NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARB EN WQNSERA.DEEI.
No. 49. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
ZONDAG 17 JUNI.
BINNENLAND.
VOOR
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ons gaan, zeide een mjjner reisge-
een Ichinovnick (Russisch beambte).
Verderop zullen we stilstaan: ik zal u dan
de hartbrekende geschiedenis van de
„Koningin* vertellen en tevens de legende
die haar vergezelt. De koetsier klapte met
de zweep, en een uur daarna, gezeten aan
den rand van een kleine beek, onder de
schaduw der groote eiken, vertelde mjjn
reisgenoot de geschiedenis, zooals zjj hier
volgt
Vera Dimitrewna, zoo heet de koningin,
trouwde nauwelijks vier jaar geleden met
een machtigen vorst, koning van deze
landstreek. Ze was een sehoone en beval
lige verschijning, die door het volk met
blijden jubel ontvangen werd. Tien maanden
na haar huwelijk werd haar een zoon ge
boren, door de gansche omgeving begroet
met feestelijkheden waaraan allen deel
namen.
Véra die noch
vertoon hield, kreeg
van luxe, noch van praal-
van haar koninklijken
gemaal vergunning om zich geheel aan
de opvoeding van haar zoon te wijden, en
vergezeld door hare hofdames ging ze het
paleis bewonen, dat gij zooeven gezien hebt.
De jonge moeder was zeer gelukkig.
Haar geheel geluk, hare vreugden, haar
hoop was gevestigd op die dierbare wieg.
Zjj bracht alle dagen door bij het kleine
engeltje, schoon en blank als zjj. Zjj waakte
als hij sliep. Altijd was zjj daar, zijn
lachjes bespiedend, zijn ochtendkussen ’t
allereerst ontvangend.
Maanden, jaren gingenhet kind werd
grooter. Met welk een trots en welk een
angst zag zij het cherubijntje zijn eerste
passen zetten. Allengs verminderde haar
vreeshet kind was drie jaar, sterk en
gezond.
Op een middag wilde de kleine Ivan
naar buiten. De moeder ze was een
weinig ongesteld vertrouwde hem aan
zijne gouvernante en aan zijne twee hof
dames toe.
De uren verliepen. Véra voelde zich op
eens aangegrepen door een hevige onge
rustheid. Geluiden uit de verte schroefden
haar keel toe. Ze meende kreten en snikken
te hooren.
Maar ze wilde niemand roepen en richtte
haar schreden naar buiten. Eensklaps be
vond ze zich in tegen wooordigheid der
gouvernante, wier oogen in tranen baadden,
wier verslagen gelaat haar den schrik om
het hart deed slaan.
Ivan! gilde ze, mijn zoon! waar is hij
t De gouvernante die haar meesteres in
zulk een toestand zag, dorst haar de waar
heid niet te zeggen.
De prins is naar den kant der zwarte
zee geloopen, stamelde ze, we hebben hem
niet kunnen terugvinden. Ik heb menschen
uitgezonden...
DoodMijn kind is dood 1
En de arme koningin zakte bewusteloos
ineen»
Langezwaag een wilg geknakt en aan de
Kerkelaan een boom omver geworpen. On
gelukken door het onweder werden niet
veroorzaakt. De wervelwind voerde een
ontzaggelijke menigte zand met zich en
had eene breedte van over ’t uur gaans.
Op de Tijnje werden een man en een jonden
opgenomen en een eindje medegevoerd. Te
Gersloot werd het dak van de woning van den
heer Lageveen vernield. Overal in den
omtrek zijn boomen omvergeworpen.
Balk, 13 Juni. Terwijl de arbeider J.
S. alhier in het z.g. „iekebosch* bezig was
met snoeien, had hij het ongeluk, zich met
het hakmes over de hand te slaan, waardoor
eene zeer ernstige wonde ontstond. Er
bestaat gevaar, dat hij, zoo niet voor altijd,
dan toch voor langen tijd het gebruik van
die hand zal moeten missen.
