NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWABÖ EN W0NSERA.ÜEEL No. 31. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900. De Eerste en de Laatste. ZONDAG 15 APRIL. BINNENLAND. 31 r ■Mn VOOB ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. mide, naar ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. trouwen kan, daar gij om uws zelfs wil niets van de zaak aan de overheid zult bekend maken. Dewjjl mjjn man op zee is gestorven, gelooven wij voortaan veilig te zjin voor alle vervolging, zoowel van den kant der bank als van de polite. Vaarwel voor altijd. En dat was het einde van mjjn roman. Neen ik heb nooit iets meer over hen ge hoord. Of zjj lang pleizier hebben gehad van hun oneerlijk verkregen geld of niet, is mij onbekend. Maar één ding weet ik zij was de eerste vrouw, die mij ooit be drogen heeft, en, op mijn woord, de laatste. Ik heb nooit later eene andere weer kans gegeven. zoo heette," Frieslands Noordoosthoek 12 April. Waar een boer ai met om denkt. In den Traasvaalschen oorlog sterven veel paarden. ,We zullen nu maar veulens aan zetten en geen paard verkoopen, want met een of twee jaar zullen ze wel duur gekocht worden," zegsen ze. ’t Meisje van H. Hofman te Drachten, dat zich onder een ledigen tramwagen zoo erg bezeerde, is aan de gevolgen overleden. S. N. te H.>ut ge- hage is uit Dui'schland teruggekeerd me t 450. Hij had zich bij ’t werken aan een been bezeerd en nu heeft men hem voor die som afgekocht, nadat hij eerst geruimen tijd in het hospitaal was verpleegd. Als er niet spoedig warmte en daardoor gras komt, worden de boeren met het vee verlegen, want ’t hooi is krap of op. De arbeiders uit de heide zijn weer naar Stadskanaal te bag geren en verlangen zeker ook naar mooi weer. Leeuwarden, 13 April. Gisteren is een werkman in den Prinsentuin bij het omkappen van een boom, daarmee naar be neden gevallen, zoodat hij zwaar gekwetst werd opgenomen. Op dienzelfden dag viel een jonge man van een aschwagen. Een der wielen reed over zijn lichaam. Haskerhorne, 12 April. In den laatsten tijd vertrokken onderscheidene minderjarige personen uit deze gemeente naar Duitsch- land, ten einde daar op de cokesovens of in fabrieken werkzaam te zijn. Bij aan komst aldaar konden zij direct geen werk bekomen, omdat zij niet in het bezit waren van een bewijs van toestemming van hunne ouders of voogden om in Duitschland arbeid te verrichten. Voor de minderjarigen, die zich nog daarheen wilden begeven, kan bovenstaande mededeeliog tot eene waar schuwing strekken om zich vóór hun ver trek van een, door den burgemeester hunner woonplaats gelegaliseerd, bewijs van toe stemming hunner ouders of voogden te voorzien. Oost stelling werf, 12 April. In deze gemeente beerscnt in den laatsten tijd veel sterfte onder de jonge kalveren. Of het koude weier invloed heeft op den gezond heidstoestand dezer dieren weet men niet, daar Ooststellingwerf nog altijd zonder veearts is. Daar de meeste boeren toch een bepaald aantal fokkalveren moeten houden, heeft deze sterfte nog al invloed op de prijzen. Niet zelden besteedt men 13 a f 15 voor goede soorten. Harderwijk, 11 April. De gebr. Kuipers varende met eeu trekschuit op Assen, keerden van avond met het losse paard huiswaaits. Spoedig bleek ons, dat het dier bij het overladen der goederen aan sluis no. 1 te Veen huizen, op hol was gegaan, den jagers- jongen J. J. v. d. Ploeg