NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD RN WONSERADEEL
1
I
r
No. 58. Verschijnt Donderdaggen Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
lil
BINNENLAND.
$xxxxxxxxxHxxxxxxxx$
DONDERDAG 19 JULI.
VOOB
INGEZONDEN.
oorzaak sziju van «en ware rnpBenplaag gemand4 geweest isv
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
11
Baarderadeel, 16 Juli, 't Is bij velen
gewoonte geworden om niet eerder over de
oorzaken van het een of ander na te denken,
dan wanneer de gevolgen er ons toe dwin
gen. Als straks de meeste en beste onzer
koolplanten door de rupsen worden verwoest,
als we dag in dag uit deze vernielzuchtige
insecten moeten verwijderen, om toch iets
meer van onze kool over te houden dan het
geraamte der bladeren, eerst dan denken
we aan de groote schade, die een rupsen-
plaag over ons kan brengen. Dan worden
we er immers toe gedwongen, er bij stil te
staan.
Maar thans, nu we de prachtig gekleurde
vlinders door de heerlijke zomerlucht zien
fladderen, om als ’t ware de schoonste bloe
men op te zoeken, nu denken we er niet
aan, evenmin als het onschuldig knaapje,
dat zijn best doet, om een dier gevleugelde
gasten machtig te worden. Weldra zullen
ze in grooter getal over onze akkers en door
onzen tuin vliegen, om hunne eitjes op den
onderkant der bladeren te leggen, waar wij
ze als kleine, gele verhevenheden kunnen
waarnemen.
Hoe kan nu een klein getal vlinders
vervolg van bedoeld bericht maakt het nog
erger
„Sommige veehouders beweren, dat in de
weide eene vergiftige plant moet zjjn, doordat
oude slooten zijn schoongemaakt en de vuilnis,
daaruit opgehaald, op den wal is bljjven
liggen. Anderen beweren, dat in de weiden,
waarin de gestorven runderen graasden en
die besmet waren met straatvuilnis uit de
steden, daardoor vergiftige stoffen zjjn ge
komen, die door ’t vee opgevreten zijn, dat
daardoor stierf?
Nu is het vooral het losse der beweringen
in dat bericht, waartegen ik wensch op te
komen.
Indien nu sommige veehouders beweren,
dat de vergiftiging geschiedt door een ver-
giftplant, en anderen weer door bemesting
met straatvuil, waarom dan geen degelijk
onderzoek voor en aleer een en ander wereld
kundig wordt gemaakt?
Er is meermalen, ook door de veenkoloniale
landbouwers, beweerd, dat vergiftiging door
straatvuil plaats had; evenwel bewezen,
meen ik, werd zulks nimmer.
En waar de compost reeds zulk een zwaren
strijd heeft te voeren tegen den kunstmest,
daar kan niet genoeg worden opgekomen
tegen onbewezen beweringen van vergiftiging
door straatvuil te meer daar men in den
regel (evenwel ten onrechte) straatvuil en
compost vereenzelvigt.
Eindelijk rest mij nog de laatste alinea
in bovenbedoeld bericht
„De boeren zijn op dit punt wel wat
roekeloos, want als een weg door een land
of een dam verhard moet worden, dan wordt
daarvoor veel rommel gebruikt, alsgebroken
kruiken, kannen, potten enz., welke in het
straatvuilnis aanwezig zijn en waarin nog
onbekende stoffen verborgen kunnen zjjn?
Neen, maar dat loopt de spuigaten uit
een weg door een land of een dam verharden
met gebroken kannen, kruiken, potten enz.,
uit straatvuil.
Laat uw berichtgever toch zeggen uit
welke steden het straatvuil komt, waarin
zooveel schadelijks en gevaarlijks voorkomt.
Zoolang dat niet gedaan wordt, wil het mij
voorkomen, dat met dergelijke berichtjes
misschien eene indirecte reclame voor den
kunstmest wordt beoogd.
