NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
SB WBMBAÖKBE
No. 72. Verschijnt Donderdaggen Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
BINNENLAND.
DONDERDAG 6 SEPTEMBER.
Engeland en de s=—
Boerenrepublieken.
i J
VOOR
INGEZONDEN.
I
ver is, dat ikmij
J
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Als inleiding willen wij echter bovenstaande
niet weigeren, daar wij er blijken in meenen
te zien van een goede gave van opmerken,
gestoken in een populair en vorm.
Redactie.
Mijnheer de Redacteur.
Ik wou wel eens een vertrouwelijk woordje
met u wisselen. Wij kennen mekaar wel
niet zoo speciaal, maar toch wel van aanzien,
en... ik zal er maar dadelijk mee aankomen,
waar ’t mij om te doen is, ik wilde wel af
en toe een stukje in je krant schrijven,
’k Zal je zeggen, wat daar de aanleiding
toe is geweest. Een heele tijd geleden heeft
er in uw krant een artikeltje gestaan, waarin
een zekere „Keesje* aanbood om zoo nu en
dan een kolom in uw blad te vullen. Hij
zou schrijven over de dingen, die ons,
Bolswarders, zooal interesseerden hij somde
reeds eenige onderwerpen op, die door hem
zouden worden behandeld, en zie wij
hebben later niet meer van hem gehoord.
Is hem iets overkomen, mijnheer Of is ’t
U ook onbekend?
Wij dat zijn uw onderdanige dienaar
en zijne huisgenooten waren nieuwsgierig
en ik meen zelfs belangstellend, wat die
„Keesje8 te vertellen zou hebben, doch bij
ieder nommer uwer krant werd onze ver
wachting weer teleurgesteld. „Misschien is
Keesje ziek*, zeiden weten laatste werd
mijn vrouw bepaald ongerust over hem, en
nog altijd ziet ze de „Burgerlijke Stand*
aandachtig na, maar ze heeft hem onder de
overledenen nog niet gevonden, zegt ze.
Toch geven we de hoop op, hem nog in uw
Blad te ontmoeten, want er zijn toch dezen
zomer hier wel dingen gebeurd, die de aan
dacht van „Keesje* zullen hebben getrokken.
Wat de redenen van zijn stilletjes weg
blijven ook mogen zijn, ik wil er niet verder
over peinzen, maar dat artikeltje van hem
wekte mij allengs op, om te beproeven of
ik ook niet in de krant kan schrijven. Wij
hebben dat sedert alzoo dikwerf besproken
bij ons in huis natuurlijk dat ik ten
laatste de stoute schoenen maar aantrek.
Je moet weten, dat ik veel vrijen tijd
beschikbaar heb. Ik rentenier zoo wat
voor baantjes, bestuurslid van een of andere
vereeniging, of commissielid voor eenige
instelling ben ik nog niet in aanmerking
gekomen, en nu wil ik toch wel wat te
doen hebben. Myne vrouw, die als ’t er op
aankomt, nog wel zoo goed geletterd is als
ik, heeft het mij sterk aangeraden. Jochem*,
zei ze al wel tienmaal, „je moet je maar
eens laten hooren, men kan nooit weten,
waar ’t goed voor is.“
Nu ’t dan eindelijk zoo
tot je wend, wil ik wel ronduit verklaren,
dat mijn hart wel een beetje vlug rik-tik
doet, maar ik vertrouw op de hulp mijner
huisgenooten. Zie, mijnheer, ik houd er niet
van om mij anders voor te doen dan ik ben.
Ik houd van recht door zee Ik wil op mijn
kennis niet pochen, liever roem ik met
Paulus op mijn zwakheid. Ik pronk niet
graag met eens anders veeren en zeg dus
ronduit, dat mijne vrouw mij zal helpen, en
die heeft van vele zaken verstand, dat ver
zeker ik u. Zij heeft in hare familie ver
schillende geletterde lui, en zij heeft er zelf
ook wel een aardig tikje van beet. Met de
spelling der woorden zitten wij vaak allebei
verlegen, doch daar is onze Klaas goed voor.
