NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOtSWAR» EN W0NSERA.DEEI. 5. J. fKAAllMA, Meubelmaker en Stoffeerder, No. 50. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900. Voor het Kantongerecht. I.. H. RöBEN, TANDARTS, DONDERDAG 21 JDNI. Meubelen, Stoelen, Spiegels, Tapijten, Karpetten, Gordijnen, VOOB niet, want 11 f 0,50 voor 1' ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. $XXXXXXXXXHXXXXXXXX$ Zitting van Vrijdag 15 Juni 1900. v. d. M. te Bolsward was dien dag ook in dat land, en hij krijgt ook van Leeuwarden, Groote Kerkstraat, I 23. Consult te SNEEK eiken DINSDAG van 10-3 uur, schenderij kan men het ook niet noemen? want de jongens waren niet op straat. De politie-verordening van Workum ver biedt evenwel ook het beklimmen van daken en daarom is de eisch f 1 of 1 dag voor elk. 7. J. P. van Oosterbierum was den 6 Mei zoo aan ’t Zondaghouden, dat de poli tie hem ’s namiddags moest bekeuren wegens „kenlijken staat/ Eisch fl of 1 dag. 8. K. N. te Waaxens zou op dien Zondag zjjn geluk nog eens beproeven met eizoeken, maar de politie kwam hem over ’t mat. Hij wierp op de nadering van den veld wachter gauw de twee gevonden eieren weg, zoodat daaruit genoegzaam bleek, dat hij handelde met „oordeel des onderscheids", gelijk de wettige term luidt. Eisch f 5 of 2 dagen. 9. T. de V. te Stavoren valt ook in de termen om straatjongen te zjjn. Den 9 Mei ontmoette hij in de straat te Stavoren een jongen met een paard. Hij nam zijn hoed en sloeg daarmee „tegen het achter eind van het paard" zooals de getuige S. Zwaan verklaart. Het paard schrikte en de jongen kon het dier niet houden, zoo dat het hem ontkwam en voortholde. Er zijn geen ongelukken door ontstaan, maar ’t had ook heel licht anders kunnen gaan. De politie, die van den onbezonnen streek van dezen jongen hoorde, heeft er daar om „werk" van gemaakt, en daar ook A. Baggerman heeft gezien dat bekl. het paard met den hoed een klap 'gaf, is de baldadig heid voldoende bewezen, zoodat de heer Ambtenaar er f3 boete of 2 dagen hechte nis voor eischt. 10. D. v. d. Z. te Pingjum had bij zjjn werkzaamheden in de slagerij een jongen gehad en had daarvoor behoorlijk een arbeidslijst en kaart voorhanden, gelijk de wet dit voorschrijft. De jongen werkte er nu evenwel niet meer en toen den 10 Mei de beambten, belast met het toezicht op die wetten, eens informeerden, waarom de jongen er niet was, vernamen zjj dat hij daar niet meer werkte, en reeds eenige dagen geleden den dienst had verlaten. De arbeidskaart was evenwel niet bij den Burgemeester terug bezorgd binnen den door de wet gestelden termijn, en een proces moest nu volgen. Eisch f 3 of 2 dagen. 11. A. W. V. van Bolsward werd den 6 Mei aangetroffen in het land nabij de stad, behoorende aan het St. Anthony-Gasthuis. ’t Doel van den jongen zal misschien wel niet geweest zijn, om eieren te zoeken, maar alleen het loopen in de wei- en hooi landen is verboden, en omdat er door de gebruikers van landerijen nabij de stad meermalen wordt geklaagd, dat de jongens het gras vertreden, is ook ter waarschuwing voor anderen, hiervan proces-verbaal opge maakt. Vele eigenaars en gebruikers heb ben een bord op de hekken gespijkerd, waarbij aan art, 461 wordt herinnerd, doch al is zoo’n bord niet aanwezig, toch is de wet duidelijk, daar art. 460 luidt: „Hij, die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, loopt op eenigen grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of die ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereed gemaakt, of gedurende de maanden Mei tot en met October op eenig wei- of hooiland, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden." Dus jongens, op bouw- en tuingrond, die bewerkt is, mag je nimmer komen, en op wei- en hooilanden niet van Mei tot November. Deze beklaagde zal het denke lijk te staan komen op f 2 boete of 2 dagen hechtenis. 12. P. Wij begonnen vandaag met eierzoekers. Eerst een restantje van de zoekers in April, om vervolgens, na ter afwisseling wat andere zaakjes te hebben behandeld, met de eizoe- kers van de Meimaand af te rekenen. 