>LSWA.RD EN WONSERAOEEL
BIJGELOOF.
NI EU WS EN ADVERTENTIEBLAD
No. 52. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
IAMDEH .UWDnL
J
BINNENLAND.
VOOR
maanden.
uur.
Heeren Landbouwers en
allen, die Duitsche werk
lieden in bun dienst hebben,
worden beleefd verzocht hiervan aan belang
hebbenden mededeeling te willen doen.
^XXXXXXXXXHXXXXXXXX^
DONDERDAG 28 JUNI.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
te Leeuwarden in de Luthersche Kerk,
’s morgens IP/2 uur;
te Wommels in de .Hervormde Kerk,
’s namiddags 5*/ï
binnen. Onder ’t ütklayen makken wy efkes
kennis mei elkoar en do krüpte elk ten us in
’t hokje der wy de nacht trochbringe scoene
en dat der in bedsté neamd waerd. It bed
wier better as ik tocht hie, mar ’t sliepen
woe doch net; mtn maet op ’t oare bed like
’t ek sa to gean.
„Dat is wol divels, dat ik it nou krekt
forgotten hab!“ hearde ’k him mompeljen,
wils ’t er üt it bêi sprong en, nei ’t my
foarkaem, om de kears socht.
„Skeelt er hwet oan?* frege ik.
„Och nó,“ sei er fortriettich, „dy fordomde
muren in ’t bedstrie.*
„Ja, hwet soil men tsjin dat goed dwaen
sei ’k; „hja pleagje my ek danich.“
„Wel der is genoch tsjin to dwaen,sei
de man, „it moeit my mar, dat ik my net
tsjin dat redding wapene hab ear ’k lidsen
ging.*
„Min ginst! witte jy der in middel for?“
„Jawis! en ’t is in ütmindend middel en
dea-ienfaldich der by.“
„Mei ik it ek witte?*
„Ei ja, hwerom net? Jy bestrike jou han
fen binnen mei kearsfet en triuw him den
in ’t bedstrie, ’t scil gjin minut durje of hia
benne er by.*
„Nou en ho den?*
„Den knipe jy ienfaldich de ban ta en jy
habbe ien beet.*
„Dat ken men maklik ris bisiikje,* sei ’k
„en kaem oerein om ut it bed to springen.*
„Bliuw mar lidsen,* sei de man, „hier is
de kearse, strik er mar goed hwet oan.“
Ik die dat en stiek min han in ’t bedstrie.
En it dürre, sikerwier, gjin minut of der hie
’k al in grouen ien in ’e han. „Ik hab al
ien beet!* rop ik.
„En ik al twa ta gelik!* rop min bürman,
wils ’t er, klets! de müsen oer de flier smiet.
Ik die krekt allik as hy en om mar kort
to gean, wy wieren gau fen ur lestige pleach-
bisten forlost en sliepten de hele nacht as
rosen. Tige forheard seagen wy de oare
moarns op, do er net minder as twa-end-
sauntich deade musen oer de flier layen.
Fran. Crt.
duurt het soms lang, jaren vaak voor de
rechte Jozef komt. En menig jonkman zoekt
zoo heel lang soms vergeefs naar een vogeltje,
ook al heeft hij ’t kooitje gereed. Willen
wij u eens raden Luister dan goed. Als
ge er voor kunt zorgen, dat ge bij feesten
of partijen tusschen man en vrouw komt te
zitten, wees dan niet bezorgd, want wij
voorspellen U, dat ge binnen een jaar ge
trouwd zult wezen. Maar lieve deernen, let
dan op het volgende ook. Het voorgaande
zou u toch niet helpen, indien gij dezen raad
niet aanneemt. Zorgt er voor, dat gij niet
de eerste zijt, die uw mes in de boter steekt,
wanneer deze nog onaangeroerd en opge
maakt in ’t vlootje staat, ’c Zou 11 berouwen,
want gij zijt verplicht uw huwelijk nog zeven
jaar uit te stellen. Beter is het onder den
spiegel te gaan zitten, gij kunt er dan staat
op maken, dat gij binnenkort bruiloft kunt
geven doch mocht gij uit achteloosheid met
uw stoel het kleed oplichten, o jammer, uw
echtgenoot zal een geteekende zijn. En al
is men getrouwd, wie onzer heeft dan toch
niet graag goede vrienden, die hem bijstaan
in nood en dood Laat ons dus vooral de
volgende teekenen in acht nemen. Leg nooit
twee messen gekruist over elkander, geef
ook niet dergelijke voorwerpen ten geschenke,
gij kunt er op rekenen, dat daardoor de
vriendschap afgesneden wordt. Ditzelfde
geschiedt als men uit verveling als anders
zins zijn stoel op één poot laat ronddraaien,
of als op een gastpartij het zoutvat stuk
valt of het brood met de korst onderstboven
ligt en het hout in het haardvuur sist en
knappert. Geloof niet, dat daarvoor natuur
lijke oorzaken bestaan. O neen, ge zoudt
u deerlijk vergissen. Het zijn alle duide
lijke voorteekens, dat uw vriend weldra uw
vijand zal worden. En geschiedt zulks, dan
zal daardoor de vreugde van ons leven ver
gald worden. Neen, ons leven moet geluk
kig en zonnig zijn, dat is ons aller verlangen.