verward in de lijn in zijn loop een eind medeslepende. De arme jongen had zijn been gebroken en de borst gekneusdbij werd in het hospitaal opgenomen en verpleegd. Hepk. Adv. BI. Tzum. Alhier hebben eenige timmer lieden, die bezig waren met eenig gewoon borstelwerk aan den toren, bij die gelegen heid ontdekt, dat de 140 vost hooge spits nagenoeg 6 centimeter was verschoven. Deze spits eene stevige achtzijdige pyra- !J- een windbreker met een zwaren, iets den stormkant (het westen) overhan genden makelaar door en nog eens door kruis, met zwaar ribwerk met hout door schoten, met dikke leien gedekt, bevestigd met zware ij zei en bouten en anker werk aan den stevigen voet van meterdikke muren bleek aan de stormzijde wel 5 centimeter opgelicht te zijn. Zware ijzeren bouten zjjn uitgescheur i en kr imgezet, en de ladder, welke door het bintwerk naar de spits leidt, is ook gekromd. De zware N. W, stormen van den afgeloopeu winter worden als porzaak van deze verschuiving beschouwd. Neen, ik heb nooit schipbreuk geleden, ook ben ik nooit in aanvaring gekomen met een ander schip, zoolang ik op zee ben en dat is nu al meer dan veertig jaar. Maar ik heb in myn tijd soms rare passagiers gehad. Ik zal u eens iets vertellen over twee van die lui, die een tjjdlang een mach tigen invloed op mjj hebben uitgeoefend. Of het ten goede was of ten kwade, zult gjj straks hooren. Het was in het jaar 1872, juist op den avond voor ik zoude uitzeilen, dat een heer aan boord kwam en haastig op mjj toetrad. Hjj was een lang en mager man,met peper en zoutkleurig haar en ietwat gebogen in de schouders. „Goeden dag, kapitein," zeide hjj. Dezen morgen eerst heb ik vernomen, dat gjj uit zeilt naar Engeland. Nu kom ik u vragen, of gjj plaats hebt voor mjj en mjjne dochter; de tjjd is wel kort..." „Zeker, zekergaf ikhem op barteljjken toon ten antwoord. „Het zal mij zeer aan genaam zjjn u aan boord te nemen. Toe vallig zjjn er ditmaal slechts drie passagiers van de tweede klasse. Gij kunt dus de groote kajuit geheel ter uwer beschikking houden. Hjj bedankte mjj en verdween in de kajuit. Ik verwonderde mjj over zjjne ge jaagdheid en keek uit naar zijne dochter, die echter nergens te zien was. Ik gaf aan de scheepsjongens eenige bevelen betref fende hun reisgoed en hield zelf een oog op het bergen van hunne koffers, in de beide beste hutten van het schip. Terwjjl ik daarmede bezig was, hoorde ik een lichten voetstap achter mjj en mjj omkee- rende, aanschouwde ik de liefeljjkste ver schijning, welke ik ooit onder de oogen had gehad." „Mjjne dochter, kapitein Harnoth," zeide mjjnheer Braddon, ons aan elkander voorstellende. Ik was zoo uit de Ijjken geslagen door den indruk, die hare verseb jjning en schoon heid op mjj maakte, dat ik verlegen mjjne pet aanraakte en stamelde „Aangenaam kennis met u te maken, juffrouw." Zjj legde haar zachte, blanke hand in mjjn groote bruine klauw en keek mjj vlak in het gezicht met haar lachende blauwe oogen, terwjjl zjj zeide: „Ik ben er zeker van, dat wjj gedurende de reisgoede vrien den zullen zijn, kapitein." Hare stem klonk als liefeljjke muziek en van dat oogenblik af aan was ik haar ne derige dienaar, haar slaaf, zoo gjj wilt. Ik was bjj bet eerste gezicht totover de ooren toe verliefd op haar geworden. Gjj moogt glimlachen, maar bedenk, dat ik toen nog betrekkeljjk jong was. Ik liet him hunne hutten naar eigen