Ten slotte nog ditwat composf-bereiding
(geen straatvuilnis, want dat behoeft niet
bereid te worden) betreft, daaromtrent meldde
de Provinciale Drentsche en Asser Courant
van 17 September 1898: „Dat te Bolsward
al het mogelijke wordt gedaan om de com-
postbereiding tot hare grootst mogelijke
zuiverheid en volkomenheid te doen ge
schieden.
„Daarvoor worden moeite noch kosten
ontzien.
„Is er door de veenboeren wel eens geklaagd
dat er in de compost vergiftstoffen voor
kwamen, in de Bolswardsche compost is dat
dunkt ons niet mogelijk, daar al de giftstoffen
in afzonderlijke vaatjes door de gemeente-
reiniging daartoe expres gemaakt en ge
plaatst worden opgehaald/
En nu, geachte Redactie, zal ik hier niets
meer aan toevoegen dan een beleefd verzoek,
bovenstaande in de kolommen van uw blad
een plaatsje te geven, waarvoor u bij voor
baat beleefd dank zegt
Met alle achting, UEd. dw. dien.,
Johannes de Boer,
Directeur Gemeentereiniging, Bolsward.
Heerenveen, 16 Juli. Wat een ge
rijd, wat een gefiets en wat een wande
laars gisteren den geheelen dagEn alles
trok naar ons schoone Oranjewoud, dat bij
het heerlijke zomerweder in zijn vollen
luister prijkte en thans een attractie te
meer had door het groote wielersfeest. Het
krioelde van fietsen, waar het oog ook zag.
Daar was gisteren voor een kapitaal van
meer dan een tonne gouds aan rijwielen in
het Oranjewoud.
Op het terrein van het feest waren een
paar duizend bezoekers. Men vond het zaal-
rjjden der Zwolsters prachtig, en ook het
polospel, waarbij verscheidene fietsen defect
geraakten, was interessant. Men moet van
zoo iets echter niet te lang willen genieten.
Het toppunt van wat er op een fiets ver
richt kan worden, gaven Jenny en Alban
Dassler uit Harzburg te aanschouwen, wier
verrassende toeren algemeene bewondering
wekten.
’t Feest werd besloten met een concert
van de Woudklank en een zeer geanimeerd
bal-champêtre.
17 Juli. Een te hoog geladen praam
met 77 zaken garat voor den heer iSpandaw
kantelde in de Kolk en zonk. Men is heden
middag druk aan het lossen. De schade
wordt door assurantie gedekt.
Hepk. Adv. bl.
Hem. Oldeph. en Noordw., 16 Juli.
De werkzaamheden in ’t hooiland alhier en
in den omtrek naderen haar einde; enkele
boeren hebben de oogst zelfs reeds binnen,
waartoe de bijzonder gunstige weersgesteld
heid van de afgeloopen week krachtig heelt
meegeholpen. Wat in deze dagen gewonnen
is, is hooi van puike kwaliteit. Dat kan
natuurlijk niet gezegd worden van de oogst
der voorafgaande donkere dagen, ofschoon
een behoorlijke broei hier nog veel zal kun
nen verbeteren. Anders zal er verschimme-
ling volgen. Over de voorraden hooi is men
goed tevreden, de snede valt overal mede,
zelfs in de lage maden, waar (gelijk in de
uitgestrekte Zuidermeer, ten W. van Warns)
de vooruitzichten, 6 a 7 weken geleden, recht
donker waren. De hooiprijzen zijn hier hoog,
gevolg voornamelijk van den drukken handel
in het artikel. Te Warns werd „de top“
van ruim 8 p.m. uit de hand verkocht
voor f 400.
De akker- en tuinvruchten in deze ge
meente staan voortreffelijk en beloven eene
ruime opbrengst.
Warns, 16 Juli. De vrouw van den
bakker I. de B. alhier, alleen thuis, had
even hare woning verlaten. Toen zij terug
kwam bleek eene welgevulde beurs, die in
de huiskamer op de tafel lag, op eenig
kleingeld na geledigd te zijn door iemand,
die de achterdeur was binnengedrongen.