1. H. v. d. G. te Gaastmeer werd den 30 April aangetroffen in land onder Hies- lum, waarvoor hij geen permissie kontoonen. Eisch f3 of 2 dagen. 2. J. O. P. van Ymswolde onder Tjerk - werd werd in den vroegen morgen van den 29 April bekeurd wegens eizoeken. De heer Ambtenaar wil dit ventje ditmaal vrijlaten met f 1 of 1 dag. 3. M. T. te Makkum werd 28 April in land onder Wons aangetroffen. Eisch f3 of 2 dagen. 4. J. K. en P. J. F., de eerste te Bols ward, de tweede thans te Franeker wonende, werden den 29 April onder Tjerkwerd be keurd wegens eizoeken. Deze knapen waren er goed op klaar; met een boot of schouw de vaart langs, en dan, waar de kans goed leek, met een pols even het land in. Jam mer voor die jongens, dat de politie hun genoegens kwam storen. De le beklaagde is aanwezig. Hij ver klaart niet te weten dat het verboden land was, maar verboden of niet verboden, een eizoeker moet schriftelijke vergunning kunnen toonen, en dat hadden de ventjes niet. Ook twjjfelt de veldwachter, of deze knapen wel zoo onkundig warén, als bekl. beweert, althans zij wilden haastig hun biezen pakken, toen zij onraad bespeurden en de gladde knoopen ontwaarden. Eisch le bekl. f2 of 2 dagen, 2e bekl. f 1 of 1 dag. 5. A. H. H. te Bakhuizen zou den 28 April ’s avonds na het werk nog eens even een uitstapje maken door het land en zien of er soms ook kievitseieren waren te vin den. In het land onder Hemelum werd hij half acht ’s avonds bekeurd omdat hij in land was, waar hij niet mocht komen. Hij was toen in ’t bezit van 9 eiers, die samen door den beambte werden geschat op 38 cent, ’t Zullen dus wel niet alle kievits eieren zijn geweest, want dan was de waarde hooger geweest. Eisch f 3 of 2 dagen. 6. U. v. M.; J. V. en W. d. V. zijn een drietal knapen van Workum. Jongens zijn BOLSWARD. houdt zich beleefd aanbevolen voor leveling van alle soorten ENZ. ENZ. Speciaal ingericht voor complete Meubileering. Neemt VERHUIZINGEN aan van en naar alle plaatsen in Nederland. ■I Vele aanbevelingen ter inzage. dat geen letters en nummer in het zeil had. Hij naderde daarom, en zag dat op den boeg het merk stond H I 32. De eigenaar van het schip was er niet bij, doch W. de J. van Hindeloopen verklaarde dat hij de gezagvoerder was. Wegens het ont breken van de wettige merken op het zeil, werd hem aangezegd, den dag te onthouden. Getuige ten Hope, die ze bekeurde, refe reerde zich aan het. opgemaakte verbaal. Als getuige was verder gedagvaard J. F. Kooi van Hiudeloopen, zijnde de eigenaar van het schip. Deze is echter niet ver schenen, weshalve een onderzoek zal worden ingesteld omtrent dit wegblijven. Tegen den beklaagde wordt f 3 of 2 dagen geëischt. 15. Op denzelfden dag was deze ambte naar naar Hindeloopen gevaren, om een onderzoek in te stellen, omtrent het zoo- even besproken zaakje, toen hij, staande aan de havenkade, een vaartuig zag bin nenkomen, waarop ook de wettige merken op het zeil ontbraken. Op den boeg stond H I 49, doch op het zeil stond niets. De gezagvoerder van dat vaartuig P. S. te Hindeloopen, kreeg dus ook proces. Eisch f 3 of 2 dagen. 16. S. v. d. M. te Bolsward heeft Zater dagsavonds als het weekloon in den zak is, dikwerf een hevige verzoeking een deel daarvan in jenever om te zetten. Zaterdag 12 Mei, voor hem ook nog wel verhuisdag, was hij ’s avonds 11 uur zoo zwaar ter been, dat twee nachtwachts het raadzaam achtten, dat hij den Isten nacht maar niet in de nieuwe woning, maar in „de bak" moest doorbrengen. Eisch f 10 boete of 3 dagen. 17. W. R. te Wommels had voor Mei een jeugdig persoon, 8. Wijnia, in zijn dienst, maar toen den 21 Mei de mare- chausée’s hieromtrent een onderzoek in stelden, bleek dat bedoeld jongmaatje 12 Mei een anderen baas had gekregen. De oude baas had evenwel verzuimd, de arbeidskaart bij den Burgemeester terug te bezorgen, en dus was de baas „er bij." Eisch f 3 of 2 dageu. 