NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARO EN WONSERADEEL
No. 37. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
ZONDAG 6 MEI.
BINNENLAND.
I
VOOR
vrooljjk weerziens over drie
zou zy zeggen.
iel
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Een politieke grap te Groningen.
(Historisch.)
In den tegenwoordigen tijd is een ieder
steeds vol over den gruwelijken oorlog van
Engeland met Transvaal. Niet alleen met
het samenstellen van comité’s, het houden
van collectes, Transvaalavonden en fancy-
faires, maar overal waar men komt, een
ieder spreekt steeds over den oorlog, en is
het dan ook geen wonder, dat zulks aan
de orde van den dag is. Een ieder ziet
reikhalzend uit naar de courant, om tele
grammen in te zien, en in deze dagen
wordt gewoonlijk van den verderen inhoud
geen nota genomen. Zoo ook de bandels-
reiziger, deze toch ziet men om het hardst
de courant aan de stations koopen om het
eerste nieuws te weten, en wanneer zulks
gunstig is, weten ze bij hunne introductie
de clientèle in zulk een stemming te bren
gen, dat zelfs diegene, die andere een reizi
ger direct afscheept, daardoor soms tot het
doen van zaken overgaat. Het is dan ook
geen wonder, dat in de hotels, waar de
reizigers anders moppen tappen, zjj het
thans druk over den oorlog hebbenzoo
ook gepasseerden Dinsdag.
Aan de ontbijttafel in een der drukst be
zochte hotels te Groningen, waren ver
schillende gasten vereenigd. Een hunner,
zich bijzonder voor de politiek interessee-
rende, was reeds om acht uur ’s morgens
benieuwd naar den afloop van de Engel-
sche Parlementszitting al pratende gaf hjj
als zijn voorgevoel te kennen, dat het niet
zoo ónmogelijk zou zijn, indien eens een
aanslag op Chamberlain gepleegd zou wor
den, om zoodoende wraak te nemen op den
man, wiens hoofdoorzaak het is, dat zoo
vele duizende slachtoffers reeds gevallen
zijn. De handelsreiziger in kwestie, een
Amsterdammer, en abonné van een der
grootste bladen, beriep zich er op, dat hij
door middel van de telephoon, reeds 5 uur
’s namiddags het belangrijke nieuws van
den afloop zou weten. Het gesprek loopt
ten einde, en een ieder verlaat de ontbijt
tafel, om aan zijne zaken te gaan.
Om 5 uur is men weder vereenigd aan
de table d’hófe, en allen zitten verlangend
te wachten op de dingen die komen zullen.
Onze Amsterdammer gaat voor het diner
aanvangt aan de telephoon, en vraagt ver
binding met de redactie van de bewuste
courant. Hoe wordt hij echter teleurgesteld,
als antwoord te ontvangen, dat er geen
bijzonder nieuws was, noch de zitting, noch
van het oorlogsveld; maar indien er iets
kwam, zou men hem telefonisch berichten.
Een half uur later, terwijl allen nog aan
het diner zaten, wordt dezelfde reiziger door
Amsterdam opgebeld. Brandend van nieuws
gierigheid kijjgt hy als antwoord op zijne
viaig, dat hy spreekt met hetzelfde blad
van zooeven en werd hem medegedeeld
dat... Chamberlain, bij het verlaten van
de Parlements-zitting, door een Ier werd ge
dood.
Aller blikken waren thans gevestigd op
den reiziger en allen konden niet nalaten
den man te bewonderen, wiens voorgevoel
zoo terecht was uitgekomen. Na eenige
oogenblikken wordt bjj weder aan de tele
foon geroepen en de telefoon-juffrouw, aller
eerst txcuus vragende voor haie onbeschei
denheid, vindt het leuk dat ook zij het
eerste nieuws kon vernemen. Op hare vraag,
of hij zulks niet aan een der Groninger
bladen wilde mededeelen, antwoordde hij
bevestigend en al spoedig stond hij in ge
sprek met de Redactie. Na zijn naam te
hebben opgegeven, alsmede hoe hij aan het
nieuws komt, ziet men te 8 uur ’s avonds in
de stad overal bulletins (ongeteekend en
zonder vermelding van bron) van het ons
bekende bericht.
