden, M. te vervolgen.
Wij willen hopen, dat het de Nederland
sche justitie moge gelukken licht in deze
treurige zaak te brengen en dat de bedrijver
van zulk een atacbuwelijke misdaad zijn
welverdiende straf niet ontga.
Tegelijk met verdachte zijn een groote
hoeveelheid goederen en voorwerpen, dienen
de als stukken van overtuiging, aan de
grens door onze politie overgenomen.
Sinds Woensdagavond wordt te Haar
lem een 12-jarige jongen vermist, die tot
9 uur de Burgeravondschool had bezoekt*
O, die reclame!
Hoe sommige Engelsche firma’s trachten
door voorgewende Boerenliefde zich te be-
voordeelen, blijkt duidelijk uit het volgende
dat wij aan de N, R. Ct. van 19 dezer,
tweede blad, ontleenen
Wjj zijn gisteren van onze gewoonte om
van geen particuliere giften voor de Boe
ren afzonderlijke melding te maken afge
weken, omdat het ons verblijdend scheen,
dat een Engelsche firma, de Gebr. Lever
van de Sunlight Zeep f 500 gaf, met de
mededeeiing dat vele Engelsche kooplieden
evenals hjj de president der firma of
Vennootschap den oorlog betreurden.
Nu maakt men er ons echter opmerk
zaam op, dat diezelfde firma Lever Brothers
eigenaar is van de Monkey Brand, poets-
zeep of iets dergelijks.
En nu adverteert de Monkey Brand sedert
weken met een overigens geestige plaat,
van Harry Furniss blijkbaar, waarin Pre
sident Kruger en zijn ultimatum belache
lijk worden gemaakt. De firma tapt dus
uit twee vaatjes en tracht haar Engelsche
zoowel als Hollandsche clientele te vriend te
houden. Het spijt ons tot de reclame mee
gewerkt te hebben. Zij zal nu intusschen
wel niet het effect hebben, hetwelk er mede
beoogd werd.
Uit Dordschebrug wordt aan de Ass.
Ct. geschreven:
Naar we vernemen gaat het met.de fa
bricage van het nieuwe soort papier
veen-carton zouden we willen zeggen
zeer naar wensch. De fabriek werkt gere
geld voort met een dag- en nachtploeg,-
elk van 25 man. Het carton, van een don
kerbruine kleur, ziet er zeer mooi uit en
is daarom ook boven stroo-papier te ver
kiezen, daar het 1/3 minder weegt, wat na
tuurlijk een verdienste is by gebruik voor
emballage. Berustte ,het geheim8 oorspron
kelijk by een Berlijnsche dame, die dan
ook tegen de opening der fabriek naar hier
over kwam, de papier-makers moeten thans
al vrij zelfstandig weten op te treden. Nu
alles zoo goed gaat, mag men gerust aan
nemen, dat de voorgenomen vergrooting
een verdubbeling van wat nu de fabriek
uitmaakt in een volgend jaar zal door
gaan. Zoo langzamerhand wordt het hier
een het le fabrieksplaats.
Iieeuwarden, 24 Nov. Een zonderlinge
weddenschap is hier aangegaan. 8. v. d. W.
in de Schrans verkocht een koe aan J. B.
in ’t Stienser Oudland voor 30 cent per
kilo (levend gewogen). De eigenaar be
weerde, dat het dier 1700 pond kon halen.
„Kom! kom!" zei J. K., eveneens in ’t
Stienser Oudland, „dat weegt het beestje
lang niet.“
Besloten werd, elk f 200 te deponeeren;
wie gelijk kreeg, kon de f 400 in den zak
steken.
Bij weging bleek de koe heden morgen
niet zwaarder te zijn dan 1486 pond, zoodat
niet alleen K. glansrijk had gewonnen, maar
ook de prijs voor den kooper belangrijk
minder weid, waarvoor hij nu echter ook
minder gewicht had.
Naar we vernemen, heeft de oorspronke
lijke eigenaar later een poging gedaan, om
alles blauw-blauw te laten, doch K. wilde
f 100 winst houden.
Rottevalle, 23 Nov. Een arbeider en
zijne vrouw aan de Munnekeweg kregen
hevige ruzie. Esn 2-jarig jongetje werd er
de dupe van en kwam zoo tegen ’t bed-
schut en kachel terecht, dat men genees
kundige hulp moest inroepen, en de dokter
aanraadde, om met ’t kind naar ’t academisch
ziekenhuis te Groningen te gaan.