18. I. 8. te Wommels was nu de chef van dezen Wijnia, en toen de beambten hier verschenen, was wel de jongen er, maar de nieuwe baas had geen lijst in de werk plaats, vermeldende de werkuren van dezen knaap, en geen arbeidskaart. Tegen hem wordt daarom tweemaal f 3 of 2 dagen voor elke boete geëischt. 19. P. K., gedomicilieerd te Koudum, lag sedert 12 Mei met een woonschip te Koudum. De politie had hem al meermalen aangemaand te vertrekken, doch hij wei gerde beslist. Hij zeide, geen woning te kunnen krijgen, dan moest het gemeente bestuur hem maar een woning geven. Krachtens art. 10 der po’itie-verordening van de gemeente Hem. Oldephaert en Noordwolde werd hjj bekeurd, en de eisch is f 0,50 boete of 1 dag hechtenis. 20. J. B. te Workum was Zaterdag avond, 19 Mei, wat over zjjn bier, 's Avonds 11 uur had hjj op het Dwarsnoord aldaar een „waggelenden" gang enz. Eisch fl of 1 dag. 21. D. v. D. van Bolsward had het dien Zaterdagavond ook te kwaad. Hjj had zoo veel drukte en was nog al lastig voor het publiek, dat de nachtwachts hem verzoch ten, stilletjes naar huis te gaan, maar ja wel, als een mensch eenmaal onder den invloed van ’t Schiedammer nat is, wil hij gewoonlijk juist niet doen, wat het beste is en hem wordt aangeraden. Na eenig gehaspel, werd hij maar onder dak gebracht door ’t poortje onder het stadhuis. Eisch f 3 of 2 dagen. 22. J. v. d. 8. te Bolsward was op Zondag 20 Mei, ’s namiddags omstreeks half vijf, zoo zwaar zeilende in de Snee- kerstraat, dat hij tusschen twee personen in nog nauwelijks kon loopen. De politie, die getuige was van dat „armpjesom" no teerde de middelste. Eisch f 2 of 2 dagen. 23. M. H. van Bolsward is 15 jaar, klein van postuur, doch naar ’t ons voor kwam, klein maar dapper. Niet dat hjj zoo’n baas is in kennis en wetenschap, want hjj heeft het in de schooljaren niet verder dan tot de 3e klas gebracht, maar hij gaf bjj de terechtzitting alle bljjken, van niet op zjjn mondje te zijn gevallen. Hem wordt ten laste gelegd, den 16 Mei, ’s avonds op de ruiten geklopt te hebben van W. Tolhuis op de Wortelhaven. Er was in die dagen nog al dikwjjls drukte ’s avonds voor dat huis, en de politie stond dikwerf om een hoekje, om eens een der straatjongens te snappen^ die gedurig hin derlijk waren. In vele plaatsen wordt ge klaagd over de toenemende ondeugendheid van de straatjongens en ’t is waar, in ons rustig Nederland, waar de burgers kalm en ongestoord hun dagen wenschen door te brengen, wordt deze rustige rust soms door brooddronken knapen verstoord eu wordt de jeugd, vooral als zij in de zooge naamde „vlegeljaren" is, wel eens een jam merlijke last voor dengene, die liefst ongestoord zijn weg wil gaan. Zich verheu gend over het tandenknersen van dengene, die tot mikpunt hunner kwinkslagen dient, zich zelfs aangemoedigd gevoelende door de machfelooze bedreigingen en het onheil spellend gezicht van hun slachtoffer, komt de jeugd vaak van kwaad tot erger. Of het nu echter zooveel erger is, dan vroeger, och, wjj vermeenen, „lest heugt best," en ook denken wij, dat geen wet of verorde ning het type straatjongen zal doen uit sterven. De onbezonnen knapen, tuk op elke gelegenheid tot herrie of opstootjes, vertoonen zich daar, waar hun tegenwoor digheid niet gewenscht is. In het voorste gelid en het doet ons leed het menig maal bij ervaring te hebben aangespoord en aangehitst door ouderen, die in ’t tweede gelid staan, zijn zij er steeds op uit, de maatregelen van orde en rust te weerstre ven. Zich sterk wanende door hun aantal, rekenende op hun vlugheid, hun achterhoede en hun cynische brutaliteit maken zij het ook dikwerf lastig aan hen, die zijn aan gesteld, de goede, orde te handhaven. Ook bij de onlangs te dezer stede plaats gehad hebbende oploopjes trad dit een en ander heel duidelijk aan het licht, en ’t is ter waarschuwing voor anderen steeds noodig, dat de enkelen, wier euveldaden worden, bewezen, een strenge straf krijgen, want voor redeneeringen onvatbaar, geldt slechts de regel, die niet hooren wil moet voelen. Op den bewusten avond van 16 Mei werd er voor het huis van den typograaf weer herhaaldelijk drukte gemaakt. Een troepje opgeschoten knapen ging meermalen zin gende, roepende en stoeiende daar voorbij. Eindelijk zag de aan den overkant in het donker staande politie-agent twee jongens terug loopen en op de glazen kloppen. De agent kwam nu haastig er op af, en kreeg een er van te pakken. Dat was M. H. die thans terecht staat. Bekl. ontkent echter halstarrig dat hij op de ruiten geklopt heeft. Dat deden twee andere jongens, hjj liep daar langs, en zou alleen eens zien. De agent heeft aan den overkant gestaan, en kwam de jongens onverwacht over ’t mat. Zijn ontkennen helpt nu de.eisch is f 10 of 2 dagen. 