NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAR» EN WONSER ABEEL
L
I
■•■•ttji joerij
ÏULKSVERMftKELIJKHEDEN
voor Jongens,
No. 65. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
I
op Fietsen
ZONDAG 12 AUGUSTUS.
jfc.
BINNENLAND.
in „DEiansen'
VOOB
e
aan
toe, dat ik niets
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het Bestuur.
’t Weer, dat zich steeds goed had gehouden,
werd tegen ’t einde van ’t feest buiig, ’t
Bleef echter druk op de Joure tot laat in
den avond.
$xxxxxxxjoCxxxxxxxx$
I
den aardappeloogst lijkt het toch niet zoo
schitterend te zullen worden. Geheele stuk
ken zijn te vroeg gestorven. Houdt het natte
weer aan, dan volgt stellig de aardappelziekte.
St. Anna. Par., Zuidhoek, 9 Aug.
Toen de veehouder B. Hoogland heden
morgen opstond, nam hij een erge brand
lucht waar in de schuur, ’t Ontstond uit
hooibroei. Bij onderzoek bleek dat het gevaar
voor brand werkelijk zeer groot was. Direct
werden alle krachten ingespannen. Er werden
emmers water in het uitgespitte hooi ge
worpen, waarin het vuur reeds aanwezig
was en inmiddels werd de hulp der brand
weer ingeroepen. Spoedig was de spuit aan
wezig en men slaagde er in een groote ramp
te voorkomen.
Joure, 8 Augs. Het alhier gehouden
vierde festival van den Bond van Christe
lijke harmonie- en fanfare-corpsen in Fries
land is een prachtig feest geweest. Wat ’n
menschenMen schatte het aantal bezoekers
tusschen 8 en 10.000 uit heel de provincie
en zelfs van over de grenzen. Niet minder
dan 31 stoombooten lagen aan den wal, de
tram kon zelfs met gewone en extra trammen,
met vracht- en veewagens, den dienst niet
af, en het aantal rijtuigen bij de logementen
was niet te tellen men schat het op wel 600.
Bij den optocht de straten opgestopt vol
menschen. En in den tuin, bij de uitvoering
zelfs geen entreekaarten genoeg, ’t Was
dan ook een grootsch muziekfeest; om en
bij de 600 instrumenten. Over ’t geheel viel
vooral bij de ensemble-nummers, de uitvoe
ring te roemen.
In de pauzes werd door eenige predikanten
het woord gevoerd, doch het overtalrijk
publiek bleef voortdurend zoo in beweging,
dat van deze toespraken weinig terecht
kwam. Ds. Geerling sprak hierover in de
slotrede zijn ergernis uit. Men mocht aan
’t Christelijke feest op zulk eene wijzeniet
eenwereldsch karakter gevenwij zijn van
deze wereldlingen niet gediend, zei spreker.
Ook ergerde de feestcommissie,om dezelfde
reden, zich over het aanwezig zijn van een
draaimolen, buiten maar bij het feestterrein.
Op een groot bord, vooraan in de laan,
gaf ze te lezen
„Feestgangers
Het Bestuur v/d Bond betreurt het ten
zeerste, dat de Burgemeester verlof heeft
gegeven tot het opstellen van een draai
molen voor Heremastate en verzoekt den
feestgangers vriéndelijk om van dien molen
geen gebruik te maken.
Hepk. Adv. bl.
Het Volendammer bruidspaar. Toen
de vlootrevue op de Zuiderzee afgeloopen
was, werd in de Oranjesluizen, gelijK met een
stoomboot, een botter uit Volendam geschut.
Er heerschte een vrooljjke stemming, er
werd gezongen, gedanst. Eensklaps be
merkte men, dat op den botter de schipper
bruidegom was, en dat zijn bruid in naar
schilderachtige kleedij, mede aan boord was.
Fluks werd door een der dames op de boot
het plan gevormd een omgang te doen,
opdat de bruid zich van de opbrengst een
aandenken kon koopen aan dezen voor de
visschers zoo onvergetelijken en grooten dag.
