NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OtSWA.RO SS WO«S8»AOlSt.
No. 6. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
r
Voor het Kantongerecht.
BINNENLAND.
DONDERDAG 18 JANUARI.
Jl
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Zitting van Vrijdag 12 Januari 1900.
AC3CACJCAAC3CAXOOtXXXXXX
geëischt: 7 dagen hechtenis en 6 maanden
opzending naar Hoorn.
6 J. de V. te Sneek is parapluie-koopman.
Den 27 Nov. werd hij op den Sneekerweg
aangetroffen in abnormalen toestand.
Eisch f 2 of 2 dagen.
7. Den 30 Nov. ’s avonds ruim 11 uur
zat er iemand te Witmarsum platopdebrug
midden in de buurt aldaar. Hij had blijk
baar een goed zin, want hij zong het hoogste
lied. De marechaussees kwamen hem in zijn
gezang storen en zagen er in, een verstoring
der nachtrust. Zij hielpen hem op, want zoo
in den nacht op de brug, met de beenen
over de rails, de plaats en het uur in aan
merking genomen, was het dan ook al wat
ongewoons. Toen hij evenwel op zijn beenen
kwam, bleek het, dat hij moeilijk liep, en
hij moest dan ook onder geleide wegge
voerd worden. D. de B., want die was het,
kreeg nu twee processen, een voor de ver
storing der nachtrust en een voor dronken
schap.
Eisch 2 maal f 5 of 3 dagen voor elke
boete.
8. K. B. te Workum was den 4 Dec.
boven zijn bier. Hij werd aangetroffen in de
Bagijnestraat aldaar, en wegens zijn wagge
lenden gang wordt nu f 1,50 of 2 dagen
tegen hem geëischt.
9. Den 15 Nov. kwam te Stavoren binnen
een stoomboot, doch de gezagvoerder H. v. d.
Z. van Ulst kon den kettingwachter bij de
brug aldaar geen permissie toonen, dat hij
in dat vaarwater mocht varen. Heden wordt
dan ook een verklaring van den Commissaris
der Koningin gelezen, dat die boot, welke
vroeger den naam Willem droeg, doch thans
geen naam had, geen vergunning was ge
geven.
By de behandeling bleek het dat dit stoom
bootje, hetzelfde dat bij Zaandam zoo nood
lottig verongelukt is, op 31 Augs. jl. naar
Leeuwarden werd vervoerd om met den
boedel van kapitein de Haan verkocht te
worden.
Eisch f 5 of 3 dagen.
10. J. B. te Bolsward werd den 4 Dec
’s avonds dronken in de Kerkstraat aange
troffen.
Eisch f 1 of 1 dag.
11. H. K. te Harlingen was den 7 Dec.
hier te Bolsward, en laveerde ook zoodanig
in de Kerkstraat dat hij moest bekeurd
worden. Omdat hjj geen onderdak had alhier,
werd hem dat in net politiebureau verschaft.
De rekening voor dat logies beloopt nu
f 1,50 of 1 dag.
12. H. Z. te Hindeloopen werd den 12
Dec. bekeurd wegens het vervoeren van een
schietgeweer op de openbare straat. Bekl.
zegt, dat hij een oud geweer had gekocht
voor een kwartje, en ging daarmee naar
het strand. Hij had het slot er af genomen
en dat in een zakdoek gedaan. Hij meent
dat een geweer zoo wel vervoerd mag worden.
De politie heeft een ander verhaal. Hij
zag bekl., en moest om bij hem te komen,
een brug over, in dien tusschentijd was
bekl. gauw in huis gegaan. Hjj heeft even
wel goed gezien dat het geweer in zijn
geheel was, en vermoedde dat in de zak
doek wild verborgen was, en hij weigerde
ook, den inhoud van den zakdoek te laten
zien, maar ging aan den haal, toen hij mij zag.
Bekl. herhaalt dat hij het slot in den zak
doek had, de politie heeft hij nooit gezien,
en op het strand meent hij te mogen jagen.
De heer Ambtenaar deelt zyn zienswijze
niet en eischt f 25 boete of 10 dagen, ter
wijl hij f25 eischt of de uitlevering van het
geweer.
