NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BMSWABÖ EH WOHSERA.DEEL
No. 81. Verschijnt Donderdagsen Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
HOOP EN VREEZE
ZONDAG 7 OCTOBER.
Zoo’n gekke Engelschman.
BINNENLAND.
Broerekerk te Bolsward.
X
X
R
VOOR
F.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
aan den
er genoeg
Haulerwijk, 4 Oct. De arbeiders zijn
aan de Oude Wijk al weer druk aan het
ontginnen voor rekening van den heer Jansen
te Amsterdam. Staan er nu reeds vier
nette boerderijtjes, het plan bestaat, dat dit
getal aanstaande voorjaar zal worden ver
dubbeld. ’t Is een wonder te aanschouwen
wat goed overlegde arbeid vermag. Waar
voor 7 maanden waterdobben waren, ziet
men thans de prachtigste, effene graslanden.
Fr. Zuidwesthoek, 4 Oct. ’t Is de
Jagers alhier op de beide eerste jachtdagen
niet meegeloopen. Per geweer werden ge
middeld niet meer dan 4 hazen geschoten,
een cijfer, dat ook vorige jaren bij ongun
stiger wildstand wel bereikt werd, ’t Hoogste
getal bedroeg Maandag 9 stuks. TeMolk-
werum ving een schoolknaap een drieling-
haas in ’t leger. Enkele eigenaars en huurders
van landerijen alhier hebben, naar we met
genoegen vernemen, de vereischte vergunning
verleend, onder voorwaarde, dat alleen vol
wassen wild geschoten mag wordeneen
navolgenswaardig voorbeeld.
Volle hazen gelden hier f 1,30 a f 1,40,
drielingen f 0,95 f 1,00.
Bozum, 4 Oct. Dat de lauderjjen alhier
nog al een waarde moeten vertegenwoor
digen, bleek bij eene gehouden veiling. Bij
den provisioneelen verkoop werden de ver
schillende perceelen allen over de f 700 per
363/4 are beschreven. De Sate en landen
groot 90’/$ X 363/4 are vertegenwoordigden
alzoo eene waarde van f 68,125,25.
Bij de finale veiling echter werden Sate
en landen... ingehouden.
5 Oct. Dr. M. Niemejjer predikant
bij de Herv. Gemeente alhier, herdenkt
28 dezer den dag, waar Z.welEerw. vóór
40 jaren zijn predikambt aanvaardde.
Vrijzeker zal ’t den hoog geachten
predikant dien dag allerminst aan blijken
van belangstelling ontbreken.
Kimswerd, 5 Oct. Den 2 Aug. j.l.
brak het beste rijpaard van den heer Timmer
alhier zijn voorbeen (onderkant.) Hoewel
in dergeljjke gevallen de paarden meest
worden afgemaakt, werd thans eens door den
eigenaar de hulp ingeroepen van den heer
Poll, veearts te Witmarsum. Deze heeft het
gebroken been in gipsverband gezet en met
goed gevolg, want de merrie loopt wederom
en kan zich reeds vrij goed bewegen. Het
laat zich aanzien, dat zij voor de fokkerij
en ’t landbouwwerk bljjtt behouden. Of ze
in ’t vervolg in tuig zal kunnen gaan, moet
wat er ons in het vervolg voor de deur
staat, als we een te hooge rekening in huis
krijgen en we dan niet van zin zijn ’t volle
bedrag te betalen.
Het was een allerellendigst uurtje,
Georgie, lachte hij, toen zij den volgen
den avond bjj Pailard zaten en er waren
oogenblikken dat mjjn wangen zoo rood
waren als de bloemen, maar het heeft ons
geholpen, hé muisje. Maar onder ons ge
zegd, had ik vóór van middag geen idéé,
dat een uur zoo lang kon duren ik heb
een goed begrip van de eeuwigheid gekre
gen. Doch niemand had een flauw ver
moeden van de waarheid en naderhand
zei ik, dat ik „teleurgesteld' was, de
menschen „leerden' nog langzamer dan ik
had gedacht en in het ergste geval
zullen ze mjj „een gekken Engelschman'
noemen. Wat een buitenkansje duizend
LouisKellner, nog een flesch champagne.