Die jongen hoopt bij welwezen en gezond
heid het volgend voorjaar zijn 13en ver
jaardag te vieren en die is al „deurleerd*,
dat beweert hij zelf en ik geloof het ook
wel. Óm mijn sigaren machtig te worden
was hij tenminste al lang „deurleerd*, en
dan zal hij het in de schoolzaken ook wel zijn.
Dan hebben wij bij ons aan huis mijn
schoonmoeder en heusch, dat is met mijn
volle toestemming en goedvinden. Het is
een goed mensch en zeer kras voor haar
jaren. Zij heeft soms wel wat verouderde
denkbeelden, maar toch een helder oordeel.
Haar wederga om achter de geheimen te
komen, zou ik wel eens willen zien. Ik
zal u daarvan bij gelegenheid wel eens
proeven laten zien.
Om je maar direct geheel met mijn dage-
Jijksche omgeving bekend te maken, moet
ik je nog mededeelen, dat onze buurvrouw
haast eiken dag wel eens of meermalen bij
ons komt inwippen dat is meest omdat
mijn schoonmoeder dat zoo gezellig vindt,
en dan komt mijn neef Harmen die
woont al heel lang in Bolsward ook haast
iederen dag een praatje maken en dat
vind ik nu heel gezellig. Dus, mijne vrouw,
onze jongen, mijn schoonmoeder, buurvrouw,
neef Harmen en mijn persoontje, dat maakt
juist een half dozijn. Wat de een niet ziet,
merkt de andere vaak op en zoo hebben
wij steeds overvloedig stof om er over te
praten. Daaronder komt natuurljjk heel wat
voor, dat de inkt niet waard is, maar er
komen ook soms dingen ter sprake, die voor
uwe krant mij wel geschikt voorkomen.
Vooral neef Harmen, die nog al aan politiek
„Wij allen wenschen eiken dag, dat Enge
land om zichzelfs wille, om der wille van
de wereld, voor zulkeen einde bewaard
moge bljjven, maar onze hoop daalt snel
na deze proclamatie, na dit teeken van de
eindelijke nederlaag, zelfs al volgt een tijde-
Ijjke overwinning. Moge de daad ongedaan
worden gemaakt en een eervolle vrede
volgen, eervol voor Engeland en voor zijn
tegenstander, die door zjjn dapper verzet
zijn recht op de onafhankelijkheid heeft
bewezen. En als deze vrede onmogelijk
mocht zijn dan is het beter te vallen
met eere dan de vlag te bezoedelen door
misdaden van deze soort.*
Zuidwesthoek, 3 Sept. Wegens de
groote hoeveelheid gras in de hooilanden
zijn vele boeren hier opnieuw begonnen te
maaien. Bij voorkeur laten ze het gemaaide
tot hooi wordenwordt het weer echter
ongunstig, dan gaat men inkuilen, waarmee
enkelen reeds begonnen zijn. Ook de wei
landen staan naar wensch en bieden alzoo
volop voedsel aan het vee.
Witmarsum. De uitgestelde kaats-
partij onder de leden van „De Concurrent*
Pad Zondag j. 1. plaats. Ofschoon het weer
minder slecht was dan den vorigen Zondag,
was het toch nog slecht genoeg, om den
wedstrijd niet geheel tot zijn recht te doen
komen. Wel werd er als altijd flink ge
kaatst, maar voor het publiek was 't koud
genoeg, om van den strijd recht te genieten.
Van de 30 parturen die elkaar de over
winning betwistten, bleken J. Kooistra, S.
Tolsma en L. Boersma het sterkst te ziju
zij behaalden den prijs. De le premie werd
gewonnen door Tn. Steensma, D. Ngland
en J. W. Buwalda, de 2e door S. Buwalda,
W. Rienstra en H. Wiersma, de 3e door
A. Buwalda, S. Kooistra en Sjoerd Tolsma.
Prijzen en premiën bestonden uit kunst
voorwerpen.
Soudel, 3 Sept. Terwijl de landb. W. S.
alhier gister morgen naa. de weide reed om
te melken, schrikte het paard voor een op
vliegenden eendvogel, sloeg op hol met den
inmiddels gebroken dissel en raakte al
spoedig te water; eenige kwetsuren waren
het gevolg. De wagen onderging hetzelfde
lot, evenals de knecht en de arbeider. De
eerste van deze personen raakte er geheel
onder, de laatste halverwege. Met moeite
werd het erg gehavende rijtuig weer op het
droge gebracht.