13. Th. A. te Hindeloopen was den 12
Dec. op den zeedyk en loste een schot op
een daar vliegenden vogel. Toen hij de po
litie zag aankomen ging hij over de palen,
en het strand op, schuins op Hindeloopen
aan. De politie schatte het geweer op 15.
Den 13 Dec. werd dezelfde persoon by den
zeedijk opgemerkt en had nu een hond, een
zoogenaamde brak bij zich. Hij stuurde den
hond de rietpolle in, en de politie zag dat
hij er uit kwam met een vogel in den bek,
maar op dit oogenblik kwam de veldwacnter
achter het riet vandaan, Hy nam het vogeltje
op en het was dood doch nog warm. Wegens
het niet verhinderen van den hond om wild
op te sporen werd opnieuw proces-verbaal
opgemaakt, zoodat bekl. zich nu voor twee
overtredingen heeft te verantwoorden.
Bekl. zegtIk zou naar de rietpolle om
te zien of het riet ook gesneden moest
worden. De hond, die myn vader toebehoort,
is mij nageloopen zonuer dat ik het wist,
en wat dat vogeltje betreft, dit kan heel
wel doodgevroren z.ija want er lagen dien
dag véél doode vogels. Ik heb niet gezien
dat de hond het heeft gepakt en de politie
Balk, 14 Jan. Op zijne terugreis van
Oudega (H. O. N.) waar hy een predikbeurt
had vervuld, overkwam ds. B. van Wijckel
heden middag een ernstig ongeluk. Te Harich
gekomen, schrikte n. 1. het paard voor een
kwajongen, het sprong dadelijk terzijde en
geraakte met de chais, waarvoor het gespan
nen was, te water. Met moeite wisten de
beide inzittenden zich uit hunne positie te
verlossen. Het rijtuig werd zeer gehavend
op hetdroge gebracht en en kon verder
geen dienst doen. Door een paar boeren
werden dominé en de voerman van droge
kleeren voorzien en vervolgens werd de reis
te voet vervolgd.
Kubaaid, 12 Jan. ’t Is tegenwoordig
weer de tijd van verhuren of „bestellen14
der boerenknechts en ’t gaat ook hier als
op de meeste plaatsen, de loonstandaard
regelt zich naar het aanbod. En daar de
werkkrachten hier gering zijn, blyft er haast
geen knecht bij zijn boer. Allen verlangen
hooger loon en wordt die eisch niet inge-
willigd, dan wordt de dienst opgezegd.
Enkele boeren trachten zich daaiom van
een vasten arbeider en een jongen of zoo-
genaamden „lytsfeint14 te voorzien, om aldus
een knecht te kunnen missen. Lran. Ct.
Lemmer, 15 Jan. Onze haven is weer
door het ys zoowel voor zeil- als stoom
schepen gesloten, de havenvuren zyn ge-
bluscht.
De Lemmernachtboot „Lemmer14, kapt.
S. de Jong, was wegens het ijs in zee, te
3 uur heden middag in plaats van te 9 uur
’s avonds van hier naar Amsterdam ver
trokken. Ze kon het echter niet verder
brengen dan ’n 10 minuten stoomens buiten
onze haven, en moest toen onvernchterzake
terug keeren.
De Lemmernachtboot op Amsterdam
heeft dan ook voorloopig haar dienst weer
gestaakt.
Leeuwarden, 14 Jan. Met onze mili
tairen valt niet te gekscheren, zooals gister
avond ten tweeden male binnen een week
tyds bleek, ’t Was nu op de Korf makerspy p,
waar een zoon van Mars ruzie kreeg met
een burgerjongen, die hem in ’t gezicht
sloeg. De soldaat werd woedend en schreeuwde
aanhoudend, terwijl hij z’n tegenpartij met
de vuisten trakteerde. Toen deze zich om
keerde, ten einde de vlucht te nemen, kreeg
hy van Marsje een slag op het hoofd, dat
hy tegen een muur tuimelde en weder
opgestaan nog een op den rug, waardoor
hy by „den bakker op den hoek14 in de
ruit viel, waarvan de scherven rinkelend de
kelderkamer binnenstoven. Al spoedig
werden de blinden geopend, de gordijnen
weggeschoven en zag men des bakkers
dochter het glas van de vensterbank vegen,
terwijl de man zelf naar buiten kwam, om
poolshoogte te nemen en zyn verontwaardi
ging te luchten. De burgerjongen had zich
intusschen, niets meer zeggend, uit de voeten
gemaakt, ’t Had weinig gescheeld, of hy
was door de ruit naar binnen gevallen. De
dichte volksmenigte belette ons te zien, wat
er van Marsje werd. Misschien zal „de
bakker op den hoek14 hem nog wel eens
aan ’t gebeurde herinneren.
