NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSERAOEEE
No. 42. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
Voor het Kantongerecht.
DONDERDAG 24 MEI.
BINNENLAND.
Wat zal het einde zijn?
Ut,
VOOR
Slot volgt.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Zitting van Donderdag 17 Mei 1900.
App. Crt.
hadden voor dat land.
Eisch voor ieder f 3 of 2 dagen.
8. J. A. R. te Koudum was op Zondag
1 April ook in het land otn eens te zien of
er niet wat te vinden was en j a hoor, ’t was
een proces. De kieviten hielden hem voor
April, de politie niet, want de eisch ia f 3
of 2 dagen.
9. L. S. te Koudum was 29 Maart in
weiland was er den 29 Maart al onder
scheid te maken wat wei- en hooiland was
in het Nieuwland bij Workumaan’teizoeken.
Hij kon den veldwachter geen vergunnings
bewijs toonen en. f3 boete of 2 dagen.
10. J. W. te Wons had den 3 April een
jongen beneden 15 jaren in zijn dienst, n. 1.
Jan Wesselius, die als bestuurder van eén
mestwagen op den openbaren weg werd
aangetroffen. Dit is daar verboden en dus
werd de boer bekeurd,
Eisch t 2 of 1 dag.
Tot de periodieke overtreders van de wet
kunnen wy de eizoekers rekenen. Al stemt
de temperatuur niet te best overeen met
den almanak, de kieviten komen toch onze
noordpool velden bezoeken en er hun eieren
leggen. Waar nu de kieviten draaien en
kweelen, komen ook al gauw eizoekers en
de wet verbiedt ook het zoeken van eieren
niet, zoolang wij geen Mei schrijven, maar
voor het land is permissie van den eigenaar
of huurder noodig en zoovelen, die eens even
hun geluk beproeven, loopen daardoor in de
val. De „beroepszoekers" hebben zich ge
woonlijk wel van een permissiebillet voorzien,
voor zoover het verkrijgbaar is, want niet
alle boeren willen hebben dat er in hun land
geloopen wordt.23jvertredingen van eizoekers
waren heden op de rol, daarbij 9 leden van
de natte gemeente en slechts 6 zaakjes van
anderen aard, maakt samen 38.
1. De heele kerkeraad van Tjerk werd
was gedagvaard en ook verschenen om zich
te verantwoorden dat de lijsten, aangevende
wie in 1899 onderstand hadden genoten, niet
tijdig aan den Burgemeester zijn terugge
zonden. J. v. R.B. F.; K. L.; O. J. en
J. Z. waren als hoofden een er instelling van
weldadigheid bekeurd, omdat niet voor 8Maart
de lijst, uedoeld bij art. 23 der kieswet was
terug gezonden, daar deze eerst 2 April is
ontvangen. Door die vertraging waren 2
kiezers ten onrechte op de voorloopig vast
gestelde kiezerslijst gebracht.
De 3 eerste beklaagden verklaren dat zij
daar niet van afwisten. De predikant en
ouderlingen weten niets van die lijst, dat is
het werk der diakenen. De twee laatsten
worden daarom hierover ondervraagd. Zij
erkennen dat zy de lijst niet eerder verzon
den hebben, omdat er een schrijven bij was,
dat zij die lijst 1 April moeiten verzenden.
Lijst A is door hen tijdig terug gezonden,
maar de lijst in kwestie niet. Er was'wel
een missive bij om terugzending voor 8
Maart, maar ook een die voorschreef 1 April.
Dit laatste wordt in twijfel getrokken, doch
de beklaagden staan er vast op, zij zeggen
dat het stuk nog wel onderteekend was door
den heer Ambtenaar. Z.Ed. Achtb. verklaart
hen terstond dat hjj zich niet met de kie
zerslijsten bemoeit, waarop bekl. zeggen dat
het toch den naam van Harinxsma thoe
Slooten droeg, en al moet mijn hoofd er om
af, verklaart de eene, ik zou niet anders
mogen zeggen.
Het kan niet uitgemaakt worden, wat stuk
beklaagden bedoelen, maar zij hebben de
kennisgeving van voor 8 Maart in te zenden
ook ontvangen, waaraan niet is voldaan.
De eisch luidt: voor den le, 2e en 3c bekl.
vrijspraak, voor den 4e en 5e elk f 3 of 1 dag.
2. H. J. de V. te Bolsward is schipper
en werd op het kerkhof bij de Groote Kerk
aangetroffen in kennelijken staat.
Eisch f 1 of 1 dag.