De dame was in een oogenblik geslaagd,
de muzikanten traden naar voren en onder
het spelen van „Lang zullen ze leven,
werden de glazen geledigd, en het cadeau
der bruid uitgereikt.
En toen de muziek later het „Buigom
geef je Bruid een zoen* liet hooren, gaf de
rappe zeeman graag gehoor aan het bevel.
Thans zijn Gernt Schilder en Grietje
Keizer van Volendam reeds man en vrouw.
Door de hooge prijzen der steenkolen
begint men in Friesland in onderscneideue
fabrieken turf te stoken, waardoor naar deze
brandstof veel vraag is en de oude turf in
de veenderijen, die sedert langen tjjd op
afscheping wachtte, spoedig opgeruimd zal
zijn. Door ’t bevrachten der schepen hebben
vele arbeiders en ook vrouwen in de veen
derijen druk werk, terwijl de vervener voor
de turf een goeden prijs kan bedingen.
Een zestienjarig meisje uit Groningen,
dat op Schiermonnikoog als badgast ver
toefde, vermaakte zich Woensdagmiddag aan
het strand, door met ontbloots voeten in het
zeewater te baden. Vrienden en kennissen
waren in haar nabijheid. Plotseling verdween
zj, zoodat men mag veronderstellen, dat zij
in eene diepte geloopen is. Waarschijnlijk
is zij door den stroom meegevoerd, zoodat
het den omstanders niet is mogen gelukken
haar te redden; haar Ijjk is heden nog niet
gevonden.
de komst van de kleine gast meer gevreesd
dan verlangd. Daarom bleef zij ook niet
lang. En de kleine voetjes waaraan men de
schoentjes schertsenderwijze gestoken had,
hadden zich uitgestrekt tot rusten, nog voor
zjj op den levensweg stoffig geworden waren.
Ze had er om getreurd, toen dat teedere,
kinderljjke moederspelen met de levende
pop voorbij was, maar het was voorbijgegaan.
Nu eerst wist ze, dat het een gemis geweest
was in al die tien jaren, iederen dag, ieder
uur. Ze drukt het schoentje aan hare wangen,
een wild verlangen grjjpt haar aan. O, slechts
eenmaal die kleine armpjes om haar hals
voelen!
Ernst natuurlijk, was er al lang over heen.
Wat kan een man een baby van enkele
maanden schelen? Mannen hebben hunne
kinderen eerst dan lief, als ze met hen
kunnen schitteren.
En zoo’n klein meisje geeft reeds genoeg
ontgoocheling bij haar verschijnen. Ernst
had een zoon gewenscht natuurlijk! Met
tranen in de oogen kijkt Lisa door het
dakvenster in den nevel, dien zij niet ziet.
Ze ziet ha,ar klein meisje in al haar geheele
ontwikkeling van haar tienjarig leven.
De dikke, langs stoelen en tafels voort
tastende baby, het tweejarige kind, wier
brengt en dan dat naar ieder luisteren en
Sneek. ’t Concert in de Buiten-Socie-
teit lokte, niettegenstaande den aanhouden
den regen, Donderdagavond een vrjj talrijk
bezoek, ’t Lijdt geen twijfel of ’t Haar-
lemsche Muziekkorps heeft bij alle aan
wezigen een zeer gunstigen indruk achter
gelaten. Trouwens de naam van den Direc
teur deed verwachten, dat we iets schoons
kwamen te hooren en wjj noemen ons de
tolk van allen, als we schrijven, dat die
verwachting geenszins is beschaamd.
’t Haarlemsche korps wenschen we daarom
een van harte „tot weerziens toe!“ Aan
den wakkeren impressario ten slotte onzen
dank voor zijn gewaagde ondernemingen.
Dat hem de lust moge bekruipen, ons ’t
volgende jaar weer iets schoons op muzikaal
terrein aan te bieden.