Noordwolde, 14 Juni.Woensdagmiddag
na den eten ging de stoelenmakersknecht
V. met eenige anderen baden. 01 het kwam,
doordat V. door te lang achtereen zwemmen
te vermoeid was, of door een andere oorzaak,
V. zonk eensklaps. Gelukkig dat de anderen,
die zijn geroep om hulp eerst voor een grap
hielden, hem nog bijtijds konden redden.
Leeuwarden, 14 Juni. Gistermiddag
omstreeks vier uur woedde hier een hevig
onweer. Eerst ’n gewe.dige wind, toen een
stelpregen en eindelijk snel op elkaar vol
gende bliksemstralen, onmiddellijk door den
donder gevolgd. Het hemelvuur sloeg in
een boom achter de Kleine Kerkstraat en
in een huis in de Bleekerstraat waarvan
de bewoners, een jong paar, juist dien dag
in den echt vereenigd, nog op de bruiloft
waren. De uitwerking bepaalde zich echter
tot eenige materiëele schade aan dakvenster
en regenbak. Overigens is het onweer hier
van gezegende gevolgen geweest op den
dorstigen bodem en voor veel regenbakken,
die den bodem lieten zien.
Gorredijk, 14 Juni. Bij de gisteren
hier gehouden grasverkoopingen was bui
tengewoon veel animo. Het aantal gega
digden was zóó groot, dat de lokaliteit veel
te klein bleek te zijn en zeer velen zich
met een staanplaats tevreden moesten stellen.
Da prijzen liepen zear hoog, belangrijk
hooger dan in 1899. Er werd beweerd, oat
van sommige perceelen het voer hooi, zoader
het werkloon gerekend kon worden als te
kosten f 15 en meer.
Baarde rade el, 14 Juni. Een Hink be
drijfskapitaal te bezitten is voor eiken han
delaar van het grootste belang. Dan alleen
is het mogelijk de zaken Hink door te zetten",
luidt het uit den volksmond. Hoe meer
„zaken" men doet, hoe grooter het kapitaal
moet zijn, dat men om handen heeft.
Laten we nu zien, hoe zoo’n bedrijfskapi
taal bij eene coöperatieve vereeniging, bij
eene zuivelfabriek b.v., bijeen gebracht wordt.
Gewoonlijk betaalt ieler deelnemer bij toe
treding een renteloos voorschot van f5 per koe.
Esn boer, die 20 koeien melkt, betaalt dus
f 100. Voor de coöperatie is dit de gemak
kelijkste manier. Zjj behoeft nu geen leening
te sluiten en heeft geen rente te betalen.
De boer, die f 100 voorschot gaf, moet by
’t einde van ’t jaar f5 boeken als schade
post, wegens gemis aan rente. Maar als nu
de vereeniging een leening sluit om bedrijfs
kapitaal te krijgen, dan moet de rente toch
ook door de belanghebbenden betaald worden,
naar evenredigheid van het aantal koeien of
naar de hoeveelheid geleverde melk. Oogen-
schij olijk komt dit dus op hetzelfde neer.
Nu is het echter de groote vraag of het
eiken veehouder past zoo’n inleggeld te
storten. Kan hij zelt met dat geld niet meer
verdienen Is het niet voordeeliger het in
„eigen beheer" te houden? Het is immers
mogelijk, dat een boer in plaats van geld
uit te leenen, tegen vry hooge rente een
kapitaaltje opneemt, omdat hij op zekeren
tij d in staat is meer koeien te weiden, of
’s winters meer beesten op stal te zetten.
Hij weet bij ondervinding, dat hij op deze
wijze meer zal verdienen dan de rente be
draagt, die hij geven moet. In de meeste
gevallen zal het dan ook voor de deelne
mers de voorkeur verdienen, bij aansluiting
bij de coöperatie geen inleggeld te betalen
al gaf men hiervan eenige rente.
