NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWAHD EN WONSEH A.DEEL. offwasche No. 59. Verschijnt Donderdagsen Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900. RSZEEP, EtSZEEP, ZONDAG 22 JULI. Wat de Boxers zeggen. BINNENLAND. VOOR 3» 'Hffl ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. O o M W O O »TJ met warm water in een overdekten pot er, doch ook veel goedkooper, dan Jawel meneer, in orde, dat is hier, komt u maar binnen. Ik zal dadelijk de wapens halen. De directeur trad de kamer binnen en de vrouw begaf zich in een ander vertrek, waaruit zy een oogenblik later met een arm vol oude parapluies uit de meest ver schillende tijdperken terugkeerde. „Hier, meneer, de oude wapens,” zeide zij met een vriendelijken grijnslach. Sprakeloos, verbluft op ’t eerste oogen blik, staarde de directeur naar de para pluies en de grijnzende verkoopster. Daarop vloog hij woedend op en bulderde„Ben je krankzinnig, of wil je de menschen voor den gek houden met je advertenties? Die oude parapluies zijn toch geen wapens „Wat! zjjn parapluies geen wapens?” riep de vrouw even woedend en de ge barsten koperen ketel in haar keel kraakte dat ’t een aard had. Daarop opende zij een groote „besteedster” en verborg zich daar achter. En van achter het versleten katoen klonk plotseling een zilveren lachje, en een welluidende stem herhaalde: „Deze parapluies geen wapens? Nu opeens geen wapens meer, hoewel u voor veertien dagen het zelf nog beweerdet door tegen mij te zeggen„met een parapluie moet men in Berlijn altijd gewapend zijn En de groote familieparapluie klapte dicht, en, voor den verbaasden en getroffen directeur stond' Velda, de soubrette, in een elegant toilet en lachte een uitgelaten solo. En uit het nevenvertrek kwam het koor, in den vorm van een half dozjjn collega’s van Velda. De directeur was zoo verstandig mee te lachen, al dacht hij ook bij zich zelf „Wacht maar, jullie slangen! Ik zal jullie wel den kop verpletteren Opeinde (Small.) 19 Juli. Vooreenigen tijd deelden we eenige bijzonderheden mede van de koe van S. Bosma. Deze mededee- lingen werden door sommigen in twijfel getrokken, daar men meende, dat zoo hoog vetgehalte bij zoo’n groote hoeveelheid melk onmogelijk was. De melkopbrengst wordt daarom van dag tot dag aangeteekend en alle 10 dagen onder controle van een des kundige een monster ter onderzoek opge zonden aan den zuivelconsulent Mesdag te Leeuwarden. In 30 dagen gaf het dier, ofschoon ’t ruim eene week ongesteld was, 797 liters melk, welke een vetgehalte had van 4,2, 4,3 en 4,25. De ondervinding van vorige jaren is, dat het vetgehalte de 7e week na ’t kalven grooter wordt en bij volkomen gezondheid zou de koe bepaald 900 liter hebben gegeven. Thans is ze weer op 60 halve liter per dag. ’t Dier is thans in het stamboek ingeschreven met vermel ding der deugden, welke inderdaad zeld zaam zijn. Haulerwijk, 18 Juli. Zoo traag het voor eenigen tijd ging, om tamelijk slecht gewonnen hooi binnen te krijgen, zoo vlug is het nu in een week tijds gegaan, om puike kwaliteit te winnen. Niet zelden bracht men in de schuur, wat slechts twee dagen van den wortel was. De hooiïng is dan ook maar zoo in eens beredderd. Was de eerste sneê over ’t algemeen dun, voor het nagras laat het zich best aanzien. Hem. Oldeph. en NW., 18 Juli. In deze gemeente hebben zich gevallen der bekende varkensziekte voorgedaan. Bij den logementhouder Terpstra te Warns zijn 2 dieren bezweken, wat op een snel verloop der ziekte wijst. Bij de heerschende warmte wordt voor uitbreiding gevreesd. Iliowert, 19 Juli. Dat wie in moaye gearkomste, dy fen ’t Frysk selskip, jister to Liowert bij v. Wely. Hearlijk waer en in seal fol folk, aide en jonge leden. ’t Die lis goed dér to sjen de eare foar- sitter J. v. Loon, mei de aide bestjürsleden Waling Dijkstra en A. Smeding en dér te hearten, dat de hear T. G. v. d. Meulen beneamd is ta earelid fen ’t