NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOI.SWA.R» en w onser adeei.
L
1
No. 75. Verschijnt Donderdaggen Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
DE ZUSTERS.
r
1
ZONDAG 16 SEPTEMBER.
BINNENLAND.
N
r
L
VOOR
ftl
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Wonseradeel. Nu men met het aard -
appelrooien meer algemeen is begonnen blijkt
het, dat de ziekte in vrij hevige mate voor
komt. Te yens doet zich het vreemde ver
schijnsel voor, dat sommige stukken, die
besproeid zijn, meer door de ziekte zijn
aangetast dan andere, welke niet zijn be
sproeid. Men schrijft de oorzaak hiervan toe
aan de omstandigheid, dat de laatste stukken
spoediger zijn gestorven dan de eerste.
Het is zeker, dat de aardappels dezen
herfst wel prijzig zullen worden.
Bij de verhuring der losse landen, o. a.
te Pingjum en Witmarsum, zijn de huur
prijzen voor greide en bouw beide aanmer
kelijk hooger dan voor een paar jaren.
Vooral de greide begint weer heel wat meer
huur te doen. De hoogere zuivelprijzen en
de vele „koemelkers® die allen losse landen
moeten huren en al zoo eikaars concurrenten
bij verhuringen zijn, moeten hiervan de
redenen zijn.
Fr. Z aidwesthoek, 13 Sept. Als de
Engelsche liefhebbers het hadden moeten
doen, zouden de kotter-stations alhier dezen
zomer al heel slechte zaken gemaakt hebben.
Nu is het nog al mee gevallen, ofschoon het
minder druk geloopen is dan in de vooraf
gaande jaren. De ondernemers hebben dit
te danken aan de Hollandsche toeristen, die
dit jaar hunne ambitiën op deze sport hadden
laten vallen. Als het hun bevallen is, en
daaraan behoeft niet getwijfeld te worden,
volgende jaren stellig volop gelegenheid
krijgen hun Hollandsch aan te punten.
Engelsch hoort men er niet gaarne meer.
Gaasterland, 12 Sept. In onze ge
meente zijn de vooruitzichten voor h.h. jagers
den aanstaanden herfst gunstig. Hazen en
wilde konijnen toch zijn in zeer ruime mate
aanwezig, terwijl patrijzen en fazanten mede
goed vertegenwoordigd zijn. Voor de met 1
Oct. a.s. beginnende lijstervangst maakt men
reeds druk toebereidselen. Voor de bessen
betaalt men f 0,30 a f 0,35 per H.L.
Sneek. Er ontbrak iets in Sneek, wer
kelijk, er ontbrak iets! Zoovele plaatsen in
ons vaderland hebben reeds sinds lang eene
vereeniging, of eene commissie, die zorgt
voor feestelijkhedenfeestelijkheden op
Koninginnedag en ook op andere dagen.
We kennen plaatsen zooals Sneek, waar
reeds jaren lang eene commissie of vereeni
ging bestaat, die gewoon zorgt voor de fes
tiviteiten, die laten we zeggen, die het
publiek wenscht, verwacht, die om ’t
zoo te zeggen, een stuk van ons plaatselijk
leven zijn.
Sneek miste dit. En toch, Sneek, zeker
de bloeiendste stad van Friesland, de stad,
die getoond heeft, op Koninginnedag vooral,
te willen feestvieren, is de plaats, waar zoo’n
vereeniging moet kunnen bestaan, moet
kunnen bloeien.
Dat Sneek op een nationalen feestdag wil
feestvieren, ons dunkt, dat juist 31 Aug.
1900 daarvoor het bewijs heeft geleverd.
Er was niets te doen. Alleen de Oppen
fa uizer weg zorgde er voor, zelf feest te hou
den. Enkele jongelieden in de stadspanden
zich er voor, om iets feestelijks in de stad
te brengen. En dat hun pogen gelukte,
behoeven we niet te bewijzen. Sneek wil
op die dagen feest.
Daarom verheugen we ons er over, dat
de vergadering van 3 Sept, zoo goed slaagde.
