NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WOHSHUUMU
No. 46. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
Voor het Kantongerecht.
p DONDERDAG 7 JUNI. p
VOOB
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Zitting van Donderdag 31 Mei 1900.
xx
„er
-
betalen, als ik één ei gevonden heb. Ik
vind het wel treurig, dat men de knechts
het land haast niet uit kan krijgen, uit
vrees, dat de politie er een bekeuring van
maakt om eizoekerjj".
De politie heeft de vaste overtuiging, dat
het hier niet om mesthoopen, maar om ei-
zoeken te doen washet vorig jaar is de
knecht bekeurd, nu de boer, maar er wordt
door deze twee steeds een voorwendsel ge
zocht. In het land van dezen beklaagde heeft
de rechthebbende op het eizoeken trouwens
haast geen ei gevonden en dat beslaat toch
een oppervlakte van 23 hectare.
Eisch f 3 of 2 dagen.
14. R. R. te Allingawier zocht 24 April
in „de Meer“.
Eisch f 3 of 2 dagen.
15. R. de B. en J. V. van Workum
gingen Zondag 22 April ook eens beproe
ven of zij de kieviten konden verschalken,
doch inplaats verschalkte de politie hen.
Eisch f 3 of 2 dagen.
16. T. B. te Workum ging 24 April ook
eizoeken, doch vond een proces.
Eisch f 2 of 2 dagen.
17. LR. te Ferwoude idem.
Eisch f 3 of 2 dagen.
18. S. H. te Workum was Zondag 22
April aan het eizoeken in het Workumer
Nieuwland.
Eisch f 3 of 2 dagen.
19. G.v. D. te Warns op denzelfden dag
idem in land van de Maatschappij Gaaster-
land.
Eisch f 2 of 2 dagen.
20. S. S. en S. de B. te Workum waren
op Zondag 22 April ook in dit veld aan
eizoeken. Toen ze de politie zagen naderen,
gingen ze aan den haal en trachtten den
dans te ontspringen. Dit mislukte hen en
toen de veldwachter hen den pas afsneed,
bekenden zij, dat zij wel wisten, dat het ver
boden land was.
Eisch van ieder f 3 of 2 dagen.
21. J. v. K. te Bolsward was al eens
gewaarschuwd, dat hij niet op de tram mocht
klimmen, zoolang deze in beweging is. Den
25 April ondernam hy weder dit waagstuk,
hoewel de politie, die het zag, hem nog toe
riep, het niet te doen, doch hij antwoordde,’t
kan mij niet schelen, ik moet mee. Als ik
naar mijnheer Hingst ga, ben ik er voor
een gulden af." Bekl. schijnt niet bij mijn
heer Hingst geweest te zijn, of wel, hg heeft
een misrekening gemaakt, tenminste de eisch
is hooger, n. 1. f 3 of 2 dagen.
22. J. de J. te Bolsward reed den 24
April met een geladen kar langs de Djjk-
straat over de klinker-bestrating in plaats
van op de keien. De politie maakte hem de
opmerking, dat hij op de balsteenen moest
rijden, doch hij werd hierover hoos en ant
woordde „Rijd jij daar zelf.14 Hij werd be
keurd en de eisch is f 3 of 2 dagen.
23 D. P. te Bolsward was den 24 April
’s avonds ruim elf uur te zwaar beladen in
de Kerkstraat. Hij moest zelfs mee naar ’t
bureau om zijn roes uit te slapen.
Eisch f 15 of 3 dagen.
24. J. de J. te Bolsward werd den 24
April ’s avonds te Wommels bekeurd om
dat hij met zijn sleepboot 2 vaartuigen, ge
laden met pakken hooi, sleepte, zonder te
zorgen dat de onderlinge afstand der vaar
tuigen 25 meter bedroeg.
Eisch f 10 boete of 4 dagen.
25. D. H. te Makkum werd Zondag 29
April, dronken aangetroffen in de Kerkstraat
aldaar.
Eisch f 1 of 1 dag.
26. Maandag den 30 April was het
donkere maan. De dagen lengen in het
laatst van April al mooi, maar het wordt
’s avonds laat toch wel donker. Zoo ook op
den door ons bedoelden Maandagavond.
