NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD EK WOKSERADEEL.
No. 71. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
ZONDAG 2 SEPTEMBER.
Jflij
Laatste Nieuws.
BINNENLAND.
VOOR
Oorlog EngelandTransvaal.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
er van te onderzoeken, blijft onopgehelderd.
Het oprichten van een monument voor de
kleine martelares valt bij velen in Tilburg
niet in goede aarde, maar wordt als tamelijk
onkiesch beschouwd.
De justitie van Maastricht heeft zich
naar Wijlre begeven, waar een doodslag
heeft plaats gehad onder de navolgende
omstandigheden. Een jongen, die tegen den
wil van den vader kennis had met diens
dochter, kwam den boel opscheppen in de
woning van zijn meisje. De vader, hierover
in toorn ontstoken, heeft een schot op hem
gelost, met het gevolg dat de jongeling
doodelijk werd getroffen en kórt daarna is
overleden. De dader is gearresteerd.
Gistermorgen had bij een draai van
den weg te Breda een botsing plaats tusschen
de Zuiderstoomtram en een rijtuig. Hoewel
de machinist met alle macht remde en de
koetsier zijn paard snel omhaalde, kon toch
niet worden voorkomen dat het rijtuig zwaar
beschadigd werd en het paard, dat onder
de tram geraakte, zoodanig aan de achter-
beenen werd verwond, dat het bij den heer
Smits van Waesberge op stal moest worden
gebracht.
De twee heeren die in het rijtuig zaten,
kwamen gelukkig met den schrik vrij.
Joure. Door de R. K. gemeente alhier
is het huis naast de pastorie aangekocht,
bewoond door R. H. de Jong, naar wij ver
nemen met het doel, op een volgend jaar
daar ter plaatse een inrichting van onderwijs
te stichten.
Joure, 31 Aug. Drie werklieden bij de
firma Wijbren Krijns Co., boomkweekers
en chichoreifabrikanten alhier, met name
Dirk Glas, Ulbe van der Zee en Tiete van
der Zae, respectievelijk 90, 86 en 74 jaren
oud, ontvingen heden morgen bij monde van
den heer Burgemeester de heuglijke tijding,
dat hun door H. M. de Koningin de bronzen
eere-medaille der orde van Oranje-Nassau
was toegekend.
In aanmerking nemende, dat de drie
ouden van dagen hunne patroons een lange
reeks van jaren eerlijk en trouw hebben
gediend de oudste heelt bijna 80 jaren
in dienst der genoemde firma doorgebracht
mag deze koninklijke onderscheiding wel
verdiend worden genoemd.
Bergum, 30 Aug. Onze plaats telt eene
vereeniging, zooals zeker maar weinige
dorpen er eene heeft, ’t Doel er van is
namelijk aan de schooljeugd telken jare een
leest te bezorgen. Ieder lid betaalt een vaste
bijdrage. De aftredende leden van ’t bestuur
zijn niet herkiesbaar, behalve de secretaris.
De bestuursleden vormen de feestcommissie.
Door telkenmale van bestuursleden te ver
anderen, neemt een grooter getal ingezetenen
werkelijk deel aan ’t leest, dat daardoor
meer algemeen wordt. Zoo’n vereeniging
werkt waarlijk gunstig. Vandaag profiteert
de jeugd er van’t is volop feest.
Wijckel, 30 Aug. Voor enkele jaren
vertrok een boerenarbeider van hier naar
Transvaal, zijn huisgezin in ’t vaderland
achterlatende. De fortuin was hem daar
gunstigal spoedig werd hij stationchef te
Johannesburg en na 5 jaar dit ambt bekleed
te heóbeo, heeft hij de zijnen weer opge
zocht. Thans houdt hij verblijf in Utrecht.
Naar de man vertelde, had hij heel wat
beleefd. Hepk. Adv.bl.
De kindermoord te Tilburg.
