NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WONSERADEEI. No. 74. Verschijnt Donderdaggen Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900. DONDERDAG 13 SEPTEMBER. Praatjes over dit en dat BINNENLAND. VOOR INGEZONDEN. herrie Rcpk. Adv. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. dezen valt in een fabriek van dien omvang niets te beginnen. Uw. Dw. JOACHIM OPMERKER. Bolsward, September 1900. de meer er „Ja Wommels, den 10 Sept. De herbergen moeten in deze gemeente ’s avonds om 10 uur gesloten zijn; gedurende de kermis ecnter had de Burgemeester vergunning gegeven tot 2 uur in den nacht. Toen de veldwachters na 2 uur een openstaande herberg binnen gingen, vonden zij aldaar drie personen, die weigerachtig waren om te vertrekken, voorgevende logeergasten van den kastelein te zijn, en dat zij op het nacht- register waren ingeschreven. De politie vroeg inzage van dat register, en zag dat, behalve de drie weerspannigen, een groot aantal personen, allen woonachtig in de kom van het dorp, er voor dien nacht op waren inge schreven. Onder die allen kwamen voor: de gemeente-Secretaris en een hoofdonder- wyzer, beiden met hunne vrouwen, ja zelfs dominé's juffrouw was niet vergeten. Men zegt dat de politie onderzoekt wie de tiauwe grap heelt uitgehaald om al die namen op het register in te schrijven en tegen de drie personen, die weigerachtig bleven om te vertrekken zelfs nadat de Burgemeester hen persoonlijk had aange maand om heen te gaan, zal zeker wel procesverbaal worden opgemaakt. Franekeradeel, 10 Sept, Dat valt niet mee. Sedert eenige maanden kwam tot ons het gerucht, dat men eerlang voor de helft van den thans per spoor kostenden prjja van Franeker tot Leeuwarden zou kunnen reizen. De in aanleg zijnde tram zou die gelegen heid aanbieden; zoo zei men. Intussonen noemen de tram-tarieveu een prijs, die niets verschilt met dien per spoor. Zoo maakt men zich soms bljj met een doode musch. Een goedkooper overtocht van Franeker naar Leeuwarden blijft zeer gewenscht en zal het verkeer doen toenemen. Komen zal ze ookde concurrentie van tram en spoor leiden daartoe. Hebt even geduld Nader vernemen we, dat er gisterenavond met den laatsten trein uit Groningen nog een man en een vrouw zijn gearriveerd. Er ontstond zooveel opschudding, dat de politie de menigte met de blanke sabel uiteen joeg. De werkloozen waren den geheelen dag aan het station, om op van elders aange voerde krachten te letten en dezen te overreden, terug te keeren. Menig buiten man, van den trein komende, zag vreemd op van deze ongewone drukte. Tzum, 10 Sept. Een goede manier om kwestiën in den veehandel te berechten vonden we in de handeling van een paar veehouders. Een boertje te Tzum vond aan zijn op de markt gekocht rund iets, waardoor het beest zeer vermagerde. Den vroegeren eigenaar, wonende ginds aan De Dollard, werd kennis van een en ander gegeven en het vermoeden werd uit gesproken, dat het beest lijdende was aan tuberculose. Een drietal uit het Groninger bovenland kwam over, o.a. een slager en een vrouwtje om het beest te herkennen. En zij herkende het niet alleen, maar ook het beestje, dat zij zoo vaak gemolken had, herkende haar. Het vrouwtje, dat uitstekend het woord kon voeren, vond ook, dat „it kuutien er neit zoo goud meer oete see“. Spoedig werden partijen het eens. Het beestje werd op gelijk of ongelijk geslacht, mede in tegenwoordigheid van een veearts, en nu bleek, dat geen tuberculoseaanwezig was, maar dat het rund leed aan een gebrek aan het gier, welk gebrek na den verkoop ontstaan kon zijn. Het vleesch van het geslachte beest bleek voor comsumplie geschikt te zijn. De kooper lijdt natuurlijk schade en de verkooper even eens wegens gemaakte reiskosten, maar het pleit is in der minne beslist, buiten kosten van rechters, advocaten en deurwaarders, terwijl bij slot van rekening de partijen elkaar nobele menschen vonden. Het Bestuur der Coöperatieve Verbruiks- vereeniging „Excelsior" zal aan de leden voorstellen, voor f200 brood te bakken en dit aan de werkloozen uit te deelen. Heden middag een huishoudelijke ver gadering. Het gaat de fabriek met het werven van nieuw volk tot dusver