NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWA.RÖ EN WONSERADEEI.
fil
No. 9. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
HET KERSTMISBEZOEK.
Uit de Raadszaal.
ZONDAG 28 JANUARI.
1
■n
VOOR
B
Sim
H. B.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
twee
hun
Vergadering Donderdag 25 Januari 1900.
- hu
een
Naar HEDENSTJERN A.
- $XX)OOCXXXX^XXXXXXXX$
^JXDC^DXJOXDXDCi^
kreeg een
huishuur,
gaven, zelfs hooger dan de geborduurde
pantoffels.
heesche, toornige stem, die
en dreigde, het meisje kwam
naar binnen gestormd en
Broeder
Dank voor den KerstavondIk kan mjj
niet over de menschen beklagen, zjj hebben
veel voor mjj gedaan, zij -hebben mij
goeden raad, vermaningen, geld en werk
gegeven, al heeft het mij ook niets ge
holpen.
Gij hebt mjj een broederhand toegesto
ken, een blik gegund in uw huiselijk leven
en een echten Kerstavond bezorgd in
dat paradijsje.
Ik ben gered. Heb een onafhankelijk
bestaan en ben zelfs niet meer af hankeljjk
van mijn hartstochten.
Een andermaal meer. Nu is mjj het hart
te vol. Groet uw vrouw bartel jjk van
Uw vriend
Axel Ljüng.
Gustaaf Alm verzocht zjjn vrouw het
hem niet kwalijk te nemen, dat hjj dit
Kerstgeschenk hooger stelde dan al hare
En met iedere minuut verloor hij iets
meer van den vagebond en kwam er iets
meer van den student voor den dag. Sinds
vele jaren had hij geen avond in een
familiekring doorgebracht. Hij had nooit
veel om zulk soort van genoegens gegeven,
maar nu zoo uit de koude en de duisternis
buiten in een lichte, warme kamer te
komen en voor de eerste maal sinds jaren
niet als landlooper, maar als gast behan
deld te worden, dat was toch wat anders,
als zich in Upsala van een vroolijk drink
gelag onder studenten te moeten spelen,
om bjj een saaien burger te soupeeren en
weldra onderhield hij zich ongedwongen
met de gastvrouw.
Zijn geschiedenis
Och, die hebt gij zeker al honderdmaal
gehoord! Een vroolijke jongen met een
vrij goede stem. Een hekel aan werken,
gebrek aan wil, vroolijke muziekpartijtjes
nog vroolijker avonden onder vrienden
zwaarmoedige zelfbeschouwingen op den
middag, verleidelijke speelclubs, schulden
maken, eindelijk geen krediet meer, ge
sjeesd. Absynth, punch, cognac, brandewijn,
jenever. Restauratie, bierhuis, kroeg. Dit
alles had hij achter zich en stond nu aan
het begin van het einde.
Het avondeten smaakte ook zonder borrel.
Toen de maaltijd was afgeloopen, wendde
Alm zich tot zijn gast en zeide kalm en
ernstig
„Mijne vrouw en ik willen den dag met
een kort gebed besluiten. Als dit echter
niet met je gewoonten en je overtuiging
strookt, zoo wil ik je niet dwingen, daaraan
deel te nemen. Je bed is gereed/
Ljüng mompelde iets van „bijzonder aan
genaam' en bleef.
En de dominé bad. Bad, dat Kerstlicht
en Kerstvreugde alle harten mochten
binnendringen, zooals Hij het bedoeld had,
die het licht het eerst over de herders in
Bethlehems velden had laten opgaan, En
na het gebed zette zjjn vrouw zich voor
de oude rammelende piano en
„Wees gegroet, gij schoone morgen!”
klonk het door de kamer.
Ljüng stond half achter den Kerstboom
verborgen. Het was, alsof er iets in hem
ontdooide, of jets warms en weeks zijn
hart binnendrong. Het ijs smolt midden
in den Winter, en groote dikke droppels
vielen neer op zijn gelapt vest.
