NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
0I.SWA.RÖ EN WONSERAOEKL
No. 101. Verschijnt Donderdags en Zondags. Acht en dertigste Jaargang. 1899.
GEI
- T A T A. -
ZONDAG 17 DECEMBEB.
BIN ft EN LAN D.
VOOR
’t algemeen geloof. Sasu echter
Doch
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
zjjn leelijke gezicht; dan verdwijnt het voor
goed onder de oppervlakte.
Weinige weken later is de schoone Tata
de vrouw van Sasu, den scheepsbouwer.
Ieder is hierover vol van verwondering,
niet zoozeer omdat Tata de bruid is gewor
den van een man, die in rang voor haar
onder doet, maar omdat zy nog een man
heeft kunnen vinden.
Geen der bewoners toch had den moed
gehad de hand van een meisje te vragen,
aan t welk booze geesten haar verloofde
op zoo afschuwelyke wijze hadden ontrukt.
Aan de zijde van zulk een vrouw kan
een man voortaan slechts ongeluk bescho
ren zijn.
Zoo was ’t algemeen geloof. Sasu echter
lacht hierom veelbeteekenend. Hij is geluk
kig, overgelukkig.
Hij weet wel, dat niet booze geesten,
maar Tata’s wysheid en behendigheid Mao
uit den weg hebben geruimd. En in ’t bezit
van zulk een dapper wijfje, kan hij zich
slechts gelukkig roemen.
Heerenveen, 13 Dec. De postbesteller
van hier had heden morgen zijne bestelling
in „de Haske4 verricht en was op den
terugweg. Tusschen Haskerbrug en Greve-
link dacht hij op de hem achterin rijdende
tram te springen, doch gleed op de glad
bevroren treeplank uit, schoot met een zijner
beenen tusschen treeplank en balkon en sloeg
achterover.
Tot zijn geluk wist hij met de eene hand
een stang te grijpen en zoodoende te voor
komen, dat hij onder de wielen geslingerd
werd. Rugliags werd hij verscheidene meters
ver door de in vrij snelle vaart zijnde tram
meegesleurd, vóór deze tot staan kon worden
gebracht, ’t Zeer hachelijk ongeval is vrij
goed afgeloopon. De beambte heeft zich alleen
door de beknelling aan den voet bezeerd.
Lemmer, 15 Dec. De haven is heden we
gens de vorst voor stoom- en zeilschepen ge
sloten ;de bavenvuren zijn gebluscht.
Has kerdij ken, 13 Dec. Van de boter-
fabriek alhier zouden twee wagens vol kaas
jes naar de tram worden gebracht. Onderweg
kwam er een opening in een der wagens,
waardoor verscheidene kaasjes op den weg
rolden, zoader dat de vervoerders het be
merkten. Op ’t eind van Nieuwebrug ont
dekten ze het, toen reeds’n honderd kaasjes
vermist werden. Dadelijk werd teruggereden,
doch alle kaasjes waren reels opgepikt.
Oranjewoud, 13 Dec. Heden is hier
eene klopjacht gehouden, op een vos, welks
aanwezigheid pas was ontdekt. Tien jagers
en dertien dry vers namen er aan deel. Kerntje
heeft er het hachje by ingeschoten; hjj werd
doudelijk getroffen.
Ijsbanen.
Van Heerenveen naar de Lemmer is het
ijs goed en de baan er door. Zjowel de
oude Veenscheiding, Naunewiede en Hooge-
dij kater vaart, als ue Engelen vaart en de
Tjonger kunnen bereden worden. De baan
van Vierhuis naar Echten en Oosterzee
over het Tjeukemeer komt er heden door.
Het ijs op het meer is evenwel niet te sterk.
Een andere baan over het Tjeukemeer
loopt van Oosterzee en Follega naar den
mond van den Rijn (Oldeouwer) en zoo
naar Scharsterbrug en verder. Da Rijn geeft
prachtig ijs. Dinsdagmorgen is de Follega-
stoomboot op weg naar Sueek, op veler
verzoek te Scharsterbrug gekeerd. De Wielen
naar Langweer en in de richting Sneek en
Joure is gebaand. IJs sterk en goed.