Zooals gemeld is werd de koster J. van
Isterdael ’s morgens, de schilder Mutsaera
’s middags naar Breda overgebracht. Dit
geschiedde omdat beiden geheel afzonderlijk
in verhoor zijn genomen. De een weet niet
of de ander zich nog in arrest bevindt.
Eerstgenoemde ging bij zijn overbrenging
als gebroken, mat en moe over den weg
hij moest door de politie soms worden voort
geduwd. Bij zijn overbrenging gaf het publiek
meer teekenen van af keer dan toen de
schilder werd overgebracht.
Het gerechtelijk onderzoek heeft niets
vermeldenswaardigs meer opgeleverd.
Beide verdachten blijven ontkennen. Het
bleek dat de koster op 23 jarigen leeftjjd
is gehuwd met een weduwe, die kinderen
heeft en zelf vader is van een dochtertje
en dat bij niet, wat men gezegd heeft, pasge
huwd was. W at men thans ook van hem moge
zeggen, er is uit zijn verleden geen wezenlijk
feit bewezen, dat hem tot oneer zou strekken.
En ook van Mutsaers is niets ernstigs bekend.
Het feit dat hij het pakje zoo langen tijd
onder zich heelt gehouden indien dit
verhaal niet geheel verzonnen is, om de
schuld op den koster te schuiven alvorens
het aan de politie te geven of den inhoud
Na de eerste telegrammen over de ge
vechten in den omtrek van Belfast en
Machadodorp, zijn geen verdere berichten
tot ons gekomen, ofschoon veilig mag worden
verondersteld, dat de krijgsverrichtingen in
dat deel van Transvaal geen oogenblik ge
staakt zijn. Het eenige nieuws van dit
gedeelte van het oorlogsterrein brengt een
telegram van gister uit Lourenzo Marques,
meldende, dat de Engelsche gevangenen te
Nooitgedacht zijn losgelaten. Dit is voorzeker
geen goede tijding, wijl thans Roberts zijn
legermacht weer versterkt ziet met een 2
3000tal manschappen, die dadelijk nadat
zij losgelaten waren naar Watervalboven
zijn opgerukt om zich bij het Engelsche
leger te voegen. Men zou het nu achteraf
jammer gaan vinden, dat Kruger niet op
Roberts’ voorstel is ingegaan om de gevan
genen naar Engeland te laten vertrekken.
W ij herhalen, wat we vroeger reeds zeiden
,’t Is jammer, dat Transvaal geen St. Helena
of Ceylon bezit
President Kruger is met zijn ambtenaren
naar Nelspruit vertrokken, welke plaats ten
Noorden van Barberton, ongeveer 30 K.M.
van Elandsfontein en 90 K.M. ten Noorden
van Machadodorp aan den spoorweg gelegen
is. Hieruit mag de gevolgtrekking gemaakt
worden, dat de Boeren niet alleen met hun
noordelijke stellingen het Lijdenburgsche,
maar ook hun oostelijke stellingen en daarmee
den Delagoa-spoorweg zullen verdedigen.
Ook van de overige deelen van het oorlogs
terrein komen minder gunstige berichten,
o.a. uit Natal, waar de Boeren, naar het
heet, na een vruchtelooze poging om den
spoorweg in die kolonie op te breken, weder
over de Buffelrivier zijn getrokken en Natal
ontruimden.
Hiertegenover staat, dat de Boeren weer
wat meer van zich doen hooren in Zuid-
Transvaal en in den Vrijffaat. Ten Zuiden
van Johannesburg, in de richting van Klip-
stroom, schijnt, naar Central News verneemt,
Danie Theron aan het vechten te zijn, of
schoon omtrent den uitslag van het gevecht,
dat onder een zwaren regen gevoerd wordt,
nog niets bekend is. Te Johannesburg kan
men het schieten hooren.