We hopen, dat de heeren, die zich toen
genegen toonden, de koe bij de horens te
pakken, dat zij bij de ingezetenen van Sneek
zooveel steun mogen vinden, dat we nader
hand kunnen zeggenOok Sneek heeft z’n
vereeniging voor volksvermakelykheden.
En we gelooven niet, dat deze vereeniging
alleen voor 31 Aug. behoeft te werken. Een
stad als Sneek krijgt langzamerhand meer
behoeften. Er zijn zoo dikwijls gelegenheden,
waarbij een goed geregeld volksfeest in
ieders geest is.
Wij wenschen daarom, dat de heeren, die
zich er nu voor spannen, succes zullen hebben,
een succes, dat geheel de stad ten goede
komt, in ieder geval ten pleiziere is.
Dat dus de financieele steun niet moge
ontbreken.
4
s
Morgen viert de heer W. Deinutn zijn
25-jarig jubilé als ambtenaar onzer gemeente.
Tot 19 Maart 1877 was de heer D. werk
zaam aan de school voor kosteloos onder
wijs; van 20 Maart tot heden wjjdde hij zijn
krachten aan ’t heil der jeugd van scholen
II en I.
Wij houden ons overtuigd, dat het den
wakkeren jubilaris dien dag niet aan bewij
zen van belangstelling zal ontbreken.
Maandag j.l. kon men voor het win
kelraam van den boekhandelaar van Druten
alhier, lezen: „R. O. officieel. Chamberlain
is vermoord.®
Als een loopend vuurtje was het gerucht
door de stad.
De een hoorde men zeggen„daar heb
je ’t al, zoo zou ’t wel komen, wat zullen
die Boeren juichen.® Een ander, wat meer
voorzichtig„als ’t zoo is, nou een groote
overwinning voor de Boeren.® Een derde:
„ja de Heer bezit alle middelen om zijn
tegenstanders ten onder te brengen.®
Eenige oogenblikken later: het bulletin
is weggenomen, ’t heele telegram bleek
valsch te zijn.
Eenige grappenmakers haden een tele-
gram-formulier weten te bemachtigen, een
blauw potlood had spoedig dienst gedaan,
de rest is te denken.
Een staaltje over het schatten der
zwaarte van vee. Dinsdag kwam een varken
van J. Hettinga, veehouder onder Boorn-
zwaag op de markt en werd gewogen. Wat
was de oorzaak Slager de Boer wou ’t
varken wel koopen, maar men kon het niet
eens worden over het gewicht. De Boer
schatte 140 pond en niet meer, Hettinga
dacht meer dan 150 pond. Men maakte toen
deze overeenkomst: Woog 't varken minder
dan 150 pond, dan zou de slager f 25 be
talen anders moest het beest f 70 op
brengen. En Dinsdag werd het geschil uit
gemaakt en moest De B. f 70 betalen.
Later bleek het beest „schoon aan den haak*
een heel groot
Den heer Balk en zijne vrouw was,
nadat nood en zorg de lente en den zomer
van hun leven hadden veronaangenaamd,
een mooie levensherfst weggelegd. Zy
waren zeer jong getrouwd en ontberingen
waren daarvan het gevolg. De beste tyd
van hun leven was in dezen strijd voor
bijgegaan, maar nu was hij uitgestreden
en zij hadden de zorg over den drempel
gejaagd, terwijl het herfstzonnetje nu zacht
hun grijze hoofden bescheen.
Voordat men echter van den strijd tegen
gebrek en nood was bekomen, kwam de
dood. Hij haalde mijnheer Balk, zonder
zich om de wanhoop van diens vrouw en
beide dochters Agnes en Viva te bekom
meren.
Laat de man met de zeis zich al niet
overhalen, zijn eenmaal opgeheven arm
terug te trekken, toch toont hij soms mede
lijden. Hij doet dan, in plaats van een
zwaai met de zeis, er dadelijk twee, als hij
ziet, dat een paar menschen op aarde elkaar
zoo dierbaar zyn, dat zij niet meer van
elkaar kunnen scheiden. Daarom haalde
de dood mevrouw Anna Balk dadelijk na
haar Wilhelm weg en Agnes en Viva
bleven alleen op de wereld achter.