En is het zulks, o ja, dan zouden wij van
dit ondermaansche nooit willen scheiden.
Doch daar is nu eenmaal niemendal aan te
doen. Eens moeten wij allen en alles ver
laten, om te trekken naar het groote, onbe
kende Land. De een vroeg, de ander laat,
doch eens breekt die tijd aan. Doch volgens
het geloof aan voorteekens kunnen wij daar
omtrent zelf heel veel aan- of afdoen, door
op verscheidene zaken aandacht te geven.
Moeder, let vooral op het wiegje van uw
kind.
Bewaak het zorgvuldig en laat niet toe,
dat er mee geschommeld wordt, indien uw
zoontje of dochtertje er zich niet in bevindt,
want geschiedt zulks, dan zal het wicht
spoedig sterven. En wee hem, die zoo
weinig eerbied heeft voor het lijk van een
afgestorvene, dat hij het van zijn ring be
rooft, teneinde dien aan een ander te geven.
Een vroege dood zal daarvan het noodlottig
gevolg wezen. En in dat huis zal eerlang
een doode zijn, waarvoor des nachts een
hond jankt of een raaf krast, of een koe
door de heg op het erf dringt. En let er
angstvallig op, dat uw schilderij of uw
spiegel niet van den wand kan vallen
want uw onvoorzichtigheid of achteloosheid
zal u te staan komen op het verlies van
een der uwen. En dan in den nacht, luister
dan vooral, of ge ook een zacht getik hoort
in den poot uwer tafel of van uwen stoel.
Hoort gij we) Dat is het doodentikkertje,
dat u aankondigtMensch bereid u en uw
huis, want weldra zal er één worden opge
schreven ten doode.
Gelooft gij niet aan al deze voorteekens,
waarde lezer? Wij kunnen het waarlijk
niet helpendoch honderden en nog eens
honderden doen het wel. En als Balthazar
Bekker nog eens onder ons leefde, dan zou
het wel kunnen gebeuren, dat hij van den
een dit en van den ander weer dat scheld
woord naar het hoofd kreeg. Waarlijk, de
ontwikkeling bij velen is nog niet zoo ver
gevorderd, dat het bijgeloof verjaagd is.
Hnkh. Crt.
In de tweede helft der zeventiende eeuw
zag een boekwerk het licht, dat veel gerucht
maakte. Het was getiteld: „De Betooverde
Wereld* en geschreven door Balthazer
Bekker. In genoemd geschrift trok de
schrijver geducht te velde tegen alle geloof
aan hekserij, spokerij, waarzeggerij, sterren
wichelarij en dergelijk bijgeloof dier dagen
meer.
In zooverre had Bekker niet veel pleizier
van zijn werk, dat men hem uitschold voor
een ongeloovige en iemand, die aan den
duivel verkocht was. Niet alleen de minder
ontwikkelde, maar ook hij, die zich beroemde
tot het meer beschaafde en ontwikkelde
publiek te behooren, geloofde aan alle der
gelijke zaken. De schrijver werd ontzettend
atgehaald en zelfs kon men niet nalaten
hem zijn minder gunstig uiterlijk te ver
wijten, want op mannelijk schoon kon hij
zich niet beroemen. Hoor maar eens, wat
De la Monnoije onder zijn beeltenis schreef,
als hij, vertaald, zeide
Om den duivel te vergeten,
Balthazar! zoo moet je weten,
Dat ik in plat Hollandsch zeg:
Bekker, hou je bakhuis weg
En Langendijk sprak
Had Balthasar geleefd in ’t kluis van
(Bint Anthonie,
Daar quam geen spook, omtrent uit schrik
(voor zulken tronie.