Algemeene indruk door de geheele stad.
De reizigers, die nog naar hunne diverse
woonplaatsen gaan, nemen het nieuws naar
alle richtingen mede en het gerucht gaat
als een loopend vuurtje door de provincie.
spraken in langen tyd niet. Zy waren zich
van geen schuld bewust en toch-
Toen sprak zy op zekeren dag stokkend
„Ik ik zou uwe vrouw liever
niet zien. Ik vertrek morgen. Ik haat den
nyd als geen andere zonde veel heb ik
er tegen gestreden, maar hjj is sterker dan
al het goede in my. Sedert, ik u ken
benyd ik benijd ik
Zij sprak het niet uit, maar hij begreep
haar en wist, dat de beide vrouwen elkaar
niet mochten ontmoeten en dat hij gaan
moest.
Hij zond een telegram aan zyn vrouw
„Ik keer morgen terug."
Én hij keerde terug tot den plicht
Beetsterzwaag’, 4 Mei. Er woonde
hier een echtpaar, de man 68 jaren, de
vrouw 70 jaren oud. Nog twee jaren, dan
zouden ze hun gouden huwelijksfeest hebben
kunnen vieren. De man echter werd ziek,
een paar dagen slechts, toen stierf hij. Twee
dagen later is ook de vrouw gestorven.
Terwijl eergisteren de man werd ter aarde
besteld, is heden aan de vrouw de laatste
eer bewezen.
Sloten 3 Mei. In de gisteren alhier ge
houden vergadering van timmerbazen uit
Sloten en Balk is besloten de loonen der
timmerknechts met 1 cent per uur te ver-
hoogen en alzoo te brengen op 13 cent
Drachten, 3 Mei. 12 jaren hadden ze,
alhoewel ongehuwd, ais man en vrouw
samengeleefd en lief en leed gedeeld. Toen
kwam er een andere „hij", die haar het
hof maakte, waardoor de oude „hij" jaloerseh
werd. De vrede werd echter weer gesloten.
Maar jaloerschheid schijnt een langdurige
en moeilijk te genezen ziekte. Hij mokte
steeds en men besloot „den boel te deelen."
Zoo geschiedde. Of zij nu den nieuwen
„hij" volgen zal? Op zoo’n wijze heeft men
geen drukte met trouwformaliteiten of
echtscheiding.
Balk, 2 Mei. Vrij lag j.l. overleed alhier
plotseling de 80-jarige J. W., heden stierf
zijne ruim 70-jarige vrouw. De oudjes zijn
elkaar dus spoedig gevolgd.
Wieuwerd, 3 Mei. Opnieuw is door de
directie der H. IJ. Spw. Mjj. eene aanzien
lijke verlaging der tarieven ingevoerd op de
lijn Leeuwarden—Stavoren, waardoor het
vervoer van reizigers naar Sneek en Leeu
warden zeer zeker nog zal toenemen. Voor
den geringen prijs van 35 cents maken we
nu een reisje van hier naar de hoofdstad,
heen en terug, een afstand van 3 uur gaans,
voor gelijke reis naar Sneek, 2 uren gaans,
betalen we nu slechts 25 cents. Het vorige
jaar werden hiervoor nog betaald 50 en 40
cents. Dit lage tarief is slechts geldig voor
eendaagsche retourbiljetten.
Lemmer, 3 Mei. In geen jaren is hier
zooveel haring aangevoerd als in dit voorjaar.
In de maand April werden met minder dan
10,400.000 stuks aangebracht. In het begin
der maand was de prijs f 1,10 per tal van
200 stuks, in ’t laatst der maand niet meer
dan 25 ets. Hepk. Adv. BI.
