NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWAHB EN WOKSEB ABEEL,
No. 57. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
2^0 MOKM.
ZONDAG 15 JULI.
is
■f.
BINNENLAND.
VOOR
■l||l
Ll
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
G'
De Duitsche f en s midden in een woord
ver^ehUleu uiterst weinig, Vert,
Uit het leven eener Berlijnsche telegrafiste.
„Sophietje is weer aan ’t mopperen
Lachend buigt zich een blondgelokt
kopje tot hare buurvrouw over die druk
aan baar Morse-toestel bezig is. Deze kijkt
ook eens om, waardoor men een opvallend
hupsch gezichtje te aanschouwen krijgt.
Sophietje moppert altijd ergert zich
aan alles en kan zich maar niet als hare
collega’s over de onaangenaamheden van
den dienst heenzetten, die vele zijn, in
haar oog ontzettend veel.
„Nu zit ik hier al een half uur te
peuteren, zonder antwoord te krijgen,zegt
zü boos, terwijl zij op de tandjes knarst,
gruwelijk, zoo’n Zondag als je dienst hebt
’t Is om dol te worden met die ellendige
dingen
„Ja maar, neem me niet kwalijk, Juffrouw
Klaus daar ginds is het beperkte dienst
roep ze om 11 uur maar weer eens op.
Als ge maar niet dadelijk zoo kwaad werd,
zou het veel beter opschieten
„Ik dank u, juffrouw Blasz, antwoordt
de terechtgewezene, terwijl een hoogrood
hare wangen kleurt. „Uwe goede lessen
kunt ge anders wel voor u zelf houden
„Met genoegen 1“ klinkt het spottend
terug„een volgenden keer laat ik u stil
uw gang gaan en zal u niet weer storen."
„Wil ik je eens helpen Fietje?" vraagt
een vriendelijk stemmetje. „Je Hebt je zeker
hier of daar over geërgerd of je bent met
het verkeerde been uit het bed gestapt."
„Ja, waarschijnlijk komt het daar wel
van" antwoordt de andere zuchtend. „Ik
heb vandaag voortdurend Pech. Alles loopt
me tegen Zonder ontbijt ben ik vanochtend
de deur uitgegaan, want mijne geachte
hospita met familie waren al voor dag en
dauw naar Grünewald, vertrokken. Aan
mij dacht niemand 1 De geheele wereld
amuseert zich, alleen wij moeten hier op
gesloten zitten dat heet leven
„Maar Fietje," troost de vriendelijke
helpster, om half twee is het nog vroeg
genoeg om wat te ondernemende dagen
zijn tegenwoordig immers zoo lang."
„Ja, jij hebt goed praten, Lotte, jij bent
bij je ouders thuisjij begrijpt niet hoe
ellendig het is, altijd onder vreemden te
moeten verkeeren."
Een duidelijk „pstklinkt achter haar.
„Au," roept Lotte, die bij Sophie staat,
de opzichterAdieu Fietje 1“
Haastig grijpt zij uit een materialen
kastje een pakket formulieren en gaat naar
haar toestel terug.
De opzichter, een jonge man met een
zeer gunstig voorkomen en een hinken
blonden knevel, gaat beleefd groetend
tusschen de verschillende tafels door, staat
hier en daar even stil en heeft voor ieder
der dames een vriendelijk woord. Hij is
algemeen gezien, alleen reeds om zijne
mooie donkere oogen, die een eigenaardige
tegenstelling vormen met zijn blond haar
en blonden knevel. Zijn geheele voorkomen
teekent den man van goede vormen. Dat
hij de jonge meisjes zonder uitzondering
met „Gnadiges Fraulein" aanspreekt, vinden
zij volstrekt niet onaangenaam.
Ook Sophietje’s gezicht verheldert, als
hij bij haar toestel komt.
„Hé, mijnheer Bachman, ik dacht dat
u vandaag vrij waart
„Bijna!" lacht hij; „ik was op het punt
om uit te gaan, toen collega Krull kwam
en mij vroeg voor hem in te vallen. Hij
had onverwacht bezoek gekregen,"
„Neen maar, stel je voorroept Sophie
„u hadt toch ook met dit mooie weer
plannen kunnen hebben gemaakt?"