zin in orde maken en begaf mjj aan dek. Zjj waren er een aanmerkelijken tjjd mede bezig en wjj waren reeds buitengaats en de sleeper was al teruggekeerd, eer ik hem terugzag. Op die reis zie ik terug als op de pleizierigste en toch ook de ongeluk kigste, welke ik ooit gedaan heb. Juffrouw Braddon was op zee thuis als de beste. Met mooi weer of met slecht, altjjd was zjj op het dek en stal mjjn hart door bewondering te spreken over mjjn schoone driemast klipper en door de ongekunsteld heid harer vragen. Ik was gewoon ’s morgens op het halfdek heen en weer te wandelen. Wanneer zjj zich boven aan de kajuits trap vertoonde, zoo frisch als een roosje en duizendmaal mooier, was het of er eens klaps een zonnestraal door eene bewolkte lucht brak, ai was het weer ook nog zoo donker en triestig. Het was niet meer dan natuurljjk, dat mjjne stuurlui ook op haar verliefd werden, doch zjj behandelde hen met de grootste onverschilligheid, zoo niet met een koele minachting. Hare glimlach jes waren allen voor mjj en zjj was er alles behalve zuinig mee. Er stond eene piano in de groote kajuit en gedurende de lange avonden zat zjj soms te spelen, alleen om mjj genoegen te doen, terwijl ik plaats had genomen op een krukje naast haar en in bewondering op haar bekoorljjk gelaat staarde. Schjjnbaar zonder er aan te denken, haalde zjj dan het een of ander mjjner ge liefkoosde stukjes op en legde er zulk een gevoel in, dat de tranen mij soms langs mjjne verweerde wangen rolden. O, dat waren gelukkige dagenHet was mjj, of de hemel zich voor mij opende, zoolang het duurdeIk heb nog maar zoo terloops van haar vader gesproken. De waarheid is, dat ik zoo geheel opging in de gedachte aan zjjn schoone dochter, dat ik niet zoo véél acht op hem sloeg, als ik misschien voor den dag en gaf den hofmeester bevel hem op te passen. Drie dagen later was mjjnheer Braddon overleden. Toen ik hiervan verwittigd was, trad ik zjjne hut binnen. Hjj lag in de onderste kooi, bleek en bewegingloos als de dood. Ik voelde aan het lichaamhet scheen koud en stjjf. Indien bij niet werkelijk dood was, kon hjj zich buitengewoon goed houden. Ik liet den zeilmaker komen, die het Ijjk in mjjne tegenwoordigheid in een stuk doek naaide. Toen zjjne taak was afgeloopen, zond ik hem weg, deed de kajuitdeur op slot en tornde de naden met een scherp mes weder om los. Mjjne hand beefde geweldig. Als hjj eens dood was in ernst? Ik gevoelde mjj aanmerkeljjk opgelucht, toen de man de oogen opensloeg en zich oprichtte. Ik gaf hem wat cognac, waardoor hij geheel bjjkwam. Hjj kleede zich aan zonder gerucht te maken. Daarna haalde hjj uit een koffer een pop te voorschijn, die hij van te voren had klaargemaakt en ge wogen en wikkelde die in de lijkwade. Deze naaide hjj dicht met eigen handen. Geen woord werd er tusscheü ons gewis seld. Zoodra alles in orde was, ging ik naar buiten om te zien, of de kust schoon was. Er was geen onraad te bespeuren en op een teeken van mjj sloop hjj zoo haastig mogeljjk naar de hut zjjner dochter. Bjj de eerste hondenwacht begon de bel te luiden voor de begrafenis van Anthony Braddon. Officieren en volk en passagiers stonden in het rond met ontdekte hoofden en de plechtigheid liep af met gepasten ernst, hoewel ik moeite had mij goed te houden, bjj de geveinsde rol, welke ik speelde. Na de begrafenis begaf Braddon zich weer naar zjjn hut, die steeds gesloten bleef