NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSERAOEEL
e
No. 67. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
MB
ZONDAG 19 AUGUSTUS.
VOORDEN RECHTER.
BINNENLAND.
M
\t
VOOR
uit, Jacobi! zei hij toen. Of QnrPkken die ik met krijgsgevangen
TT.U. sP.£e. <TftHnrende d
gemeen
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Hij 1 aard, 16 Aug. Nu men hier en daar
reeds hoort van aardappelziekte, is het mis
schien niet van belang ontbloot, in herinne
ring te brengen, welk middel sommigen met
goed gevolg toepassen, om het verder voort
woeden dezer ziekte te voorkomen. Het is
algemeen bekend, dat men het onraad het
eerst opmerkt aan de bladeren en dat eerst
later de knollen worden aangetast. Men
verwijdere daarom het loof, zoodra dit voor
’t grootste deel door de ziekte zwart gewor
den is. Men late het echter niet op het land
liggen, want dan zouden de ziektekiemen
eveneens op den grond komen en bij de
eerstvolgende regenbui er verder indringen.
Men ga hierbij echter niet ondoordacht te
werk, door het loof te verwijderen, als het
nog maar voor een klein gedeelte is aan
getast. ’t Is n.l. een misverstand als men
meent, dat de aardappels nog zouden groeien
als het loof er atgesneden is. Door de bla
deren wordt immers het zetmeel aangebracht.
Verwijdert men dus de bladeren en stengels,
dan houdt de groei op. Maar zijn deze deelen
der plant door de aardappelziekte sterk aan
getast, dan kan hunne verwijdering den knol
niet meer schadenintegendeel, de knollen
zullen niet zoo spoedig aan ’t gevaar bloot
staan ziek te worden, als het doode loof
verwijderd is.
Lemmer, 16 Augs. We hebben in ons
dorp een winkelier, die een verwoed Engel-
schen-hater is. Eenige dagen geleden kwam
een ingezetene, die twee Engelschen te
logeeren had, met dezen bij genoemden win
kelier. De Engelsche heeren wilden sigaren
koopen. Hun leidsman kocht ze voor hen.
Toen een der Engelschen daarop echter iu
het Engelsch om een doosje lucifers vroeg,
hoorde de winkelier zoodra niet welke landslui
Laat mjj met rust met uw Jacobi. 1 haai) vooral in -
mü din o-pkkp nndp vn’iaf.or aan 1; f r Middelburg, uiterst geschikt is voo
vrouw je Boeren. Het is woest en bergachtig en
buurt Eu biedt overvloed van prachtige,
XSiugen die »et een aantal
hij in zijn winkel had, of hij stoof op tegen
zijn plaatsgenoot„wat heb je nu gedaan,
heb je Engelschen in mijn winkel gebracht?
Er uit, zeg ik je, er uit, ik wil dat tuig
niet in mijn winkel hebben
Een der Engelschen, die de woorden van
den boozen winkelier begreep, dreigde dezen
de gekochte sigaren naar het hoofd te werpen.
De leidsman voorkwam dit echter en ried
zijn logé’s aan, kalm te blijven en den winkel
te verlaten, waaraan ze, hoewel woedend
op den winkelier, eindelijk voldeden.
(We moeten hier herhalen, wat we reeds
meermalen hebben gezegd, dat het dwaasheid
is op Engelsche touristen te wreken wat
een Chamberlain c.s. hebben misdaan. Dat
men dit toch moge inzien. Red.)
Gisteravond is hier telegrafisch bericht
ontvangen, dat ons muziekkorps „Excelsior*
op het gisteren te Zeist gehouden concours
van harmonie- en fanfarecorpsen den twee
den prijs heeft behaald.
Oostermeer, 16 Aug. De verhuringen
van nagras brachten zeer veel geld op.
Sommige stukken werden bepaald duur
verhuurd. Het gewas staat over ’t algemeen
uitstekend. De waterstand laat zich op het
oogenblik aanzien, dat de vrucht goed te
oogsten is. Het vee mag in het aanstaande
voorjaar wel een flinken prjjs gelden, zul
len de kosten terugkomen en zal de moeite
beloond worden.