3. S. J. v. d. W. te Hemelum heefteen
winkeltje. Hij werd den 30 Maart bekeurd
wegens het verkoopen van sterken drank in
het klein, zonder daarvoor vergunning te
hebben. Bekl. is verschenen en tegelijk komt
ook zijn vrouw binnen, die met nog al wat
drukte binnen komt en ook voor de balie
zal. „Ik ben zijn vrouw“ zegt ze, toen zij
wordt terug gehouden, „mag ik dan ook niet
mee praten Haar wordt beduid, dat zij
wel achter ’t hek mag staan, maar meepraten
mag ze niet.
Uit het verbaal vernemen wij, dat een
onbez. rijksveldwachter een halffleschje jene
ver bij hem heeft gekocht voor 35 cent. Dit
halffleschje staat nu hier op de tafel.
Bekl. erkent, dat hij dit aan een hem
onbekenden persoon hééft verkocht, maar hij
heeft hem 2 liter verkocht en hem daaruit
het halffleschje gevuld. De vrouw „ja heeren,
die man wou van mij drank hebben en
ze moet weer stil zijn. Bekl. zegt, dat de
persoon die hem bekeurde voorgaf schipper
te zijn en graag een beetje jenever wilde
hebben. Eerst had hij het mijn vrouw ver
zocht en die riep mij. Nu zei ik dat wij niet
minder dan 2 liter verkochten en die heb ik
hem uit den kelder gehaald, ’t Was hem
evenwel te veel en hij drong aan of hij geen
halffleschje kon krijgen! Omdat ik naar mijn
werk moest en van hem af wilde zijn, heb ik
het halffleschje gevuld. Toen hij betaald had,
zei hij, wie hij was en maakte mij proces.
De beambte wordt daarop voor geroepen.
Hij verklaart dat bekl. hem den drank ver
kocht heeft. Op vermoeden, dat hier wel eens
misbruik van de vergunning werd gemaakt,
ging ik binnen om drank te halen. De vrouw
zei, ze mocht niet verkoopen en riep haar
man. Deze wilde eerst twee liter geven,
maar toen dat mij te veel was, schonk hij
een hal flescbje. De vrouw heeft moeite den
mond te houden en zucht en schudhoofdt
gedurig tijdens deze verklaring.
De beambte heeft nog in zijn verbaal
aangeteekend dat bekl. hem toen een rijks-
daalder aanbood, als hij de zaak stilhield,
en verklaart op de desbetreffende vraagdat
hij beklaagde niet geprest heeft en geen
drukte heeft gehad om het te krijgen. De
vrouw zucht weer hoorbaar. Bekl. houdt vol
dat hij hem twee liter heelt gehaald en ein
delijk op aanstaan er een halffleschje uit
heeft geschonken.
Eisch f 15 of 5 dagen.
4. G. F. te Bolsward was op 2 April
aan ’t „Maandaghouden“ en ’s avonds baltelf
was hij zoo zwak op zijn beenen, dat toen
de politie hem in de Kerkstraat ontmoette,
hij bekeurd werd.
Eisch f 1 of 1 dag.
5 A. v. d. M. te Bolsward begint ook
smaak in „de klare“ te krijgen. Op Zaterdag
31 Maart had bij meer dan hij kon dragen
en liep op de Kleine Dij lakker een proces op.
Eisch f 2 of 2 dagen.
6. P. K. te Koudum was 2 April in den
laten avond ook over zijn bier.
Eisch f 5 of 3 dagen.
7. E. A. M. en A. A. M. te Hindeloopen
zijn broeders, die broederlijk proces kregen,
omdat den 6 April zij in land onder Hinde
loopen zochten naar eieren van kieviten en
ander gevogelte, zonder dat zij vergunning
Surhuisterveen, 21 Mei. De melk
rijder van Kortwoude gleed bij den wagen
neer, ’t Zware voertuig ging hem over den
kant der borst en over den schouder. Be
wusteloos werd hij opgenomen en eerst ’s
anderen daags morgens kreeg men weer
woorden van hem.
Langweer. 21 Mei. P. G. boerenknecht
van den heer F. B. te Boornzwaag waakte
heden nacht bij eene zieke koe der wed.
P. D. toen een viertal Zondagnacht vierende
jongelingen op het heem en rondom de
woning kwamen zwerven. Ten slotte schijnt
dit P. G. te hebben verdroten, en kwam hij
buiten, hen verzoekende zich te verwijderen.
Hij werd toen op een dracht slagen ont
haald en vrij wat toegetakeld. Tegen de
rust- en orde-verstoorders is proces-verbaal
opgemaakt.