Hem. Oldeph. en Nw., 9 Aug. De
stand der akker- en tuinvruchten in deze
gemeente is zeer gunstig dezen zomer. Inzon
derheid geldt dit voor de peulgewassen,
waarvan de oogst reeds begonnen is. De
vroegrijpe aardappelen geven een ruim be
schot, over het geheel van zeer goede hoe
danigheid. Dezelfde goede verwachting wordt
gekoesterd van de winteraardappelen. Van
de granen staat de garst bovenaan, daarna
volgt de haver, waarvan vele perceelen
echter sommige zeer erg aangetast
zijn door stuifbrand. De rogge-oogst, thans
in vollen gang, valt tegen. De proef met
verbouw van beetwortelen is minder goed
gelukt, de stand is achterlijk. De graslanden
liggen uitstekend, wegens de late hooioogst
worden slechts enkele perceelen opnieuw
gemaaid. De ooftboomen zijn ontijdig geschud
door den storm van de vorige week.
Fr. Zuidwesthoek, 9 Aug. Zelden
zjjn de vooruitzichten voor onze eenden-
jagers zoo gunstig geweest, als voor het
heden Zaterdag te openen seizoen. Niet
alleen, omdat de wildstand er voortreffelijk
is gewoonlijk valt hier niet te klagen
maar vooral ook, omdat de bijkomende om
standigheden zich zoo voordeelig mogelijk
laten aanzien. Een van beide ziet men vaak
gebeuren, öf de waterstand in de polder-
slooten is te laag, waardoor de vogels zich
op de wijde plassen ophouden, of hij is zoo
hoog, dat de eenden niet te naderen zjjn.
Thans is de stand van het water, zooals de
jagers dien wenschen, terwijl bovendien de
begroeiing der oevers ook van vele andere
jachtwateren zeer gunstig is voor de uit
oefening dezer jacht.
Gaasterland, 8 Aug. Sedert een paar
weken is men bij Tacozijl druk bezig met
het bemesten van eene zeer aanzienlijke
oppervlakte z.g. „buitenland* (land dat ’s
winters onder water staat) met kunstmest.
Dat genoemde landerijen zeer dankbaar zijn
voor de bemesting met kleiaarde en koemest
is in onze gemeente reeds duidelijk gebleken.
Moge ook deze proef met een’ gunstigen
uitslag bekroond worden!
Legemeer, 9 Aug. Afgeluisterd. Een
aandachtig natuurbeschouwerZondagavond
reeds te 7 uur telde ik bij een hek, staande
aan den grintweg naar Langweer, vóór in
een stuk land 58 konijnen.
Een veehouderJa ik ken een boer in
Legemeer, die 2 koeien meer kon houden
zonder de vraatzucht dier dieren.
Een meester: Men zou den rattenvanger
van Hameln kunnen ontbiedenmisschien
heeft zijn wonderbaar gefluit nog zijne kracht
behouden.
Zuidwesthoek, 9 Aug. In de jongste
dagen klagen onze visschers zeer over de
ziekte in de aal. Deze was zoo erg, dat
menigeen vacantie nam, daar de vangst toch
niet kan worden verkocht en in den regel
voor eigen gebruik te groot is. Met deze
ziekte gaat gewooniijk de varkensziekte
gepaard.
Wonseradeel, 8 Aug. De harde wind
der laatste dagen heeft vreeselijk huisge
houden op den akker. Vooral de granen
hebben het hard te verantwoorden gehad.
De tarwe en haver hebben veel korrels ver
loren. Het meest wel is de gerst geteisterd.
Geheele aren zijn leeggeschud door den wind.
Ook de aardappels hebben geducht geleden.
Geheele stukken zjjn zwart geslagen. Met
in die eenvoudige woorden.
Lise ziet hem aan. Zij ziet de rimpels
van zorg op zjjn voorhoofd, die geen goud
blond dochtertje wegstrijkt, zjjn moede
oogen, zjjn trillende lippen. Met een
luiden snik ligt ze om zjjn hals. En weent
en weent.
Hij streelt haar zacht het donkere haar.