selskip. Dat is de fortsjinste beleanne en hie wol earder barre mocht. Better let as net. En dat kin ek sein wirde fen it eale stribjen fen in net-Fries, de hear de Clerq fen Fean- walden, om it Frysk er wer op to helpen en yn te bringen, benammen bij de jongeren. Wy hoopje der skielk hwet meat oer to sizzeu, nei oanliedinge fen syn brochure, dy ’t er yn ’t Ijocht jown hat. Moai wie ’t utstapke mei in extra-tram nei St. Japik en allermoaist de lêsing fen Dr. Regenbogen fen Bozum, der faalden. Dat wie mannetael, dy ’t aerdet nei Dr. Eeltsje. Dat seit folie, In ienfaldige mieltiid mei toast en sang wie ’t eintsjebeslut. O, joun, o Ijeaflike dei, Hwet tins ik dy swiet efternei. O, kaemste, Ei, mylde kom Ei, kom yet faek sa werom. Sloten, 19 Juli. Toen gisteren eenige schooljongens zich vermaakten met zwemmen in het nog al diepe kanaal, dat naar de Lemmer loopt, waagden twee jongens (broers) zich te ver van den kant. Tevergeefs tracht ten zij den wal weer te bereiken en zij waren al in zinkenden toestand, toen een paar ferme makkers hen wisten te grijpen en hen daar door van een' zekeren dood redden. Lemmer, 19 Juli. Sedert eenige jaren bestaat alhier aan zee ten westen van ons dorp een badinrichting voor heeren, thans is besloten een proef te nemen met aldaar ook gelegenheid tot baden te geven aan dames. Mocht deze proef een goede uitkomst hebben, dan zal deze inrichting belangrijk worden uitgebreid. Wij zagen in de laatste warme dagen (op een eerbiedigen afstand natuurlijk) al reeds enkele onzer dames in een veelkleurig bad- costuum bij deze inrichting in zee een bad nemen, wat hier een ongewoon verschijnsel is. Noordwolde, 19 Juli. Een meisje op de Meenthe heeft het ongeluk gehad, met haar knie in een stopnaald te vallen, waar door het geheele been is opgezwollen en geneeskundige hulp moest worden ingeroe pen. Zij is thans ernstig ongesteld. Boijl, 19 Juli. Dinsdag was een jongetje van H. Klaver bezig met het snijden van russchen, toen hij door een adder in de hand gebeten werd. Ofschoon dadelijk genees kundige hulp werd ingeroepen, is de arm van den knaap geheel opgezwollen. Onna, 19 Juli. De arbeider A. B. alhier, op het land te maaien, werd heden zoodanig door de warmte bevangen, dat hij dood ineen zakte. Hij laat vrouw en kinderen onver zorgd achter Hepk. Adv. BI. Gaasterland, 18 Juli. De gevolgen van het bij uitstek natte weder van voor ruim een week blijven niet uit. Bij vele boeren begint n.l. het hooi zoo erg te broeien, dat „dollen” noodzakelijk is. Menigeen is hier dan ook druk mee bezig. Een zeer onaangenaam en ongezond werk. Er moeten n.l. gaten van boven naar beneden in de z.g. „golle” worden gemaakt van (dikwijls) verscheidene M. diepte. Heden is een onzer houtbazen opnieuw begonnen met... eikschillen. Wegens dit late tijdstip is de prijs der nog staande perceelen met 10 pCt. verhoogd. Sneek, 19 Juli. Gisterenmiddag over leed hier na een kort maar hevig lijden de heer P. J. Rinkes, hoofd der R. K. Jongens school en leeraar a/d voorber. klas der Rijksnormaallessen in den nog jeugdigen leeftijd van 39 jaren. Gedurende 15 jaren stond hij aan ’t hoofd van genoemde inrich ting, en in al dien tijd deed hij zich kennen als een degelijk onderwijzer, als een patroon bij uitnemendheid en als een burger, onzer gemeente, wiens heengaan door allen, die hem kenden, ten zeerste wordt betreurd. De overledene laat een weduwe en zeven onverzorgde kinderen na. Beter laat dan nooit. Een zeldzaam huwelijk is eergisteren te Elsene voltrokken twee oudjes uit een oud-mannen- en vrouwen huis zijn getrouwd, die samen 150 jaar zijn; hjj is van ’23 en zij van ’27. In het Huis was deze idylle begonnen. Een goeie mop. Men schrijft aan het VolkUit het verslag in de N. R. Ct. van de feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Volks bond (tegen drankmisbruik) „De reeks der toosten (aan den gemeen- schappelijken maaltijd) werd geopend