Ook bij Mafeking wordt sedert eenige
dagen hevig gevochten. Reeds den 25en
moet daar een gevecht geleverd zijn, waar
over Roberts tot dusverre zweeg, maar
waarbij, volgens de officieele verlieslijst, die
tot den vorigen Zaterdag 40,561 bedroeg,
de brigade-generaal Little zwaar in de dij
is gewond. Sedert dit gevecht, omtrent den
uitslag waarvan dus ook nog niets bekend
is, moeten de gevechten en schermutselingen
om Mafeking niet opgehouden zijn. Daily
Chronicle vernam uit Kaapstad, dat bij
Veertienstroomen de Engelschen gedurende
eenige nachten gedwongen waren geweest
in de schansen te slapen.
Wat het Zuidoosten van den Vrijstaat
betreft, ook daar schjjnt het nog verre van
rustig. Uit Maseroe werd geseind, dat men
ieder oogenblik een aanval der Boeren op
Lady brand verwacht, welke plaats tegen de
Boeren zal worden verdedigd 1 Welke troepen
hier ageeren, is niet bekend. Misschien zijn
het de Burgers, die zich onlangs te Senekal
en Betlehem tot commando’s vereenigdent
of mannen van Olivier.
In de voorname tuinzaal van het hotel,
waar by na alle Russen hun intrek nemen,
zit ik met vorst en vorstin Akareff. De
mooie vrouw heeft haar voeten gracieus
over elkaar geslagen en rookt een sigaret.
De muziekkapel van het hotel speelt eene
sleepende wals. Een aangenaam verkoe
lend windje streelt de hooge palmen en
sierplantende gesprekken worden zacht
aan de verschillende tafeltjes gevoerd. Zij
draaien slechts om één themaom den
schandelijken koningsmoord te Monza.
Eene persoonlijke wraak zou ik mij nog
kunnen voorstellen, merkte de vorstin op,
maar dit zijn fanatieke beesten.
Men moet hier een voorbeeld stellen en
op hen de middeleeuwsche folteringen toe
passen, want voor den dood door eenvou
dige terechtstelling zijn deze fanatieken
toch niet bang. Dit zei de elegante vrouw
met zulk een kalmte, alsof zij mij uitnoo-
digde, haar een glas champagne in te
schenken.
Wy groetten. Juis* ging de schouwburg
directeur voorbij, dien de vorstin uitnoo-
digde om aan ons tafeltje te komen aan-
zitten.
Dat zal u ook wel interesseeren. waarde
directeur, meende de Russin. Vertel toch
eens de geschiedenis, je weet wel, na den
moord op de ongelukkige Keizerin van
Oostenrijk, die ideaal-mooie vrouw, wendde
zy zich tot haar echtgenoot, terwyl zij
met eene „chique* beweging van hare
kleine hand hare oogen bedekte, als om
een onaangename herinnering uit hare
gedachten te wisschen, eene beweging,
die evenwel niet vrij van affectatie was.
Dat windt je maar op. Nascha, hernam
de vorst.
Zjj maakte eene zenuwachtige beweging
met het hoofd, die haar ongeduld moest
te kennen geven en op verzoek van den
directeur en my, begon de Vorst zijn ver
telling
„Wegens ziekte van eene nicht mijner
vrouw, moeten wij overwachts Kiew ver
laten, zonder dat wij voor ons een afzon
derlijke coupé hadden kunnen reserveeren.
Al kan men ook bij ons met fooien alles
gedaan krijgen, wordt deze lijn daarvoor
toch te veel bereisd door rijke grondeige
naars, inspecteerende generaals en andere
gewichtige personen. Ik zou er mij feitelijk
wel over hebben heengezet, maar omdat
mijne vrouw zoo zenuwachtig is...
gedachten eensklaps op onzen jonge reis
gezel kwamen. Ik deelde nu mede dat er
een valies en een mantel in de coupé
waren achtergebleven van een passagier,
die in Ziabrowska den trein had gemist.
Een heer, die zich voorstelde als ambte
naar van het gerecht nam die zaken in
beslag en onderzocht het valiesje.