Beetsterzwaag, 21 Mei. Naar we
vernemen zal hier worden opgericht eene
kaasstremselfabriek. Eene royale burger-
huizinge voor dat doel aangekocht, zal als
zoodanig worden geëxploiteerd.
Baarderadeel, 21 Mei. Waar men komt
en wie men ontmoet, een klacht over het
koude en schrale weer komt uit ieders mond.
Hebben de bouwlanden in de eerste plaats
door gebrek aan water en door den feilen
schralen wind het hard te verduren, ook de
graslanden lijden door dezelfde oorzaken.
Hoopten de veehouders voor eenige dagen,
dat er weldra overvloedig gras m de lauden
zou wezen, dat de melkopbrengst aanzienlijk
zou vermeerderen, hunne verwachtingen zijn
niet verwezenlijkt, ’t Is in het land te koud
voor de beesten, ’t is weer om ziek te worden.
Ook komt er meer en meer gebrek aan
drinkwater. Goed welwater wordt in deze
streken weinig of niet gevonden’t water
uit pompen of putten is meesttijds onbruik
baar voor den mensch. Regenwater, al of
niet gefiltreerd, is dus het eenige drink
water. Verscheiden bakken zijn reeds gerui-
men tijd ledig en de groote vergaarbakken,
bij de meeste kerken en bij eukele andere
openbare gebouwen, waar in gewone tyden
weinig of niet uit gebruikt wordt, hebben
de laatste dagen zooveel van hun kostbaren
inhoud moeten offeren, dat ook daar de
voorraad niet groot meer is. Met verlangen
wordt dan ook naar regen uitgezien.
Hepk. Adv.bl.
Harlingen. Het aantal jongelieden,
dat deelneemt aan de schietoefeningen voor
's Lands Weerbaarheid, neemt alhier ge
stadig toe. Gisteren waren niet minder dan
58 personen opgekomen, waaronder ook uit
de omliggende dorpen, om zich in het schieten
te oefenen. Ook verscheidene leerlingen der
Hoogere Burgerschool doen aan de oefenin
gen mee. Men verwacht, dat het getal spoedig
tot honderd geklommen zal zijn.
Balk, 21 Mei. Bij genoegzame deelname
zal hier Pmkster-Maandag een festival worden
gehouden van fanfare-corpsen uit den Zuid
westhoek van Friesland, ’t Is te hopen, dat
het begunstigd moge worden door beter
weer dan het tegenwoordige.
Fr. Zuidwesthoek, 21 Mei. De an-
sjovisvisschers hebben ’n slechte week gehad,
nog slechter dan de vorige. Niet alleen was
de vangst schraler meer dan 2UOO stuks
werden er gemiddeld niet gevangen, maar
ook de averij was belangrijk grooter. Enkele
visschers verloren een groot deel der beug.
De ongunstige uitkomsten worden geweten
aan het slechte weder en de verkeerde wind
richting. Da prijs der vischjes bleef bepaald
op f 8,50.
Westergo, 21 Mei. De kans, aanvan
kelijk zoo gunstig, op een rijken en vroegen
hooioogst, zooals de beide voorgaande jaren,
die gegeven hebben, bestaat voor de hoog
gelegen boerderijen niet meer. De aanhou
dende droge koude vergezeld van hevige
nachtvorsten hebben den groei van het gras
gewas tegengehouden, waardoor in vele
hooilanden nauwelijks de helft aanwezig is
van hetgeen er de vorige jaren medio Mei
te vinden was. In de „fennen“ ziet het er
nog slechter uit. Wat daar afgegraasd is
groeit bij de tegenwoordige ongunstige weer
gesteldheid niet of zeer langzaam weer uit,
wat enkele boeren reeds genoodzaakt heeft
stukken hooiland onder het vee te leggen.
Met groot verlangen wordt allerwege naar
regen en warmte uitgezien.
Tegengesproken. Het gerucht, als zou
te Gorkum een meisje overleden zijn tenge
volge van een kastijding, die haar onder
wijzeres haar zou.hebben toegediend, is, naar
de N. Gor. Ct. meedeelt geheel uit de lucht
gegrepen, of juister, opgevangen uit den
mond van twee op straat spelende kinderen
en daarna natuurlijk met de noodige over
drijving de wereld ingezonden.
A
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Bolswardsche Courant.
In de natuur is een strijd om het bestaan en
de sterkste plant, het sterkste dier overwint.
Voor het sterkere en betere is de overwinning
weggelegd. Welnu! zoo is het ook in den strijd
om het bestaan tusschen de volkeren. Het
sterkste volk overwint. Het sterkste, zeker,
maar wat is het sterkste? Is het het volk, dat
over het machtigste leger beschikt en zijne vloten
uitzendt naar alle*werelddeelen
Neen! het sterkste volk is niet, dat door ruw
geweld heerscht, maar dat door zedelijke
kracht gedreven wordt.