door eene op M. de Koningin en H. M. de Koningin-Moeder, door den voorzitter van de tafel (No. 1), die daarna een dronk wijdde aan den nieuw benoemden eere- voorzitter den heer Goeman Borgesius (No. 2). Mr. Snijder van Wissekerke bracht hulde aan ’t gemeentebestuur van Utrecht (No. 3). De heer A. v. d. Voort Az. wijdde eenige woorden van dankbaarheid aan dr. Schaep- man (No. 4), prof. Julius stelde een dronk in op den heer van Beuningen (No. 5). Da heer Lulofs zegt de afd. Utrecht dank (No. 6). De verschillende personen, wier gezondheid was gedronken, kwamen achtereenvolgens aan ’c woord. (2 maal 612). 12, zegge twaalf dronken (en dat alleen aan 't dessert )op een feestelijke bijeenkomst van drankbestrijders. Eere aan zulke vijan den van koning alcohol. De heeren hebben natuurlijk water ga» dronken^ a de beste buitenlaudsche fabrikaten, Ze is ONGEËVENAARD voor oor het wasschen van fijne stoffen met welken ons te geven, terwijl wij daaren tegen het allen eens zjjn over het geloof, dat wy nu hebben, en dat ouder is dan het uwe. Uwe zendelingen preeken ons over eendracht en zy beginnen met stryd in onze families te zaaien.... „Dus daarom vermoordt ge hen, steekt hun kerken in brand, daarom „Wat wilt gy dan dat wij doen? Wy zeggen u, dat we in vrede van ons land willen genieten, dat wij onzen godsdienst liever houden, dat wij willen profiteeren van de eeuwenlange ondervinding gij luis tert niet naar onsWy vragen u ons niet ons land, onze steden, onze havens te ont- nemen; gy bedriegt ons. Wij smeeken u, itionale Nijverheid!! KOST SLECHTS 4 tl 5 cents 10—22/7/1900—50. f^en medewerker van de Matin” heeft fe een lid van de „rechtvaardige en harmonieuse” vereeniging der Boxers te Londen geïnterviewd. Hij verklaart aldus Hij droeg geen mes aan zijn ceintuur, zyn handen waren niet bevlekt met chris telijk bloed, en hy rook niet naar petroleum die gebruikt wordt bij het in brand steken van de gebouwen der zendelingen. Hy was zacht, verlegen, lachend, en verkocht thee in Piccadilly, hy sprak langzaam en toch gemakkelyk Engelsch. Ik ondervroeg hem, alsof ik president van een gerechtshof was. „Wat hebt gy tot uwe verdediging te zeggen Hy richtte zyn kleine oogen knippend op my, en ik meende er spot in te lezen, toen zei hij eenvoudig „Het zou wat lang duren”. Hy begon: „Ziet u, mijnheer, de Westersche bescha ving is iets heel moois, maar het is nog wat nieuws. Zy heeft het edelmoedige en spontane van jongen wynzy heeft nog niet dien geurigen smaak van wyn, die lang in oude flesschen tot rijpheid geko men is. Wij, die door u wilden genoemd worden als ge goed gehumeurd zijt, en barbaren, als ge toornig zjjt, wy hebben eenvoudig een beschaving, die ouder is dan de uwe. Onze flesschen hebben minstens 1000 jaar langer gelegen. Alle hoedanigheden, die gij nu bezit: agitatie door eerzucht, dorst naar heerschappij, naar overwinning, die hebben wy allen ook eens bezeten, maar die hebben we nu uitgeroeid. Wy hebben ook ons gloeiend geloof gekend en de ontmoedigingen van den twyfel. Wij hebben ook onze fanatieken gehad, onze hervormers en onze uitvinders gehad, wy fabriceerden al buskruit, toen gy nog met pijlen schoot, en wij drukten al boeken, toen gij nog op perkament schreeft. Maar wy hebben lang genoeg ge leefd, om te beseffen, dat al deze dingen niet noodzakelyk zjjn voor het leven, en wy hebben lang genoeg gestreden om te weten, dat hetgene waarvoor men strydt, de moeite niet waard is. De tyd beeft ons jeugdvuur uitgedoofd; de hervormers hebben ons het betere van andere richtingen doen inzienuitvinders hebben ons het genot van onbekende dingen bekend gemaaktde druktemakers hebben ons de kalmte meer doen liefhebben. Wij hebben gemerkt, dat alles, waarom wy vroeger streden, niet op woog tegen wat we nu verdedigen, en toen is onze geheele godsdienst, onze politiek, onze moraal ge wijzigd, en gegrond op één principe.... Welk?” „In dit leven