Eindelijk werd het hem te machtig en
met zachte schreden sloop hij naar de deur
en verdween.
Toen het koraal ten einde was, keerden
de dominé en zijn vrouw zich om. Zij
wilden hun gast goedennacht wenschen,
maar hjj was weg. Zij zochten een
half uur, een uur, maar hjj kwam niet
terug.
Hij liep zoo hard als hij kon in de
duisternis verder en tegenstrijdige gevoelens
kampten in zijn borst.
Toen schoot hem te binnen, dat er in
de kleine flesch, die hjj in den zak droeg,
nog een paar druppels moesten zijn. Hij
haalde haar haastig te voorschijn Zijn
hart klopte hoorbaar Zou hij
Hij overwon. Het volgend oogenblik
vloog de flesch ver weg over het veld, en
de zwerver snelde voort.
Ter visie.
PUNTEN van BEHANDELING:
1. Procesverbaal van kasverificatie over
het 4e kwartaal 1899.
De ontvangsten bedroegen f 112.900.84
De uitgaven - 108.316.783
Saldo in kas f 4.584.05s
De Voorzitter deelt mede, dat na die
kasopname de heer Schievink zjjne functie
als gemeente-ontvanger heeft aanvaard.
Notificatie.
2. Aanwijzing van commission tot opname
der rekeningen van de gestichten over 1899.
Volgens rooster worden aangewezen:
a. Voor het Gasthuis de heeren Eerd-
mans, Hommes en Dijkstra.
b. Voor het Weeshuis de heeren Boer-
sma, van der Werf en Schotman.
c. Voor het Armenhuis de heeren IJ. T.
de Boer, v. d. Me uien en Keikes.
3. Benoeming van leden van stembureaux
voor de verkiezingen.
De heer v. d. Meulen. Art. 61 schrijft
voor, dat de raad uit zijn midden de leden
en plaatsverv. leden van het stembureau
benoemt, maar z i laat de wet ook toe, dat de
Voorzitter door den raad wordt gemachtigd
de leden aan te wijzen. Ik stel voor, den
Voorzitter alzoo te machtigen, welk voor
stel met algem. stemmen wordt aangenomen.
De Voorzitter benoemt nu tot plaatsver
vangend voorzitter de heer C. W, Kisuuk
Men moet tamelijk erg in de netten der
liefde verstrikt zijn en een vast vertrouwen
op de Voorzienigheid hebben, om reeds te
trouwen, als men nog slechts hulpprediker is.
Beide was het geval met dominé Alm
en daarom was hij sedert eenige maanden
getrouwd, en nu was het de avond vóór
Kerstmis.
Hij had f 180 tractement en
even groote som voor kostgeld en
sinds hij niet meer bij den ouden dominé
in huis woonde. Dat was bijna f 1,20 voor
eiken werkdag en ’s Zondags moeten
geestelijken maar van Gods Woord en van
de restantjes der vorige dagen kunnen
leven.
Later komt er misschien één, komen er
misschien ook wel twee engeltjes zonder
vleugels uit den Hemel in de pastorie,
maar dan komt er mogelijk ook wel een
kalfsborst van een rijken boer of een kaas
van een der kerkeraadsleden, en dat weegt
dan tegen elkaar op. Men mag echter geen
lekkerbek zjjn, noch er behagen in hebben,
zich naar de laatste mode te kleeden, en
de vlijtige hand, die de afgedragen jas
van den dominé verstelt, moet flink en
overlegzaam met de zwarte potten en
pannen weten om te gaan.
Maar nu was het Kerstmis met varkens-
vleesch, rijstenbrij en zoute visch.