Ruim 10 uur stonden te Koudum eenige
vrouwen bijeen, en een daarvan liet een
gil, omdat zij in het donker over iets was
gestruikeld. Wat het was, wist men niet,
zien kon men het niet, er dicht bjj komen,
was voor vrouwen ook wel wat gewaagd.
Gelukkig naderden een paar heeren van een
vergadering komende, deze vrouwen, die
hen hunne ervaringen mededeelden. De
heeren vermoedden, dat het wel een dron
ken man kon zijn. De eene ging een lan
taarntje halen en met het licht gewapend,
vonden zij spoedig hun dorpsgenoot 8. P. B.
die zoo’n brommer in had, dat hij niet thuis
kon komen, maar onderweg was bezweken.
De eene richtte nu de half bewustelooze op,
de andere lichtte bij, en vervolgens werd
de zwakke ondersteund en thuis gebracht.
De getuigen, H. Koornstra en D. Woud-
stra bevestigen, dat zij bekl. dien Maandag
avond in beschonken staat hebben opgeno-
Veertig zaakjes op de rol heden, 24 ei-
zoekers, 6 dronken lui en dan blijft er voor
verschillende andere overtredingen nog een
tiental over.
1. In den nacht van 19 op 20 April
werd door de politie iemand aangetroffen
op het voormalige kerkhof bij de Groote
kerk. Deze ongewone plaats op dat nachtelijk
uur wekte bevreemding en achterdocht, en
omdat de persoon in kwestie lag in zoete
rust, in rust althans, werd hij gewekt en
naar een geschikter nachtverblijf getrans
porteerd. Het bleek te zijn J. H. van Sneek
die zeker met de weekmarkt hier te drukke
zaken had gehad om ’s avonds naar zijn
woonplaats terug te keeren. Wegens dron
kenschap op den openbaren weg wordt f 1
boete of 1 dag tegen hem geëischt.
2. J. IJ. te Bolsward werd den 29 April
bekeurd omdat hij zijn water loosde tegen
een schutting langs de openbare straat. Be
klaagde is niet verschenen maar blijkens ’t
verbaal vond hij het niet mooi, dat de
politie zich daarmee bemoeide. „De politie
moest zich schamen voor zoo iets proces te
maken11, kreeg de agent, die hem op de over
treding attent maakte, te hooren.
Eisch f 1 of 1 dag.
3. Studenten hebben wat meer vrij dan
gewone menschen, wordt er wel eens gezegd,
en die heertjes zelf schijnen dat al vrij goed
als een geloofsartikel te hebben aangenomen.
De studentengrappen alias brutale straat
schenderijen diesoms in onze academiesteden
worden uitgehaald, geven getuigenis van
den durf ook van die categorie onzer „spes
patriae." Gelukkig dat de politie dat geloofs
artikel „de student staat onder en boven
de wet" niet in zijn wetboekje heeft en de
heertjes beduidt, dat ook de gewone men-
schenwet voor de studenten is geschreven.
8. F. H. te Wommels is student te Utrecht
doch met de Paaschvacantie was hij thuis,
en dat hij nu in zijn vacantietjjd eens ging
eierzoeken, wie zal hem dat kwalijk nemen
De politie wil echter hebben dat men per
missie zal vragen voor het land, waarin
men loopt, en zie dat was nu weer iets, waar
een student boven verheven is. De politie
houdt echter van orde en regel en den 16
April werd ons jong heertje bekeurd, omdat
bij geen vergunning van den eigenaar of
gebruiker van het land kon toonen. Hem
werd aangezegd dien dag te onthouden.
Wanneer een gewoon mensch met eizoeken
een proces heeft, gaat hij naar huis, wel
niet met een opgeruimd gemoed, maar toch
men gaat maar uit het land. Niet alzoo
onze student. Hij ging weer op nieuw op
de kievitseieren los, en werd toen opnieuw
bekeurd. „Alle goede dingen in drieën zegt
men", en ook hier ging het in drieën, want
op denzelfden dag kreeg hij ten derden male
proces wegens eizoeken. Een week daarna
ontmoette de politie hem weder in het land,
waar hij niet mocht komen, maar ’t liep
dien dag met eenmaal af. ’t Kan ook wel
zoo toe 1 Wegens vier bekeuringen omtrent
eizoeken wordt heden de eisch gesteld
4X f 20 of 4 dagen voor elke boete. Wij
weten niet of onze student wat gevonden
heeft, maar ’t worden toch stellig dure eitjes.