De geheele Tjonger is, op kleine uitzon
deringen na, met flink ijs bevloerd. Schoter-
zijl en Kuinre, Scherpenzeel, Spanga, Munne-
keburen, Oude- en Ngelamer zijn zeer goed
te bereiken. Da baan op de Scheen wordt
geveegd.
Door Heerenveen is het ijs overal sterk
en goed berij Ibaar. Het slechtst en het
zwakst is de Compagnons vaart, die slechts
by gedeelten berijdbaar is.
Van Heerenveen naar Akkrum is de baan
er door en ’t ijs niet slecht. Van Akkrum
is de baan er door naar Terhorne en langs
de Boom in bside richtingen. Leeuwarden
is per schaats te bereiken.
Groote waterwegen om Saeek door sneeu w-
val onbetrouwbaar; van Sneek naar IJlst
eerste helft slecht; verder uitstekend. Ook
bij Dokkum ’t jjs door sneeuw bedorven;
by Fiaueker id. De Boom van Oldeboorn
naar Nes Woensdag nog niet vertrouw
nu waarschijnlijk wal. Van Bolsward banen
in orde naar Workum en Wommels.
Heplc. Adv. BI.
De spoorwegramp te Kappelle. In de
A. B. Ct. schrijft de heer C. Kloos, naar
aanleiding van het ministerieel rapport over
deze ramp:
„Nu mij uit het verslag door den minister
officieel blijkt dat in gevallen van mist het
treinpersoneel by onveilig door geluid-
gevende teekenen daarop attent gemaakt
wordt, omdat het zien niet vertrouwbaar
is, begrijp ik niet dat ook niet voor wederom
veilig geluidgevende signalen gebruikt wor
den. Acht men in het eerste geval het zien
niet vertrouwbaar, waarom vertrouwt men
er dan op in het tweede?
Dit is dunkt mij een groote fout4.
Volgens uit Hardenberg bij den kapi
tein der marechaussee te Assen ingekomen
bericht, zwerven er sedert 8 Dec. j.l, langs
onze grens ongeveer 80 zigeuners in 17
wagens. Reeds op 8 en 9 Dec. vertoonden
zich 3 wagens met 10 zigeuners die waren
vooruitgegaan, te Ernbl chbeim. Zjj trokken
terug op Neuenhaus langs Klein-Ringe.
Te Coevorden is reeds een detachement
marechaussee gevestigd, terwijl de over-
gangen over het Scnuonebeekerdiep worden
bewaakt.
Sneek, 14 Dec. Een maand geleden
verhuurde de pompmaker W. te Bolsward
aan een hem onbekenden schipper een
nieuwe praam, ter waarde van t 120.
W. hoorde tot op heden niets van zijn
vaartuig, toen heden morgen de C. v. P.
hier bezoek kreeg van Anna C. die zich
op ’t politiebureau kwam beklagen dat men
haar in ’t logement van Spaan <ie deur had
uitgezet. Haar minnaar B. v. d. Wal had
’m dat gelapt, omdat hij met haar met
zooveel scheen op te hebben als met eene
andere
meid. Anna was woedend van
ergernis, zoo woedend dat zij den chef der
politie meedeelde, dat B. v. d. Wal een
door hem gehuurde praam te Bolsward
verkocht had voor 31 gulden te Meppel.
De heer commissaris wist toen reeds
genoeg, om den geachten minnaar even te
doen ontbieden, ’t Bleek alras dat Anna
volkomen waarheid had gesproken, waarom
de 19-jarige, zegge 19 jange schipper naar
Bolsward werd gezonden, om nader gehoord
te worden door den burgemeester aldaar.
Verder blijkt deze v. d. Wal dezelfde
psrsoon te zyn, die hier kort geleden met
een bedelbrief rond liep, waarin ’t mede
lijden van de ingezetenen werd ingeroepen
wegens ’t zinken van zyn vaartuig.
Briso.
Witmarsum. Woensdagavond werd
alhier de volksvergadering van ons Nuts-
departement gehouden. Ofschoon de opkomst
niet zoo groot was, als die had kunnen zyn,
toch hebben de aanwezigen zich niet be
klaagd te luisteren naar de rede van den
spreker van ’t Hoofdbestuur den heer Huber
van Veendam. Ook de enkele byuragen,
die er nog ten beste werden gegeven, vielen
wel in den smaak der toehoorders.