niet vlug af en de stakers zijn vast besloten, om coute qui coute vol te houden. Het conflict aan de Leeuwarder Cartonfabriek. Leeuwarden, 10 Sept. In den stand der zaken aan de Stroocartonfabriek is nog geen verandering gekomen. De leiding van de werkstaking berust thans bij de Besturen der Arbeiders-vereenigingen te dezer stede, in overleg met het Ned. Arb. Secretariaat, die de werkloozen zooveel mogelijk willen steunen. Op enkele plaatsen in de stad zijn bussen geplaatst voor het ontvangen van giften, die ook bij eenige, met name ge noemde, particulieren kunnen worden inge zonden. Heden werd ons van de zijde der arbeiders het volgende meegedeeldTot Zaterdag middag twaalf uur konden de stakers nog weer aan het werk gaan. Die niet verscheen, zou als ontslagen worden beschouwd. De uitgeslotenen mochten echter geen van allen de fabriek weer binnen. Slechts een drietal stakers meldde zich op het bepaalde uur aan, zoodat de toestand onveranderd bleef. De dag van gisteren (Zondag) is niet zonder woelingen voorbijgegaan. De chef en Brust begaven zich ’n paar malen per rijtuig naar het station, om nieuw aangeworven arbeiders (meest uit Groningen) af te halen. Telkens verlokte dit een groote menigte, onder wie de stakers en uitgeslotenen, om het rijtuig te volgen. Eu nu deed zich gis terenmiddag het vreemde verschijnsel voor, dat twee plaatsvervangers langs de spoorlijn die anders niet voor het publiek toe gankelijk is de fabriek bereikten, terwijl de arbeiderspost op den overweg van de zijde der politie in haar optreden werd be- moeielijkt. Denzelfden dag hebben evenwel die twee Groningers de fabriek weer ver laten. Na hen zijn zes anderen met den trein gearriveerd, die op dit oogenblik nog bleven. Een paar fabriekslui hebben het zwaar te verduren gehad, niet zoozeer van de zijde der stakers als wel van buiten de fabriek staanden, die zeer verbitterd op hen waren. De eene was een gewezen staker, die reeds verleden Maandag den arbeid had hervat en toen voor den patroon naar Groningen was vertrokken, om volk te werven. Hij werd aangehouden in de fabriekssteeg. De andere heet H. en is commissionair in stroo. Zijn handelingen in verband met zijn verleden zouden meermalen ergernis hebben gegeven aan het fabriekspersoneel. Beiden werden door de politie in bescher ming genomen. H. trachtte in de Klanderij te vluchten en werd toen de politie hem in veiligheid bracht door een groote menigte uitgeleid, die nog steeds woedend, hem nauwelijks van het lijf kon blijven. Eakelen riepen: „hij komt nooit weerom De man moet thans het bed houden. Het gevolg van een en ander is geweest, dat heden morgen nog 20 personen zich bij de stakers en uitgeslotenen hebben ge voegd, zoodat er nauwelijks 50 man, die willen werken, zjjn overgebleven. Met ze in Bolsward nog al op haar dreef te zijn geweest. Niet juist dat ik de vier best gekeurde draaiorgels zoo uitstekend vond, of dat ik niet gaarne ook een keuring van de tenten en kramen zou ingevoerd zien, opdat vooral die dobbelkraampjes, waar de lui op zoo’n onnoozele wijze hun centen verspelen, zouden worden geweerd, maar ik hoor zoo, in de meeste gelegenheden tot uitspanning was ’t nog al druk". „Ik heb den societeithouder in „de Doele" niet hooren pochen", zei ik zoo. „Neen, dat is ook waar", antwoordde neef, „dat is eigenlijk een vreemd iets. Ik begrjjp niet dat de leden van heerensocieteit hun gelegenheid niet op prijs weten te stellen. Alles ziet tegenwoordig netjes en proper uit, ’t is eens flink opgeknapt, en nu bleven de bezoekers weg. ’t Is een onbegonnen werk zoo voor den ondernemer". „Weet je wat", liet ik mij ontvallen, de stad moet die sociëteit ook maar koopen 1 „Ho, ho!" riep neef, „denk je dan dat de Amicitia zoo’n beste zaak is voor de gemeente? Weet je wel, dat er bijna f 10,000 voor betaald is, en dat er slechts een tweehonderd gulden pacht voor wordt gemaakt Neen, Jochem, de stad kan niet altijd zoo royaal zijn. Heb je wel ge hoord, dat de gemeenterekening over 1899 al sluit met een tekort van groot drie duizend gulden Mij dunkt het kan al toe". „Maar neef, over dat tekort zullen wij later nog eens spreken, zeg mij nu liever eens want