En morgenochtend, Georgielief, gaan we
samen uit, om den mooisten hoed voor je
te koopen, die er te vinden is.
Dus ’t is beslist, ’k mag niet verdwijnen
Wat lot hangt nu mjj over ’t hoofd?
Moet ik langer nog verkwijnen,
Van tooi en sierselen beroofd?
Hoe is het, heb ik stof tot juichen,
Of wacht mij nog een bange strijd
Moet ’k onder ’t zware juk mij buigen,
Of nadert nu een blijde tijd
Zal ik mijn luister zien herrijzen
Gemeente zeg, wat wilt gij toch
Mag ik deez’ dag gelukkig prijzen,
Óf smaadt men soms mij langer nog
Zal ’k weer de Halleluja’s hooren,
Vrome zang bij orgelklank
Gemeente, mag ik als te voren,
Luist’ren naar uw bede en dank
O, mocht weer door mijn gewelven,
’s Heeren loflied ruischen gaan
Die gedachte doet mij zelven.
Met een heilige geestdrift aan.
Dat weer ’t Woord der Waarheid klinke
Door mijn aloud heiligdom 1
Dat het zuivre licht weer blinke!
O, blijde dagen, kom, o kom
O zaal’ge hoop, gij doet mij leven,
Zegen, die de Heere bood,
Al myn Ijjden opgeheven,
Ik verrijs als uit den dood
Doch... wat laat ik mjj vervoeren,
Hoe zulks toch geschieden zou,
O, ik voel mijn hart weer snoeren,
Als ’k mjjn toestand goed doorschouw.
Wie zal mij weer doen herleven
Alles leeg, van glans ontdaan.
Waar is ’t orgel toch gebleven
De kansel schjjnt tot asch vergaan.
Ja mjjn vloer zelfs is verdwenen,
Banken, alles is gesloopt,
Al mjjn eigendom ging henen.
Waar op redding nog gehoopt?
Van mjjn oude fondsen leven?
Maar die trof geen beter lot
Zeev’tien gulden is gebleven
Als een treurig overschot.
Men is met ruw geweld gekomen,
Voor en na ging alles heen,
Wat waarde had, werd mjj ontnomen.
Het leven liet men mjj alleen.
Ja ’k heb als een visch geleden,
Geheel van ingewand ontdaan,
Zelfs de vinnen af gesneden,
’k Moet noodzaakljjk sterven gaan.
Neen, ik durf geen hoop meer voeden,
’k Ken het hedendaagsch geslacht
Niemand wil mjjn val verhoeden,
vertoonen met zoo’n bespotteljjk ding.
Durven herhaalde de la Hoope. Je
vergeet, dat iedereen hem zal bewonderen.
Er is geen moed voor noodig ik zal
bewonderd worden.
Ik wed om duizend Louis, dat je
morgenmiddag je niet een uur lang zoo
durft vertoonen
Aangenomen, zei De la Hoope kalm.
Ik neem de weddenschap aan. Wjj zullen
morgen om vier uur in het café de la
Paix bijeenkomen, heeren, om te zien, of
ik aan de voorwaarden heb voldaan. Au
plaisir.
Mrs. Cecyl Berkely de la Hoope had
zooeven twee francs uitgegeven en wist
dat zij zich aan verkwisting had schuldig
gemaakt. Het feit, dat mrs. Cecil Berkely
de la Hoope verkwistend kon zjjn, als zij
twee francs uitgaf, eischt een verklaring
de De la Hoopes waren op. Niet alleen
maar slecht bjj kas, of in tjjdeljjke geld
verlegenheid,' maar „op“ totaal „op.“
Zjj zaten in een hotel, omdat ze geen
geld hadden om naar een restaurant te
gaan en contant te betalen. Zjj sidderden
wanneer het kamermeisje binnen kwam,
uit vrees dat zjj de rekening meebracht.