Ze kunnen den prijs van ’t eerste kievitsei
wel overtreffen.
4. J. T. te Bolsward werd den 19 April
’s avonds ongeveer halfelf door de politie
aangetroffen in kenljjken staat. Up den
Djjlakker hing hij zwaar beschonken over
een brugleuning. De agent, die hem aantrof
wilde hem naar’t politiebureau geleiden, doch
twee jonge maats verzetten zich daartegen,
zeggende„dat zal niet gebeuren, dat hij in
’t hok komt," en trokken den delinquent
averechts. Dit verzet tegen de politie is
reeds voor de rechtbank behandeld en ging
buiten onzen beklaagde om, die trouwensop
dat oogenblik weinig in de melk te brokken
had. De politie kreeg echter niet haar zin
en beklaagde sliep dien nacht thuis.
De Donderdagen schijnen zware dagen
voor dezen beklaagde te zijn, altbans juist
een week later, werd hij’s avonds halftwaalf
aangetroffen op de Nieuwe Turfkade, en
zijn toestand was weer zoo, dat het voor
zijne veiligheid raadzaam was, hem op te
bergen. Zijne redders van de vorige week
waren er nu niet, en hij kwam nu zonder
ongelukken in ’t logement van de politie,
eerste klas, houten banken.
Als recidivist wordt 2 maal 3 dagen
hechtenis tegen beklaagde geëischt.
5. J. Gr. te Cubaard ging Maandag 23
April, eens het veld in om te zien of de
kieviten ook eiers hadden. Ongelukkig vlogen
(lie kieviten gedurig over het land waar
men. Beide getuigen kunnen geen loffelijk
getuigschrift afgeven over het levensgedrag
van beklaagde, die bij 5e herhaling wegens
dronkenschap terecht staat.
Eisch 7 dagen hechtenis en 6 maanden
opzending naar eene Rijkswerkinrichting.
27. I. v. d. M. was den 21 April aan
het eizoeken in het buitenland onder Hies-
lum. Eisch f3 of 2 dagen.
28. H. W. te Welsrjjp was Zondag 29
April in land onder Welsrijp van den heer
W. W. Hopperus Buma, burgemeester van
Hennaarderadeel. Toen de onbez. rjjksveld-
wachter er op los kwam, zette hjj het op
een loopen, doch na een kwartier was
hij achterhaald, en moest bekennen, dat hij
geen vergunning kon toonen voor dat land.
Eisch f3 of 2 dagen.
29. M. R.;B.M.;K.H.;H. W. en M. J.
allen te Arum waren op Zondag 29 April
aan het „streepjegooien" met centen. Spelen
met geld aan den openbaren weg is verbo
den, en toen de politie ’s namiddags half-
twee hen over ’t mat kwam, waren ze
bij." Eisch voor ieder f 1 of 1 dag.
30. J. ten B. te Joure lag den 29 April
hier met een woonschip. Deze man was dien
Zondag ’s nachts half een nog op straat. Hij
was erg opgewonden zoodat verstoring der
nachtrust kon ontstaan, j a zelfs kwamen er
al menschen uit hun woning om te zien
wat rumoer er was.
Eisch f2 of 2 dagen.
31. P. J. P. van Piaam reed met paard
en wagen den 23 April naar Workum. Bjj
de zeesluis kwam een klein meisje uit een
steeg om den hoek loopen, en voor men er
aan dacht, raakte het kind onder dien wa
gen en werd met gebroken been opgenomen.