„Dat had ik ookMaar men doet een
medemensch ook graag een genoegen."
De groote deur der zaal gaat open en
een deftig heer met langen rooden baard
treedt binnen, wiens oogen door een gouden
bril scherp rondkijken.
„De roode wolf" gaat het fluisterend door
de rijen der meisjes.
Niemand wordt op het bureau meer ge
vreesd, dan hij, want hij doet onderzoek
naar de fouten die er worden gemaakt en
zijne komst beteekent altijd dat er iets
niet in den haak is.
Een ander heer, met een witten baard,
vergezelt hem; deze schijnt het een beetje
warm of benauwd te hebben, want voort
durend drukt hij den zakdoek tegen het
vochtig voorhoofd.
„Professor Weisz" verklaart „de roode
wolf" heeft een telegram ontvangen,
dat hem vreeselijk ongerust heeft gemaakt.
U heeft er zeker niets tegen" vraagt hij
aan den opzichter, dat hij hier in de zaal
den uitslag van het onderzoek afwacht.
Is wel geen ^ewOontev maar in dit geval
wel een huishoudentje oprichten en met
mijn lief vrouwtje stil en teruggetrokken
leven. Hoe heerlijk stel ik mü dat al voor.
Ik heb mijn aanstelling als hoofdopziehter
al zoo goed als in den zak, en voor korten
tijd is mij eene kleine erfenis ten deel ge
vallen, zoodat mijn inkomen zeer voldoende
zal zijn voor twee en meer personen."
„Maar ik heb niets niet eens een
uitzet
„Maar ik, lief kind, heb een heel beha
gelijk nestje ingericHt en de geheele
uitzet van mijne zuster, die kort voor haar
huwelijk stierf, is op mij overgegaan.
Je ziet, mij ontbreekt alleen een vrouwtje
Fietje lacht door hare tranen heen.
„Maar ik ben een lastig perceel, een
kribbelige kat een onverdragelijk schep
sel!"
„O, ik neem je met al die booze eigen
schappen, mijn kleine FieAl kribbelen
wij ook negen en negentig maal op een dag
dan verzoenen wij ons even dikwijls met
elkaar, en dat zal heel prettig zijn
Juist op het oogenblik dat de verloving
op deze wijze werkelijk haar beslag krijgt,
verschijnt de oude heer weer op het tooneel.
„Alles is al in orde," roept hij met een
vergenoegden blik 50 paar worstjes worden
juist voor de verzending gereed gemaakt
de overige 450 leggen wij stilletjes weer
bij de andere. Dat is dus al heel gemak
kelijk geschikt
Als het jong verloofde paar eenige
oogenblikken later, stralend van geluk,
arm in arm de straat opwandelt, staat
juffrouw Grünert nog op den hoek. „Wel,
dat is toch sterk mompelt zij, het paar
stom van verbazing nakijkend. Hoe zij het
moest uithouden dat nieuws tot den anderen
dag voor zich te houden, is haar zelf nog
niet duidelijk.
in de drukke gezelschappen, waarin zij
verkeerden weinig gelegenheid was. Maar
zijne oogen spraken duidelijk genoeg!
Geen ander wilde zij toebehooren, al
zoo lang wachtenWelk
heerlyke tijd was dat geweest
j er nog wel eens aan denken
Waarschijnlijk nietmannen vergeten het
zoo spoedig.
Daar roept het toestel al weer. Vinzig
is ’t een klein plaatsje in de Mark.
Geërgerd werpt Sophie de formulieren bjj
weer een leelijke grap,"
„dat gaat zoo niet,
neem ik de verantwoordelijkheid daarvoor
op mij.
De ander buigt toestemmend.
„Aan welken draad is het telegram op
genomen
„Hier, aan 455 door juffrouw Klaus.
„Wees zoo goed, professor, hier plaats
te nemen."