Gaarne zou men weten, wie die brutale
Het groote koolwitje legt gewoonlijk meer
dan vijftig eitjes tegelijk en herhaalt dit na
twee of drie dagen. Eén vlinder, dien we in
Mei zien rondfladderen, kan dus reeds in
Juni of Juli een paar honderd nakomelingen
hebben. Maar deze leggen weder eitjes en
bet tweede geslacht rupsen, dat dus nog in
denzelfden zomer te voorschijn komt, zal
reeds uit eenige duizenden bestaan.
Welk een nakomelingschap!
Beetsterzwaag, 16 Juli. Voor de
betrekking van concierge in het gemeente
huis van Opsterland alhier, (jaarwedde f 275,)
hebben zich niet minder dan 128 sollici
tanten aangemeld.
Witveen, 16 Juli. De vrouw van den
koemelker H. B. werd, terwijl zij onder
eene koe zat te melken, door eene zonne
steek getroffen. Zij verkeert sedert in zorge-
Ijjken toestand.
Leeuwarden, 16 Juli. Heden nacht
is door een schipper en zijn dochter een
man uit de gracht opgehaald en gisteren
werd een kind in een sloot gevonden.Beide
drenkelingen zijn wel.
Gisternacht is baldadigheid gepleegd op
het kermisterrein. Verschillende kleeden
van tenten werden stuk gesneden.
Joure, 15 Juli. De 66-jarige F. G.
alhier, die heden middag met eene vriendin
op den Scheensweg wandelde, werd door
een wielrijder, welke de beide vrouwen van
achteren naderde, omvergereden met het
gevolg dat zij een arm brak en deerlijk
aan het gelaat werd verwond.
De machine van den fietser, die door
den schok op den grond tuimelde doch zich
niet bezeerde, bekwam zooveel avernjj dat
de voorgestelde tocht niet kon worden
voortgezet.
Ds. Gunning, de bekende predikant der
Ned. Herv. gemeente te Utrecht, schrijft
het volgende over de zware taak, die stads
predikanten hebben te vervullen
„Hij moet zijn geheele wijk bezoeken.
Die wijk bevat van 6000 tot 20,000 menschen
van welke het meerendeel van God noch
zijn gebod iets weten wil, terwijl de rest
hopeloos in partijen verdeeld is. In de eene
woning wordt hij voor een „gek* geschol
den, omdat hij nog aan dat domme huis
bezoek doet, in de andere als „Baalsprofeet*
begroet, omdat hij veel te licht is en
onzuiver op de graat. Soms loopt hij tien
woningen achter elkaar in en uit zonder
één gemoedelijk woord te kunnen kwijt
raken, ja vaak zonder als een fatsoenlijk
mensch behandeld te zijn geworden, maar
diegenen die hij ontmoet, zullen zeker niet
nalaten hem'het „schandaal* onder het oog
te brengen, dat zij „in vijf, of vijftien jaren
geen dominé hebben gezien?
„Hij moet een gevoelig en geduldig harte
voor ieder menschenkind hebben, dat zich
op zijn pad gelieft te plaatsen, maar zelf
mag hij nooit éénige gevoeligheid toonen
over alle lompheden en speldeprikken, hem
toegediend. Hij moet in een sterfhuis, ook
van hem totaal onbekenden, kunnen spreken
als lag daar zijn eigen vader op de doods
baar op een receptie van jongverloofden,
die hij voor de eerste maal in zijn leven
ziet, met aanstekelijke hartelijkheid zijne
blijdschap openbaren. Maar wanneer eene
vrouw, die om de nietigste oorzaak haar
kind van zijne catechisatie heeft afgenomen,
en die hem op alle mogelijke wijze gene
geerd en geplaagd heeft, hem op hoogen
toon om eene aanbeveling of hulp voor
datzelfde kind komt vragen, mag hij met
geen enkel woord toonen de vroegere lomp
heid zich nog te herinneren, en behoort
hij weer het vuur uit zijn sloffen te loopen
om het begeerde voor dat lieve kind te
verkrijgen.