Kimswerd, 4 Mei. In de algemeene
vergadering onzer kaats-vereeniging is tot
bestuurslid herkozen de heer J. J. Dijkstra
en tot afgevaardigde naar de bondsverga
dering de heer W. F. Postma. De toestand
der kas was iets beter geworden. Er werd
besloten van wege de club eene kaatspartij
te houden door parturen van 3 personen,
woonachtig in dezelfde plaats, ’t Partuur
voor den bondswedstrijd is nog niet
samengesteld. Tot inspecteur en taxateur
van 't paardenfonds in Wonseradeei is, in
de plaats van den heer Tiete Anema die
bedankt heeft, gekozen de heer R. Brems
te Arutn.
Nijland, 2 Mei 1900. Benoemd tot on
derwijzer aan de Chr. School alhier de heer
F. Jouwstra te Oosterend (Fr.) en aan de
Chr. School te Friezenveen (Ov.) de heer
D. Bjjkersma te Wolsum,idem te Wouters*
wonde de heer A. Hofstra van Nijland, die
allen voor het j.l. gehouden examen slaag
den, en leerlingen zijn van de Chr. Nor
maalschool te Bolsward,
Spoedig seint men van Groningen naar Am
sterdam, en het was daardoor, dat men om
10,35 las„Van het gerucht, als zoude
Chamberlain vermoord zijn, is geen bevesti
ging gekomen
En nog is het bericht niet bevestigd, want
het was niets anders als een misplaatste
grap.
Wat toch was er gebeurd
Een der heeren, die aan de ontbijttafel
zat, van het voornemen van zijn collega
bewust, wilde zich het tot een eer maken
hem een poets te bakken, en hij was de
man, die eenige huizen verder, aan de
plaatselijke telephoon, iemand zond, die het
met voorbedachte rade verzonden bericht,
den nieuwsgierigen politieken reiziger mede
deelde.
Uit bovenstaande blijkt dus voldoende
hoe men voorzichtig moet zijn met ver
spreiden van bulletins, en dat men niet te
spoedig geloof daaraan moet hechten.
Alhoewel de zaak niet met onze gevoe
lens strookt, moet het ons van ’t hart, dat
bovenstaand éen van die incidenten is,
hetwelk wij niet anders als met den naam
van grap kunnen bestempelen.
I'riesche Ct.
Overwerktzei de arts.
Rust, rust en nog eens rust 1“ voegde
hij er b\j.
„Ik kan niet", zoo sprak de patient
tegen. „Ónmogelijk!"
„Mooi, vraag dan een ander, adieu!"
Kort aangebonden greep de medicus
naar zijn hoed.
„Ho, dokter, is er geen ander middel
De een of andere slaapdrank, die mij
nachtrust geeft; anders heb ik niets noodig
alleen slaap."
„Dat weet ik, alleen slaap" lachte mach -
tiger de dokter. „Pak zoo spoedig mogelijk
voor een kwart jaar je koffers en reis met
den volgenden trein naar het adres, dat ik
je opgeef. Zoo in een viereljaar ben je
weer een ander inensch, daar sta ik voor in."
Maar mijn vrouw
Blijft hier."
Zeg haar dat als ’t u belieft zelf, beste
dokter. Vrouw, kom eens binnen!"
Zjj kwam binnen en hoorde met ont
zetting het voorschrift van den huisdokter.
„Maar dat gaat toch niet. Wat moet er
van ons worden
„Mevrouw zal zich zoo goed mogelijk
zonder echtgenoot amuseer en" lachte hij iet
wat boosaardig.. Voorts heeft u immers de
kinderen, een aardig tijdverdrijf, drie zulke
hoopvolle spruiten met een temperament
als het uwe.
Adieu, een
maanden
Daarmee verdween de arts.
Stom keken de echtgenooten elkaar aan.
„Als het dan wezen moet," meende
bij kleinmoedig. Zij zuchtten. „Hoe ver
schrikkelijk Maar als er anders niets
aan te doen is. Je toestand is onverdra
gelijk, ook voor my. Je prikkelbaarheid is
vreeselyk."
En nu zat hij in den trein, die hem uit
de bootstad met haar drukte wegvoerde.