Al de eeuwen door heeft tegenover het ruw
geweld, de machtsoverschrijding, de verkrachting
van het recht, een andere macht gestaan, de
macht die volgens het getuigenis van den Groot
meester van den christelijken godsdienst aan de
„zachtmoedigen“ de erfenis der aarde zou doen
toekomen de macht, die een ander profeet deed
gelooven, dat gerechtigheid een volk verhoogt,
maar dat de zonde de natiën deed ten onder
gaan. Jade sterkste macht op den duur is de
zedelijke macht.
Raadpleeg slechts de geschiedenis.
Alle wereldrijken, door wapengeweld en rechts
verkrachting in het leven geroepen, zijn gevallen
of verdwenen.
Waar is het eenmaal machtige Babilonie, Perzie,
Egypte gebleven?
Is het oude Israël niet verstrooid over de
aarde, toen de geest der profeten was uitge
storven en het den profeet doodde, die van de
wereldrijken een rijk Gods wilde vormen
Is oud-Griekenland en oud-Rome niet teniet
gegaan, toen weelde en zingenot die machtige
volken verslapte en onrecht op den troon kwam
En wat is er van Spanje overgebleven, dat ook
eenmaal „onoverwinnelijke" vloteiruitzond en de
wereld aan zijn voeten zag.
En waarom meent gij, dat Amerika zich vrij
kon vechten en Engelands gezag afschudden en
waarom, dat in 1870 Duitschland, Frankrijk
overwon? En waarom maar genoeg! Gij
zult moeten erkennen, dat alle eeuwen door de
zedelijk sterksten overwinnaars zijn gebleven
en dat die volken het langst bestaan zijn ge
bleven, totdat zij op hun beurt weer ten onder
gingen toen die zedelijke kracht verslapte en de
gerechtigheid met voeten getreden werd.
Zoo heeft steeds het lagere voor het hoogere
plaats moeten maken. Wat waardig en rijp was
om onder te gaan, is ondergegaan. Zoo beves
tigt de wereldgeschiedenis, die het wereldgericht
is, het geloof in eene zedelijke wereldorde.
Welnu, daarom geloof ik, dat de Transvaal en
de Oranje Vrijstaat in dezen zoo oogenschijnlijk
ongelijken strijd zullen overwinnen en zoo nu
niet, dat dan toch het bloed hunner dapperen
niet te vergeefs heeft gevloeid, maar het zaad
zal zijn, waaruit meerdere vrijheidsliefde en
meerder gevoel voor recht en gerechtigheid
onder de volkeren der aarde zal ontkiemen, wat
dan op den duur de onafhankelijkheid der ver
bonden Zuid-Afrikaansche Republieken zal ten
gevolge hebben, want zij staan z e d e 1 ij k onein
dig hooger, dan Engeland.
De Engelsche regeering en een groot deel van
bet Engelsche volk is bedorven door dien koop
mansgeest, die zonder scrupules wapenen levert
aan den vijand, door gewinzucht en gouddorst.
Het gouden kalf is hun God. Het heeft zijne
koloniën in alle oorden der wereld, maar het
bekommert zich niet om het wel en wee der
volken, onder zijn gezag. Denk aan de millioenen
onderdanen in Britsch-Indië, die hongersnood
lijden. Het trapt de edelste beginselen met voeten
en doodt vrijheid en waarheid en recht en ge
rechtigheid uit nimmer te verzadigen dorst naar
goud en macht.
En het volk der Z.-Afrikaansche Republieken
daarentegen is onbedorven, is tevreden met de
opbrengst van den arbeid, is matig en eerlijk
en trouw, is oprecht vroom en vol liefde. Öp
hoe aandoenlijke wijze zijn deze karaktertrekken
niet vele malen in de laatste maanden aan het
licht gekomen. Welnu? daarom is dit volk de
z e d e 1 ij k meerdere en daardoor bestemd, om
te b 1 ij v e n bestaan. Jaen omdat de ver
krachting van het recht haar eigen straf met
zich brengt en de zonde alle eeuwen door den
ondergang der natiën is geweest, moet Engeland
vroeger of later tuimelen van de hoogte, die het
heelt ingenomen. Op zijn beurt zal het vallen,
gelijk alle geweldenaars gevallen zijn.
Een „tot hiertoe en niet verder" begint reeds
te klinken.
Onheilspellend staat ook voor Engeland ge-
eohreven door onzichtbare hand, maar in leesbaar
schrift: „gewogen, gewogen, maar te licht be
vonden."