Er lag een gesloten brief zonder adres
in, dien hy openbrak. De inhoud luidde
Als gy dezen brief opent, leeft graaf X...
niet meer. Ik heb hem, in opdracht der
eedgenooten, gericht, doordat ik bij het
naaien van een knoop aan zijn mouw, dien
ik ongemerkt had afgetrokken, met een
injectie-naald een snel doodend vergif in
zijn arm gespoten heb. Zoek maar niet
naar my, want ge zult mij, noch iemand
mijner eedgenooten kunnen snappen. On-
derteekend met drie kruisen.
Het verhaal van den vorst was ten einde.
De vorstin staarde voor zich henen en
zeide zacht:
Nooit heb ik mooier, innemender man
gezien dan dien anarchist.
De wals was overgegaan in een vroolijke
potpouri, maar de stemming was voorbij.
Dat weet ik wel, zei de directeur, toen
hij opstond, ik laat mij in Rusland nooit
knoopen aan mijn mouw zetten.
Hij heeft namelijk het idéé fixe, dat ik
zenuwachtig ben, maar hij is het juist,
onderbrak hem de vorstin met een onte
vreden blik.
Daarom was ik erg verheugd, toen ik
aan het station graaf..., u neemt me niet
kwalijk, dat ik zijn naam niet noem, nt-
moette, die voor eene inspectie der gou-
veruementskas, als een van de almachtige
personen van het Russische ministerie van
Financiën, en als zoodanig in het geheel
niet bemind, eveneens naar het Noorden
moest reizen.
Om gevrijwaard te worden dat vreemde
lingen in de coupé zouden plaats nemen,
noodigden wij den graaf uit om met ons
de coupé te deelen, welk voorstel hij gaarne
aannam. Zijn gezelschap was ons zeer
aangenaam, want ik heb zelden iemand
gezien, die meer volmaakt „gentleman*
was dan hjj. Nergens zoude men een
kostuum meer in „style* gevonden hebben
dan by hem, waarom men hem dan ook
schertsend den Russischen Prins van Wales
noemde.
Te Njeschin ging de deur van onze
coupé open, een zeer elegante vreemdeling
trad binnen en nam plaats vis-a-vis van
ons, naast den graaf, die dat schijnbaar
niet erg aangenaam vond. De jonge man
trok zyn mantel uit, haalde uit zijn hand-
valies eene nette muts van beverhuid, en
zette die op.
Wjj spraken juist over den moord op
de Keizerin van Oostenrijk. Mijne vrouw
liet zich tamelijk hard uit over de anar
chisten en merkte op dat het nihilisme in
Rusland gelukkig byna geheel had opge
houden te bestaan en dat het er voor een
regeerend persoon maar op aankwam, of
hij er tact van had, zich geliefd te maken
of niet.
Het jongmensch, wiens trekken mijne
vrouw al geruimen tijd schenen te boeien
verdedig je maar niet, kindje, je hebt het
mjj later zelf bekend, mengde zich in ons
gesprekNeem mij niet kwalijk dat ik u
tegenspreek. Bij de anarchisten doet het
er in het geheel niets toe of de persoon
geliefd is of niet. Hun moorden richten
akchts tegen de waardigheidv die in
den persoon wordt belichaamd. De orga
nisatie van het nihilisme is daarenboven
bewonderenswaardig. Ik bewonder steeds
den moed, waarmee zij hun plicht vervul
len, zonder een oogenblik te aarzelen.*
U neemt daar geheel de partij voor deze
bandieten op, meende de graaf en zag hem
eenigszins wantrouwend aan. Zelden zag
ik minzamer en betooverender lach als op
dat oogenblik, toen de jonge man op kal-
meerende wijze, zijne hand op den arm
van den graaf legde en een anderen toon
aanslaande, zeide: Wie van ons, die de
een of andere invloedrijke positie bekleedt,
heeft wel eens niet eenen dreigbrief ge
kregen waarin hem öf met den dood öf
met de onthulling van zekere duistere
zaken, die dikwijls eenen moreelen dood
tot gevolg hebben, gedreigd werd?
Inderdaad. Voordat ik Petersburg ver
liet, ontving ik zoo’n brief
En wat stond er in vroeg mijne vrouw.