Agnes, de oudste zuster, was een
lang, slank meisje met schoone edele, als
uit marmer gesneden trekkendonker,
lokkig haar en prachtige zwarte oogen.
Deze oogen keken echter meestal ernstig,
want zij had den meest zorgelyken tijd van
hare ouders mee beleefd, en in haar kinds
heid had zij zelden iets anders gehoord
dan klagen over onbetaalde huur en over
afgedragen kleedingstukken, die men niet
door nieuwe kon vervangen. Zij had een
kindsheid zonder kinderlijk geluk gehad en
Kerstfeesten zonder kerstvreugde gekend.
Daarom was zij reeds op vijftienjarigen
leeftijd een volwassen, denkend meisje en
daarom lachten hare mooie, donkere oogen
zoo zelden.
Van Viva, de jongste zuster, wist niemand
in den omtrek, hoe zij eigenlijk heette.
Wanneer haar kleine voetjes de kleine,
sierlijke, gracieuse gestalte over het trot
toir naar school droegen, keken de moeders
haar uit de ramen na en zeiden vriendelijk
bij zichzelf: „Viva, kleine Viva.® Werd
echter op de speelplaats van de kinderen
een goud gelokt kopje zichtbaar en klonk
daar een stem, melodieuser dan alle overige
stemmen, dan riepen de jongens juichend:
„Viva daar is Viva!® Maar toen de
engel des doods haar mama in den hemel
gedragen, toen de kleine voetjes rustten en
de blonde lokken over een bedroefd, wee
nend gezichtje vielen, drukte de groote
zuster haar kleine lieveling tegen haar
borst en fluisterde„Mijn zoete, lieve
Het is zomer, en de vacanties zijn be
gonnen. De jonge leeraar heeft verhooging
van traetement gekregen en op het eerste
hotel van de stad waait een wimpel. De
zon ziet lachend neer op de aarde, waar
de groote zuster aan haar kleine Viva een
trouwfeest geeft, een groote bruiloft met
alles wat daar bijhoort, met bruidsmeisjes
en bruidsjonkers. Agnes zelf wil echter
geen bruidsmeisje zijn, omdat zij vindt, dat
het gek zou staan omdat zy zes jaar ouder
is dan de buid. Zij zegt lachend, dat zjj
„bruidsmoeder® wil zijn. Daarom verschijnt
zjj ook in een zwaar zijden kleed, getooid
met diamanten en ziet er wondermooi uit
en voornaam als een vorstin. Ja zij draagt
diamanten, hare middelen veroorloven het
haar. Hare middelen veroorloven haar ook,
de woning voor het jonge paar inooi en
elegant in te richten. Ofschoon Viva de
dochter van arme ouders is, heeft zij toch
een heel mooie bruidschat gekregen.
het mooie, reine, zonnige kindergezicht met
de roode wangen te aanschouwen.
Toen verscheen hij op de speelplaats.
Hij was leeraar aan het gymnasium, had
een inkomen van 1200 gulden en zeer
weinig schulden. Daarbij bezat hij een
goed, braaf- hart, heel mooie oogen en een
wondermooie stem. Hij was altijd vroolijk
en opgewekt, maar bijzonder vergenoegd
was bij, als hij Agnes en Viva bij de familie
van den rector aantrof, waar zjj verkeerden,
of wanneer hy dingen noodig had, die in
de zaak van juffrouw Balk te krjjgen
waren. Het meeste genoegen deed het
hem echter, toen het bleek, dat deze zich
zoo had uitgebreid, dat de vervaardiging
der mode-artikelen juffrouw Balk geen tyd
meer liet om haar boeken by te houden
en de rekeningen te schrijven. Toen kwam
hij iederen namiddag, als de school uit
was bracht met zijn mooie hand de nieuwe
posten over in Agnes’ grootboek en schreef
zoo mooie rekeningen, dat de dames in de
stad er geheel verbaasd van stonden.