„Zulk een gevoelig vrouwtje*, lacht hjj
goedmoedig.
f mondje zulke leuke brabbeltaal te voorschjj:
brengt en dan dat naar ieder luisteren eu
al dat vragen bjj het grooter worden, als
de groote oogen zoo’n nadenkende uitdruk-
1 king krjjgen. Het eerste breiwerk. Ze zit
op een voetenbankje, de vingertjes en
ellebogen stjjf gespannen, het rozetongetje
komt bjj den jj ver te voorschijn. Dan leeren
lezen bjj mama en leuk, hard gesjirp, dat
zjj „zingen* noemt.
De eerste schoolgang. Stil beklemd heen
gaan; heerljjk, opgewonden terugkomen,
zonder zakdoek en haarlintje, maar met een
heele schare, „vriendinnetjes.* In de vol
gende jaren de kousen op de knie altjjd stuk.
Dan is ze reeds een groot, verstandig
meisje, draagt hare blonde manen in een
dikke vlecht, die telkens losgaat en maakt
Fransche thema’s: „As-tuunfleur? Non,
mon ami, mais mon oncle a une tulipe*
en heeft diepe verachting voor de gymna
siasten, die haar naloopen.
Soms brengt ze mama door haar gevraag
in groote verlegenheid zjj gelooft aan
hare alwetendheid. Lang zal dat niet meer
duren, want de kleine is zoo knap, veel
knapper dan mama. Ze heeft het scherpe
verstand van vader en zjjn nadenkende
wenkbrauwen. Maar de beweeglijke natuur
van moeder. Zouden beiden wel goed bjj
elkaar passen?
Lisa kreunt zachtjes en in waanzinnige
droef heid bevochtigt ze met tranen het
schoentje en kust het, als ’t eenige wat
haar is gebleven.
Na een oogenblikje bezint ze zich en
neeint het gele dunne papier op, waarin het
schoentje gezeten had. Niets ook op den
grond niets. Dan doorwoelt ze het kastje.
Achteloos werpt zjj de schatten van haar
meisjestjjd op den grond zjj zoekt het
tweede schoentje. Die schoentjes wil ze
meenemen, als ze weggaat, anders niet. Dan
schiet haar te binnenwellicht ligt het
andere nog beneden in haar schrjjftafel,
waar ze vroeger lagen.
De relequieën worden in ’t kastje geduwd.
Het is bijna donker. Anders is ze altjjd
bang in het donker. Het schoentje tegen
zich aangedrukt, snelt ze naar beneden.
De teringachtige zingt nog steeds, nu een
zacht, klein wiegelied.
Lise lacht trots. Wat weet die er van!
En dan komt er een groot, groot medeljjden
met die arme vrouw in haar op. Ze steekt
snel licht op in haar boudoir. Maar het
schoentje is niet in de schrjjftafel.
Ze is ontsteld; ze zoekt opnieuw. In
ademlooze haast wordt iedere lade openge
trokken en doorwoeld. Een berg van oude
brieven en nieuw briefpapier ligt om haar
heen. En het ergste is: ze kan zich maar
niet meer herinneren, of ze vroeger wer
kelijk beide schoentjes had bewaard.
In haar vertwijfelde haast en opwinding
vraagt een rustige, diepe stem: „kan ik je
helpen, kind?*
Ze ziet haar man ontsteld aan: „Al terug?
Neen, je kunt me niet helpen.*
„Wie weet het ik heb wel eens meer
iets voor je gevonden.*
Hjj grjjpt doelloos naar het kleine pakje
geel papier en opent het. „Laat dat,* zegt
ze heftig en grjjpt er naar „het is van
mij van mjj! En nooit geef ik het af!“
Hare oogen vlammen.
„Neen. Ik het mijne ook niet,* zegt hjj
met trillende lippen.