De man kon zijn pleizier dus wel op.
Eigenaardig en teekenend is het echter,
hoe weinig wij sedert vooruitgegaan zijn en
hoe nog het bijgeloof een groote rol speelt
in onze dagen. Wilt ge uit aardigheid
daarvoor het bewijs, laten wij dan een oogen-
blikje handelen over het geloof aan voor
teekens. Als de jeugd wat al te dartel is
en meer lawaai maakt dan hoog noodig is,
dan beschouwt men dit algemeen als een
bewijs, dat er storm en onweer ophanden is,
zonder echter te bedenken, dat die grootere
woeligheid ook wel eens veroorzaakt kan
Ook het veelvuldig en luid snateren
eenden en ganzen belooft ons storm en
Als de slakken kruipen, komt er
Men heeft hier waarschijnlijk het
de huisjeslak, daar men hetzelfde
zegt, ten aanzien van menschen, die
vinnen uit en bleef in de keel van de big
steken. Het bleek onmogelijk het vischje
te verwjjderen en de big dreigde te stikken,
waarom zij onmiddellijk werd afgemaakt
en geslacht.
Leeuwarden, 25 Juni. De onheils
profetie van Falb (regenachtige zomer!)
schjjnt in vervulling te zullen komen. Deze
weervoorspeller heeft nu reeds herhaaldelijk
getoond, dat hij weet, waar de klepel hangt,
al gaat het luiden van de klok niet steeds
even sekuur. Reeds nu maakt het weer
velen hopeloos. De hooitijd staat namelijk
voor de deur en hier en daar is men reeds
begonnen.
Wat moet dit worden roept menige boer
troosteloos uit, als eiken morgen weer van
die zwarte wolkgevaarten komen oprijzen
en hun watermassa over bouw en weide
uitgieten.
De tegenstelling met verleden jaar is groot.
Toen werd het hooi prachtig gewonnen,
maar begon ten laatste de droogte den men
schen schrik aan te jagen. De zomer van
1899 werd dan ook als „merkwaardig* door
de weerkundigen en de nieuwsbladen ge
boekt.
Zullen we nu reeds 'n andere „merk
waardigheid* ’n tegenovergestelde
hebben te noteeren
Welk een ellende ons dan wacht, zullen
de meesten zich nog herinneren uit het jaar
1894. Op het voorjaar, dat buitengewoon
mooi was geweest zoodat de appelboomen
reeds een maand voor den gewonen tijd in
bloei stonden volgden in Juni hevige
regens en onweders en dit duurde zoo tot
November, met enkele mooie dagen. Toen
werd het beter, otschoon de ommekeer van
korten duur was.
En bijna den geheelen volgenden winter
bleef Pluvius aan het bewind.
Dien zomer spoelde het hooi weg en ston
den de aardappelakkers onder waterin
Opsterland en elders werd het vee gestald.
De „ouden van dagen* kwamen er bij te
pas, om te verklaren, dat ze ’t nooit zoo
beleefd hadden.
De wind draaide aanhoudend van ’t Zuid-
naar ’t Noordwesten.
Eigenaardig is, dat China dien zomer in
oorlog was met Japan en thans het hoofd
heeft geboden aan de vereenigde Europeesche
mogendheden.
Er zijn dus veel omstandigheden, die
menigeen zelfs buiten Falb om zou
den doen besluiten tot het laten maken van
een Hinken regenmantel.
Sneek, 25 Juni. Heden namiddag werd
hier een gezelschap Engelschen, dat met een
kielboot was gearriveerd, lastig gevallen
door een koppel kwajongens, die onder het
zingen van: „De Boeren hebben overwon
nen,* enz., den heeren den moed benamen,
de stad verder in te gaan. Een schipper
nam de lui echter onder zijn hoede, waar
door verder schandaal werd voorkomen.