Heteentoonig gedruisch, het gelijkmatig
schudden werkte hypnotiseerend op hem.
Hij scheen als losgemaakt uit het tegen
woordige. Hoe goed deed het, eens weg te
zijn uit het dagelyksch bedrijf van den
ingespannen arbeid.
Hij steeg uit.
Heerlijk omving de krachtige boschlucht
hem. Diep ademde hij op, zoo diep als hjj
in lang niet had gedaan. Hij luisterde
formeel naar de wondere plechtige rust,
de landelijke stilte, die hem omgaf als iets
geheel nieuws en vreemds. Zoo had hjj het
nog nooit ondervonden.
In het huis van een bevrienden collega
van zijn huisdokter werd hij opgenomen.
Een lichte, zonnige kamer met het uit
zicht op hooge, groene bergen, waarvan de
dennengeur verlichtend op hem werkte.
Aan den avonddisch zat tegenover hem
een dame in den rouw. Bleek, lijdend,
juist een gezicht, dat by het rouwgewaad
past, met een moe lachje op de lippen.
Ook zy was patient.
„Zij heeft versterking noodig van het
lange, moeilijke verplegingsberoep. Zij heeft
haar man verloren," verklaarde de gastheer
hem, een beminnelijke, joviale plattelands-
dokter, van wiens groote, gezondheiduit-
stralende gestalte een rust uitging, die
buitengemeen weldadig op de overspannen
zenuwen zijner patiënten werkte.
Zy sprak zeer weinig, maar wat zjj zeide,
beviel hem.
„Een sympathieke vrouw," dacht hjj.
Hij sliep den eersten nacht werkelijk,
voor de eerste maal sedert langen tyd.
Eerst droomloos, tegen den morgen in
een halve sluimering, zag hy plotseling
een lijdend vrouwengezicht over zich ge
bogen. Een fijne, wonderbaar weeke hand
streek liefkozend over zyn voorhoofd. Twee
blauwe, groote oogen blikten hem aan,
zoo week en warm, als hy nog nooit een
mensehenoog had zien blikken, zoo boven-
aardsch in uitdrukking. Een wonderlijk
zalig gevoel doorstroomde hem, iets heer
lijk rustigs, dat gelukkig maakte.
Zoo ontwaakte hy.
Hanengekraai, vogelgesjilp in de verte,
houthakken alle toonen van het land
leven drongen tot hem door en dreven
hem het bed uit. Merkwaardig frisch en
verkwikt gevoelde hjj zich.
Beneden in de ontbijtkamer zag hjj
alleen haar, de weduwe, aan de welvoor
ziene tafel.
Onwillekeurig stak hy haar de hand toe,
zy nam die aan en zag hem daarbjj met
een grooten blik uit hare reine, mooie
vrouwenoogen aan, waarover als ’t ware
een sluier lag, een sluier van tranen, die
pog onvergoten op de ziel lagen.
Zjj. spraken hierover en daarover, over
allerlei alledaagschheden, zooals twee men-
schen doen uit beleefdheid, die plotseling
onder één dak moeten leven.
Daarna schreef hy aan zyne vrouw.
Hy schreef ook van haar, die hy hier
als eenige patiënte had aangetroffen.
Spoedig was het hem, als hoorde haar
stil wezen, haar rijke welluidende stem,
haar warme handdruk en den blik van
haar oog bij de kuur, die bjj tot herstel
van gezondheid noodig had. Hij was toch
niet geheel eenzaam op zyne wandelingen.
Zjj schreden samen door bosch en veld.
Dikwijls zwjjgend, een zwjjgen dat niets
drukkends had, dikwijls levendig van ge
dachten wisselend. Meestal dachten zjj
eender.
Het was een wonder samenspel van zielen
in een harmonisch accoord.