De boer werd verwond.
Sueek, 4 Sept. In de raadszitting van
hedenavond werd ’t salaris van den te
benoemen gemeente-ontvanger met f 200
verhoogd en alzoo gebracht op f 1400. De
zakelijke borg werd vastgesteld op Vio van
’t gemiddeld bedrag van de inkomsten der
laatste vijf jaren of f 22000.
Tot onderwijzeres in de handwerken
(assis ente) aan school no. 2, benoemde de
Raad met 10 stemmen mej. R. Wiarda
alhier. Aan de hh. N. J. Beverse en van
Heurne, die een subsidie van de gemeente
vragen voor den aanleg van een tramweg
StavorenSneek, zal worden bericht, dat
de Raad niet eens ’t voorstel van genoemde
heeren in behandeling zal nemen, voor ’t is
gebleken dat gemeenten voar wie bedoelde
tramwegen een levenskwestie is, zich voor
de zaak gaan interesseeren.
Aan den heer J. J. van Velzen werd op
diens verzoek weer de jaarlijksche grati
ficatie van f 100 verleend.
Een zeer waardeerend woord wijdde de
Voorzitter aan ’t raadslid, den heer Joh.
Gorter, die van eene gevaarlijke operatie
hersteld, na wekenlange afwezigheid heden
avond weer de zitting bij woonde.
Gaarne had de Voorzitter de zitting be
paald op 7 Sept., ornaat op dien datum de
heer G. juist 25 jaren raadslid was.
V oor de vacature van leeraar-directeur
aan de H. B. School en leeraar aan het
gymnasium alhier hebben zich slechts twee
sollicitanten aangemeld.
Een derde sollicitant heeft zich terugge
trokken.
Zekere K., vroeger inwoner dezer stad,
gedurende eenige dagen alhier omzwervende
en volgens zjjn zeggen teruggekomen uit
de Transvaalsche Republiek, heeft Zaterdag
avond bij den heer P. Reinouts van Hage
een paar kistjes sigaren weggenomen, ten
einde onder dak te kunnen komen. Voor
hij dit feit bedreef, had hij bij de politie
om nachtlogies gevraagd die toen echter
geen termen vond hem het gevraagde te
verleenen, Thans bevindt hjj zich in armh
Een protest van professor Blok.
Het protest door professor dr. P. J. Blok,
hoogleeraar in de geschiedenis aan de Uni-
versiteit te Leiden, aan de Morning Leader
gezonden, luidt, gelijk het H.blad verneemt,
als volgt
„De commentaren van de Britsche pers
over de laatste proclamatie van lord Roberts
in Transvaal, hebben mijn oogen geopend
voor de noodzakelijkheid om nogmaals te
protesteeren als mensch en als Nederlander
tegen de eigenaardige wijze, waarop de
Britsche regeering en het Engelsche volk
handelt tegenover de ongelukkige bevolking
van Hollandsche afkomst in Zuid-Afrika.
„Er was een tijd, toen een van onze voor
naamste mannen met de volle goedkeuring
van allen, die zich erop mochten beroemen
door geboorte, stand en opvoeding, te be-
hooren tot de eerste klassen van ons land,
mocht zeggen: „Als ik geen Nederlander
was, zou ik een Engelschmanwillen zijn*.
Zoo groot was onze eerbied voor en onze
dankbaarheid jegens Engeland voor wat
het gedaan had voor de kunst, de letteren,
de wetenschap, den handel, de nijverheid,
het sociaal leven, de vryheid en de mensch-
heid; zoo groot was onze sympathie voor
uw natie, onder alle naties van Europa die,
welke met de onze het meest overeenstemde
in karakter, belangen en instellingen. Als
die man nog leefde om te zien wat uw
regeering, gesteund door de meerderheid van
uw volk het laatste jaar heeft gedaan, vrees
ik neen, weet ik dat hij zjjn woord
van sympathie niet zou herhalen.