16 Jan. Gistermiddag zakten op de
gracht achter den Prinsentuin drie jongens
van omstreeks 16 jaar door het ijs. Een
hunner wist spoedig het gevaar te ontwor
stelen en redde de anderendie zonder deze
hulp zeker verdronken zouden zijn, daar
het aan andere redders en reddingsmidde
len ontbrak.
Heerenveen, 16 Jan. We vernemen,
dat heden morgen naoij Nijegasterhoek een
tramlocomotief over den kop gevlogen is en
dat de machinist Veenstra, die ook nog te
water moet zijn geraakt, ernstig door den
uitvliegenden stoom is verwond. Een col-
lega-machinist, zooeven door ons gevraagd,
weigerder zich over het ongeval uit te laten.
O lidkerk, 15 Jan. De veehouder P. E.
Berghuis, onder dit dorp had sedert de slacht
28 heerlijke dikke worsten in zijn stook-
nisje hangen om te roken. Trots de slui
ting der deur met een stevig slot en de
waakzaamheid van den hond is men onge
merkt binnengedrongen om de worsten te
rooven. Geen enkele heeft men voor den
boer laten hangen.
Oldeboorn, 14 Jan. In navolging van
vele jongens waagden zich heden ook een
aantal meisjes van 13 a 14 jaar op het ijs
van eene nog al diepe sloot. Plotseling zak
ten tien tegelijk er door.
Gelukkig had men ze nog al spoedig weer
op het droge en kwamen allen er goed af,
ook niet. En wat dat geweer betreft, mijn
broer had daar wat kruit in gedaan, toen
speelde vader zoo op, dat ik zei, ik zal het
buiten wel afschieten op den zeedijk, en dat
heb ik toen ook gedaan, maar omdat ik ’t
geweer niet vertrouwde heb ik een touwtje
aan den trekker gebonden en het zoo afge-
vuurd. De politie heeft gezien dat bekl.
den hond in het riet stuurde om wild op
te sporen, en van het touwtje aan het ge
weer heeft hy niets gezien, wel dat hij op
een vogel schoot.
Eisch 3 geldboeten a f 10 of 4 dagen voor
elke boete en uitlevering van het geweer uf
f 10 subs. 4 dagen hecht.
14. H. D. van Makkum was den 11 Dec.
in zijne woonplaats op straat doch had zulk
een wonderlijken pas, dat hij de heele straat
noodig had. Dit zwaaien van den eenen kant
naar den anderen wil de heer Ambtenaar
nu betaald zien met f2 boete of 1 dag.
15. J. A. te Makkum werd den 14 Dec.
ook in zijne woonplaats bekeurd omdat hij
des namiddags den, weg naar huis niet
kon vervolgen, en dus ondersteund door de
politie naar huis moest worden gebracht.
Bekl. erkent, dat hij dien avond wel wat te
veel had, maar hij geeft op, wat er de aan
leiding toe gaf. „Ik moest dien Donderdag
met schapen hier naar Bolsward voor mijn
zwager. Toen wij hier met die schapen op
de markt kwamen, deed myn zwager niets
dan „protteljen14 omdat wij zoo laat kwa
men. Hij zei, ik had mij verslapen, maar dat
was niet zoo mijnheer! Ik verslaap mij
nooit, mijnheer! ik was om drie uur al van
huis gegaan, en toen naar het land om de
schapen te halen. Maar mijn zwager was
boos, en dat stond mij ook niet aan, daar
heb ik eens een slokje op kocht, hier te
Bolsward, maar juist niet te veel. Toen ben
ik naar Makkum terug geloopen, en heel
hard geloopen, want ik was eigenlijk kwaad
mijnheerEn ik had aan elke haar wel
een zweetdroppel hangen, en ik was toen
eigenlijk van de warmte wat aangedaan14.