Langezwaag, 16 Aug. Hoewel het
aantal boterfabrieken reeds vrij belangrijk
is, vermeerdert dit nog telkens. Zoo worden
er te Benedenknijpe pogingen aangewend
om ook daar eene coöperatieve boterfabriek
op te richten, niettegenstaande er op betrek
kelijk korten afstand verscheidene fabrieken
bestaan. De speculatieve fabrieken krijgen
het hoe langer hoe harder te verantwoorden
en zullen vrij stellig eenmaal het onderspit
moeten delven. Hepk. Adv.bl.
Sneek, 16 Aug. De Raad stelde in
zijne vergadering van heden avond ’t sa
laris van den Directeur-Boekhouder der
gasfabriek vast op f 2060 plus vrije woning,
vuur en licht en onder de verplichting er
niets bij te doen waaraan geldelijk voor
deel is verbonden.
Op verzoek verleende de Raad e. v. ont
slag aan onzen hooggeachte^ gemeente ont
vanger, den heer H. Zeilmaker Wz., en
wel tegen 1 Jan. e. k.
Zonder hoofdelijke stemming legde de
Raad den 88 jarigen grijsaard na genoem
den datum een jaargeld toe ten bedrage
van f 200.
Met zijn f800 pensioen als schoolhoofd,
wenschte de Raad hem by monde van den
Voorzitter een aangename rust toe na zijn
welbesteed leven.
Hem. Oldeph. en NW., 16 Aug. De
„najaarsstormen* in de eerste helft dezer
maand hebben blijkt nu zeer veel
kwaad gedaan aan de graangewassen. Vele
aren zijn leeggeschud, andere geheel afge
rukt. Op onderscheidene akkers in het zui
delijk deel dezer gemeente, waar de garst
in de laatste dagen gemaaid en aan schoo-
ven gezet werd, bestonden vele schooven
van 30 tot 40 pet. uit enkel halmen. Van
de verdwenen aren waren slechts enkele in
hun geheel afgeslagen, de meeste bleken in
grootere of kleinere stukken uiteen- en af
gerukt te zijn, waarbij het kaf (bloem)
steeltje was blijven zitten.
Behalve door den wind hebben de rogge-
garven vrijwat geleden door den regen. Deze
oogst werd in de laatste zonnige dagen bin
nengehaald.
Gaasterland, 16 Aug, Ia onze ge
meente maken de boeren zich het droge
weer van deze week zeer ten nutte. Alle
beschikbare handen zijn n.l. bezig om de
rogge, die nog ia groote hoeveelheden op
de akkers staat binnen te halen. Er wordt
dit jaar veel stroo gewonnen; ook het zaad
valt niet tegen. In vele vaarten dezer
gemeente staat het water zóó laag, dat ze
voor eeaigszins diepgaande schepen onbe
vaarbaar zijn.
Te Bergen-op-Zoom verdronken Don
derdag twee militairen, die op eene verbo
den plaats in de Zoom zich baadden. De
officieren van gezondheid slaagden er niet
in, de levensgeesten op te wekken.
De heer Piet Kruger, kleinzoon van
den President Paul Kruger, wordt binnen
enkele dagen te Kampen verwacht, waar
hij om gezondheidsredenen eenigen tijd met
echtgenoot en kinderen bij zijne familie
denkt te blijven.
't Hoofd van... Een eigenaar van een
„Hoofd van Jut* op de kermis de Rotter
dam noemt zijn instrument „Hoofd van
Chamberlain*. En ’t is een plezier zooals
ge d’r op losslaan^ getuigt de ma».