Fietje is van schrik doodsbleek geworden.
Als zij maar wist waar het om ging,
maar de „roode wolf" neemt bij zijn onder
zoek altijd een diep stilzwijgen in acht.
Terwjjl hy langzaam en met overleg de
Morse-strookjes afrolt, schuift de oude heer
onrustig op zijn stoel heen en weer
„De zaak is deze, mijnheer," zegt hij
tegen Bachman, acht dagen geleden heb
ik mijne kleindochter naar buiten gebracht,
omdat zij ongesteld was. Tevergeefs wachten
wü op eenig bericht van haar eene
geheele week en daar ik vanochtend
nog geen brief had, telegrafeerde ik, dat
zij onmiddellijk eenig bericht omtrent
haarzelve moest zenden. Daarop ontving
ik dit antwoord: „T
ik ben in hechtenis (hechtenis
Kimswerd, 13 Juli. Gisteren had een
arbeider van den landbouwer T. alhier het
ongeluk van een weide hooi te vallen ea
op den dissel terecht te komen. De dokter
constateerde, dat twee ribben gebroken
waren.
Zuidwesthoek, 12 Juli. Wegens het
zeer groeizame weder der jongste weken
heerscnt hier veel fleur in den veehandel.
Voor melkvee en kalikoeien worden flinke
prijzen bedongen, terwijl ook melkschapen
goed gewild zijn. De vette waar is duur,
behalve de varkens; hierin is eene daling
der prijzen. Vette schapen worden duur be
taald; ze worden hoofdzakelijk gekocht voor
Engeland en geslacht daar heen vervoerd.
Men besteedt 26 h 30 cent per 1/a K.G.
voor vette koeien 24 a 29 cent, dito varkens
levend gew. 16 a lï’/a cent, schoon aan de
haak 21 22 cent. Biggen zijn evenwel
goedkooper. Ook voor lammeren besteedt
men lagere prijzen dan menig boer ver
wacht had.
Wonseradeel. Nu de Boxers in China
eenigszms tot rust komen, schijnen ze wel
met vernieuwde woede in Éingjum aan hun
moordlust bot te vieren. In den nacht van
Woensdag op Donderdag zijn aldaar ten
minste vele dooden gevallen. Hier lagen ’s
morgens een achttal ontzielde wezens in den
tuin, daar een tiental vreeselijk gewond,
elders weer een grooter of kleiner aantal
doodelijk getroffen en verschrikkelijk ver
minkt. Als moordenaar wordt verdacht ge
houden een ontaard exemplaar van het
hondengeslacht zooals die hier en daar
worden aangetroffen, terwijl de slachtoffers
kippen en kuikens zijn.
Westergo. De spuiten klaar De waar
schuwing van hooger hand aan onze boeren
om de noodige voorzichtigheid in acht te
nemen en het reeds aangevangen onderzoek
van de administration naar het brandgevaar
in de bij haar verzekerde panden, is gansch
niet overbodig.
De vertraging in het binnenhalen der afge
sneden grashalmen heeft ditmaal dubbel
gevaar voor brand doen ontstaan, want door
regenbuien is het nieuwe gras verbazend
hard opgeschotende witte klaverbloemen
zagen door de zwadden heen en veel van
het jeugdig, krachtig etgroen en die bloei
ende klaver gaat bij het inzamelen mede
de schuur in. Bij sommige boeren heeft bet
hooi al een te hooge temperatuur, zoodat
men zich ongerust maakt. „Roeden" is al
aan de orde van den dag.
„As de boel ófbarnt, dan krije we’nnije
skoere", zei een boer.
Ons dunkt, zoo’n uitspraak is wat heel
lichtvaardig, al is ’t niet zoo erg gemeend.
klein plaatsje in de Mark,
elkaar en geeft het gewone teeken dat zü
gereed is.