Heerenveen, 14 Juni. Onze correspon
dent te Harich had gemeld, dat een aldaar
genomen proef met Mc. Cormick’s gras-
maaimachine in het begin bepaald slecht,
later iets beter was uitgevallen. In ’t officieel
getuigschrift lezen we nu„In het eerst
werd minder goed werk geleverd. Nadat er
echter eene verandering aan de machine
aangebracht was, werkte zij uitstekend. Het
gras werd goed aan het zwad gebracht en
de machine sneed kort, zoodat wij de proef
als goed geslaagd mogen beschouwen?
Dit ter rectificatie» ügflh AfaM*
Reeds waren we langs vele met zorg
onderhouden landgoederen gegaan, op weg
naar Alupka, dat men de parel der krim
placht te noemen, toen mijne reisgezellen
me een paleis aan wezen van zeldzame
schoonheid.
Het verhief zich aan de grens eener
vallei, en zijn tuinen, beplant met magno
lia’s, camelia’s en mimosa’s, daalden traps
gewijs af tot aan de kust der Zwarte zee.
Het was een woning die een groot Rus
sisch heer tot eer zou strekken, een Vor
stelijk slot met deels Oostersche, deels
Engelsche architectuur.
De voorgevel deed denken aan de oude
arictrocratische kasteelen van Groot-Brit-
tanje, terwijl de koepelvormige daken,
waarop het Russisch kruis verrees met
byzantjjnsche bontheid en de sierlijke
minarets, veelvormig ten hemel spitsten,
aan het geheel een Oosterschen tint ver
leende. De zon wierp hare stralen op de
vergulde koepels, hetgeen een oogenver-
blindend getintel gat, waarboven de hemel
zich strak blauw afteekende.
Maar niettegenstaande al dat schoon,
werd men onbewust getroffen door een
duister voorgevoel, waarvan men zich geen
rekenschap vermocht te gevenhet nood
lot had aangeklopt op de deuren dezer
woning.
Ginds is alles stil, zelfs geen hondgeblaf
kondigt de komst van den vreemdeling
aan. Op de binnenplaatsen nestelen eenige
vogels uit de vlakten, wier zangen zelden
of nooit opstjjgen. Hier heerscht nog meer
dan eenzaamheid en ordeloosheid de rouw,
de droefheid is er meester.
Den vorigen zomer wilde ik het hartje
van Rusland eens gaan zien, en nam een
tarantass, d. i. een Russischen wagen op
vier wielen, daar ik besloten was, dag
reizen te maken. Verscheidene dagen lang
ging ik door de woeste en eenzame steppen
van een deel van de Krim, niets op mjjn
weg ontmoetend dan talrjjke kudden, die
deze dorre steppen bewonen en vreeselijke
zandstuivingen, die de oogen verblinden,
de lucht verduisteren, en de woningen
binnendringen ondanks gesloten deuren en
vensters.
Eindelijk verliet ik de eentonige vlakte
om het lachende zonneland in te treden,
waar een weelderige plantengroei de her
innering doet herleven aan de ongerepte
wouden uit zekere oorden der nieuwe wereld.
In dit zuidelijk deel der Krim wisselen
onmeteljjke grasvlakten af met tuinen, lan
derijen, bosschen. Talrijke watervallen
stroomen over de rotsen, bedekt, met wel
riekende plantgewassen, en het schuim-
spattend water dringt in de valleien, door-
sjjpelt het kalkgesteente dat zijn vaart
wil stremmen, om eindelijk zich uit te
storten in de blauwe zee, die zich onme
telijk ver uitstrekt.
Hooge bergketenen beschermen deze ge
zegende landstreek tegen de ruwe Noord
en Noordwesten-winden.
Zooals deze streek zich uitstrekt tusschen
Neusadak en Balaklava gelijk ze veel op
een bekoorlijk Eden. De flora der tropen
vertoont zich in haar geheele weelde aan
de verwonderde blikken van den reiziger.
De paleizen, de slank gebouwde villa’s
de oude moskeen volgen elkaar op, om
ringd door prachtige wijnbergen en oljjf-
bosschen.