Oldeberkoop, 23 Nov. De vrouw van
den verver Prop alhier sneed zich voor
eenige dagen in den vinger. Eerst werd
hier weinig op gelet, later werd de vinger
dik en ook de arm, waarom de hulp van
een heelkundige werd ingeroepen. Deze
constateerde dadelijk bloedvergiftiging. De
patient is ter verdere behandeling naar
Groningen vervoerd. Gistermiddag ontving
de familie bericht, dat haar toestand ernstig
is, zoodat het ergste wordt gevreesd.
Akkruiu, 22 Nov. Heden 14 jaar ge
leden werd op de diepe put bij het spoor
wegstation alhier eene hardrijderij op schaat
sen gehouden door manspersonen, nadat
reeds de beide vorige dagen tal van schaat
senrijders zich bewogen op de vlakten.
Wat een verschil bij nu!
Heetenveen, 24 Nov. Een zeer droeve
tijding wekt hier algemeene deelneming.
Vermoedelijk in een vlaag van zwaar
moedigheid heeft de echtgenoote van den
heer U. in den nacht haar bed verlaten
heden morgen werd zij verdronken gevonden
in den regenwaterbak.
dit, en
Hepk. Adv. BI.
Slieek, 23 Nov. Dat de gevangenis de
menschen niet verbetert, bleek hier deze
week weer. Een sjouwer, P. L., vader van
vier kinderen, die in ’t vorig jaar wegens
verduistering twee maanden achter de deuren
ging, stal heden uit een koffiehuis tien gla-
zebakjes, gezamenlijk ter waarde van f 3,50.
Met den gestolen schat begaf de man zich
terstond naar een kroeghouder, wien hij ze
verkocht voor 35 cent. Friso.
Hem. Oldeph. en Noordw., 23 Nov.
In deze gemeente circuleert een adres aan
den Raad, inhoudende de bekende bepaling
waarbij leerlingen op 12 jaiigen leeftijd van
de scholen verwijderd kunnen worden, uit
de betiekkelijke verordening te schrappen.
Oosterbierum, 21 Nov. Onze platte-
landaindustrie, het vlasbraken, heeft alge
meen een aan vang genomen. Da kwaliteit
valt, in verhouding tot die in de laatste
jaren, niet af; men is van de 7 tot de 10
schooven per bundel noodig. De bewerking
is als altijd slecht en weinig loonend. Vroe
ger klaagde men daar zoo niet over, de
kwaliteit van het vlas was dan beter en de
kooplui stelden niet zulke hooge eischen als
wel nu het geval is. Men ziet nu tegen den
biaak aan en wie er wat bij doorkomen kan,
doet her. Of men gelyk heeft! Sommige
jonge menschen nemen de wjjk naar Duitsch-
land om den winter aldaar door te brengen.
Van de vlasprijzen hoort men bijna niets,
wat ook al weer geen goed teeken is; men
zegt dat er voor best f 1,25 per bundel (6
pond en 2 ons) geboden wordt.
Fran. Crt.
Kimswerd, 23 Nov. 1899. Welk een
aardige avond hebben wij toch gehad, was
de uitroep van de meeste bezoekers der
eerste wintervergadering van „Kimswerds
Nut".
De lezing, de verplichte en vrijwillige
bijdragen, de stukken muziek op pianino,
viool en fluit, alles voldeed. De Transvaal-
sche volksliederen en dat van de Oranje-
Vrijstaat werden door ’t publiek staande
aangeheven. Natuurlijk werd de avond met
een dansje besloten.
In de volgende bijeenkomst, in Jmumu
een ware opschudding in de aangrenzende
kamer. Wy traden er binnen, ’t Geval scheen
algemeen te amuseeren en bly over die
wending, die achteraf wel heel natuurlijk
was, maar die mij van-tevoren heel wat
angsten had bezorgd, begon ik overmoedig
als ik nu was geworden, Leonie met haar
beenen-cadeau voor den mal te houden.
Alleen de markiezin de St. James zat
daar met een vertoornd gezicht.
„Ik ben buiten me zelf van kwaadheid.
Zoo gefopt te worden!8, riep zij uit.
,’t Is afschuwelijk’t Zal bepaald myn
huisknecht zyn, die me dat gedaan heeft;
maar morgen aan den dag krijgt hy z’n
congé".
Nu zou verder zwijgen een laagheid zijn.