Niets bijzonders, men beloofde mij, den
bloedzuiger, zooals ik daarin heet, te dooden,
of m. a. w. dat ik als lyk in Petersburg
zou aankomen.
Wij lachten er hartelijk om en het ge
sprek begon zeer geanimeerd te worden.
De „garfon* bracht ons voor de derde
maal eeu rondje sherry, en over ons kwam
een behaaglijke stemming, alsof wij, in
plaats van in eene coupé in het een of
andere Petersburgsche salon zaten.
De jonge man was allerinnemendst.
Daarbij een zeer beschaafd, veelzijdig
ontwikkeld, en welbespraakt mensch, zoo-
dat de graaf plotseling geheel verbluft
uitriep: Verduiveld, u weet waarachtig
alles, en kunt alles.
Verstaat u misschien ook de kunst van
koken
Meer dan dat - zelfs de kunst om
kleeren te maken. En als u het mij toe
staat, zal ik dadeljjk een proeve daarvan
afleggen, door dezen knoop weer aan uw
mouw te naaien. Hy raapte den knoop
op, die op den grond gerold was, maakte
zijn necessaire open, nam er naald en
draad uit en zonder verder te letten op de
tegenwerpingen van den graaf, begon hij
den knoop aan de mouw te zetten.
De graaf was meer verwonderd over ’t
feit dat er een knoop van zijn kostuum
af was, dan over de kleermakerskundig-
heden van zijn buurman. Hjj verzekerde
ons dat het de eerste maal was in zijn
leven, dat er aan zijn uiterljjk iets ontbrak.
Wij geloofden hem en verwonderden ons
dan ook over het geval. Vol ergernis
zeide de graaf:
Ik zal dadelijk mijn bediende wegsturen.
Zoo iets mag niet voorkomen. Bij mij
tenminste niet.
Een smartkreet dadelijk daarna een
lachen, een verlegen gestamel van „neem
mij niet kwalijk* van het jonge mensch,
dat aan zijn vinger trok.
Lachend beweerde de graaf, terwijl hij
aan zjjn arm wreef: Het stelt me ten
minste gerust, dat gij u ook geprikt hebt
en niet mij alléén en dat gij ons het be
wijs hebt geleverd dat u toch niet elke
kunst verstaat.
Kort daarna reden wij het station Zia
browska binnen. De jonge man steeg uit,
om een luchtje te scheppen, en bood zich
aan om voor ons wat kaviaar van het
buffet mee te brengen. De trein zette
zich in beweging, ik ijlde naar het raampje,
zag nog onzen medereiziger over het perron
den trein narennen, levendig met den
stationschef debatteeren, toen onttrok
een dichte wolk van stoom hem aan mijn
gezicht.
Wjj besloten den mantel en het hand-
valiesje in Petersburg aan het bureau voor
gevonden voorwerpen af te geven en had
den wel wat medelijden met het jonge
mensch, dat in de vervulling zijner rid
derplicht den trein had gemist.
Vooral mijne vrouw was ontroostbaar.
De graaf werd stil, plotseling zagen wij
dat hij was ingeslapen. Daar het nacht
werd, deden wy hetzelfde en legden ons
in een hoek van de coupé te slapen.
Toen wy ontwaakten was het al hèl dag.
De graaf zat nog tegenover ons, in dezelfde
houding als den vorigen avond. Zijne ge
laatstrekken schenen mjj blauwachtig toe
en zijne gesloten oogen ingevallen. Ik
vreesde dat hy niet wel was geworden en
wilde den ouden heer wekken. Toen ik
zyne hand greep, was zij koud. Ik schudde
onzen vriend heen en weerstijf viel hy op
éen zijdede graat was dood.
Ik alarmeerde dadeljjk den conducteur,
die het afschuwelyke voorval aan het eerst
volgende station meldde. Een dokter werd
spoedig gehaald en constateerde dat de dood
reeds den avond te voren was ingetreden,
ik weet niet i»eei\ door welk toeval mjjne
Bolswardsche Courant.