Nijemirdum, 14 Juni. Tijdens het
hevige onweder van gistermiddag sloeg de
bliksem in de woning van den arbeider J. J.
alhier. Door het deurkozijn verschafte hij
zich toegang, kwam in de woonkamer, waar
onderscheidene meubelen werden stuk en
doorelkaar geslagen en ging door het dak
weer naar buiten. Eene in huis zijnde vrouw
kwam met den schrik vrij, een der kinderen
klaagt evenwel over pijn in een voet.
Westergo, 14 Juni. Toen het vorige
jaar door de langdurge droogte de polder-
slooten waterloos werden, hadden vele
boeren moeite, om hun vee in de welde te
houten en moesten hier en daar zelfs koe
herders aangesteid worden. Thans blijkt,
dat enkele koeien haar spreekwoordelijke
domheid ten spijt dit overloopen hebben
onthouden. Zelts door goed gevulde slooten
heen zoeken ze de naburige weiden op of
maken wat erger iseen uitstapje naar
de akkers. Natuurlijk veroorzaakt dit vrij
wat onaangenaamheden en een enkele vee
houder heett daardoor deze uitbrekers reeds
moeten vervangen. Elders heeft men ter voor
koming van het kwaad puntdraad langs de
slooten gespannen of het vee gekoppeld.
Langezwaag, 14 Juni. Gisteren ging
bij een onweder een windhoos vooraf, die
hier en daar nog al eenige schade aan
richtte. By den heer J. de Vos werden 2
boomen ontworteld, aan het schoolhuis te
Luxwoude, dat er vlak tegenover staat,
werd een tiental dakpannen ontnomen en
het kippenhok vernield, bij den heer W. de
Haan te Luxwoude weer voor pk m. f 1QQ
hooi meegevoerd, hy de Wed. Veenbaas te
De legende heeft deze droeve geschiedenis
voltooid. Onze boeren vertellen dat de
arme moeder, toen zjj den dood vernam
van haar zoo geliefd kind, zich naar de
steile kust begaf, terwjjl hare lange bruine
haren om haar schouders golfden. Daar
wilde zjj zich in den afgrond storten om
ook in de eeuwigheid te zjjn bij haar ge
liefden zoon.
Toen zag men uit den hemel, op een
zachte wolk nederdalen den heiligen
Nicolaas, beschermheilige van Rusland, die
de ongelukkige vrouw aldus toesprak
Ween niet meer, Mevrouw de Koningin
„uw kind zal niet verlaten. Ik zal
„U medenemen wat de menschen noemen
„de Rede* en gjj zult voortaan uw Ivan
„steeds in uw armen hebben. Gjj zult
„z(jne glimlachjes zien, gjj zult zjjne
„kussen ontvangen. Trek uwe feest-
„kleeren weer aan, met hem zult ge
„heengaan naar het Paradijs, waar de
„engelen hunne zangen zingen aan de
„Eeuwigheid.*
Ziet hier, waarom de koningin, volgens
het naïeve geloof der boeren uit die streken
gek is geworden. Ziet hier, waarom ze in
de verlaten tuinen van haar paleis rond
doolt, onder het zingen van de liederen
der droeve Wesnianka. Die liederen werden
gezongen door den heiligen Nicolaas, toen
hjj de koningin den weg ten Hemel aanwees.
Shakespeare’s Ophelia. Ze droeg een lang
rouwkleedeen zonnestraal, die in haar
weeldrig goud bruin haar viel, deed haar
staan in een lichtkrans en deed haar
geljjken op een dier martelaren der eerste
tjjden van het Christendom.
Haar profiel was zeer schoon. Geen beeld
houwer kon zich volmaakter schepping
droomen. De tranen hadden aan hare zacht
blauwe oogen een wonderlijken gloed en
uitdrukking gegeven.
Geroerd en getroffen stonden we voor
dit levend beeld van smart.
Mijn tartaarsche koetsier, die me geheel
verdiept zag in deze aanschouwing, sprak
me fluisterend toe, daar hjj vreesde met
zjjn harde stem de stille rust rondom te
storen.