en waarvan ik den sleutel bewaarde. Alice bracht hem alle dagen het noodige. Veertien dagen later, terwjjl wij het Ka naal opvoeren, werden wjj aangeroepen door een stoomsloep. Gevaar voorziende, daalde ik de kajuitstrap af en bracht Braddon naar mijn eigen verblijf. Nauweljjks was ik aan dek teruggekeerd, of ik zag een kloek, def tig gekleed man over de verschansing stap pen en naar mjj toekomen. „Hebt gjj een passagier, met name Brad don, aan boord" vroeg hjj zonder eenige inleiding. „Ik had een passagier, die gaf ik hem ten antwoord. Hjj zag mjj vragend aan. „Kom mee naar beneden mjjnheer," zeide ik. Terwjjl wjj de trap afgingen, vertelde hjj dat hjj detectieve was en men hem had afgezonden om Braddon in hechtenis te nemen, die uit Australië was gevlucht met een groote som geld en aanzienljjke waarden in handelspapier. Toen hjj zijn geloofsbrieven had vertoond, beval ik den stuurman het logboek te halen. Onder datum van 15 Januari las hjj het volgende: „Begraven op zee 35 gr. 49 min. Noor derbreedte en 33 gr. 16 min. Wester lengte Anthony Braddon. Oorzaak van overlijden onbekend. Hjj mompelde iets binnensmonds, dat ik niet verstond en gaf toen zjjn verlangen te kennen Braddon’s goed te mogen zien. Ik bracht hem naar de kajuit. Hjj doorsnuf felde koffers en reistasschen, doch kon geen spoor van papieren of kostbaarheden ont dekken. De uitdrukking van zjjn gezicht, toen hjj een paar uur later het schip weer verliet, was nu juist niet opgeruimd te noemen. Nadat wjj aan de dokken te Londen hadden aangelegd, smokkelde ik mjjnheer Braddon aan wal in een der koffers zjjner dochter. Niemand op het schip, die iets van de waarheid vermoedde. Hun geheim was bjj mjj bewaard. Er werd besloten, dat Alice en ik zouden trouwen, voor ik mjjne vol gende reis zoude aanvaarden en dat wjj de wittebroodsweken op zee zouden doorbren gen. Toen wjj dien avond afscheid namen, beloofde zjj mjj te zullen schrjjven, zoodra haar vader ergens buiten eene veilige wijk plaats had gevonden. Zij hield woord. Hier is haar brief nog. Ik heb hen al die jaren bewaard. De onderteekening ontbreekt. Waarde kapitein „Dank, innigen dank, voor aluwevrien- delykheid. Mjjn man en ik want mjjn heer Braddon is mijn man, hoewel men in Arlington daar niets van wist, zullen er steeds aan bljjven denken. Vergeef ons het bedrog, waarvan gjj het slachtoffer moest worden, zoo wjj onze plannen zouden uitvoeren. Wjj verkeeren in tameljjk goeden doen, want mjjn echtgenoot heeft het geld niet verloren met speculeeren, geljjk ik gemeend heb te moeten doen gelooven. Waarde kapitein* ik weet* dat ik u vej- had moeten doen. Over het algemeen ge nomen was hjj een teruggetrokken, een zelvig soort van mensch die liefst niet in het gezelschap van anderen scheen te willen wezen. Wanneer hjj zich niet in zjjn eigen kajuit bevond, waan hjj den meesten tijd van den dag doorbracht, wandelde bij rond op het achterschip, de handen op den rug blijk baar in diepe gedachten verzonken. Som- tjjds, als ik zoo naar hem stond te kjjken, vroeg ik mij zelf af, of die man wellicht eene misdaad had bedreven, waarvan de herinnering zwaar op zjjn gemoed drukte. Spoedig zoude ik meer aangaande hem ver nemen. Op zekeren avond toen vij onge veer een week of negen in zee waren, zat ik in de kleine kajuit alleen met mijn schoone reisgezelin. De tweede stuurman liep buiten op het dek heen en weer, de oude Jobson