Onze Ijsclub heeft groote plannen.
Ter gelegenheid van haar 35-jarig bestaan
denkt ze eene hararydery onder de leden te
houden, terwijl er een flinke som is uitge-
trokken om na afloop van dea wedstrijd een
gezellige avond te houden.
Als de wintervorst nu maar wat blijft
vertoeven!
Leeuwarden, 14 Dec. Het ijsvermaak
is hier in vollen gang. Sloten, grachten, het
nieuwe kanaal... alles wordt bereden. Ten
gevolge van den aanzienlijken sneeuwval
laat de hoedanigheid van het ys wel iets te
wenschen over; het is zooals men in ’t
Frieech zegt „robbslig4 en schynt ook
overal nog niet goed vertrouwbaar te zijn.
Heden zakten op den Grachtswal twee
meisjes er door en op De Tuinen overkwam
een 23-jarig jongeling eenzelfde ongeluk.
Alle drie werden gered. Minder goed liep
het af met zeker iemand, die op het Vliet,
meenende reeds onder de brug door te zijn,
daar met het hoofd tegen aan reed, zoodat
men hem voor dood op den wal droeg.
Beetsterzwaag, 14 Dec. De heer Al
bert J. van Oer Wal voor p m. 9 jaar ver
trokken naar Transvaal, heeft aan zyn ouders
alhier een schryven gericht, over zyne lot
gevallen in den oorlog. Hy meldt, dat hij
en zyne makkers in den slag bij Elands-
laagte door de Engelschen zyn gevangen
genomen, in den beginne barbaarsch werden
behandeld, doch nu het tegendeel ondervin
den. Ze hebben ’t goed en mogen zich ver
heugen in eene voortdurende gezondheid.
Dezen brief hebben zyne ouders geopend
ontvangen, en waar hij melding maakt van
’t aantal dooden en gewonden, voorzoo ver
nategaan, zijn de regels door den Engelschen
feestkleed, smukt den hals met een mossel -
ketting, sterk geurende bloemen doet ze
in haar hareneen roode cocarde van vogel-
veeren voor in ’t haar.
Hiermede klaar zynde ontvangt ze mede,
schitterend van vreugde, de talryke gasten,
die vol eerbied voor ’t dorpshoofd buigen.
Slechts Mao, die gewichtig en hoogmoedig
de hut binnentreedt, blyft rechtovereind
S tcLcLIl
Tata ziet naar zyn hatelijke gelaatstrek
ken, zyn brutalen mond, de valsche moord-
oogen, de gedrongen, dikke figuur. En daar
naast denkt zy zich haar slanken, verstan-
digen Sasu en zy lacht luid en lang.
„Een goed hapje moet hy zyn4, denkt
ze in zich zelve. „Meer dan Sasu4.
Tata lachte dien dag voortdurend. Zy
schaterde ’t uit aan den maaltijd. Vriénde
lijk deelt ze de bekers rond; opmerkelijk
vroolyk reikte ze er Mao een. Haar moeder
bemerkt ’t met klimmende verbazing, haar
vader met innige voldoening en Mao ziet
in verrukking naar zijn bruidje. Sasu daar
entegen, die heimelyk verborgen in ’t struik
gewas ’t feest bespiedt, ziet dat alles ver
schrikt aan.
„Wanneer zullen we nu bruiloft vieren,
Manu-tagi?4 vraagt haar Mao, en hy
knijpt haar met beide handen in de zachte
wangen.
Met een lenige beweging ontglipte zy
aan zijn liefkoozing.
„Wil je niet liever een ander hebben,
Mao?4
„Tata!4 zegt hij dreigend. „Ik zou ieder
neersabelen, die jou eveneens tot vrouw
wil hebben. Jij blyft myn eigendom4.
„Nu, dan spoedig, zoo spoedig mogeljjk
antwoordt ’t meisje. „Dezen zomer moeten
wij dan nog ’t feest vieren4, en uit haar
oogen spreekt een zachte belofte aan Mao.
