NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWAHÖ EN W«SRA0181
No. 53. Verschijnt Donderdagsen Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
Betsy’s Vers.
p ZONDAG 1 JULI. 3
BINNENLAND.
1
VOOR
WET en RECHT.
„Kan ik er
„Vfiftig cent,"
haastig.
Harkema-Opeinde, 28 Juni. Een
paartje. Mei j.l. getrouwd, leefde in de beste
harmonie. Maar niet altijd is de liefde be
stendig van duur. De man ging in de hooiïng
en ’t plan was, dat hij vier weken zou uit
blijven. Hij kwam echter reeds met ééa
week thuis en bracht dus ook maar één
week verdienst mee. Zijne vrouw ontving
hem al niet zeer vriendelijk, nam het week
loon van hem aan en joeg hem ’s anderen
morgens de deur uit. Den geheelen dag
liep hij op den weg om, kreeg niets te eten
en te drinken en keerde ’s avonds naar
zijne ouders terug, terwijl zij ’s avonds een
anderen vrijer nam, alsof ze ongetrouwd
ware.
Fr. Zuidwesthoek. 28 Juni. Nadat er
in de voorafgaande dagen reeds groote hoe
veelheden regen gevallen waren, ontlastten
zich Maandagnacht jl. alhier zulke geweldige
buien, dat in onderscheidene woningen de
achterhuizen en werkplaatsen onderliepen
en in de huiskamers hier en daar ernstige
lekkage ontstond. Sommige bewoners moes
ten den halven nacht in ’t getouw om bed
dengoed en meubelen voor waterschade te
beveiligen. Niet overal gelukte het.
(i
Bolswardsche Courant.
ze
zei
antwoordde de jongen
a
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
de kleine
Eewen oud is de vertelling
„Eens zal vrede heersen op aard’.”
Dan eindigt iedere oorlogs-kwelling,
De wolf wordt dan met ’t lam gepaard.
Het bliksemende zwaard van de krijger
Wordt dan tot ’n ploegschaar versmeed,
En wordt door des landmans ijver
Tot heil van de mensheid besteed.
Zo luidde reeds die schone legende,
Toen ’t lijden van de mens pas begon.
En nog ziet men oorlogs-ellende
En aanbidt men het Maxim-kanon.
f 14437
- 12680
- 12222
- 12121
- 12220
- 12493
- 11994
- 11993
- 11993
- 11850
- 10850
- 10847
- 10740
- 10664
1893
f 250,—
- 296,—
- 300,—
- 361,—
- 280,—
- 361,—
1895
f 31,—
- 60,-
- 65,—
- 63,—
- 20
- 71,-
1898
f 71,-
- 76,-
- 112-
- 84,—
- 61,—
- 152,—
Bij de schepping van ’t heelal
Werd toch niet vooraf beslist,
Dat de sterkste heersen zal,
De zwakke alle rechten mist?
In plaats van bogen en pijlen,
Ziet men ’t snelvurend geschut.
Schilden of lansen of bijlen,
Zijn ons reeds lang van geen nut.
Is de kracht van het moordtuig verminderd.
Bestaat de phalanx niet meer?
Wordt d’oorlog als gruwel verhinderd?
Is het recht meer in tel dan weleer
Gorredijk, 28 Juni. Bij de hier gehou
den zoogenaamde groote maadverhuring
(grasverkooping) werden vrjj hooge prjjzen
bedongen, zelfs hooger dan m 1899, terwjjl
toch de stand van het grasgewas der maden
eerst over het algemeen goed was en thans
veel te wenschen moet overlaten. Gisteren
en heden was het getal gegadigden legio.
Heden was over het geheel de opbrengst
ongeveer 20 procent hooger dan in ’t vorig
jaar. Dat er nogal eens variatie is in de
opbrengstcijfers, mag uit het volgende over
zicht blijken, over eenige jaren.
Dees’ aarde is nog niet vervangen
Door een wereld minder wreed.
Steeds weerklinken krijgsgezangen
Spot men met der mensen leed.