„Maar ik wil nu niet spreken over dien
onrechtvaardigen, dien schandelijken, dien
onzaliger! oorlog in het algemeen, hoeveel
ik ook over dit droevig onderwerp zou
kunnen zeggen, hoe diep medegevoel ik ook
koester voor het Britsche volk, dat zijn
ondergang te gemoet gaat, zijn zedelijken
ondergang eerst en dan zijn staatkundigen
en economischen ondergang. Deze onder
gang komt misschien niet in de onmiddel
lijke toekomst, hij is toch onvermijdelijk,
gelijk de vloek volgt op de daad. Ik wil
nu spreken over de schandelijke proclamatie,
die lord Roberts in de oogen van de nako
melingschap zal brandmerken met den naam
van den Engelschen Alva, of, om een minder
ver verwijderd voorbeeld te nemen, van den
Engelschen Weyler, gelijk reeks eenige van
uw bladen hem met vreugde hebben ge
noemd om hem te prijzen.
„Hoe is het mogelijk dat een Engelsch
veldmaarschalk, een Engelsch generaal, een
Engelschman zulk een misdadig stuk kan
afkondigen en dat Engeland niet als één
man opstaat om zulk een verraad aan de
vrijheid, aan de rede, aan de humaniteit te
beletten? Hoe is het mogelijk dat er één
blad in Engeland is, dat zijn stem niet
verheft in den naam van de gerechtigheid
en der vrijheid, om de daders van zulk een
ten hemel schreiend misdrijf terug te roepen?
Maar wat zien onze verbaasde oogen Stilte,
drukkende stilte aan de eene zijde en goed
keuring, geestdriftige, krankzinnige goed
keuring aan den anderen kant. Tegen ver
schijnselen van dezen aard kunnen geen
argumenten helpen, niets dan een woord
van protest in den naam van ik durf
zeggen vele honderdduizenden in ons
land en van miljoenen in het overige Europa
en in Amerika.
„Volk van Engeland, aanzie de dingen
die in uwen naam worden gedaan, die uw
naam zullen bezoedelen tot in alle eeuwig
heid Volk van Engeland, kom tot uzelf,
keer terug tot uw gezonde, uw edele be
ginselen, denk aan uw eer, de eer van uw
kinderen, die niet bevlekt mag worden
door de afschuwelijke Spaansche handeling,'
die in welsprekende bewoordingen is afge
keurd door uw beste geschiedschrijvers, uw
beste mannen, zelfs nog twee jaren geleden,
toen Weyler op Cuba het optreden van
Alva in de Nederlanden herhaalde 1 De
volken van Europa en van Amerika ver
bergen hun aangezichten van schaamte,
omdat zulk een zaak mogeljjk is in deze
eeuw, mogelijk is in Engeland! En bedenk
dat Alva en Weyler geen voordeelen heb
ben gezien van hun gruweldaden, maar
dat zjj het begin hebben gekenmerkt van
een schandelijke en noodlottige nederlaag
en van den algeheelen ondergang van de
Spaansche heerschappijMeae Tekel l
doet, weet wel eens aardige opmerkingen
te maken, die wel verdienen, in ruimer
kring bekend te worden. In de schemer
uurtjes wil ik dan die gewichtigste be
schouwingen opteekenen, dan kan mijn vrouw
er haar oordeel over laten gaan, daarna
onze Klaas het overschrijven, en dan wil ik
’t u gaarne afslaan voor de krant. Een verzoek
of eigenlijk een conditie heb ik daarbij, n.l.
dat u aan de gezonden artikelen niets ver
andert. Mijne vrouw zei ook: het moet er
nu niet mee gaan als met de oorlogsberich
ten, er moet geen censuur over uitgeoefend
worden, want dan kan je der in ’t geheel
geen staat op maken. Ik wil er je èn pas
sant (dat woord is van onze Klaas) nog wel
even op wijzen, dat ik volstrekt geen oor
logsberichten wil schrijven, slechts wil ik
hier en daar wijzen op zaken die naar mijne
meening de aandacht verdienen. Misschien
dat dan door mijn geschrijf de aandacht ook
wel eens valt op mij zelvenals er eens
weer een verkiezing of benoemingen plaats
hebben maar dat laatste moet natuurlijk
stipt tusschen ons tweeën blijven hoor!