Gelukkig keert hy dien avond naar zyn
huis terug. De mooiste vrouw van Samoa
zal zijn vrouw worden. Zy zal zijn eerste
vrouw zijn! Maar: toch nog niet zyn eenige
en laatste...
En met wellustige boosheid hardop
lachend, ziet hij niet, dat er dwaallichtjes
op ’t moeras dansen, een slecht teeken
voor hem.
Tata zit intusschen thuis, wryft zich
voortdurend de wangen af met een banaan-
blad en praat zacht in zich zelve: „Bloed
duivel, bloedduivel. Je zal er pleizier van
hebben4.
Haar moeder is vroolyk, dat alles zoo goed
is afgeloopen. Zy neemt zich voor, ’t meisje
nu streng te bewaken, en Sasu niet meer
bij haar toe te laten. Toch staat ze Tata
toe, iederen dag te baden of een roeitochtje
te doen op ’t meer. En vooral in dit laatste
schynt Tata een groot genoegen gevonden
te hebben. Zij slaat geen dag over. En eiken
dag neemt ze, ongemerkt, een levend dier
mee. Gisteren een woudduif, die ze zelve
gevangen had, vandaag een lekker gebraden
visch en een kippetje. Haar moeder miste
zelfs eens ’n varkentje, zonder te kunnen
ontdekken, waar ’t gebleven was. En Tata
helpt dan trouw mee zoeken, met een wreed
lachje om haar mond.
Dat zij Sasu niet meer ziet, schynt haar
weinig te ontstemmen; zoo meent althans
haar moeder. Ze weet echter niet, dat de
beide gelieven na de verloving met Mao,
elkaar nog éénmaal gezien hebben; dat
toen een druk gesprek tusschen hen heeft
plaats gehad en dat dit gesprek besloten
werd met een duivelachtig gelach.
Op een dag, kort voor de huwelijksvol
trekking, komt Mao zyn meisje een bezoek
brengen. Hy praat een tydje met haar. Zy
is allerliefst en noodigt hem zóó dringend
tot een roeitochtje, dat hy ’t wel aannemen
moet.
Tata roeit zelve. Langs de kust beweegt
zy de kano, tot ze, by een verlaten rivier-
inham komende, deze instuurt. Uier is ’t
water zoo helder en strak als glas; vogels
zingen er een lied in de waaierpalmen, een
waterval bruist en stuift waterpaarlen over
hen beiden heen.
Dan wendt Tata de boot en maakt plots
een onhandige beweging met de roeispaan.
Deze valt haar uit de hand en drijft met
den stroom weg. Zonder dralen springt
Mao dan over boord, als Tata ’t hem zwij
gend schijnt te vragen.
Doch nauwelijks in ’t water, stoot Mao
een pijnlijken gil uit.
„Een haai!4 roept hy nog. Als waan
zinnig slaat hy de armen om zich heen;
angst is op zyn gelaat te lezen. Met zyn
mes steekt hy in ’t water; te vergeefs. De
haai, op dezen tyd gewoon zyn gulzigheid
te stillen, is vraatzuchtiger dan ooit, by
dezen vetten buit. Nog maar kort ziet Tata
De hut van Tata’s vader lag vriendelijk
tusschen slanke bananen en cocospalmen.
Binnen zat de kleine familie, om ‘t mid
dagmaal, in het vertrek, dat woon-, slaap-
en eetkamer tegelijk was. Buiten, om de
hut, liepen hanen en kippen statig heen
en weer, begeerig op afval, dat nog goed
voor hun bekje was.
’t Maal is spoedig geëindigd, de ge
roosterde visschen en broodvruchten opge
geten. Men drinkt nog de melk van een
sappigen cocosnootdan staan zij van tafel
op, ’t dorpshoofd om in een hangmat
uit te rusten van de vermoeienissen, zyn
vrouw om ’t servies op te ruimen. Daarna
legt ook zjj zich neer voor haar siesta en
waait zich met een pandanus-waaier frissche
lucht toe.
Tata rolt het banaanblad op, dat als
tafelkleed gediend heeft en begint guirlan
des te maken uit bladeren en bloemen,
met welke zij ’t huisje rondom sieren gaat.