Hij moet de onhebbelijkste opmerkingen
over zijne predikatiën van de minst-ont-
wikkelde gemeenteleden met een vriendelijk
hart en in dank aanvaarden, maar nimmer
voegt het hem zulke ongeroepen leslezers
met een kort woord ter deure te verwijzen
en hun toe te voegen „Schoenmaker, houd
je bij je leest? Wanneer een dorpsouderling,
die de gelegenheid eens gebruiken wil om
dien „lichten meneer uit de stad* een ge
voelige vermaning toe te dienen, in zijn
„gebedje* van 15 minuten lengte vóór de
preek o. a. vraagt„Och Heere, laat je
volkje van morgen eens niet met steenen
naar huis gestuurd worden, en mocht deze
je knecht, die de zoon is van ’n perfester,
maar eens onderwezen worden door die
drie doorluchtige perfestoren, God den
Vader, God den Zoon en God den Heiligen
Geest, mocbt-i maar ’n stinkend aasie zijn
in z’n eigen neusgaten* 1) dan behoort
hjj dien geliefden broeder daarvoor even
dankbaar te zijn als voor zijne opmerking
na de preek, „dat hij toch maar schandoalig
heeft stoan te klessen*, en dat er toch
tegenwoordig „heus geen woarheid meer
in de karke te hooren is*.
„Hjj moet op zijn spreekuur (en daar
buiten de onmogelijkste dingen doen of
beloven. Dingen, die nagenoeg alle buiten
zjjn roeping liggen. Hij moet een verarmden
stadgenoot aan huishuur helpeneen han
delaar, die failliet zal gaan, aan twee soliede
borgen een dienstmeisje aan een mevrouw,
een sigarenmaker aan een patroon, ja een
treurenden weduwnaar aan een goede huis
houdster, „zoo eene met een klein spaar
duitje er bij, weet u“. Hij moet een syno
daal meisje dat met een dolerenden jongen
„loopt*, komen „doorhalen*, en een dokter,
die een aanstaande moeder niet helpen wil,
omdat zij de vorige bevalling nog niet be
taald heeft, terecht gaan zetten. Hij moet
op alle mogeljjke lijsten voor jaarfeesten,
verarmde gezinnen, kerstuitdeelingen, jonge-
lingsbonden enz. teekenen, en lootjes nemen
op de tallooze spreien, poppen en antimacas
sars, die men „voor een liefdadig doel*
verloot. Thee koopen bjj alle dames, die
hem, soms drie op één dag, heur nood
komen klagen, en jongens, die dominé
willen worden, helpen aan beurzen, voor
spraak of „een kleinigheidje om Jezus’wil*.
Hjj moet zure juffrouwen, die hem over
zjjn ketterjjen komen onderhouden, éven
zoetminnig te woord staan als grof handige
ouderlingen of ambtelooze vromen, die hem
over zjjn veelvuldig gebruik van gezangen,
of over het gemis van een stomme e wen-
schen te kapittelen. En als hjj die gezamen-
Strikt. bistQïisoh,
>- i
lijke belangen niet aanstonds, en met een
vriendelijk gelaat, als de gewichtigste en
noodigste zaken ter wereld behartigt, wordt
hij in zijn eigen huis voor een „vrek*, voor
„onbarmhartige beul*, voor „schijnheilige
hemeldragonder* uitgemaakt. En komt hij
er eens een enkele maal toe zoo’n onbe-
schoften indringer vierkant op straat te
zetten, dan krijgt hij tien, twintig anonieme
brieven, die hem vermanen „onthoud je
dag*, of waarin de afzenders beloven dat
ze voor zjjn „bekeering zullen bidden*.