Een onschuldige zou door mijne schuld voor
een misverstand boeten Toch de open
baring der waarheid in ’t my omringende
voorname gezelschap, zou geen kleinigheid
zijn. Men zou my zonder genade of barm
hartigheid bespotten.
Ik besloot daarom de markiezin in ver
trouwen te nemen en toen zy zich gereed
maakte om te vertrekken, ging ik naar
haar toe.
„Pardon mevrouw," zeide ik bedeesd,
toen de deur zich reeds achter haar geslo
ten had. „Zou ik u tot uw rijtuig mogen
begeleiden
Zy zag my glimlachend aan en gaf mij
zwijgend haar arm. Wy liepen, door ’t
park, naar de oprijlaan.
„Zoudt u zoo goed willen zijn, my een
oogenblikje gehoor te leenen?" vroeg ik,
hoe langer hoe meer beklemd.
„Wat zei u?“ vroeg de markiezin.
Verdraaid, die is doof ook, dacht ik. Dat
maakt myn pleidooi niet gemakkelyker. Je
moet maar „pechvogel" zyn. En ik her
haalde iets luider:
„Mevrouw, zoudt u zoo goed willen zyn,
my even aan te hooren
„Zoo, heeft u mij wat te vertellen. Ja...
dat dacht ik wel".
Verwonderd keek ik haar aan. Had ze
mij herkend en alles begrepenMaar waar
om had ze dan haar huisknecht beschul
digd? Misschien om my te excuseeren
„Ik wilde u zeggen, mevrouw", zoo be
gon ik weer, „maar u moet my een streng
stilzwijgen belooven."
„O zeker, u kunt op myn bescheiden
heid rekenen, ’t Is niet de eerste maal,
dat my dusdanige confidenties gedaan wor
den."
„Dusdanige confidenties? vroeg ik, totaal
verbluft.
„Ja zeker. U behoeft my niets verder te
vertellen. Al is mijn gehoor niet scherp,
mijn oogen zien nog alles. Ik heb aan tafel
wel op u gelet en uw verlegenheid gezien,
zoo dikwyls als Leonie u aankeek. O, ik
heb zeer goed opgemerkt, wat er in u
omging."
Ik zweeg.
„Maar u kunt op my rekenen. U bevalt
mij", zoo ging zy voort; „en ik za) bij
Leonie’s moeder een goed woordje voor je
doen. Bezoek u me maar eens morgenavond."
Ik was sprakeloos van verwondering.
Zulk gedachten lezen!...
We waren ’t rijtuig genaderd. De mar
kiezin stapte in; zy groette my, en iets
later gingen de zwarte paarden den nacht in.
Woedend keerde ik naar huis terug.
Hoe veel beter ware ‘t geweest, haar nu
dadelyk de ware toedracht der zaak ver
teld te hebben, haar gezegd te hebben,
waarom ik zoo angstig naar Leonie had
gezien.
Doch den volgenden dag werd de hemel
weer klaarder, zoo helder, als zij nog nooit
voor my geweest was. Ik kreeg toen van
de markiezin een briefje:
„Mijnheer, nadat ik Leonie eens op
de proef' heb gesteld, sprak ik met
haar ouders, wier grootste wensch ’t
is, hun dochter gelukkig te zien. Gjj
kunt nu gerust om haar hand vragen,
u niet afwyzen.
„Markiezin de St. James."
En zoo il ’t gebeurd, dat die onbereik
bare schitterende ster myn vrouwtje ge
worden is.
Het offerlam dezer geschiedenis, de on
verdiend heengezonden huisknecht, is sedert
ons huwelijk, by ons in dienstwant toen
ik de markiezin de ware toedracht der
zaak had mede gedeeld, was de executie
op hem reeds volvoerd. En ik was toch
den man eene vergoeding schuldig.
En ofschoon er nu reeds een tiental
jaren sedert dien voorbijgegaan zyn, ik
zegen nog altyd den dag van ’t misver
stand en zijae dierbare gevolgen.
Voor tien jaren woonde ik als jong
tweede-1 ui tenant in Versailles, met Cae
sar, myn jongen Newfoundlander, en heel
vreedzaam en heel tevreden was daar mijn
bestaan.
Op een goeden dag dineerde ik bij myn
oom, een in Parys wonenden senator, die
my, ter viering van zijn verjaardag, op
een piekfijn dineetje had geïnviteerd. On
der meer natuurlijk kwam er een heer
lijk, sappig hoentje op tafel, en terwjjl ik
nu met attaque op dat beestje bezig was,
herinnerde ik my mijn trouwen Caesar, die
zoo heerlijk van de overgeschoten beentjes
had kunnen smullen, als hy maar hier
geweest was.