Maar was je dan niet dronken „Nou ja,
mijnheer, ik had zooals ik zeide, wel wat
gedronken. Maar ik heb dit liever, dan dat
ik een ander een halve cent ontnomen had,
en nog nooit ben ik met de politie in aan
raking geweest.14
Eisch f 1,50 of 2 dagen.
16. J. B. te Arum heeft den 10 Decem
ber, d. i. Zondag, een proces gekregen, om
dat hij niet belette, dat een hazewindhond
achter een haas ging. Bekl, verontschuldigt
zich door er op te wijzen, dat die hond niet
loopen kon, omdat zyn pooten open waren,
en er dus geen sprake van was, dat die hond
den haas kon krijgen. Drie getuigen worden
gehoord. H. F. Bruinsma had den haas zien
loopen en ook gezien, dat de hond er een
heel klein eindje achterging. W. Hofstra
heeft dit ook gezien, en ook dat bekl. den
hond aantrok toen de haas er aankwam,
om hem er op attent te maken, doch de
hond kon niet loopen en bleef staan. H. Hof-
stra heeft wel de haas gezien, doch niet dat
de hond er achter ging.
Bekl. zegt nogmaals, dat de hond volstrekt
niet in staat was om te drijven. Den vorigen
dag was het dier op de lange j acht geweest
bij Tjerkwerd en had toen de pooten open
geloopen.
De heer Ambtenaar, die in herinnering
brengt dat bekl. het vorig jaar te Harlingen
ook heeft terecht gestaan wegens overtreding
der jachtwet, eischt wegens het jagen op
Zondag en zonder acte of vergunning twee
hechtenisstraffen van 7 dagen.
Bekl. valt dit blijkbaar wel wat koud op
zijn leden. Hij begint althans erg op te spelen
en verklaart onschuldig te zyn. Maar ze wil
len mij allemaal. Er waren misschien wei
50 jongens en mannen, die den haas naar my
toedreven, en omdat ik daar met den hond
was, moest ik proces hebben. Ik houd vol,
de hond kon niet loopen, en de getuigen
zeggen het immers ook.
17. J. T. van Bolsward was den 18 Dec.
s avonds op het late uur op straat in ken-
nelijken staat. Hij was op de Sneekerstraat,
doch wilde op aanmaning der politie niet
naar huis, zoodat hij iu ’t bureau mocht
logeeren.
Eisch 3 dagen hechtenis.
18. J. P. te Sneek voer den 6 Dec. de
haven van Stavoren uit met hetzelfde stoom
bootje, waarover wij bij No. 9 hebben ge
handeld. Toen kwam het de provincie in, en
nu ging het er weer uit en beide keeren
kreeg de gezagvoerder proces wegens het
verzuim, om eerst toestemming te vragen
voor het bevaren van het vaarwater.
De eisch voor dezen gezag voerder is ook f 5
of 3 dagen.
Uitspraak der vonnissen over 14 dagen,
zgnde 26 Januari a.s.
Vrijdag is de eerste zitting in dit jaar
gehouden, ’t Waren natuurlijk nog onge
rechtigheden van het oude jaar, die er be
handeld werden, want met nieuwjaar maakt
ieder de rekening op, en zoo ook bij de
justitie. De achterstallige postjes moeten nu
nog verrekend worden.
1. A. D. van Wommels vervoerde den
18 Dec. een wagen volgeladen met zooge
naamde Goudsche kaasjes. De politie bezag
dit vrachtje eens, en dacht, dat met het oog
op de wielbanden van den wagen de vracht
wel eens zwaarder kon zijn, dan met het
oog op den weg geoorloofd is. Onderzoek is
het naaste recht, en daarom 1 kaasje op de
schaal en dit woog 6 kilo. L’e kaasjes waren
allen van unitorm model en ook even groot.
Nu geteld en er waren 225 van die kaasjes.
225 X 6 kilo is volgens Bartjens 1350 kilo.
Bij wielbanden van 10 cM. mag de vracht
niet boven de 1000 kilo gaan, en dus... de
eisch f 5 of 3 dagen.