(Had de politie of anders de burgerij niet
kunnen verhoeden, dat de straatjeugd hier
onzen naam in een kwaad daglicht stelt
De Engelsche gasten, die als vreedzame
toeristen onze provincie bezoeken en met
den oorlog niets hebben uit te staan, be
hoeven slechts in een paar Engelsche bladen,
die hun lezers bij honderdduizenden tellen,
over de hier ondervonden behandeling te
klagen, en er komt hier geen Engelschman
meer zijn royale vertering maken. Red.)
Hepk. Adv.bl.
Gaasterland, 25 Juni. Dehoutprijzen
zijn hier thans als volgt, eikenbosjes f 0,70
a f 0,75, berkenbosjes f 0,45 a f 0,50, bak
kerstakken f 1,35 d f 1,50, snoeiseltakken
f 0,90 a f 1,berkentakken f4,a f4,25,
bezemrys f 6,50 a f 8,alles per 100 bos.
Eikenhout per wagenvracht f 5,50 a 15,75.
Naar bakkerstakken en snoeiseltakken is
weinig vraag, zoodat er nog aanzienlijke
hoeveelheden van vorige jaren aan den wal
zitten. De oorzaak hiervan zijn de zuivel
fabrieken de boeren, die anders groote
verbruikers van genoemde takken waren bij
't maken van kaas etc., hebben ze nu niet
meer noodig.
Het eikschillen is geëindigdéén der
bazen zal evenwel in Augustus nog enkele
perc. moeten schillen. De prijs dier per-
oeelen is hierdoor met 10 perc. verhoogd.
25 Juni. In tegenstelling met het
vorige jaar is de wildbaan in onze gemeente
dit jaar flmk bezet. Vooral hazen en wilde
konijnen zijn talrijk evenals patrijzen. De
fazanten, die voor een paar jaar uitgestorven
schenen (doordat er vrij jacht op mocht
worden gemaakt) verraden door hun gekraai
hunne aanwezigheid nog in de meeste bos
schee. Het getal watervogels is mede yrjj
goed. De vooruitzichten voor de Nimrods
worden door hen, die met haar moeten om
gaan. r
van
onweer,
regen,
oog op
ook i
gebocheld zijn. Geestelijken moeten ’t ook
dikwijls ontgelden. Zoo zegt men, waar
schijnlijk naar aanleiding van Jona en zijn
walvisch, dat er storm komt als een geeste
lijke zich aan boord bevindt. En wil men
gaarne een bezoek van deze heeren hebben,
welnu, daar is een driehoekige turf goed
voor. Zit men doodeenvoudig op zijn gemak
een kopje thee te drinken en vertoont zich
op de oppervlakte een houtje of stokje, laat
moeder de vrouw dan gerust haar woonver
trek maar wat opknappen, want zij krijgt
vandaag nog bezoek. Ongelukkig echter
als er wat veel personen komen, die zij uit-
noodigt een kopje koffie te blijven drinken.
Dan komt het er voor haar op aan hare
gasfen goed te tellen, want zitten er dertien
personen aan de tafel, dan zal er spoedig
een sterven en dat is hij, die het eerst op
staat. Wijst ons dit bijgeloof niet op den
grooten Meester van Nazareth, toen hij het
laatste avondmaal hield en Judas Iskarioth
het eerst de tafel verliet
Wie onzer wil zijn leven niet vergenoegd
en tevreden doorbrengen Zeker wij allen
wel. Welnu, een probaat middelBtap
nooit met uw linkerbeen uit het bed en uw
leven rolt daarheen als een bootje op de
wiegelende baren. Toch zou het kunnen
gebeuren, dat ge uw genoegen, door onop
lettendheid van uwe zijde bedierft, want
luister goed: „Als gij bij vergissing u aan-
kleedende den rechtervoet in de linker schoen
stopt of omgekeerd, gedaan is het met uw
pleizier. Een gunstig teeken is het ook, als
iemand u met een ouden schoen werpt. Het
zal dus naar onze meening zaak wezen,
iemand zóó te verbitteren, dat hij werkelijk
tot dit middel zijn toevlucht neemt; doch
zorg er voor, dat uw eigen schoen onder
het loopen niet losgaatwant in dat geval
zal ongeluk uw deel zijn. Jaarlijks treden
een aantal jongedochters en jongelingen in
het huwelijksbootje en hopen op een geluk
kige en voorspoedige reis. Wij helpen het
hen wenschen en geven hun tevens een
goeden raad. Bij ’t bruiloft vieren en hossen
en dansen, moet wat voorzichtigheid betracht
worden, want breekt de bruigomspijp of
wordt de bruidsjapon gescheurd, o wee, weg
is dan alle geluk. Ja, wie onzer wenscht
niet eenmaal tot den echtelijken staat te
geraken Immers allen Maarx octq wat
Müsen In ’t bedstrie.