Agnes’ mooie, ernstige trekken kregen
een steeds zachtere uitdrukking, de don
kere oogen begonnen te lachen en een
bijna moedwillige trek speelde om hare
lippen, als de jonge leeraar een der uien
verkocht, waarmee hij niet spaarzaam was.
De goede naam van Agnes Balk was zoo
vast gegrondvest, dat vrouw Fama, verwon
derlijk genoeg, zich niet met haar bemoeide,
ofschoon het grootboek en de rekeningen
door een jongen leeraar van het gymna
sium verzorgd werden, die bariton zong en
prachtige oogen had.
Toen kwam op een dag een conto,
waaraan niemand gedacht had. Hij ver
scheen namelijk op een voormiddag, een
tyd, waarin volstrekt niets in het groot
boek over te brengen was en geen reke
ningen te schrijven zijn. Hjj had een
vrijen voormiddag, omdat het schoollokaal
schoongemaakt moest worden. Hij droeg
zijn beste kleeren en kleurde als een jong
meisje, toen hy met een byna heesche stem
vroeg
„Juffrouw Agnes, ik zou gaarne iets...
„He, kijk, goeie morgen, mynheer. Wil
u niet plaats nemen. De nieuwe uitstal
ling is toch aardig, nietwaar?®
„Ja, ik zou u echter gaarne iets willen
zeggen, dat ik reeds lang op het hart heb,
juffrouw Agues 1®
Stil, myn hart. Het geluk is eindelijk
daar. De liefde zal nu de lange jaren van
treuren en zorg met haar verlichtende
sluier bedekken.
„Ik heb een groot
verzoek aan u.®
De hoeden en
standaards en
mutsen knikken op hunne
de veeren glanzen van
geluk. Wees toch stil, hart. Nu komt
geluk 1
„Mynheer, u weet toch, dat ik gaarne
voor u doe, wat my mogelijk is...®
„Dat weet ik. Het is echter een onge
woon gewichtig verzoek, dat ik tot u
richten wilik begeer het beste, hoogste
en schoonste van de wereld van u...“
Hoe kan je nu zoo blind zyn, geliefde
van myn hart. Voel je dan in het geheel
niet, boe myn hart voor je klopt, weet je
niet dat je je armen maar te openen hebt.
Dat Viva nu ook juist moest komen. Maar
zy is immers nog zulk een onervaren
kind. Waarom kon zy niet nog een oogen-
blik wachten? Hoe gelukkig zullen wy
drieën zyn, als wy eenmaal voor altyd
vereenigd zyn 1
„Maar wat, om hemelswil, moet ik u dan
eigenlijk geven, mijnheer?® vroeg zij, ter
wijl zij een zwakke poging deed te glim
lachen.
Toen stond hy op, greep haar hand en
fluisterde op diep ontroerden toon„Geef
mjj Viva!®
Hoe zonderlingzullen voorzeker vele
dames zeggen, op vier ent win tigjarigen
leeftyd zwarte zijde op den trouwdag der
zuster te dragen.
Agnes Balk echter had zich niet uit
koketterie ouder gekleed. Zy had het ge
daan, omdat een j eugdig kl eed haar op dezen
dag tegengestaan zou hebben.
Zij nam op zeer aanvallige wyze de
honneurs waar, ofschoon zy het voor de
eerste maal in haar leven deed. Zy werd
door de gasten bijna nog meer bewonderd
dan de bruid, die er in haar keurig wit
kleed heel lief en bekoorlijk uitzag. Een
leeraar in de wiskunde, een jonggezel,
meende, dat Agnes’ grootboek een aardig
saldo opgeleverd had, en was van plan,
heel vaak ten huize van haar zwager, zyn
collega, te komen.
Op de bruiloft ging het zeer vroolijk toe.
Er heerscbte veel vreugde en gejuich.
Voordrachten en tafelliederen wisselden
elkaar af. De gelukkige bruidegom nam
zyn glas en hield een roerende rede op de
edele, grootmoedige zuster zijner dierbare
Viva, die hij voor alles dankte, wat zy
voor hen beiden gedaan had. Hy beloofde
hiervoor zyn dank te bewijzen, door haar
lieveling het leven zoo helder en zonnig
mogelijk te maken.