Terwijl ’t meisje hier mee bezig is, wenkt
de vader gebiedend zjjn vrouw. Deze staat
op en ligt spoedig, luisterend, naast hem
neer.
„Tata moet morgen aan ’t Ja-ika-feest
deelnemen4, zegt hy kort.
„Als er dan maar weer geen ruzie onder
de jongelui ontstaat. Ik zou haar maar
liever voor hen verbergen4.
„Neen, zy is nu vijftien winters oud
en moet nu trouwen. De boom, dien wy
by haar geboorte plantten, draagt reeds
lange jaren vruchten! Mao, de neef van ’t
dorpshoofd in Lusu, zal haar hebben. Hy
is christen, evenals wy, en zy_zal zyn eenige
vrouw blijven. Zjj zal ’t heel goed by hem
hebben; en hij geeft my voor haar een
stuk land met boomvruchten, een paard en
een goed geweer4.
„Dat is inderdaad een vorstelijke koop
som, maar...4
„Wat „maar...4? Spreek op!4
De moeder hoedt zich hier echter wel
voor. Ze weet, dat Tata houdt van den
jongen, knappen scheepsbouwer Sasu, en
dat ze dien liever zou trouwen dan den
leelyken, dikken Mao. Alleen die gedachte
echter zou voor haar man reeds een misdaad
zyn. En toch: zij is er mede schuldig aan
geweest, daar zy niets gedaan had om hun
omgang tegen te gaan. Integendeel.
Tata is een wonderschoon meisje, zóó
mooi, dat ’t dorpshoofd haar eens dagen
lang in de hut moest verstoppen, wyl overal,
waar zy verscheen, twist en vechtpartijen
om haar ontstonden.
Dien avond deelde de moeder haar kind
’t gesprek van den middag mee. Tata neuriet
daar by een visschersliedje.
„Wat?4 zegt ze eindelijk, en haar bruine
amandelvormige oogen schitteren toornig
in ’t donkerkleurige gezicht. „Wat? Die
wilde bloedduivel Mao myn man! Hy, die
gebraden menschen eet, niettegenstaande
hy zich door de zendelingen liet doopen.
Ik zou ’t eerste uur van samenzijn al van
hem wegloopen. Ik zou hem ’s nachts wur
gen, als hij my weer terug had gekregen.
Ik wil hem nooit, nooit! Hy is leelyk als
een varken en dom als een vleermuis!4
„Ach kind. Varkens zijn kostbaar en
vleermuizen te vreezen. Neem hem en wees
tevreden. Hy zal ook spoedig dorpshoofd
worden4.
„Best. Maar voor my is hy een ver
schrikking, als dorpshoofd of als bedelaar4.
„Alleen by de gedachte hem tot man te
krijgen, zou ik wit kunnen worden als een
Europeaan. Hy zou moeten zyn als Sasu,
ja Sasu. Dien wil ik tot man!4
„Zwijg daarvan Tata. Sasu is geen edel
man en je zult ’m nooit tot echtgenoot
mogen hebben. Wees gehoorzaam. Je vader
zou je anders wel eens als slavin op een
plantage kunnen verkoopen4.
„Liever dat moeder, dan slavin van dien
ouden bloedduivel4.
De moeder zuchtte.
„’t Zal je weinig geven kindje. Je zal
tóch Mao’s vrouw moeten worden. Vry-
willig of tegen je zin4.
Tata zegt hierop niets meer. Zy gaat
achter een gordijn, legt zich op de slaapmat
neer, een bamboeriet als hoofdkussen onder
haar schuivende. Zy slaapt echter niet in,
toornig en zenuwachtig als zy is. Doch na
een langen tyd wakens komt er een booze
trek op haar gelaat, wraakzuchtig glimlacht
zy, dan vallen haar moede oogleden toe
en sluimert zij in.
Den volgenden morgen vroeg komt Tata,
tot groote verwondering van haar moeder,
vroolyk als een kind de deur uit. Zingend
ontkleedt ze zich voor het bad, wascht zich
waarheid voor zich zelf willen houden,
kende oliën, Dan tooit zo zich in haai;
doen% welvarende lieden te zjjn,
Bolswardsche Courant