De politie, die deze zaak onderzocht, maakte
proces verbaal op tegen den bestuurder van
den wagen, op grond dat hij in de be
bouwde kom op den wagen zat inplaats
van er bij te loopen, gelijk het voorschrift
luidt voor wagens los aangespannen, of ge-
Ijjk men in Workum zegt, voorwagensmet
krommen dissel. Beklaagde is verschenen, hij
erkent, dat hij op den wagen zat, maar
wist niet dat het buiten de Zijl ook tot de
bebouwde kom werd gerekend. Hjj reed niet
hard, en aan het ongeluk met dat kind had
hij geen schuld.
Als getuige was gedagvaard Akke Vis
ser, huisvrouw van Anne Zij Istra. Deze heeft
wel gezien dat beklaagde op den wagen zat
maar dat het kind er onder raakte heeft zij
eigenlijk niet gezien, want het was vlak voor
haar huis, maar zij zag het aankomen en
beefde zoo, dat zij zich om keerde.
Uf bet bebouwde kom is, weet zij niet,
er staan aan den eenen kant vierarbeiders-
huizen. De politie heeft een kaart van het
terrein overgelegd, waarop is aangegeven
hoe de huizen daar staan en waar het on
geluk geschied is.
Eisch f3 of 2 dagen. Bekl. verzoekt be
leefd een kleine boete, als hij schuldig is.
Het ongeluk was geheel buiten zijn schuld,
en hard rijden deed hij niet. Hij is een ar
beider, die met den wagen van zijn boer
reed, en een hooge boete kan hij niet be
talen.
32. B. v. d. F. te Bolsward klom den 2
Mei in een boom van het plantsoen. De po
litie verrustte hem, en maakte hem proces.
Eisch f 0,50 of 1 dag.
33. M. B. te Bolsward werd ook den 19
April betrapt op het beklimmen van boomen
op het hooge bolwerk. Beklaagde is ver
schenen en belooft dat hij het niet weer
zal doen. Op de vraag, waarom hij in die
boomen klom, antwoordt dit knaapje: „Om
protterseiers, mjjnheer, maar der zat niks
in." Eisch t0,50 of 1 dag.
34. G. S. schipper van Woudsend zeilde
den 1 Mei met grootzeil door de vaart langs
den grintweg bjj Oosterend, waar zulks ver
boden is.
Eisch f2 of 2 dagen.
35. Den 28 April zochten G. T. en T. V.
van Wommels in verboden land dicht bij
hun dorp naar eieren van kieviten.
Eisch eerste f 3 of 2 dagen, de tweede f 2
of 2 dagen.
36. H. D. van Sneek zocht den 1 Mei
te Scharnegoutum naar kievitseieren. De
kievitseieren mogen de eerste dagen van
Mei nog al verhandeld en vervoerd worden
maar na 30 April is het zoeken verboden,
Vergunning of geen vergunning voor het
land komt niet in aanmerking.
Eisch f 10 of 3 dagen.
37. 8. de B. te Lutkewierum zocht
den 3en Mei nog naar kievitseieren.
Eisch f 10 of 3 dagen.
38. W, N. te Lutkewierum 1 Mei eizoe
ken. Eisch idem,
beklaagde geen vergunning had. De politie
stond op den uitkijk en f2 boete of 2
dagen.
6. J. Y. te Oosterend overkwam den
volgenden dag hetzelfde. Dat die drommelsche
kieviten ook meest altjjd in de landen leggen
waar niet gezocht mag worden
Eisch f 3 of 2 dagen.
7. Er is hier vrij wat drukte geweest,
toen aan een drukkerij een werkstaking
was ontstaan, en twee gezellen van elders
bij die firma aan het werk gingen. Die twee
hadden het verbruid, niet slechts bij de
stakende gezellen maar ook bij vele anderen
die op de hand der stakers beweerden te
zijn. Toen den 22 April, des Zondags
omstreeks 11 uur, de twee typografen eens
een luchtje wilden scheppen en „het Bolwerk"
zouden rondwandelen, kregen zij al ras een
troepje jongens achter zich, die niet alleen
scholden en schimpten, maar ook met
steentjes en schelpen gooiden. Dit laatste
behoort tot „handtastelijkheden" en daarom
werd hiervan klachte gedaan bij de politie
en daarom moet heden J. K. te Bolsward
terecht staan, wegens baldadigheid.