Ik geloof wel maar nogmaals hoor,
deze mededeeling geschiedt in vertrouwen,
dat ik een raadszetel wel behoorlijk zou
kunnen vullen. Nu met de kermis woog ik
192 pond, dus wel een respectabel gewicht,
vindt u niet Dat doen de meeste raads
leden mij niet na. Ja, ik moet er wel om
lachen, maar weet je, wat mij zoo in de
gedachte schoot, toen ik in dien weegstoel
plaats nam Het zou wel eens nuttig zijn,
als men een toestel vervaardigde, waarbij
men de menschen eens geestelijk kon wegen.
Je zou dan maar naar een wijzer behoeven
te zien, wie de degelijksten zijn, ’k Geloof
bepaald, dat er wel waren, die niet meevielen,
en omgekeerd ook wel, die geestelijk zwaar
wogen. Toen ik die gedachte den volgenden
dag aan tafel zoo meedeelde viel Klaas mij
eensklaps in de rede en zeiMaar pa, het
verstand wordt niet bij’t gewicht verkocht
Korrelig a!s ik werd door die opmerking
voegde ik hem toe: „Dat ’s voor jou mis
schien maar gelukkig, zwijg jij maar hoor
en hij hield zich ook stil maar om zijn
mondhoeken las ik de uitdrukking „en voor
U dan doch zoo is de jeugd helaas wel
meer.
Echter ik dwaal af. Ik wilde U onder
de roos even vertellen, dat ik er volstrekt
niet tegen zou hebben, dat er in de kies-
vergadering bij gelegenheid eens iemand een
goed woordje voor mij deed. Je weet wel
ik ben nog wel geen lange jaren in Bolsward,
maar toch ik wandel nog al eens, en ben
goed met de straten onzer stad op de hoogte.
Uok konden bij de slimste en gewichtigste
zaken mijne vrouw en neef Harmen mij
met hun raad ter zijde staan, evenwel dat
zijn zaken van later zorgals het eenmaal
zoover is, zal dat wel schipperen.
Maar M. d. R.l U zal wel willen weten,
alvorens at en toe een kolommetje aan mij
af te staan, waarover ik het zoo al hebben
zal, en dan zit ik met het antwoord wel
wat verlegen. Keesje noemde vroeger eenige
onderwerpen op, maar heelt zijn belofte met
gehouden, en dat is steeds leelijk. Dat zei
uuurvrouw gister ook, toen ze bij ons bin
nenstapte. „Zie zoo,* zei ze, „daar ben ik
toch nog, maar als ik ’t niet beloofd had
een kopje thee te komen drinken, waar
achtig ik was thuis gebleven, want ik heb
hoofdpijn, en ben anders ook niet al te goed,
maar mijn woord breken, dat wil ik niet,
want dat is leelijk.* Nu de hoofdpijn scheen
nog al gauw te bedaren, en buurvrouw heeft
het verre van leelijk gedaan, want ze deed
veel meer dan ze beloofd had. Ze liet het
lang niet bij één kopje thee en bleef nog
koffiedrinken ook.
ik wil liefst ook niet leelijk doen, en
daarom beloof ik niets. Ik heb reeds gezegd,
dat ik zal opteekenen wat van de verhan
delingen in onzen huiselyken kring mij be
langrijk genoeg voorkomt voor de krant.
Zaken alswie de beste groenten verkoopt,
waar de meid de deur is uitgeloopen, waarom
die of die op reis is en waarheen, dergelijke
laat ik rusten. Enfin, je kunt mijn epistels
eerst lezen, en ik zelf neem de volle ver
antwoordelijkheid op mij. „ligt en waar
heid* stond in de kermis op het tentje van
een somnambule, „en oo fer tuig u wan de
de waar heid,* en daar houd ik mij steeds
aan, bij mijn
PRAATJES OVER DIT EN DAT.
Uw dw. Dienaar,
JOACHIM OPMERKER.
Bolsward, September.
Wanneer de geachte inzender zaken van
algemeen belang heeft te bespreken, stellen
wij gaarne onze kolommen voor hem dispo
nibel, evenwel meenen wij de plaatsruimte
niet te mogen besteden voor mededeelingen
vm syu huisel^lcen krinfy
6
Bolswardsclie Courant.
f'
s