Voor de Boerenrepublieken daarentegen kan
een schoone toekomst zijn weggelegd. Ik, geloof
dat zij eene roeping hebben in de wereld.
ZietIn Europa is veel rots. In de Europeesche
beschaving is veel, wat wij „overbeschaving"
kunnen noemen. Naar rijkdom en weelde gaan
veler gedachten uit. Onmatigheid en zedeloosheid
is afschrikwekkend groot. Het zedenbederf neemt
toe. Het bloed is vergiftigd. Daar moet nieuw
bloed komen in Europa, in de wereld. Daar moet
matigheid en eenvoud van zeden en arbeidzamen
zin komen. Dorst naar goud en weelde en genot
moet plaats maken voor begeerte naar innerlijken
rijkdom en naar dat genot, dat verbonden is
aan eenvoudige plichtsvervulling en trouw aan
de taak, die ieder heeft te volbrengen. Daar moet
hooger gevoel voor recht heerschen, zoodat geen
zwakke verdrukt wordt en geen rechtvaardige
het loon der goddeloozen ontvangt. Daar moeten
hoogere idealen worden nagejaagd, dan men thans
najaagt, waarheid, reinheid, liefde, vrede, vrijheid,
broederschap onder de volken, één streven van
allen voor allen, om meerdere gelijke lotsbedee-
ling, een streven om bet rijk van God te brengen
op aarde, het eeuwig rijk van elkaar steunende
met elkaar voorwaarts strevende kinderen Gods.
Waar dit gebeurt, waar deze geest leeft inde
Europeesche en ook Amerikaansche samenkring,
daar zullen de menschen en de volken weer ver
jongd en krachtig worden en de 20e eeuw een
keerpunt kunnen worden in de wereldge
schiedenis.
En nu meen ik, dat die geest aanwezig is onder
onze stamverwanten in Zuid-Afrika. Zij hebben
de deugden, die Europa en Amerika beginnen
te. missen of missen. Zij kunnen het nieuwe
bloed brengen, dat loopen moet door de aderen
der samenleving in de zoogenaamd beschaafde
wereld.
Dit beschouw ik als hunne roeping. En daarom
ook geloof ik, dat het aan plicht en geweten
getrouwe heidenvolk niet ten ondergang gedoemd
is. Wat zal het einde zijn? vroeg ik. Dit, dat de
nederige verhoogd en de hoogmoedige vernederd
zal worden, dit, dat wat krom is, zal worden
recht gemaakt, dat recht en gerechtigheid zullen
zegevieren.
O, mochten we er op blijven vertrouwen, ook
al beleven we nu en zeker ook later de moeie-
lijke dagen, waarin dat geloof leugen en dwaas
heid schijnt. Maar vergeten wij het niet; bij het
krachtig vertrouwen moet de krachtige daad
komen. Daarin ook gaan de Zuid-Afrikaansche
broeders ons voor.
Dat wij, dat Nederland henvolge! Ook bij ons
moet de zedelijke standaard steeds hooger opge
heven, de vroomheid volwasseuer worden.
Ook Nederland kan sterk worden, als de Ne
derlanders het willen. de H. Sr.
Reeds een half jaar lang volgt de geheele
wereld met onverflauwde aandacht en belang
stelling de heldenstrijd der beide Boerenrepu
blieken tegen het overmachtige Engeland.
Wat zal het einde zijn van dien ongelijken
strijd, zoo vragen millioenen beangste gemoederen,
die met hunne sympathiën staan aan de zijde
van Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
En alhoewel niemand het gordijn, dat de toe
komst van ons scheidt, kan ophalen en bereke
ningen kunnen falen, toch vreezen velen met
groote vreeze, dat nu ook macht boven recht
zal gaan. De enkele duizende helden moeten
op den duur vallen voor de honderdduizenden,
door Engeland bijeengebracht van alle einden
der aarde. Zóó zucht het bang gemoed.
Ik ben optimistischer gestemd en wil trachten
mijn goed geloof in lezer en lezeres, over te
storten. Ik geloof niet dat het kloeke heidenvolk
aan Zuid-Afrika’s zuidspits zal ten ondergaan
Wellicht kan het nu den strijd verliezen, maar
ten ondergaan kan het nooit-integendeel,
ik geloof, dat het eene roeping, eene zending
heeft te vervullen in de wereld.
Vraagt gij, op welke gronden dit geloof rust?
Op mijn geloof in eene zedelijke wereldorde en
dat deze is, bevestigt mij mijn verstand en mijn
wetenschap.
ft