Er is niet veel te vertellen. Hij is er
vandoor gegaan. Hij was onze eenige. Toen
hij geboren werd, kostte dat mijne vrouw
bijna het leven en de baker zeidie wordt
nog generaal, meneer JacobiHij wordt
nog generaal heeft ze gezegd, maar hij is-
wat anders geworden! Tot zjjn elfde jaar
ging het; hij had een vlug hoofd en was
altijd de eerste. Toen kwam hij in aan
raking met een paar deugnieten, nu, en
toen... toen ging het al verder. Hjj heeft
gestolen, dat is waar. Ik had hem ook aan
gegeven, zoo waar er een God in den hemel
maar de oude juffrouw Behling wilde het
niet. Laat het maar, Jacobi, zei ze, ik
kan het dragen God zal wel helpen, heeft
ze gezegd. En toen was hjj weg. Ik heb
haar het geld langzamerhand terugbetaald.
Van hem heb ik nooit weer iets gehoord.
Gestolen heeft hjj, dat is waar. Maar zoo’n,
zoo’n moo... moord... De oude man stokte
en knikte eenige malen met het hoofd,
maar vervolgde dadeljjk weer op vasten
toon: Nooit kan hij het gedaan hebben,
want hjj had in den grond een goed hart.
En als hjj het toch gedaan had...
Meneer Jacobi draaide zich een weinig
om en zag den gevangene zwijgend aan
daarop richtte hjj den blik weer op den
bodem van zjjn eylinderhoed.
„Dan zou hij het niet hebben overleefd.*
voltooide hjj op heeschen toon den zin.
„Zich opgehangen aan zijne das of de
aderen doorgesneden, of zoo iets, dat had
hjj zeer zeker gedaan.*
De rechter van instructie stond op ter-
wjjl hjj beide mannen beschouwde met
koelen, ernstigen blik. Den koster stond
het zweet op het voorhoofd, de brutale ge
vangene was doodstil. De politieagent stond
van zjjn stoel op, kwam nieuwsgierig een
stap nader en keek met eene uitdrukking
van goedaardig medelijden naar den klei
nen meneer Jacobi, alsof hjj dacht: hoe
zwaar moet het dien man vallen hier zoo
voor den rechter te staan
Die man is dus uw zoon niet, meneer
Jacobi? vroeg de rechter.
Neen antwoordde de getuige.
Wilt ge dat bezweren?
Ja
Dan zal ik u den eed afnemen.
Steek de rechterhand op en spreek mij na
De gevangene hief het hoofd een weinig
op en zag den koster aan. Otto Jacobi stak
kalm de hand op.
„Ik zweer bjj God den Almachtige en
Alwetende,* zoo begon de rechter het
eedsformulier. „Ik zweer bjj God den
Almachtige en Alwetende.* herhaalde de
koster Jacobi, de zuivere waarheid te
zeggen, „de zuivere waarheid te zeggen,
niets te verzwijgen, niets te verzwjj...*
Daar viel de gevangene op de knieën.
„Zweer niet, vader!* schreeuwde hjj op
heeschen toon. „Ik was het, meneer de
rechter, ik heb de oude vrouw gedood
De rechter schoof zjjn bril terecht en
drukte op den knop der electrische bel.
Een agent van politie trad binnen.
Breng den gevangene binnenzei de
rechter, terwijl hjj een grooten bundel
aeten voor zich neerlegde.
Een paar minuten later werd de deur
geopend en de gevangene trad met lang-
zamen, slependen tred binnen; hjj liep tot
aan het hek, legde de handen er op en
wachtte.
Achter hem nam de agent van politie
plaats.
De gevangene was een jongmenschop
zjjn baardeloos gelaat waren diepe sporen
van ondeugd en losbandigheid zichtbaar.
Je ontkent nog altjjd vroeg de rechter.
Ik heb niets te bekennen, antwoordde
de jongeling op heeschen toon. Men moest
mij toch eindeljjk eens laten loopenhet
is toch laag, iemand die niets gedaan heeft,
zoo lang in hechtenis te houden
De rechter liet hem bedaard praten,
speelde ondertusschen met zjjn zakdoek en
wierp alleen zoo nu en dan een kal men,
onderzoekenden blik op den man voor ’t
hek.
Hoe heet je? vroeg hjj daarop plotseling.