dat Doele koopen was maar gekheid hoe denk je over die vechtpartij in den stoomdraaimolen „Och, wat zal ik daar van zeggen Ik zei zoo pas dat ik die dobbelkraampjes wel zou willen weren, maar als ik wat mee te zeggen had, dan zou ik de lui, waar alle jaren herrie mee is, ook de bons geven". „Ja, dat zeg je wel, maar de stoom draaimolen geeft nog al wat fleur aan de kermis, ’t is een attractie voor velen en bovendien, er wordt een mooi sommetje aan staangeld betaald." „Alles goed en wel, ik zou denken, voor die een ander, ’t Is er in Franeker, in Sneek, ja overal steeds met die menschen te doen, ik zou ze de bons geven". Over ons bloemencorso hebben wij ook heel wat gesproken. Wij hadden daar heel wat verwachting van. „Zie zoo", zei neef, wij hebben geen harddraverij meer, maar daar kwam ringrijden voor, en nu hebben wij geen keuring van tuigpaarden, maar in de plaats komt nu een bloemencorso. Dat zal wel mooi zijn, zoo met bloemen". Wat eigenlijk een corso was wist neef niet, en ik ook niet, maar dat heeft onze Klaas ons opgehelderd. „Corso dat is koers" zei hij, net als van 't geld, dan weer hooger en dan weer lager". Wij knikten allen maar goedwillig maar begrijpen Ik niet, dat beken ik eerlijk. Maar hoe wij nu dien optocht vonden? „Wel aardig, maar... een beetje koud. „Ik weet niet", zei mjjn vrouw, toen ’t ons voorbij was, „ik vind het wat laag bij den grond". „Wou u ’t graag hooger hebben moeder?" vroeg Klaas, „dan moesten de fietsen en sportwagens al op de tonnetjes- karren van de gemeentereiniging geplaatst zijn, want slee pers wagens als in Holland zijn hier niet!" en hij lachte even, maar ook slechts even, want moeder werd boos, en zei „Kwajongen, denk je, dat die versiering geen moeite genoeg heeft gekost, drijf er den spot maar niet mee!" „Ik voor mij, had er aardigheid aan, dat de bekroningen tot ’s avonds bij de prijsuitdeeling geheim zouden blijven, en mijn schoonmoeder ’s middags bij de volks feesten alles al had uitgeviseht. „Dat komt, omdat het een dames comité is", riep ik, „dames kunnen het praten niet laten!" „En dacht je dan, dat men het van heeren niet gewaar was geworden zei mijn vrouw. „Och heden, als ze ’t niet zeggen willen, begin je maar even te pochen op een nommer, dat naar je meening niet in aanmerking kan komen, en dan hoor je wel, wat in hun meening hooger staat. Op de niet bekroonden weten ze dan alle wel wat aan te merken, en waar ze geen kwaad van zeggen, daar komt de prjjs". Zie je nu mynheer, mijn vrouw is niet zoo min, ik ben recht trotsch op haar Ja, mijnheer de Redacteur, ’t wordt tijd om voor ditmaal te eindigen,, hoewel ik nog heel veel te zeggen heb, doch dat komt later wel, bjj welwezen en gezondheid. Even moet ik je ten slotte nog bezig houden over die vechtpartjj in den stoomdraai- wole». Mijp schQoamQedei waa cc er^qver n ■Plü ontroerd, toen wij hoorden, dat er met messen gevochten was. „Vechten.is altijd erg" zei ze, maar als ze dan beginnen te snijden is ’t afschuwelijk. Ze mogen dat oude mes, dat hier vroeger aan den gevel van ’t stadhuis zat ter waarschuwing er wel gauw weer plaatsen. Vroeger hoorde je nooit van snijden, en nu in korten tijd is ’t zeker al vier of vijf malen binnen onze wallen geschied". Ook wil ik je nog even vertellen den indruk dien het op onze Klaas maakte. Maandagavond na het vuurwerk zei hij zoo ’t was al toevallig „Pa, ik vond het vuurwerk wel aardig, vooral die „hup maar Jannekeop het laatst, maar de stoomdraaimolen, daar is van ’tjaarniksan!" „Hoe zoo jongen „Wel ze vechten der nooit meer. Ze zien mekaar soms wel eens nijdig aan, maar ze gaan niet meer schelden of vechten". „Kom, kom jongen, je moogt er geen pleizier in vinden, als de menschen het niet met elkander eens kunnen vinden, dat behoort zoo niet". „En Pa, als ’t raadsverslag komt, zegt altijdkom laat ik eens even zien, of elkander ook weer in ’t haar hebben ’t Ligt voor de hand, dat ik je deze week eens schrijf over de kermis, want daar hebben wjj ’t bij onze koffietafel natuurlijk druk over gehad. „Praat mij niet van kermis", zei buur vrouw de vorige week, toen wij zoo zaten te redeneeren. „Praat der niet van. ’t Is een zotternij, de huishouding