„Mü-en in ’t bedstrie! och, hwet scoe ’t
wêie? Net in bit!*
„Brrr! ’t is sa ougiislik!*
„Ei né; harkje ris ef kes, ik scil jo fortelle
ho ’k oan in tige bést middel komd ben,
om se der ut to kryen; dat matte jy ek
bisiikje.
Fuar in jier mann ch die’k ris in renke en
bleau in nacht 11 in dorpsherberge. It scoe
der de oare deis merke wêie, sadwaende
wier der in bulte folk, lik ai ’t by sokke
gelegenheden mear bart. Op in lits solder-
keamerke, mei twa ienmans-bedsteden,
moast ik min nachtforbliuw ha. „Bliepe hier
mear?* sei 'k tsjin de faetn, dy mij ’t plak
oanwiisde. „Ja,“ sei se, yet ien hear.*
It dffire net lang of dy man kaem al
Leeuwarden, 25 Juni. De Coöp. pro
ductie en verbruiksvereen. „Excelsior* heeft
de ingebruikneming barer nieuwe bakkerij
Zaterdag feestelijk gevierd. De vereeniging
telt thans 459 leden en neemt nog steeds
in ledental toe. Over het laatste jaar werd
een winst gemaakt van f 2690. Een deel
daarvan (1 1440) werd als gratis brood aan
de leden uitgekeerd wat 6 weken vrij brood
beteekende. De arbeidstijd bedraagt door
de week 11 uur. ’s Zaterdags 14 uur. De
ioonen variëeren van f 11 tot f 13. Het vast
personeel is van 2 gezellen in 1898 uitge
breid tot 7 gezellen op dit oogenblik.
Follega, 25 Juni. Woensdag j. 1. werd
de Israëlitische koopman J. Jacobs vao de
Lemmer, op den ryksstraatweg onder be
heer van ons dorp door twee van de in
spectie te Lemmer terugkeerende milicien-
verlofgangers aangevallen en mishandeld,
zijn kleeren stuk gescheurd en een pakje,
dat de koopman bij zich had, in de berm-
sloot geworpen. Onze politie is de daders
op het spoor en heeft reeds procesverbaal
tegen hen opgemaakt.
Oranjewoud, 23 Juni. De arbeider W.
alhier kreeg heden avond bij het naar huis
rijden een zoo hevigen trap van het met
beide pooten achteruitschoppende paard, dat
zijn linkerbeen beneden de knie gebroken
en het rechter ernstig gekwetst werd.
Leeuwarden, 24 Juni. Heden tegen
den avond zag ik achter huis twee gele
kanaries in vrijheid rondvliegen. Waar
schijnlijk aan een kooi ontsnapt. Zj riepen
elkaar gedurig en bleven steeds bij elkaar.
Na een poosje te hebben rondgevlogen van
het dak in de boomen en van de boomen
weer op ’t dak, zijn ze verdwenen. Mis
schien is er twintig gulden mee gevlogen.
Winst behaald door de Gemeente-
Gaslabriek te Leeuwarden, gedurende de
laatste 10 jaren. 1890 f30,300; 1891
f40,450; 1892 142,650; 1893 f42,0U0; 1894
f25,7U0; 1895 f28,800; 1896 f31,900; 1897
f29,500; 1898f30,000; !899f33,6j0. Samen
f337,900.
Frieschepalen, 25 Juni. De 68-jarige
S. Velsing aimer verdiende in drie weken
tjjds nog 150 met maaien. Zijn 78-jarige
broeder ging in ’t afgeloopen voorjaar nog
in den baggerbak.
Nijeliaske. 25 Juni. Een zoontje van
D. alhier ving een baarsje en liet het val
len. Een big zou het gulzig doorslokken,
doch het nog levende baarsje zette zjjn zijn dus niet, slecht»
•-i
1
Bolswardsche Courant.
I
t
r