In de salons van den hulpprediker kon
men niet verdwalen. Drie kamers en een
keuken, dat was alles. In de „zaal” een
tafel van dennenhout, Weener stoeltjes, een
kast, een oude ontstemde piano, twee
kleine tafeltjes van beukenhout en een
lithografieMaarten Luther. In de kamer
van den dominé een oude met leer over
trokken canapé, uit het huis van zjjne
ouders afkomstig, een schrijftafel van
beukenhout, stoelen van dennenhout, twee
doorgerookte pijpen en een meer dan half
leege boekenkast. Daarachter lag de slaap
kamer met oude meubels, oude gordijnen
en nieuwe kandelabres.
Doch nu was het Kerstmis, en
lampen en acht kaarsen wierpen
schijnsel op de pasgeboende vloeren.
Het vrouwtje was niet mooi. Neen,
voeten en handen waren te groot en de
oogen te klein, maar de schoonheid van
de gezondheid en de aantrekkelijkheid
van de jeugd en echte vrouwelijkheid
maakten de dominésvrouw tot een liefelijk
persoontje.
En nu was het Kerstmis, het huisje in
orde en het echtpaar zat dicht bij elkaar
en wendde bjjna geen oog af van het een
voudige Kerstboompje, het eerste in hun
eigen huis. En de dominé bewonderde al
de versierselen aan den boom en kon zich
maar niet begrijpen, waar Emma alles
vandaan had gehaald. En dan trok hij zijn
vrouwtje naar zich toe en vroeg haar, of
het haar niet juist zoo ging als hemals
hij een verlichten versierden Kerstboom
zag, kon hij het weemoedig gevoel niet
van zich afzetten, dat de gedachte bij hem
opwekte, dat de boom nu zoo spoedig
verwelkt, vergeten en weggeworpen zou
worden. Was dat niet het zinnebeeld van
alle menschelijke vreugd. Moest men niet
voor zijn eigen geluk vreezenWie kon
weten, wat de toekomst in haar schoot borg.
Zij glimlachte en antwoordde
„Waarom verwelkt de Kerstboom, Gus
taaf? Omdat hij van zijn wortels wordt
gerukt. Buiten is hij sterk genoeg om
weerstand te bieden aan storm en koude
en neemt hij toe in kracht, naarmate de
noordenwind zjjne takken harder zweept.
Hier binnen in licht en warmte kwijnt
hij weg en sterft. Wij moeten dat ter harte
nemen en onze vreugde nooit uit den bodem
losrukken, waaruit zij nu hare krachten
putwij mogen nooit vergeten, dat geen
enkel Kerstlicht ter wereld den armen
boom den frisschen wind in het woud en
de sterren aan het hemelgewelf kunnen
vergoeden.”
En nu kwamen de geschenken te voor
schijn. Zeer practische zaken, die toch
eigenlijk in de huishouding en voor het
toilet onmisbaar waren, maar die nu een
veel grootere waarde hadden, dan of men
ze in den loop van het jaar van liever
lede had aangeschaft.
Emma kon niet begrijpen, waar Gustaaf
het geld voor een nieuwe zwarte zijden
japon vandaan had gehaald, en Gustaaf
vroeg zichzelven af, of twee volle dozijnen
nieuwe befjes op eens niet een onvergeef
lijke overdaad waren.
Nu werd de keukendeur geopend.
*In de keuken is een dronken kere\
Na de opening der vergadering zegt de
VoorzitterBij den aanvang der eerste
vergadering in het nieuwe jaar kan ik niet
nalaten U, mijne heeren, mijne goede wen
schen aan te bieden. Het verheugt mij, dat
trots ziekte tegenwoordig veel heerscht, ik
de heeren gezond mag terugzien. Wanneer
wij een blik slaan op het afgeloopen jaar,
kunnen wij met voldoening terugzien op
hetgeen voor de gemeente is gedaan, ’t Is
mijn wensch, dat een goede gezondheid in
’t nieuwe jaar uw deel moge zijn en gij
allen weer met denzelfden ijver en lust
zult werkzaam zjjn, als gij in ’t afgeloopen
jaar hebt getoond. (Applaus.)