Eén „Wet” is wet voor koningin, voor keizer
en voor vorst,
En wee de zwakke die hun „Recht” door op
stand schenden dorst 1
’t Is de „Wet” van het „Recht”, dat een heerser
verkrijgt op ’t bloed doorweekte veld.
En dan zegt men nog, dat hier op aard niet
het „Recht” van de sterkste geldt
De Volksstem.
1900
f 134,—
- 132,—
- 180
- 294,—
- 126,—
- 126,—
De verkooping had plaats op de gewone
voorwaarden, d. i. bij opbod en zonder op-
die naar een kantoor leidde. Hier zat een
man aan de lessenaar, die angstig een hoop
papieren nazag. Hfi keek op, toen meneer
Rogers binnentrad, staarde hem aan alsof
hij zyn oogen niet vertrouwde en stond
zwijgend op om den bezoeker een stoel
aan te bieden.
Meneer Rogers verbrak het stilzwijgen.
„Robert," zei hij, terwijl hij hem de hand
reikte, „deze bloemen zijn uit den Leliën
pias, waar wij vroeger vaak de bloemen
gingen zoeken en ik ben gekomen om je
te zeggen, dat je den wissel van vandaag
kunt prolongeeren als je wilt, en en
Maar meneer Frenk was in zijn stoel
terug gezonken en het gelaat in de handen
verbergend, snikte hfi alsof zijn hart zou
breken.
Meneer Rogers legde verlegen de bloe
men op den lessenaar. „Niet doen, Robert,"
zei hij eindelijk.
„Je zou je niet verwonderen Jan," luidde
het antwoord, „als je wist wat ik de laatste
achtenveertig uren geleden heb. Ik kan
alles tot den laatsten cent betalen als men
mij tijd geeft, maar als ik vandaag moest
betalen, zou dat me ruïneeren,"
„Nu, ik denk wel dat ik dat alles in
orde kan brengen," zei meneer Rogers, ter
wijl hij onafgewend in zijn hoed keek.
„Heb je nog andere wissels te betalen"
„Nog geen tweehonderd gulden," ant
woordde hij.
De twintig jaren der vervreemding waren
vergeten als een booze droom, toen de
beide mannen samen de papieren nazagen
en toen ze eindelijk met een handdruk af
scheid van elkaar namen, voelde zich ieder
van hen wel tien jaar jonger.
„Ja 1“ zei meneer Rogers, toen hij zich
met lichte schreden verwijderde: Betsy
heeft gelijkals wij van onzen vijand
houden, dan is hij niet meer onze vijand."
ze geen antwoord ontving, zei ze„Als
iemand stout is en ons speelgoed stuk
maakt, dan is hfi onze vijand. Willem was
mijn vjjand 1 hij brak den neus van mijn
pop midden door en stak klissen in het
vel van mijn mè-lammetje en zei, dat ’t
geen mè-lam, maar alleen maar een lam
was‘“ en de groote oogen werden nog groo-
ter, toen ze weer aan dit laatste gezegde
dacht.
Betsy vervolgde haar verklaringen. „Het
wil niet zeggen, dat wij hem de neuzen
van onze poppen moeten laten breken, of
goed vinden, dat hij op ons mè-lammetje
scheldt, want dat is stoutmaar de vorige
week brak Willem zijn fiets en den vol
genden dag zouden alle jongens een wed
strijd houden en toen ik ’s avonds bad, zeg
ik tegen onzen lieven Heer, dat ik blij was
dat Willem zijn fiets had gebroken. En
ik was heel blij, maar toen ik wilde gaan
slapen, voelde ik hier iets drukken," en
Betsy legde een. snoezig klein handje op
haar borst en haalde diep adem. „Maar
toen misschien wel een uur later dacht ik
hoe stout dat van mjj was en toen zei ik
tegen onzen lieven Heer, dat ’t mij speet
dat Willem z’n fiets gebroken had en dat
ik hem de mijne zou leenen en toen ge
voelde ik me weer heel vroolijk en na een
minuut was ik ingeslapen."
„En Willem vroeg meneer Rogers.