stond aan het stuurrad achter ons en de wacht bevond zich op het voorschip. Eenige dagen van te voren had ik de stout heid gehad haar mjjn liefde te bekennen en haar te vragen mijne vrouw te worden. Zjj had mjj gelukkig gemaakt met mjj haar woord te geven op voorwaarde, dat haar vader zoude toestemmen. Deze had zulks na eenig aarzelen gedaan en dien avond zag ik de toekomst helder in. Wjj hadden eene poos lang zwjjgend naast elkander ge zeten, het oog gericht op de ondergaande zon, die verdween achter de stralende, met goud omboorde wolken aan den horizon, toen zjj tot mjjne onuitsprekelijke verbazing eensklaps in tranen uitbarstte. „Lieve! Wat scheelt u?" riep ik ver schrikt uit. „O! Alfred, ik heb daar straks zoo iets verschrikkelijks van mjjn vader gehoord. Wjj kunnen nooit trouwen. „Nooit trouwen herhaalde ik geheel verslagen. „Waarom niet?" „Omdat mjjn vader, een... een misdadi ger is. O, ik ben zoo ellendig! Ik wilde dat ik dood was?" „Alice, spreek zoo niet; gij zoudt mjj krankzinnig maken. Wat heeft hij gedaan?" „Iets verschrikkelijks. O, spreek niet meer tot mjj En zjj begon hevig te snikken. Op dat oogenblik was ik zoo opgewon den, dat ik grooten lust gevoelde, den ouden vogelverschrikker uit zjjne hut te halen en hem te doen bekennen wat hjj uitgevoerd had om mjjn lieveling zoo’n verdriet te veroor zaken. Ik deed het echter niet. In plaats daarvan trok ik haar echter aan mijn zjjde en vroeg op sussenden toon „Wilt gjj mij niet zeggen, wat er gebeurd is „Wel, mjjn vader was, geljjk gjj weet, beambte in een der banken van Arlington, Victoria, waar het schijnt, dat hjj groote sommen gelds heeft verduisterd om er mede te speculeeren. Natuurljjk was het zjjn plan alles terug te geven, voor het opmaken der balans, zoo dat niemand er iets van zoude merken. Maar hjj verloor en was zoodoende genood zaakt het land te verlaten." „Is dat alles?" zeide ik met een zucht van verlichting. „Het is erg genoeg, zeker, doch ik zie niet in, waarom die omstan digheid een beletsel voor ons huwelijk zoude moeten zjjn." „O, maar dat is het ergste nog niet. Mijn vader is overtuigd dat de politie zjjn spoor heeft nagegaan naar Melbourne en tot op dit schip. Hjj zegt, dat hjj bjj het aan wal stappen in arrest zal worden genomen." „Niets waarschjjnljjker," dacht ik bjj mjj zelf. Doch ik zeide: „Heeft hjj al een of ander plan gemaakt?, „Ach, ja; als gjj hem slechts helpen wilt. Maar, ohet is een afgrjjseljjk iets Hjj zegt, dat het de eenige kans is tot ont snapping." „Wat is het dan „Hjj moet sterven en op zee begraven wordenantwoordde zjj met eene hui vering. „Ik begrjjp u niet." „Hjj wil zich dood houden en zoodra de toebereidselen tot de begrafenis gemaakt zjjn, moeten wjj een middel vinden om hem te bevrjjden en iets anders voor hem in de plaats te stellen." De onvergefelijke stoutheid van ’t voor stel bracht mjj geheel van mjjn stuk. Bjj ontdekking zouden de gevolgen voor mjj niet berekenbaar zjjn wanneer ik er mjj mede in zou laten, doch een smeekende blik uit die betraande oogen deed mjjn besluit wankelen. „Om mjjnentwil," mompelde zjj, haar kleine, blanke hand op mjjn arm leggende. Ik aarzelde niet langer, doch gaf mjjne toestemming. O, tot welk eene dwaasheid is een verliefd man niet in staat Den volgenden dag werd Braddon ernstig ziek gemeld. Ik haalde mjjp medicjjnkistje Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1