De bleeke jongeling lachte met heesch
geluid
Dat zeg ik nu reeds voor de vierde maal
Oskar Walther, geboren hier of daar tus-
Chemnitz en Leipzig. Mijn vader was
ketellapper. Van mjjn geboorte is bjj den
burgerlijken stand geen aangifte gedaan en
ik weet niet, of ik gedoopt ben. Altijd
zwierf ik rond, nu alleen, dan met ande
ren. Het laatst was ik twee jaar in België.
Ja zeker, dat was ik. Ik spreek ook Fransch.
Ik kan dat bewjjzen. Verder weet ik van
niets, meneer de rechter, zelfs niet, waar
om ik nog altjjd hier word vastgehouden.
Ik zal je eens wat zeggen, Oskar Wal
ther! zeide de rechter. Alles wat je daar
vertelt is gelogen. Je bent in den nacht
van 18 Juli in de nabijheid van het huis
no. 37 in de Molenstraat gepakt, twee dagen
nadat de oude vrouw Behling in dit huis
met messteken was vermoord, geslacht, zou
men haast kunnen zeggen. Je werdt ge
grepen, terwjjl je waart geklommen op een
dikken steen aan den voet van den muur
en probeerdet naar binnen te kjjken in de
woning van den koster Jacobi, dien in ’t
zelfde huis woont en wiens vensters open
stonden. Wat wilde je daar? Je zegt, je
waart nieuwsgierig, omdat er licht door
het venster scheen. Ik zeg je, je hebt wil
len luisteren of de menschen ook over den
moordenaar spraken. Want allen, die de
oude vermoorde vrouw hebben gekend,
waren van den beginne af vrjjwel over
tuigd, dat de dader geen ander kon zjjn
dan Hans Jacobi, de zoon van den koster
van St. Marie, die vijfjaren geleden spoor
loos verdween.
De gevangene schudde het hoofd als
iemand, die van verbazing buiten zich
zelven is.
Dan moest toch een van die „allen* mjj
hebben herkend, zeide hjj met onmisken-
baren spot.
De rechter haalde de schouders op.
Ieder heeft getuigd, dat ge precies op
dien Jacobi geljjkt. Meer kan men niet
verlangen. Een jongen van vijftien jaar en
een jongeling van 20 jaren verschillen ge
woonlijk heel wat in uiterlijk, vooral als
de vjjf jaren zóo worden doorgebraeht als
jjj hebt gedaan. Maar dat behoef ik je niet
te zeggenje bent geslepen genoeg om
dat zelf te weten.
De gevangene zette een gezicht, alsof hjj
volkomen idioot was. Hjj weende bjjna.
Ik ben niet zoosteunde hjj. Ik heb toch I y^upatie*
niets gedaan. Ik kan niet eens een hoen honen. p
den nek omdraaien. Dat is waar. Dat j Boeren
kan ik bezweren. I ^eenen T
Hjj zuchtte en sloot zijne oogen alsof r
hjj tranen wilde terug dringen. De kleine,
Veïnrde allereerste plaats moet men niet
vergeten dat het terrein langs de Oosterlyn
vergeten u pretoria naar Delagoa-
l m het Lydenburg-district, dus
achter' Middelburg, uiterst geschikt is voor
dGLlbCi Avj.* karn-a.p.hr.icr eU
De gevangene trok het hoofd tusschen
de schouders.
OchHoe ik dat weet Dat heb ik
maar zoo gezegd. Ik weet heelemaal niets
van het oude wjjf.
Ook niet, dat je voor vjjf jaar, juist toen
je er van door ging, bjj haar reeds inge
broken en tweehonderd mark hebt gesto
len Daarom ging je immers weg, ofschoon
juffrouw Behling je braven vader had be
loofd geen aangifte te zullen doen.
Het hek trilde en kraakte, zoo trok de
jonge man er aan.
Ik weet van dat alles nietsschreeuwde
hjj. Het mankeert u zeker in het hoofd,
anders zou u mjj hier niet zoo plagen.
Dat is een ergerlijke onrechtvaardigheid.
En ik laat me dat niet welgevallenDat
behoef ik niet te doenNeen
Onder ’t spreken had hjj zich zoo op
gewonden, dat de politie-agent een stap
voorwaarts deed. Maar de rechter maakte
eene afwerende beweging.