gelukkig te zijn.” „En zijt ge gelukkig „Wjj zyn zeer gelukkig. Omdat wy geen hartstochten en eerzucht meer hebben Wy strijden niet meer om het eigendom van een ander te bezitten, wy trachten niet meer anderen te beheerschen, wij willen zelfs niet de moeite doen het goud uit de mijnen te halen, waarvan onze aardbodem vol is, want we weten, dat het goud, evenals de heerschappij en de overwinning, den mensch slechts twistziek en onver zadigbaar maakt. Het beste bewijs, dat wy beschaafder zyn dan gy, is, dat wij opgehouden hebben een krijgsvolk te zijn, want de oorlog is een overblijfsel van de barbaarschheid, de on beschaafdheid. Het beste bewys, dat wij moreel veel verder zyn dan gij is, dat wij nu het vruchtbaarste ras van de wereld zijn, en dat wy vierhonderd millioen men schen tellen, want het huisgezin is de basis van de moraalgedegenereerde rassen zijn die, welke uitsterven. Het beste bewijs, dat wy verder zyn dan gy, is, dat wy, de over wonnenen, ons de overwinnaars toeëigenen, zelfs een deel van het weerbarstigste ras van de aarde is in ons opgegaanwant er wonen duizenden joden in China, en vormen er geen afzonderlijke secte, iets, dat men in geen enkel ander land ziet. Het beste bewijs,datwy verdraagzamer en eensgezinder zyn dan gij, is, dat er onder ons geen ge- loofs-oorlogen zijn, en dat alle Chineesche zielen hetzelfde filosofische grondprincipe hebben... „En verder, als wy volmaakt gelukkig zijn, als wy niets vragen, niemand lastig vallen, komt gij, de Westerschen, gij wilt ons spoorwegen geven, die wij niet begee- ren gij wilt ons nieuwe industrie leeren, die onzen handenarbeid zou vervangen, welke ons tien eeuwen reeds gelukkig maakt; gij wilt ons een nieuwen godsdienst ^e.ven^ pn gjj zjjt hef zelf niet eena er overt Hit linnen niet te onderscheiden en iloon voor Linnengoed. ‘bij - S T 1-1 K BLJU* z.Wa uagelyks her halende speldeprikken. „Een half uur te laat voor de repetitie, juffrouw Velda. Er zal u op den betaaldag twintig mark worden afgetrokken,” zoo heette het op zekeren morgen. „Maar het regende toen ik onderweg was. Ik moest om niet doornat te worden, in een portiek schuilen. Een ry’tuig was er niet, en een parapluie had ik ook niet.” „Dat spyt my, juffrouw, maar dat is geen verontschuldiging. Met een parapluie moet men in Berlijn altijd gewapend zijn.” „Goed, directeurantwoordde Velda lachend. Lachend liet zjj zich ook op den betaaldag de twintig mark van haar gage afhouden. Behalve een passie voor jonge soubret tes, had de directeur ook nog een passie voor oude wapens. Hy verzamelde die met evenveel hartstocht als zaakkennis. Onver moeid doorsnuffelde hy de winkels der uit dragers en iederen morgen keek hij de ad- vertentie-pagina’s in de kranten na, „Oude wapens, goedkoop adres. Plan- Ufer 98, zes hoog. Alleen te bezichtigen hedenmiddag tusschen 3 en 5 uur”, las op hjj een Zondagochtend in den Berliner Lokal Anzeiger. Hy knipte de annonce uit, stak ze in zijn vestzak, dineerde een uur vroeger dan gewoonlijk, bekortte zyn middagslaapje en wandelde om drie uur naar de Plan-Ufer. By nummer 98 gekomen, beklom hjj de zes trappen, vond de deur en schelde. Er trad hem een oude vrouw tegemoet, veel gelijkende op een heks, met pleisters in ’t gezicht, een smerig mutsje op het grijze, geplakte haar, en gekleed in een vuile versleten nachtjapon, welke vrouw hem verbaasd aanstaarde. „Waar zyn de wapens te zien vroeg hjj. „Of ik apen dresseer NeenIk ben zangeres „meneerantwoorde de vrouw en haar stem klonk als het geluid van een ouden gescheurden koperen ketel, waarop men met een stok slaat. „Goede Hemel!” dacht de directeur „Zan geres Met die stem, met dat gezicht Daarop herhaalde hij zyn vraag. „Neen, koffie verkoop ik ook niet,” was het antwoord. „Die ouwe tang is doof, stokdoof”mom pelde de directeur en liet haar de annonce zien., ft Bolswardsche Courant.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1