„Je weet het je hebt het-
„In mjjn schrjjftafel. Bjj je brieven.’t Zou
nu al een groot meisje geweest zjjn.* Er
ligt eeu wereld van droefheid en verlangen
De tentoonsteyu^ustus 190°’
PLANTEN zal jAethouders voornoemd;
Woensdaifc—
Donateurs en Le
hunner kwitantie rj Dahiaht
24 uur en ’s avcJ Dvl i villa
Niet-leden hebbe"
tegen betaling van 1
’s Avonds 7 uur k Qon+ 1000
plaats in de zaal is vtJpL. loUU
16-jarigen leeftijd te
cents per persoon wol I
EN
bjj de St. Janspoort.
neen. Dat niet.
Van een bamboesrieten tafeltje neemt ze
haar sleutelmandje, met een eigenaardig
lachje. Hoe lang nog? Met een doek om de
schouders, verlaat zjj de kamer. Ze gaat over
den corridor van de derde verdieping. De
teringachtige muziekjuffrouw, zingt met
weeklagende stem en verheven uitdrukking
„Hjj is gekomen in storm en regen.* Lize
lacht medeljjdend. Maar waarom eigenlijk
medeljjden? Is die arme dwaas daar mis
schien niet gelukkig in hare phantasieën?
„Heb ik het recht, met iemand medeljjden
te hebben? Zjj gaat nog een trap op. In
de lange gang telt ze de deuren opent no. 6.
Hierboven is het nog tameljjk licht. Koffers,
kisten en kasten vullen de ruimte.
Het zjjn herinneringen aan haren meis
jestijd het kostbaarste wat ze mede ge
bracht had in het huwelijk. Vroeger stond
dat kastje op haar boudoir en die dingen
werden zoo vol eerbied beschouwd. Doch
allengs had Ernst haar zooveel aardige
dingen geschonken, dat het kastje, dat uit
wendig er heel simpel uitzag en niet eens
antiek mocht geheeten worden, naar de
dienstbodenkamer verzeild raakte en hier
door het lot van alle afgoden ten deel viel.
Daar een boek in rood calico, verguld
op sneê. Lise opent het.
„Heden ben ik zeventien jaar geworden.*
Ze lacht weemoedig. Zeventien jaar. Als
een voorjaarslucht je waait het uit de muffe
bladen. Zjj leest brokstukken. Hoeveel zoete
dwaasheid, hopen, gissen, verwachten en
zotternijen. Lise werpt het boek in de kast.
Het is wel zoet, maar zoo vreemd. Was
ik dat voorheen? Iedere bakvisch kon het
geschreven hebben.
Het portret van een tooneelspeler, waar
ze eens verliefd op was geweest, valt haar in
handen. Ze verscheurt het zonder mede-
doogen het geschminkte, afgeleefde ge
zicht boezemt haar afkeer in.
De cotillpu-ruikers en andere kostbaar
heden werpt ze geringschattend in de kast,
de overblijfselen van bloemen vallen uit
elkaar als een bruine, geelachtige stof. Ze
hadden toch voorheen kleur en geur. Maar
die zaken hebben geen waarde, als ze niet
meer kunnen spreken, als hun geschiedenis
vergeten is.
Ze zucht, „’t Schijnt me
heb om mee te nemen.*
Wat is dat? Een klein voorwerp in dun
papier; Lisa lacht reeds te voren met een
zekere geringschatting, terwijl ze het papier
er afwikkelt. In haar schoot valt een klein
babyschoentje. Ze staart er op, lang, lang.
Hare oogen vullen zich met tranen, die
vallen op het schoentje. En zacht, liefko
zend strijkt ze er met de rechterhand over.
Het is een teer, klein schoentje, van zacht
glanzig leer, een beetje met vocht door
trokken; een schoentje waar men zjjn eerste
stappen mee zet.
Korte, nauwelijks tot bewustzjjn gekomen
moedervreugde. Zjj, zelf, half kind nog, had
goederen, in eigendom behoorende
JAN HENDRTK BRIK te Arum.
men tot deskundige, om
vaardeeren AUKE DIJK-
te plaatsen in de Bols-
Bolswardsche Courant.
i
V-.MVUUV.V. UOU L»VOC|O<llgC K1UU, W IC
W -