Beklaagde is niet verschenen, doch de ge
tuige W. Tolhuis, verklaart dat hij dien
Zondagmorgen in gezelschap van zjjn
makker werd achtervolgd door een troep
jongens, misschien waren er 10 of 12. Be
halve naroepen, gooiden ze ook metsteenen,
met schelpen enz. Bepaald gezien, dat bekl.
geworpen heeft, heeft getuige niet, maar hij
was er wel bij. De tweede getuige Sj. Boersma
heelt gezien dat bij de Blauwpoort deze
beklaagde met een handvol schelpen wierp.
Of hij Tolhuis en Schuit raakte, weet hjj niet.
Eisch f 15 of 3 dagen.
Thans komt er een heele bezending eier-
zoekers aan de beurt. Wij zullen de bjjna
gelijkluidende processenverbalen maar niet
in bijzonderheden volgen, eu er eveneens korte
wetten mee maken.
8. J. 8. te Makkum, 27 April eizoeken
in de Meer, f 3 boete of 2 dagen en ver
beurd verkl. van de opbrengst der gevonden
eieren zjjnde f 0,20.
9. J. H. te Allingawier is nog slechts
12 jaar. Hjj belooft niet weer in „de Meer"
te zullen komen, f 1 of 1 dag is de eisch.
10. H. de B. te Allingawier 24 April,
eizoeken. f 3 of 2 dagen.
11. R. B. te Makkum 26 April, idem.
Eisch f 2 of 2 dagen.
12. F. de B. te Makkum, zelfden dag,
idem. Eisch f 3 of 2 dagen.
13. Bjj IJ.G. te Idsegahuizum dienen wjj
wjj even te blijven stilstaan. De politie had
reeds eenige dagen vermoeden dat deze
boer en diens knecht wel eens rondzagen
naar kievitseieren, maar het kwam er slechts
op aan om dat eierenzoeken met zekerheid
te constateeren. Al een paar avonden had
de politie den boer of ook zj]n knecht ’s avonds
na het werk het land nog eens zien uitgaan
met een mestvork. Die mestvork moest
dienen om de reden voor het loopen in het
land te verbloemen, althans dit oordeelde
de politie. Den 24 April ’s avonds ruim
7 uur kwam de boer weder met zjjn mest
vork in het land. De politie was met een
boot achter den djjk langs gevaren, en zat
toe te zien wat de boer daar te doen had.
Werkelijk sloeg hjj at en toe eens met de
vork over den grond, maar... hjj vertoefde
vooral daar, waar de kieviten rond vlogen
en daar zocht hjj gedurig, al heen en weer
loopende. Toen de agent genoeg had gezien,
kwam hjj overeind rijzen, en verzocht den
eizoeker met den mestvork zijn dag te ont
houden.
Beklaagde is heden verschenen om zich
te verdedigen. In zjjn land hebben dit voor
jaar 2 paarden geloopen, en de hoopen
daarvan wilde hy uiteenslaan omdat het
land moet gemaaid worden. In ’t verbaal
staat, dat hjj in 3 perceelen land is geweest,
dit is ,ook niet waar. Hy is dien avond in
één stuk land aan ’t werk geweest. „Bjj
ons in de Meer moet er gewerkt worden"
zegt bekl., en werken zoo lang het dag is.
Als ik na zonsondergang nog in het land
liep was het wat anders, maar nu was ik
aan ’t werk".
De politieagent handhaaft zjjn verbaal,
hjj heett eerst goed toegezien, want hjj ver
moedde wel, dat het ontkend zou worden,
’t Komt de politie al zeer vreemd voor, dat
den vorigen avond de knecht daar ook al aan
„’t slechten" is geweest en beklaagde den
anderen avond dat land weer akker voor
akker moest afzoeken. Bekl. antwoordt, dat
de knecht dat andere perceel heeft „geslecht",
en hjj zelf is dat 2de perceel gaan afzoeken,
„want de paarden doen het niet op een
hoekje." Ik heb wel eens eieren zien liggen,
maar ze niet opgeraapt. Ik wil f 100 boete
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
r»
Bolsvardsche Courant,