Dat is onze jonge koningin. Zoo is ze
geworden nadat het vreeseljjk ongeluk haar
heeft geknakt. Haar eenig kind, een jongen
van drie jaren, is gestorven door een val
terwjjl hjj een wandeling maakte. Men
heeft haar zijn dood verborgen. De hof
dames vertellen haar iederen dag dat het
kind verdwenen is en dat men bezig is
het op te sporen. Sedert heeft de arme
vrouw het kleine paviljoen niet meer ver
laten waarin het kind leefde. Altjjd zit ze
nu te midden van het speelgoed en de
kleeren van het kindje, en gaat alleen uit
naar den rand van den vjjver, zooals ze
altjjd deed bij het leven van haar lieveling,
die zjj in slaap zingt met het „Lentelied.*
Niettegenstaande het ongeduldig gestamp
der kleine Russische paarden, die de bel
letjes van hunne hamen met kracht heen
en weer rinkelden, kon ik niet besluiten
deze plaats te verlaten. Ik kon mijne
blikken niet afwenden van die zachte ver
schijning, die mjj zoo onweerstaanbaar aan
trok.
Laat
zeilen,
Toch is het kasteel bewoond. Kleine
witte rookwolkjes stjjgen uit enkele schoor
steenen op en hier en daar bemerken we
voor de hooge vensters onbeweeglijke ge
stalten.
Niemand onzer sprak. Naarmate wjj
naderden onderscheidden wjj de bedienden,
„moesjieks* d. i. Russische boeren, gekleed
in Turksöhe lange kleeren, die om het
lichaam vastgebonden worden door bont
kleurige sjerpen, bezig om de maïs-oogst
en groote tabaksbladen te laden op lange
wagens. Maar geen gezang, geen woord ver-
vrooljjkte hun arbeidals schaduwen gingen
en kwamen zjj. Door een half geopende
deur bemerken wjj een vreemde verschijning.
Zoo onbewegelijk als een beeld, stond ze
bjj een vjjver, waaruit waterlelies, pijlkruid
en oeverriet oprezeneen jonge blonde
vrouw, van groote en slanke gestalte, on
bewust van onze tegenwoordigheid, zong
ze met een zachte stem een droevig Wes-
nianka (voorjaarslied), terwjjl hare blikken
in het onbestemd verre wegdreven. Telkens
herhaalde zjj hetzelfde gezang, alsof ze
een kind in slaap wiegde.
In extase bleven we staan voor deze
Xerschjjning^ die ons deed denken aan
Toen zjj weer bijgekomen was, had God
zich over haar ontfermd. Véra was krank
zinnig.
In een kamer van het groote paleis
stonden ernstige mannen om het bed van
een kind. Daar streed de arme kleine prins
den doodstrijd. Nog eenige uren te voren
was hjj vrooljjk en gezond. Bjj het op
klimmen tegen een rots, was de voet van
den kleine uitgegleden en onder het vallen
was zijn hoofd op een scherpen steen ge-
stooten. Men droeg hem bloedend weg.
In deze kamer liggen de vrouwen en
de bedienden geknield voor de heiligen
beelden. De priesters, in Stola, zeggen de
gebeden op, door de snikken der omstanders
onderbroken. De wanhoop is vreeseljjk.
Ivan ligt op het bedje uitgestrekt. Zjjn
bleek hoofdje ligt in zwachtels, die rood
gekleurd zijn door het bloed, dat nog
steeds vloeit.
Nu en dan flikkert een vage doodsangst
in zjjn oogjes. Hjj schijnt te slapen en
toch is het oogenblik van den eeuwigen
slaap nog niet gekomen. Onophoudelijk
ontsnapt een zwakke kreet aan zjjn bloe-
delooze lippenMama, mamaTranen
gljjden langs zijn wangen. Hij begrjjpt niet
waarom zjjn geroep niet wordt gehoord.
Tevergeefs poogt hjj zjjn kleine armpjes
uit te strekken om met een laatste lief
kozing haar nog eens te omhelzen, die hem
zóó bemind heeft, en hjj blaast den laatsten
adem uit, terwjjl hjj nog de twee woorden
uitzucht, die de vreugde waren van zjjn
zóó kort levenMama, mama
6
Bolswardsche Courant.