Na het afscheid werd die gedachte my
zoo machtig, dat ik de keuken inging en
de dienstbode vroeg, om my de overge
schoten beentjes mee te geven. Zij deed
gaf my zelfs, zeer vernuftig trou
wens, een sierlijk bonbondoosje, om de
boutjes er in te doen. Zoo kreeg ik een
net pakje mee, en geen sterveling zou ver
moed hebben, dat er iets anders dan koek-
bakkers-lekkernij in te vinden was.
Thuis teruggekeerd werd ik door Cae
sar met losbandige en hardpootige vreugde
begroet. Ik greep naar myn surprise, om
hem die te geven, maar wie zou m ij n
„surprise" by die gelegenheid hebben kun
nen schetsen? In plaats van de boutjes,
haalde ik toch de heerlijkste confituren
uit het doosje te voorschijn. Ik keek er
naar, dacht nog eens na, en keek er weer
naar, tot me iets inviel; bij het in
stappen in den trein voor Versailles had
ik mijn pakje in het goederennet gelegd,
en naast my had een oude dame gezeten,
die een dergelijk pakje daar eveneens had
gedeponeerd. In Versailles aangekomen,
was de dame snel met haar kleine bagage
verdwenen, en ik had, zonder iets te
vermoeden, ’t overgebleven pakje meege
nomen.
Den volgenden morgen kreeg ik een
uitnoodiging voor een diner van gravin De
Cervilly, een intieme vriendin van myn
moeder, die, als de mama van een beeld-
schoone dochter, een bepaalde aantrek
kingskracht op my uitoefende. Toch kan
ik de verzekering geven, dat by mij nooit
de gedachte aan een huwelijk met haar
was opgekomen. Leonie, de ryke, veel-ge-
fêteerde erfdochter, kon natuurlijk heel
wat aanspraken maken, en ik begreep maar
al te goed, dat een 2e-luitenantje, zonder
geld en zonder klinkenden naam, niet de
minste kans zou hebben, ’t Was daarom
dan ook, dat ik de uitnoodiging der gravin
slechts met gemengd genoegen aannam.
Op dien gedenkwaardigen avond zaten
we dan te zamen in de salon van mevrouw
De Cervilly. Hoewel ’t reeds laat was,
ontbrak toch nog een der gasten, en de
vrouw des huizes begon al merkbare tee-
kenen van ongeduld te geven, toen de deur
openging en „de markiezin de St. James"
aangediend werd.
Men zal zich myn verbazing kunnen
begrijpen toen ik in de binnen treden
de gast myn reisgezellin van den vori-
gen avond herkende. Deze omarmde Leonie,
na haar late komst verontschuldigd te heb
ben en, gaf haar een klein pakje.
Gerechtige hemel! Als dat myn
maar niet was!
„Het zyn confituren kind", zeide- de
markiezin. „Ik wist dat je daar zoo veel
van hield."
„Ja zeker, tantetje. Ik dank u wel hoor.
O, wat aardig van u. Na ’t diner zullen
we ze samen opeten, wy met ons beidjes hé
Ze moest ’s weten wat ’r in dat mooie
pakje zit dacht ik.
Wy gingen aan tafel. Mijn verstrooid
heid bleef onopgemerkt. Maar ’t was een
foltering voor mij, want de schrikkelijke
oogen der nog schrikkelyker markiezin
waren voortdurend op my gericht.
Eindelyk, toen ’t diner afgeloopen was,
volgde er een uitkomst. Ik presenteerde
Leonie mijn arm en de anderen in ’t salon
volgende, hoorde ik de gastvrouw den heeren
voorstellen, in de biljartzaal een sigaartje
te gaanrooken. Die sigaar was mijn stroo-
en redhalm en iets later zat ik dan ook in
de kamer naast dat salon. De deur, die een
weinig open was gebleven, liet my daar
door een uitkykje op Leonie toe. Wat was
zy mooi! Hoe fijn kwam haar profiel uit...
Ze scheen iets los te maken, een pakje
mijn pakje
En snel wendde ik mijn hoofd om.
Niettegenstaande ’t luide gepraat in de
rookkamer* hoorden we toehj na een tijd jet
Bolswardsche Courant
I
1
4
i
ft