De vis-a-vis heeft evenwel alleen eene
particuliere mededeeling. „Meneer," zoo
rammelt het haastig, „vanochtend vroeg
gaf ik een telegram af, waarin de restau
rateur van het station alhier 50 paar
worstjes bestelde, en nu krijg ik ten ant
woord De bestelde 500 paar worstjes
komen morgenochtend. 5Ö paar is iutus-
schen geen 500 paar, meneer ik heb
het duidelijk opgegeven, zooals uit mjjne
notitie bljjkt wees zoo goed dat te ver
beteren."
Sophie bijt op de tanden. Zjj heeft eene
kleur als eene pioenroos.
„Onmiddelljjk, onmiddellijkantwoordt
zij dan snelt zjj naar den lessenaar van
den opzichter.
„Meneer Bachman, wees zoo goed mü
even te helpen, ik ben half dood van
schrik
Bachman staat on middel lyk op.
„Kom, kom, juffrouw Sophie, houd u
nu een beetje kalm’t hoofd is er toch
niet mee gemoeid!"
Met tranen in de oogen toont Fietje
hem het telegram. „Laat toch de anderen
er niets van merken!"
„Niet schreien," zegt hü op zachten
toon, ,t is zoo erg nietwordt
zoo aanstonds af gelost, dan ga ik met
u naar den leverancier, die mü kent, omdat
ik in zijn winkel meer dan eens heb ont
beten. Ik heb nog al hoop dat wü den
ouden heer zelven zullen spreken. Ik zal
u hier beneden aan de deur wachten."
„Duizendmaal dankWat is u toch goed
Welk een geluk dat vandaag dienst heeft
Even later neemt de aflossing den dienst
over. Fietje snelt naar de garderobe, kleedt
zich haastig aan en ontmoet Bachman al
op de trap.
Bij den worstfabrikant, die een zeer ge
zochte gelegenheid heeft om te ontbüten,
worden zü op hunne vraag naar den ouden
heer naar eene achterkamer verwezen.
„Smakelük ontbüt, meneer Bachman!"
roept de vriendelüke oude heer, „wat ver
schaft mü de eer van uw bezoek
„Eene particuliere aangelegenheid, mü’n
waarde heer," antwoordt Bachman, de
hem toegestoken hand krachtig schuddend.
„Deze jonge dame, mejuffrouw Klaus,
telegrafiste, zit in doodelüken angst over
een telegram uit Vinzig."
„Aha," lacht de oude heer, „ik dacht
het al dat er een bokje was5 geschoten
wat moet die restaurateur daar met 500
paar worstjes doen
„Heb ik dan werkelük een nul te veel
geschreven stamelt Sophie geheel ter
neergeslagen, en als een beekje rollen
thans de lang ingehouden tranen over
hare wangen, terwül zü Het ongelukkige
telegram in de hand houdt. Dat is vandaag
een echte ongeluksdag voor me
„Stel u maar gerust," zegt de oude heer
vriendelijk, „ik zal zoo aanstonds wel eens
zien of die dingetjes al zün’ingepakt
wilt u intusschen maar plaats nemen, dan
kunt u meteen de traantjes van uw aan
staande drogen, meneer Bachman. „Hebt u
dat gehoord, juffrouw Sophie vraagt deze
even later op hartelüken toon als de oude
heer weg is, terwül hü haar in het gloeiend
gezichtje kükt. „Onverloofd kunnen wü
het lokaal bepaald niet verlaten daar
boven aan den hoek staat de nieuwspost
juffrouw Grünert, die staat zeker op den
loer of wü er ook weer uitkomen.-
Ik weet wel niet of zulk een eenvoudige
telegraafambtenaar u voldoende is-
voor eenige jaren was ik zoo zeker van
müne zaak wat u betreft, dat ik een
reehtstreeksche vraag geheel overbodig
achtte. toen rukte het noodlot ons plot
seling van elkaar... „en ontnam mü alles"
voegt Fietje er op weemoedigen toon aan
toe. „Vader, moeder en een thuis en
bovendien elk uitzicht op gelukTroostend
kust Bachman de kleine warme hand.