komt er door in de war, het werk raakt er door ten achter, en ’t geld vliegt er nutteloos mee weg. Een wilde boel is ’t, de stad moest het verbieden," en buurvrouw had nog meer noten op haar zang, doch ik sprak „Hoor eens buurvrouw, er is veel tegen de kermis, maar er is ook wel wat voor te zeggen. Die ’t verkeerde wil, kan altoos wel kwaad doen, maar der zijn een massa menschen, die ’t niet mag beuren-om op reis te gaan, en die gun ik toch wel eens een uitspanning, en de kinderen dan?" „Nou ja", lei buurvrouw daar weer tegen in, „der benne tegenwoordig ook geen uit spanningen ’t Lijkt, God beter ’t, immers wel altijd kermis. Draaiorgels en straat muziek, die hooren bij de kermis, zei je gister heb je in Bolsward alle weken wel, soms dag aan dag, en dan concerten, goedkoope trammen, pleizierbooten,festivals, bloemenfeesten, potverteringen, volksvoor stellingen, ’t is der immers altijd te doen!" Mijn schoonmoeder vatte nu ook vuur, koos de partij van buurvrouw, en begon Jochem, je mag zeggen wat je wil, maar ’t is tegenwoordig een rare tijd. Uitgaan, feestvieren, pronken, visites maken, be zoeken ontvangen, zijn aan de orde van den dag en dan moet je diezelfde menschen hooren klagen over slapte in de affaires, over slechte verdiensten, en dergelijke klaagliederen meer. Wil ik je eens wat zeggende tjjden zyn niet slecht, maar de menschen zijn slecht. De hoogmoed is ten troon gestegenMij is in mijn jonge jaren geleerd een dubbeltje eerst tweemaal om te keeren, voor het uit te geven, en tegenwoordig geven velen een dubbeltje wel tweemaal uit, eer ze het eens in bezit hebben. Ze leven op crediet, ze maken schulden, ze raken eindelijk met de zaak verlegen en geven dan de schuld aan alles, behalve aan zich zelve." Tegen twee zulke geduchte tegenstanders rekende ik mij niet opgewassen, en ik deed er het zwijgen toe. ’s Woensdagsavonds kwam neef Harmen, zooals je weet, om over dat stuk in de krant te praten, en ik vroeg die, wat hem van de kermis dacht. Neef weet nog al van geven en nemen. Hjj zei„Als de kermis wordt af geschaft, dient men er wat anders voor in de plaats te geven, en ge leidelijk geschiedt dat zelfs al. De volks feesten, de uitspanningsavonden enz. knagen al geducht aan den luister van de kermis, en de oude matrone zal ten laatste haar eigey dood wel sterven. Dit har scheut u ze gehad" „Drommelsche aap, waar bemoei jij je meezweefde op mijn lippen, doch ’t kwam er gelukkig niet over. Ik maakte er mij af met: „Ja jongen... maar dat is heel wat anders... dat gaat in’t belang van de gemeente!" in. Mijnheer de Redacteur! Wat kan een zaak al ongelijk opgenomen worden. Den vorigen keer was mijn buur vrouw boos en lachte neef Harmen, en nu bjj mjjn tweeden brief was ’t juist andersom. Buurvrouw lachte, omdat ik verte’d had dat ze boos op je was, en neef was boos, erg boos, omdat ik had laten doorschemeren dat hij te veel van mijn cognac had ge proefd en ’t daardoor met de keien te kwaad kreeg. Uit zijn eigen had ie ’t be paald niet gesnapt, want de eerste maal dat ik hem na ’t verschijnen van dien brief sprak, was hij heel goed gemutst. Den volgenden avond echter, was ’t mis. Daar kwam hij opeens de kamer instormen met een gezicht, dat mjj terstond zeide, dat de barometer op storm stond. Driftig nam hij een stoel en begon„jij bent ook een mooie; wat meen je eigenlijk met je brief schrijven Wil je mij in de luren leggen Ik wist natuurlijk van den prins geen kwaad, ik vroeg opheldering en nu wist ik spoedig waar de schoen wrong. „Ze spreken der schande van," zei neef, en om het onweer te doen afdrijven, moest ik wel opnieuw de cognac halen. Gelukkig ’t scheen hem nog goed te smaken. Ik kon der echter niet achter komen, wie zijn zegsman was, die bleef zich met den mantel der duisternis omhangen, ’k Zal het op een goeden keer wel te weten komen, maar ’t zal nog wel een hapje moeten kosten. Ik zal der wel oppassen, dat ik met mijn geschrijf neef ooit weer boos maak, want dat komt mij te duur uit. Doch genoeg daarvan, laat ik liever het onderwerp ter hand nemen, waarover ik eigenlijk zou spreken. Bolswardsche Courant. •j ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1