„Nou," zei het kind, „ik denk als ik veel
van hem blijf houden, dan zal hfi niet meer
mijn vfiand zijn."
„Dat geloot ik ook niet," zei meneer
Rogers, terwijl hij haar uit de coupé hielp,
toen de trein in M. stil stond. Hfi bracht
haar bij haar grootmoeder.
„Ik hoop, dat ze u niet vermoeid heeft,
zei de oude dame, terwijl ze
liefdevol aanzag.
„Integendeel, ze is zéér lief geweest,"
zei hjj toen hfi zijn hoed afnam, en, Betsy
goeden dag zeggend, weer in den trein steeg.
Meneer Rogers nam zfin plaats weer in
en keek uit het raampje, maar hfi zag niets
van de boomen, van de groene velden en
van het stille water met zfin duizenden water
leliën als sterren aan den middernachts hemel.
Had hfi tegen God gezegd, dat hfi blij
was dat zfin vfiand zfin wiel gebroken had
en niet meer aan den wedstrijd om rfik-
dom en eer zou kunnen deelnemen Als
hfi oprecht wilde zijn, moest hfi bekennen,
dat hfi er in geen geval ver van verwijderd
was geweest.
Het hielp hem niets te zeggen, dat hfi
op een eerlijke manier aan de wissels was
gekomen. Hfi wist dat hij niet om het geld
verlegen was en dat Robert Frenk waar
schijnlijk geruineerd zou zfin, als hij ge
dwongen werd alles in eens te betalen. Hfi
hoorde de weeke stem van het kind zeg
gen„Bemint uwe vfianden," en in zfin
hart zei hfi: „Heer, het spfit me, dat Robert
z’n wiel gebroken heeftik zal hem het
mfine leenen, tot het zfine weer in orde is."
Was de zon plotseling van achter een
donkere wolk te voorschijn gekomen Het
scheen meneer Rogers zoo toe, maar in
werkelijkheid had ze den heelen morgen
helder geschenen.
Een jongen kwam langs den trein met
een grooten ruiker water-leliën, terwfil bfi
riep: „Water-leliën één cent per stuk,
mooie water-leliën
„Hier jongen!" riep meneer Rogers.
„Waar heb je ze vandaan gehaald
„Hier achter uit den plas", zei de jon
gen, terwfil hij meneer Rogers verwonderd
aankeek. Sedert vfif jaren reeds had hfi
zfin waren te koop aangeboden, maar nog
nooit had meneer Rogers hem iets anders
dan de krant afgekocht.
„Hoeveel moet je hebben voor den ge
heel en ruiker?"
Meneer Rogers gaf hem twee kwartjes
en kreeg de water-leliën.
Hfi bekeek de bloemen en dacht er aan,
hoe hfi voor veertig jaren met Robert,
zonder kousen en schoenen in een lekke
boot op dien zelfden plas geroeid had en
’s morgens om zeven uur met een massa
water-leliën was thuis gekomenen Robert’s
moeder bakte juist pannekoeken, toen ze
terug kwamen en ze kregen er ieder zes. O,
ze kende den eetlust van de jongens. Nu
was ze al wel dertig jaar begraven.
De trein was eindelfik aan het station in
Amsterdam gekomen. Ieder haastte zich
uit den trein te stappen en meneer Rogers
volgde de anderen als in een droom. Hfi
liep door verschillende straten en bleef
eindelfik staan voor een huis, waarop te
lezen stond: „Rubert Frenk Fabr’kant
van gasmotoren en stoomwerktuigen."
Hfi betrad het gebouw en nadat hfi de
trap bestegen had, opende hfi een deur,
geld ten laste der koopers, voor wier reke
ning ook komt de eventueel te veroorzaken
waterschade.
Hijlaard, 28 Juni. Niet bij één, maar
bij meer boeren, kan men hier dagelijks
een maaimachine in werking zien. .Tal van
nieuwsgierigen laten zich verlokken een
kijkje te nemen. Heeft men ze zelf niet
zien werken, dan is het met mogelijk een
oordeel uit te spreken over de resultaten.