„Hij behoort bij alle goede en vrome
samenkomsten tegenwoordig te zijn. Is het
niet verschrikkelijk, dat er zoo menige
zendingsbidstond gehouden wordt, waar alle
dominees afwezig zijn Dat de stumper er
misschien vurig naar verlangen kan, maar
verhinderd wordt door catechisatiën, zieken
bezoek, zeurbezoek of wat dan ook, komt
in der klageren harte niet op. Hij behoort
de jaarfeesten van jongelingen en jonge-
dochters op te luisteren door een feesteljjk
woord, bedelmeetings voor de „Prinsen*
Pandlan en dergelijke vreemde snuiters te
organiseeren, op straffe van een „vjjand
van het ruime Evangelie* te zijnhij moet
de belangen van Chineesehe hospitalen,
Lomboksche of Athjineesche tehuizen,
Surinaamsche leprozen even warm bepleiten
als de nooden zijner wjjk, zijner school,
zjjner evangelisatie, of van de vele goede
stichtingen waarvan hij „eere-president“,
„donateur* of „de ziel* heet te zijn. En
wee hem, indien hij op een van die talrijke
avondjes wegblijft, om een rustig uurtje
met vrouw of kind te hebben
Hij moet altijd geld geven. Dit is de
allervoornaamste, allernoodzakelijkste, aller-
onmisbaarste deugd van den persoon in
quaestie. Hij moge preeken als Van Ooster-
zee, en praten als Brugman, en zjjn wijk
bezoeken zoo trouw als de brievengaarder
en de belastingbeambte het doen, hij moge
catechiseeren van den morgen tot den avond,
elk verzoekschrift ondersteunen, elke visite
ontvangen, nooit belet geven, voor ieder
altijd toegankelijk zijn... als hij zjjn beurs
niet opent, en open houdt, en altoos wijder
weet te openen, dan is hij toch maar een
„armzalig ventje*. Als hij niet zorgt voor
de huur van den dronkaard, voor den reis
penning van den landlooper, voor het dag
geld van den werkelooze, voor het busgeld
van den docter, voor de begrafeniscenten
van den bode, wie zou het dan doen Ze
zijn „veel te fatsoendeljjk* om naar den
diaken te gaan O neen, dat nooit
Wat denkt de dominé wel van hen?
Moet hij een ongelukkig mensch nog „ver-
affronteeren*, door ’m naar „den arme* te
verwijzen Hjj kan ze best helpen, als hij
maar wil„Eén woordje van u is meer dan
honderd van mij? En als je dan niet helpt,
eenvoudig omdat je niet kan, omdat je ’t
geld er niet voor hebt, dan wordt u toe
gesnauwd „mooi preeken, o jadat kan
je en je centen d’er voor opsteken, dat
kan je nog betermaar een arme ziel hel
pen, dat kan je niet, ellendige mooipraat
En dan moet hij nog heel zacht en heel
vriendelijk bljjven, wil hjj niet in een of
ander schendblaadje als de gepersonificeerde
hebzucht worden tentoongesteld*.
Hollandia.)
Wat een stadspredikant alzoo
ontmoet.
Het Nieuws van den Dag bevat het volgend
ingezonden stuk
Aan de Redactie van Het Nieuws.
Geachte Redactie!
In uw blad van heden (blz. 6 Gemengd
Nieuws) komt een berichtje voor, waarin
gezegd wordt
„In Friesland sterven tegenwoordig plot
seling vele jonge runderen, zoogenaamde
hokkelingen, die meestal in afzonderlijke
landen geweid worden. De ziekteverschijn
selen zijnblindheid, veel beweging met den
kop en dik worden van den buik, waaruit
men vergiftiging afleidt? enz.
Bij het lezen van dat bericht kon ik een
glimlach niet onderdrukken, en ik dacht:
wat worded toch die couranten-berichtjes
los daarheen geschreven.
Immers ik zou evengoed kunnen melden
„In Friesland sterven tegenwoordig in het
geheel geen jonge runderen aan ziekte of
vergiftiging? Maar omdat dit ’t geval is in
de omstreken van Bolsward (zeker niet de
minst vee-rijke omstreek uit de provincie)
daarom kan ik nog niet zeggen in Friesland.
Uw berichtgever schijnt Friesland met zijn
eigen waarnemingskring te verwarren.
Evenwel dit is niet alles, zelfs niet het
voornaamste van wat mi^ hinderde. Bet
Bolswardsche Courant.
c