2. In de zitting van 8 Dec. is behandeld
dat B. E. 8. van Zurich den 1 Nov. ge
schoten heeft in het land nabij de eenden
kooi van H. Kooistra. Dit is toen door ge
tuigen bevestigd, maar er ontbrak nog aan
het wettig bewijs dat die eendenkooi geregi
streerd was, volgens de wet.
Thans wordt een bewijs voorgelezen, afge
geven door den Commissaris der Koningin,
waaruit blijkt dat aan de wettelijke forma
liteit is voldaan. De eisch van de vorige
maal blijft gehandhaafd nl. f 20 of 4 dagen.
3. 8. K. te Stavoren reed met een twee-
wieligen wagen, de gewone menschen noemen
het een hondenkar, door Stavoren. 3 honden
trokken de kar, en de bestuurder liep er
naast. Hij had evenwel zijne honden niet
vast, dat wil zeggen, de kar was wel aan
de honden, maar de bestuurder niet aan de
honden verbonden. Had hy maar een touw
of ketting in de hand genad, dat met het
andere eind aan de honden was vastgemaakt
dan was het goed geweest, maar nu werd
de kar als onbeheerd rijdende beschouwd en
daarom wordt f 1 of 1 dag geëischt.
4. T. A. te Workum liep over een perceel
land naar den molen. Dit land had borden
ter waarschuwing dat het pad verboden was.
Bekl. verdedigt zich door mee te deelen dat
het pad wel 100 jaar over dat land loopt.
In den zomer gaat hij er gewoonlijk niet
langs, maar in den herfst wef, als hy naar
den molen moet, want, zegt bekl. er is vry pad.
De politie zegt, dat het land en den molen
vroeger aan één eigenaar behoorden, maar
dat is nu niet meer ’t geval. Het land is
verkocht zonder pad, zoodat dit nu ver
vallen is.
In deze zaak was gedagvaard IJ. Haagsma,
doch omdat deze niet verschenen is, wordt
de behandeling der zaak verdaagd.
5. Een mensch kan niet op twee plaatsen
tegelijk zijn, men kan dus niet in „de doos44
zitten en naar den Kantonrechter gaan, om
ZEA. te laten zien dat men niet dronken
is. Den 25 Nov. ’s morgens omstreeks 10 uur
vervoegde zich J. K. van Bolsward ten
kantore van den Kantonrechter, om te laten
zien, dat hij niet dronken was. Heden staat
deze J. K. te recht, omdat hy den 25 Nov.
’s morgens omstreeks 10 uur in de Jongema-
straat twist zocht met de stadsreinigers en
omdat het de politie bleek, dat hij dronken
was, werd hij in arrest gesteld ter ontnuch
tering. Ra, ra, hoe kan dat?
Door de behandeling dezer zaak wordt
dit raadsel opgelost. Den 25 Nov., ’t was
Zaterdag, zag een politieagent dezen bekl. een
tapperij binnengaan, ’t Was toen ruim 9
uur, en toen omdat die agent hem zoo aan
dachtig beschouwde, heeft hij gedacht,
misschien heb ik proces, ik sta niet in een
best blaadje, weet je wat, ik zal den heer
Kantonrechter persoonlijk de overtuiging
schenken, dat ik toch niet dronken ben. Die
voorzorg was wel goed, doch onnoodig, want
de politie weet wel dat wanneer het vriest,
het ijs terstond niet sterk is, en ook wel dat
een die een borrel neemt, nog niet dronken
kan genoemd worden. Even later evenwel,
schijnt de toestand verergerd te zijn. Misschien
heelt hij gedacht toen hij zich zoo knap
vertoond had: zie zoo daar kan een borrel
op staan, ik ben den dans ontsprongen’t
kan ook zijn, dat het drankje eerst later zyn
uitwerking deed, maar te ruim 10 uur werd
hij opgepakt en hij was dien dag in het
arrestantenlokaal heel onrustig, want hij zal
toen misschien wel begrepen hebben, dat
zijn reis naar den heer Kantonrechter nu nog
te vergeefs was geweest.
Bij Qe herhaling terecht staande wordt
A
r.
Bolswardsche Courant.