Vraagt men anderen, dan is het opmerkelijk,
hoe verschillend de uitkomsten beoordeeld
worden. Wij gelooven echter, dat men
tevreden kan zijn, niettegenstaande het natte
weer der laatste dagen den arbeid voor de
machines zeer bemoeielijkt. Als het gras
door den aanhoudenden regen gaat liggen,
is het moeilijk voor de machine om het
behoorlijk af te snijden.
Jutrijp, 28 Juni. Men is hier thans
tot de ontdekking gekomen, dat onlangs
met het zware onweer de kerktoren is ge
troffen. Een scheur in den muur der kerk
teekent nog den weg waarlangs de bliksem
naar den grond is getrokken.
Hepk Adv.-Bl.
Te W. had iemand vergeten het afvoer-
pijpje van den regenbak aan te leggen
daardoor liep de kelder „pardoes" vol.
Buiten waren waterlozingen en greppels
niet in staat geweest het water af te voeren
daardoor stonden vele weilanden ’s morgens
blank. Het afgesneden gras op de hooilanden
heeft veel geleden.
Gaasterland, 28 Juni. Evenals ’t
vorige jaar worden we hier ook thans ge
plaagd door de z.g. „landrups." In menig
stuk wei- en hooiland is ’t vernielingswerk
zoo groot, dat er zoo goed als niets groeit
en alles eene gele kleur heeft, schril af
stekende bij het frissche groen der niet aan
getaste stukken. Een uitstekend arbeidsveld
voor mollenVelen echter betalen gaarne
10 a 15 cent per stuk voor het dooien dezer
zoo nuttige dieren. Er zal nog wat water
door den Rijn moeten loopen eer men over
tuigd is van het groote nut dezer dieren.
Sueek. Aanbesteding op heden van de
vergrooting der stoomzuivelfabriek te Osin-
gahuizen, eigenaar de heer A. Lankhorst te
Sneek.
G. Dijkstra te Bols ward
H. Straatsma, Sloten
Tj. Kloosterman, Sneek
F. Haven, Idskenhuizen
F. de Wolf, Sneek
H. F. Biesma, Bozum
T. M. Hofman, Sloten
B. Hoogkamp, Follega
E. v. d. Feer, Sondel
Gebr. v. d. Meer, Harlingen
F. Blok, Sneek
A. Visser, IJlst
A. Wiersma, Gaastmeer
Jansen en Altena, Leeuwarden
Gegund per draad aan den laagste.
De bepaling was bij de aanbesteding ge
maakt, dat hfi, die ’t werk kreeg, f 40 moest
geven aan den naasten inschrijver, f30 aan
den daaropvolgenden, f 20 aan den derden
en f 10 aan den vierden, ’t Gezamenlijk
bedrag, f 100, wordt gekort van den laat’
sten termijn der aannemingssom%
Eén „Recht” beheerscht nu ’t Achterland, het
Grensland en de Zee.
En elk volk ’t zij groot of klein ging met dat
„Recht eens mee.
Hier volgt een „Recht” gehuldigd door de
Duitser, Fransman, Brit:
„Hij is beheerser van het land, die ’t sterkste
heir bezit.
Meneer Rogers was in gedachten verzon
ken. Zfin herinneringen dwaalden twintig
jaar in het verleden terug; hfi zag zich als
jonge man een voordeelige zaak afsluiten,
en, ofschoon niet als compagnon, toch nauw
verbonden met iemand die zijn speelmakker,
buurman en sedert dertigjaar zijn intieme
vriend was geweest. En toen zag meneer
Rogers de financieele moeielfikheden. die
hem achterhaald hadden, en met bitterheid
herinnerde hij zich, dat die wel te over
winnen zouden geweest zfin, wanneer zfin
vriend een ware vriend was geweest.
Nog eens doorleefde hij in gedachten
die twintig jaren hunner vervreemding, en
hfi voelde weer de geheele bitterheid, die
hem het oogenblik van het verklaarde
bankroet gebracht had.
Meneer Rogers stond op, en nam drie
wissels van vfifduizend gulden, die den
volgenden Maandag moesten vervallen, uit
zfin brandkast.