Haar houding tegenover hem had iets
moederlijks, troostends, en toch was zy
eenige jaren jonger dan hy. Dikwyls
spraken zjj van zyn echtgenoot, zyne kin
deren. Hjj gaf haar een zeer helder beeld
van zyn huwelyk, dat alledaagsch was,
geen jubelend en hemelsch geluk had ge
bracht, maar ook geen al te smartelijke
teleurstelling. Als hjj maar eerst weer
gezond was, dan zou het wel weer gaan.
„Dan is u uit liefde getrouwd."
„Uit liefde?" antwoordde hy gerekt.
„Ik weet niet, of dat liefde is. Ik geloof
het nauwelijks. Ik zocht eene vrouw zy
beviel my, maar ik zou niet ongelukkig
geweest zijn als zij my'n aanzoek afgewezen
had. Ik zou zelfs eene andere genomen
hebben. Is dat liefde
„Neen" sprak zy beslist.
„En u heeft u uw echtgenoot lief
gehad, dien u zoo vroeg verloren heeft.
Zy schudde het hoofd.
„Ik achtte mjjn man hooger dan ieder
ander, zyn dood maakte een scheuring in
myn leven. Maar ik gedenk hem met
stillen weemoed, niet met de grenzenlooze
wanhoop der liefde. Het was juist ook het
alledaagsche huwelyk uit achting."
„Maar u kent toch de liefde" lachte hjj,
toen hy zag hoe haar blik als naar andere
werelden afdwaalde.
Zjj zweeg en boog het hoofd.
Toen hief zjj het hoofd op en zag hem
vlak en helder in de oogen.
Zwygend schreden zjj naast elkaar voort.
Zy verstonden elkaar in deze stomme
taal. Het was hun als konden zij nooit
meer van elkaar scheiden, zoo nauw schenen
zy elkaar toe te behooren.
„Kom naar Berljjn, dat wjj goede vrienden
bljjven" sprak hjj.
„Vriendenlachte zy. „Vriendschap
tusschen man en vrouw. Is datmogelyk
Hjj zweeg en dacht na.
Als hjj haar by zyne vrouw bracht, wat
zou zy zeggen.
Vol ijverzucht zou zjj hem tegemoet ge
treden zjjn.
„Neen vriendschap tusschen man en
vrouw is onmogeljjk," sprak hy nu be
slist. „Als u een echtgenoot had, die mjj
zeer bevriend was, dan ja dan
„Dien ik liefhad," lachte zjj fijntjes.
„Alleen dan."
Met een langen handdruk scheiden zjj.
Dezen nacht sliep hy niet.
Hjj hoorde in den geest haar weeke,
sympathieke stem, dicht by zyn oor.
„Hallo langslaper!" roept de stem
van den arts, zyn waard, hem uit den
slaap.
„Ik heb slecht geslapen, dokter
„Zoo. Wel, verlangen naar de familie;
hier heeft u uw liefdesbrief. De polsslag
is wat versneld, dat mag niet. Opstaan,
vriend, er uit en de bergen inziet u,
onze kleine weduwe is al lang uit de veeren
en doet haar morgenwandeling alleen.
Nu las hjj den brief van zyn vrouw.
„Lieve
Ik verlang zoo naar je en toen ik de
dokter mjjn leed klaagde, veroorloofde hjj
my over een paar dagen je na te reizen.
Ik kom de volgende weekBen je niet
bly Ik mis je overal. Die zes weken van
onze scheiding komen mij een eeuwigheid
voor. Naar ik hoop, ben je wel en heeft
de eenzaamheid je weer doen herstellen.
Ieder uur vragen de kinderen naar papa.
Het duurt zoolang tot papa terugkomt,
klagen ook zy.
Zes weken vrijheid had hy genoten. Zes
weken los van alles
Nu voelde hy weer den band, die hem
met anderen samenknoopte, met degenen,
die hem toebehoorden. Och, had het altyd
zoo kunnen blijven! Of dat geluk betee-
kende, het ware, reine geluk?
„My'ne vrouw, zal mij bezoeken," zeide
hy tot haar, toen hij haar terugzag.
„Ah!"
Zj| keken beiden naar den grondv zjj
Bolswardsclie Courant.
u,
ft