Tegenwoordig waren 11 leden. De heer
P. J. de Boer was afwezig met kennisgeving.
De notujen werden gelezen en goedge
keurd.
Ingekomen stukken:
a. Missives van de in de verschillende
collegiën ^herbenoemde commissieleden, dat
zij de benoeming weder aannemen. Idem
van de heeren C. Bölger en A. Faber, dat
zij niet aannemen de benoeming, resp. als
lid der Spaarkas en der Bank v. Leening.
b. Resoluties van Ged. Staten, houdende
goedkeuring der gemeente- en schutterij-
rekening, en der verschillende verordenin
gen tot heffing van rechten.
c. Het verslag en de rekening der gym-
nastiekschool.
Een en ander voor notificatie aangenomen.
d. Een adres van A. J. Wiarda, te ken
nen gevende, dat hjj de sloot heeft gedempt
tusschen de boterfabriek en de Werkmans-
bloeidat hjj ten stelligste vertrouwde, dat
de boterfabriek daartoe f45.zou betalen
en deze daartoe thans onwillig is. Omdat
de demping is geschied in ’t belang der
algemeene gezondheid, verzoekt hij, dat hjj
van gemeentewege mag worden schadeloos
gesteld.
e. Een missive van B. en W., houdende
het plan van verbouwing van het huis,
belendende aan de gasfabriek. Begrooting
f 2000 a f 2200.
f'. Een adres van de „IJsvereeniging
Bolsward”, verzoekende het land, waarop
de jjsbaan is, onderhands te mogen huren
voor 5 jaren a f 240. Bjj openbare ver
pachting is f 209 geboden.
Burgem. en. Weth. adviseeren, dit ver
zoek in te willigen.
De adressen worden ter visie gelegd.
g. Een missive van den Minister van
Binnenl. Zaken, berichtende, dat tegen art.
13 der verordening op de hondenbelasting
bezwaar bestaat, aangezien art. 271 e. v. der
gemeentewet bepaalt hoe de overtredingen
moeten worden gestraft.
Burg, en Weth. stellen voor, dat art. 13
in dien zin te wijzigen.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
h. Een adres van Mej. E. Kuipers, ver
zoekende verplaatsing van het urinoir voor
hare woning.
Vjjf malen was het reeds weer Kerstmis
geweest, en de hulpprediker was nu pre
dikant. De geschenken bij de familie Alm
zjjn vrij wat talrijker geworden, want nu
moesten ook nog drie kleine Almpjes haar
deel hebben van de vreugde, die dan ook
groot was. Toen kwam de post.
„Wat is dat, een brief uit Amerika
riep mevrouw Alm uit. Je hebt daar
immers in het geheel geen kennissen
Gustaaf
En de dominé opende den brief en las
St. Paul, 10 Dec.
ik ben zoo geschriktriep de meid onthutst.
„Wij hebben geen slaapplaats voor hem,
mama geef hem iets te eten en te drinken
en vraag hem, of hjj maar naar Peters
Olsons wil gaan, daar kan hij wel in de
schuur slapen,” zeide de dominé.
Eenige minuten later hoorde men in de
keuken een
luid vloekte
schreiend weer
smeekte den dominé, toch in de keuken
te komen.
Bij de keukentafel stond een man van
ongeveer dertig jaren. Hij zag er vuil en
haveloos uit, zijn ongewasschen, ongescho
ren gezicht droeg de sporen van dronken
schap.
Nauwelijks was de dominé in de keuken
of de vagebond zweeg, werd doodsbleek,
keerde zich om en verdween.
Dat was eigen'ijk de beste oplossing
van het onaangename geval, maar de
dominé had er geen vrede mee, dat deze
ongelukkige man op Kerstavond van zijn
deur werd gewezen, zonder een stuk brood
gekregen te hebben.