’t Is goed, Hoferhjj zal wel mak wor
den En nogmaals drukte hij op den knop
der electrische bel.
Breng den man uit den getuigenkamer
hier, zei hjj tot den bode, die binnentrad.
Met loerenden blik zag de gevangene
naar de deur. Dadeljjk daarop werd hjj
doch slechts een oogenblik, doodsbleek.
Een klein, bejaard man, gekleed in zwarte
jas, trad binnen. Op de linkerborst hin
gen een paar medailles, herinneringen aan
den oorlog in de hand droeg hjj een ey
linderhoed. Ook hjj had bjj het binnen
treden den gevangene aangezien, maar
wendde dadeljjk den blik weer af en trad
met militairen pas naar het hek.
Zij t gjj de koster Jacobi vroeg de rechter.
Om u te dienen, Otto Friedrich Jacobi
Tot dusver heeft men u met betrekking
tot den moord op juffrouw Behling niet
in verboor genomen. Ge hadt uitstel ver
zocht. Waarom?
De rechter deed, alsof hjj in de aeten
bladerde. De getuige zag hem geroerd
aan. „Ik heb immers opgegeven dat ik
mjjn vrouw moest begraven,* zeide hij op
doffen toon.
De blik van den rechter vloog naar den
gevangene, maar deze bewoog zich niet
alleen was hjj nog wat bleeker geworden.
O, juist, daar staat het! Uwe arme
vrouw is gestorven. De aandoeningen, op
gewekt door deze vreeseljjke gebeurtenis
hebben haar zeker den genadeslag gegeven.
Ik betuig u mjjn innige deelneming, me
neer Jacobi! En nu, och, duid ’t mijniet
ten kwade wanneer ik u nog meer smart
moet bereiden. Ge hebt immers oorlogen
meegemaakt, en weet, dat daar geen me
delijden is te vinden. Ik ben altijd in den
oorlog, meneer JacobiKjjk dien gevangene
eens aan kent ge hem Draai je eens om
Deze laatste woorden golden den jongen
man voor het hek, die zich zooveel mo-
geljjk van den getuige had afgewend. Otto
Jacobi richtte zich op en keek den gevan
gene aan geen spier op zjjn gelaat bewoog
zich, alleen zjjne oogen kwamen iets verder
vooruit, toen ze den blik zochten van
den man, in wien hjj zjjn zoon zou her
kennen. Deze stond eerst met gebogen
hoofd, maar weldra keek hjj den getuige
brutaalweg in het gelaat.
Nou? vroeg hjj cynisch.
De koster schudde het hoofd.
Ik heb dien mensch nog nooit gezien,
verklaarde hjj toen bedaard.
De gevangene lachte luidkeels en merkte
spottend op
Daar is u toch slecht weggekomen
Zwjjgbeval de rechter wrevelig. Hjj
wendde zich nu tot den cretnio-o on rrn re
1 ‘-'ö
bSnf ge.olga door de
g il van Bloemfontein, begon te wan-
hopen. De overmacht was te verpletterend
t eot dÏT4‘& -1 kaloLen
8W ?W „«ger
corpulente rechter zag hem echter kalm aan den dag hadden gelegd, .uen
aan, met een uitdrukking waarin zoowel „ovanwenschap van
nieuwsgierigheid als humor waren te lezen.
Schei maar r’p 1 ‘k’
wil je liever, Walther?* Het geeft toch
niets; ik geloof toch niet, dat je kunt
schreien. En ik zal je wel krjjgen, wees
daar zeker van
De magere knaap veranderde onmiddel-
Ijjk zjjn gelaathjj werd weer brutaal en
spottend.
Niemand kan wat uit mjj krjjgen, want
is niets. 7
Wat gaat mjj die gekke oude vrijster aan
Hoe weet je toch dat de oude vrouw
Bekling zoo heette ze in de 1
I w» eene oude vrjjster was
Bolswardsche Courant.
SST)
u -o ,.-i
ft