Agnes glimlachte, omarmde en kuste
Viva teeder en klopte haar zwager vrien-
delyk op den schouder. Waarachtig een
„hemelsche schoonmoeder,® mompelde de
leeraar in de wiskunde, die in zyn leege
uren ook philosoof was.
Op het hotel waait geen wimpel meer
en de feestzaal is weer donker en leeg. De
nachtwacht alleen gaat met bedachtzame
schreden rond in de stad. Alle ramen
zijn in het duister gehuld en de menschen
slapen achter de neergelaten gordynen.
Slechts een venster is nog verlicht. Het
behoort tot de woning van het jonge echt
paar. De jonge man zit op de sopha en
houdt Viva op zyne knieën, die diep
blozend haar hoofd aan zyne borst ver
bergt, terwijl hy teeder haar blond, lokkig
haar streelt.
Tusschen twee graven op het kerkhof,
die de oude kerk omgeeft, knielt een
donkere gestalte, de armen om het mar
meren kruis geslagen, dat aan de beide
slapers gemeenschappelijk toebehoort. Zy
houdt het brandende voorhoofd tegen den
kouden steen. „Vader, moeder, nu is uw
lieveling gelukkig,® fluistert zy, „de groote
zuster heeft haar alles gegeven, wat zy te
geven had.®
Als zy eindelyk in haar woning terug
keert en het bed van haar kleine zuster
ziet, dat sedert achttien jaren voor de
eerste maal leeg staat, gevoelt zy zich
dood-eenzaam en treurig. Zy bergt het
donkere hoofd, in welks trotsche trekken
geen menschenoog ooit het verbrijzeld
geluk en de teleurgestelde verwachtingen
zou lezen, in het witte kussen van het
leege bed en steunt: „O, Viva, myn lie
veling, waarom ontnaamt gij my alles,
alles in deze wereld?®
Viva.®
Ofschoon zij niet Viva gedoopt was,
heette zy toch zoo. Agnes telde twintig
jaar en Viva veertien, toen hare ouders
haar geheel alleen in de wereld achterlieten.
Toen mevrouw Balk gestorven was, kwam
tante Ulrike en wilde Viva meenemen. Zy
wilde haar daarmee haar plicht, een harde
plicht doen. Agnes zou dan wel een plaats
als gouvernante vinden, meende zy. Zuster
Agnes wees echter tante Ulrike's aanbood
met dank van de hand en sloot de wee-
nende Viva in hare armen. Zij zeide haar
tante, dat zy bij elkaar wilden blyven en
werken en, als het noodig was, zorg en
gebrek met elkaar wilden deelen.
Tante Ulrike reisde af met het aangename
gevoel, haar plicht gedaan te hebben.
Korten tyd daarop vond men voor een
huis in de beste wijk der stad een klein
uithangbord met het opschrift: Agnes
Balk, modiste.® Agnes was geen beginne
ling in deze kunst, anders zou er wel niets
van haar zaak terecht gekomen zyn. Zjj
had de eerste modiste der stad reeds sedert
verscheidene jaren geholpen, als deze veel
te doen had en zy had een uitstekenden
smaak en zeer bekwame handen. Haar
beroep voorzag geheel in het levensonder
houd der beide zusters. Het was ook toe
reikend om de schoolgelden en pianolessen
voor Viva te betalen, die zeer begaafd en
vlytig was en een voortreffelijke pianiste
werd. Zij hield zelfs nog een som over
voor een mooi marmeren kruis op het graf
van hare ouders. Het allermooiste was
echter, dat zy een eigen huis hadden en
dat de beide zusters, die elkaar boven alles
lief hadden, samen konden blyven en na
haar dagwerk in haar vertrouwelyk meis-
jesvertrek, met elkaar naar bed konden
gaan. Agnes luisterde dikwyls naar het
rustig ademhalen der slapende Viva en
§tak menig keer nachts licht aan om
o
r;
Bolswardsche Courant.
f