Hij overwon daarom zijn tegenzin en
snelde den weg op, den bedelaar achterna.
„Zeg eens vriend, het was mijn plan
niet je weg te jagen. Ik wilde slechts dat
je je fatsoenlijk zoudt gedragen.”
De bedelaar stapte stevig door, hij
scheen op eens geheel nuchter te zijn ge
worden.
„Kom terug en eet een weinig op Kerst
avond,” drong de dominé aan.
„Laat mij met rust!” mompelde de vage
bond tusschen de tanden.
„Kom, zoo moog je niet spreken wij
hebben je geen kwaad gedaan. Kom nu
mee terug
„Laat mij met rust, Gustaaf Alm!”
„Goede hemel, Ljüng ben jij het
„Ik ben het,” zeide de zwerver nu weer
op een brutalen toon „ik hoopte mij aan
de vernedering te kunnen onttrekken, van
mij aan een vroegeren academievriend te
moeten voorstellendaar je echter zoo
bijzonder op het genot schijnt gesteld te
zijn, om te zien hoe diep je vroegere
makker is gezonken, ben ik nu tot je
dienst, oude jongen
„Ik wist, dat je op den verkeerden weg
waart gebracht, nadat ik Upsala heb ver
laten, maar ik wist toch niet, dat je zoo
heelemaal aan lager wal waart geraakt,
zeide Alm verbleekend.
„Jawel, ik heb, zooals je ziet, een vaste
betrekking bij het eerzame landlooperscorps
gekregen. Hoe ver heb jij het gebracht,
mjjn oude kameraad, je bent zeker nog
altijd leeraar in den dienst van onzen lieven
Heer
„Spot niet, Ljüng! Kom nu met mjj
mee, wij zullen je een nachtverblijf ver
schaffen.”
„Zoo ja, je doet natuurlijk druk aan
liefdadigheid. Nu toe dan maar Maar weet
je wat, geef mij liever een Christiaan om
brandewijn te koopen. Jullie theologen
hebt, helaas, de gewoonte om den borrel,
die den eetlust moet opwekken, te vergeten.”
Half met geweld bracht de dominé zijn
vreemden gast in zijn huis terug en naar
zijn eigen kamer.
Daar verzocht hjj hem, zich wat op te
knappen, en ging zelf naar zijn vrouw,om
baar te vertellen, wie deze landlooper was
en dat hij hem had uitgenoodigd om te
blijven. De tranen sprongen haar in de
oogen en zij zuchtte
„Och, Gustaaf, nu is onze heerlijke
avond bedorvenHij kan toch zeker wel
in de keuken eten
De dominé streelde haar wangen en
zeide
„Ons geluk wortelt in de liefde; liefde
niet enkel tot ons-zelven, maar ook tot de
menschheidzorg er voor, mijn kind, dat
het zich niet van den wortel losrukt, en
evenals de Kerstboom verwelkt!”
Toen Alm zjjn gast weder opzocht, had
deze met behulp van water, een borstel
en een kam zich een ietwat menschelijker
voorkomen weten te geven, en hij trad
hem met de spottende vraag tegemoet
„Zeg, ben ik nu netjes genoeg, om mjj
te kunnen voorstellen aan de keukenprinses
van mjjnheer den hulpprediker!”
Alm zweeg, opende dé deur, leidde hem
vriendelijk naar de zaal en zeide eenvoudig
„Hier lieve vrouw, breng ik je mjjn
ouden academievriend Ljüng, die hier
toevallig vanavond voorbjjkwam en nu van
nacht hier wil blijven. Hjj zal het voor
lief nemen met de canapé.”
„Welkom, mjjnheer Ljüngzeide Emma
op zulk een vriendeljjken toon; dat de gast
werkeljjk begon te gelooven, dat het hun
bedoeling was, hem als huns geljjke te
behandelen,
Bolswardsclie Courant.
1
i
(o