24. W. K., gedom; te Bolsward, werd in den nacht 4 op 5 Mei in het Panhuys- kanaal betrapt op het visschen met een „hegger," een vischnet aan stokken dat door het water wordt gesleept, om er aal in te krijgen. De visscher trok langs den wal het net vooruit, en eenjongen volgde met een bootje, om de visch te bergen. De politie nam het verboden vischtuig in be slag, schatte de gevangen paling op 50 cent en maakte van zjjn bevinding proces verbaal op. Eisch 7 dagen hechtenis en de paling of één dag. 25. B. K. te Makkum is boerenknecht „in de meer." Den 2 Mei zou hij nog eens even een kans wagen om kievitseieren, en de veldwachter zag hem ook iets oprapen, maar op de nadering ging de knecht op den loop en toen de politie hem ten laatste aansprak en vroeg wat hij had opgeraapt, was het antwoord: „dat is‘een steen ge weest." De knaap handelde bljjkbaar „met oordeel des ouderscheids." Eisch f 5 of 2 dagen. 26. O. v. d. M. en B. R. K., de eerste te Oudega, de tweede te Nijega (H., O. en N.) wonende, waren den 6 Mei samen in ’t hooiland van Van der Wal onder Njjega aan ’t eizoeken. Eensklaps dook er een rjjksveld wachter voor hen op. Zij moesten dezen de gevonden eieren toonen, en hun schat bestond uit 8 stuks. Omdat den veld wachter bleek, dat ze meerendeels reeds „vuil" waren, heeft hjj ze vernietigd. Tegen bekl. wordt elk f 10 boete of 3 dagen hechtenis geëischt. 27. U. A. de V. en J. D. 8. te Heiden schap bjj Workum werden denzelfden dag ook betrapt op het zoeken naar eieren. Zij verklaarden den veldwachter, dat zjj er 6 stuks gevonden hadden, die zij evenwel reeds naar binnen hadden geslagen. Zjj konden dus niet in beslag genomen worden. Eisch le bekl. f 10 of 3 dagen, 2e bekl. f5 of 2 dagen. 28. 8. de H., gedom. te Sneek, werd den 14. Mei. nog aAiigetroffeu als eiaoeker». hetzelfde laken een pakje. 13. 8. A. te Bolsward was Vrijdag Mei ’s avonds zeer opgewonden, en Dit vonden ook de politie-agenten, die dezen huisvader op den laten avond hoor den razen, vloeken en schreeuwen. Ter kalmeering werd hij „in de bak" gebracht. Wegens dronkenschap en verstoring der nachtrust wordt 2 maal f 2 of 2 dagen voor elke boete geëischt. 14. Gelijk er een politie-macht is op het land en in de stad, zoo is er ook op zee politie, die toezicht moet uitoefenen op de scheepvaart, de visscherjj enz. Om de sche pen van de vissche.rsvloot in het ruime sop op een behoorljjken afstand te kunnen onderkennen, is voorgeschreven dat elke schuit twee letters moet dragen, aangevende de plaats van herkomst,.benevens een num mer, overeenstemmende met het register, dat in de zeeplaatsen wordt aangelegd. Op den boeg van den schuit moeten die letters en cjjfers staan, maar ook flink duidelijk in het zeil. Den 11 Mei zag de onder- opzichter der visscherjj, de heer L. H. ten Hope, standplaats Edam, op de Zuiderzee dicht bjj de Friesche kust een vaartuig, bemand mét twee hem onbekende personen^ Bolswardsche Courant. lil „De mensch is dikwijls vergeleken Bij een horloge of een klok, Maar niemand zal mij tegenspreken Of mij betichten dat ik jok Wanneer ik zeg, dat toch die beiden Op een punt zeer zijn te onderscheiden. Wie heeft wel niet eens ondervonden Dat als een uurwerk stil blijft staan, Het eerst moet worden opgewonden Want anders heeft men niets er aan, Maar met de menschen daarentegen Is ’t meest juist andersom gelegen. Onbruikbaar is de mensch gewis Zoodra hij opgewonden is.-* ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1