„En ik moest om gezondheidsredenen de
uniform aan den kapstok hangen voor
altüdDat was een bittere teleurstelling
Maar nu ben ik met het noodlot verzoend,
want het heeft ons weer bjj elkaar gebracht
Fietje! Als arm officier had ik nooit
kunnen trouwen ala ambtenaar kan ik
Lieve grootpapa, vergeef,
i is Haft).
Brief volgt. Eva. Ik meende het te zullen
besterven van schrik. Het kind is pas
16 jaar. Wat kan zü dan hebben uitgerieht
dat zij in hechtenis is
„Stel u gerust Professor, roept „de
roode wolf," bier hebben wü het telegram.
Er staat„Ik ben in haast." (Hast niet
Haft) ’t Zal noodig zün, collega met
deze woorden wendt hü zich tot Bachman,
„voor eene andere bezetting te zorgen,
opdat dergelüke grappen niet meer voor
vallen."
„Zeker," stemt Bachman toe, „’t zal on-
middelljjk gebeuren.
„Ziezoo, professor, nu is de zaak in orde.
Wilt u ook eene strafvervolging laten in
stellen? Wees dan zoo goed u schriftelü’k
tot de directie te wenden."
„Wel neen, mijn beste nffinheer," lacht
de professor opgeruimd, „waarvoor zou dat
noodig zijn Zoo wraakzuchtig ben ik niet.
Vergissingen komen overal wel eens voor.
Ik ben blü dat het misverstand zoo spoedig
is opgehelderd."
De professor verlaat vriendelük groetend
de zaal, gevolgd door den roodgebaarden
heer, dien allen liever zien gaan dan
komen.
„Zeg, dat was
mompelt Bachman,
juffrouw Klaus."
„Natuurffik" antwoordt Fietje scherp
„alle dagen heb ik geklaagd dat het hier
zoo overdreven druk was, maar daar werd
niet de minste notitie van genomen’t Is
kras wat men hier te verduren heeft.
„Nu heeft Bachman het ook bü haar
verkorven," fluistert Kathe Blasz haar
buurvrouw toe en die is nog wel dol
op haar onbegrijpelük
„Ja," knikt de andere, „de eenige die
genade in hare oogen had gevonden, omdat
hü officier was, evenals haar vader. Zü
kenden elkaar al van vroeger en hebben
op het Casino-bal te M. met elkaar ge
danst hü kwam ook bü hare ouders aan
huis, ’t Is voor haar ook wel een degra
datie geweest! ’t Was geen gekheid: als
dochter van een majoor plotseling een
oud-onder-officier als chef boven zich te
krügen. Ze zou liever vandaag dan morgen
heengaan
Troepjesgewüs gaan de jonge meisjes
eenige oogenblikken later heen om haar
tweede ontbüt te nemen. In de z.g. garde
robe staat op een gaskookstel een reus
achtige ketel met kokend water, zoodat de
meisjes naar verkiezing koffie, thee of
chocolade kunnen drinken.
Om 12 uur komt de directeur, een be-
wegeffik klein heertje. Hü laat zich door
den opzichter de rapporten toonen, gaat
een paar malen de zaal op en neer en
verwüdert zich weer.
De Zondagsstilte heerscht weer in de
dameszaalslechts nu en dan klappert
even het Morse-apparaat.
Fietjes hupsche grüze oogen küken telkens
weer in stilte naar den lessee aar, waaraan
de opzichter is gaan zitten werken en ont
moeten dan telkens ook de zwarte dito van
den blonden eigenaar.
Wat gaat het toch vreemd in de wereld
Voor een paar jaren nog was hü haar
voornaamste danseur en hofmaker en nu
haar supérieurDestüds was zü een jonge
dame, om wier gunst ieder bedeldenu is
zü in eene ondergeschikte betrekking tegen
2 mark per dag. Hoe heerffik lag de toe
komst eenmaal voor haar, als een mooie
zonnige dag. Dat hü haar lief had, wist zü,
ofschoon hü het nooit had gezegd, waartoe
moest zü nog
een 1
Zou hjj
zoo spoedig.
R-
Bolswardsche Courant.