„Twintig jaar op vergelding te moeten
wachten is een lange tfid," zeide hfi bfi zich
zelf, „maar nu zfin deze wissels zonder mfin
toedoen in mfin bezit gekomen, en ik weet
Robert Frenk, dat ’t je zwaar zal vallen om
ze in te lossen. Ik twfifelde er reeds aan
of ik wel ooit rechtvaardigheid zou onder
vinden." Met deze woorden legde meneer
Rogers de wissels weer in de brandkast,
sloot zfin kantoor en ging naar huis om
te eten. Vele mensehen meenen naar
rechtvaardigheid te verlangen, terwfil
in werkelijkheid naar wraak dorsten.
’s Maandags morgens ging meneer Rogers
naar het station, om met den trein van acht
uur naar Amsterdam te vertrekken. Juist
had hfi in een coupé plaats genomen, toen
hfi zfin naam hoorde noemen en zijn buur
man, meneer Palmen voor zich zag staan.
„Gaat u naar Amsterdam vroeg me
neer Palmen.
„Ja," luidde het antwoord,
iets voor u doen
„Ik wou u vragen, of u mfin dochtertje
mee wilt nemen. Haar grootmoeder haalt
haar te M. van den trein. Ik had haar dit
bezoek al de heele week beloofd, en wilde
zelf met haar meegaan, maar op ’t laatste
oogenblik meldde me een telegram, dat
eenige heeren met den volgenden trein hier
komen om met mfi over een belangrijke
zaak te spreken."
„Dat wil ik natuurlfik heel graag doen,"
zei meneer Rogers hartelijk. „Waar is ze?"
Bfi deze woorden klom een allerliefste
kleine gestalte in de coupé, en een vroolfik
stemmetje zei: „Hier ben ik."
„Dank u zeer," zei meneer Palmen
„Dag Betsy, lief zfin, hoor; pa zal je mor
gen komen halen."
Dag paatje, groeten aan mfin mè-lam
metje en aan ma en allemaal," antwoordde
Betsy. De mensehen keerden zich om en
lachten, omdat Betsy, eerst ’t lam noemde.
Ze zagen een heel klein meisje met groote
blauwe oogen en roode wangen onder een
kolossalen hoed. Meneer Rogers zette haar
aan ’t raampje en begon met haar te praten.
„Hoe oud ben je, Betsy vroeg hfi.
Ik ben vier en een half jaarhoe oud
bent u? antwoordde Betsy dadelijk.
„Niet heelemaal honderd jaar,"
meneer Rogers lachend „maar toch al
tamelfik oud."
„Is daarom alle wol van uw hoofd ge
vallen?" vroeg ze, terwfil ze aandachtig
naar zfin kalen schedel keek, die hfi wegens
de hitte ontbloot had.
Meneer Rogers antwoordde, dat hfi dat
wel dacht.
Betsy voelde zich heelemaal niet verlegen
door den leeftfid en het ernstige gezicht
van haar reisgenoot, doch maakte allerlei
opmerkingen over de verschillende voor
werpen, die haar belangstelling opwekten.
Plotseling zei ze: „Ik ga naar de Zon
dagschool."
„Zoo?" En wat doe je daar?"
„Ik zing en ik leer een vers uit den
bfibel. De juffrouw heeft me een nieuw
opgegeven, maar dat ken ik nog niet
maar het eerste ken ik, zal ik ’t eens op
zeggen en de groote blauwe oogen zagen
vol vertrouwen tot meneer Rogers op.
„Ja, ik zou ’t wel eens graag hooren,
antwoordde hfi.
Betsy vouwde haar handjes, en terwfil haar
oogen onafgewend in ’t gelaat van haar toe
hoorder blikten, zei ze„Bemint uwe
vfianden."
Meneer Rogers kleurde en greep onwille
keurig naar zfin notitieboekmaar Betsy,
niets vermoedend van zfin gedachten ging
verder: „zal ik ’t u eens uitleggen?"
Meneer Rogers knikte, en het kind ver
volgde: .Weet u, wat een vfiand ia Teen