En Georgie, de mooie kleine Georgie, die
nooit had geweten wat spaarzaamheid was,
moest een ouden hoed „opknappen' met
bloemen van twee francs, die zjj uit de
goedkoopste soort van de Printemps had
gekozen.
Zjj zat in de slaapkamer toen De la
Hoope binnenkwam. Niettegenstaande zjjn
geldgebrek zag bjj er keurig en deftig uit,
daar hjj zjjn garderobe niet zoo vaak be
hoefde te vernieuwen. Wat was het lang
geleden dat hjj die met bont gevoerde
overjas met sealskin kraag had gekocht.
In de groote wereld en de De la
Hoopes verkeerden in de groote wereld
vermoedde niemand de moeilijkheden
waarin zjj verkeerden. Georgie moest soms
invitaties afslaan, omdat zjj geen behoor-
Ijjk toilet had, maar Ceeil kon overal gaan
en deed dit ook ofschoon hjj dikwjjls
loopen moest omdat hjj geen geld had om
een rjjtuig te betalen. Maar de toestand
werd bjjna onhoudbaar en hjj keek zoo
somber mogeljjk toen hjj binnenkwam.
Wel, kleintje?
Wel, mon petit marie?
Hjj trok zjjn overjas uit, zette zjjn hoed
af en strekte zjjn beenen uit voor het
vuur. Het was een namiddag in Januari.
Het is een mooie boel, zei hjj.
Vind je niet? Weet je, Ceeil ik ge
loof, dat de hotel-rekening spoedig komt.
Toen ik vanmorgen Madame passeerde, zat
er zoo een „afrekeningstrek" op haar ge
zicht. En ais de rekening komt moeten
wij ze betalen.
Wjj moeten ze betalen.
Maar maar hoe?
Dat weet de hemel. Ik weet het niet,
dat is zeker. Wjj zullen met onze bagage
op straat gezet worden als zjj tenminste
onze bagage teruggeeft. Als het nog maar
drie maanden had kunnen gerekt worden,
zou toelage zjjn binnengekomen en wjj
waren gered. Maar drie maanden 1 wjj
kunnen het geen drie weken meer uit
houden.
Je vader zal niet willen wjj be
hoeven hem niet te vragen.
Neen, hjj zal niet willen. Je weet
dat voorschotten eens voor al geweigerd
worden.
Het is jammer, zei Georgie, dat ik
meer juweelen heb gekocht. Die kan men
altijd gemakkeljjk meenemen en je hadt
nog eens naar de Bank van Leening kun
nen gaan. Och hemeltjelief!
De jonge man kermde een antwoord,
stak een sigaret op en keek hoe zjjn vrouw’s
blanke vingertjes de bloemen op den casto
ren hoed plaatsten.
Wat een afschuweljjk mengsel, zei hjj.
Dat is mode. Heb je dit nog niet op
gemerkt? Iedere vrouw in Parjjs draagt
violet en kersrood, sommigen voegen er
zelfs nog geel bjj, maar zoover ben ik niet
gegaan. Het was verkeerd van mjj, het
geld uit te geven, maar ik heb er een
nieuwen hoed door. Zie je, nu neem ik
het hier op zoo en met een touffe
hier zoo.
Hoeveel
Twee francs, lieve en heel goedkoop.
Twee francs verspild. En onpartjjdig
geoordeeld, is zoo een kleurenmengeling
niet afschuweljjk? Bestaat er iets leeljj-
kers En het is bovendien zoo dwaas
wat zou je wel zeggen als ik een bos
vuurroode en purperen bloemen kocht en
ze op mjjn „hooge dop' zette. Je zou den
ken, dat ik gek was.'
Mannen dragen geen kunstbloemen.
Maar in principe is het ’t zelfde.
Waarom zouden scharlaken en purperen
bloemen op jouw hoed minder dwaas zjjn
dan op den mjjne En toch zou ik voor
geen duizend pond met zulke dingen op
mjjn hoofd de boulevards op en neer wan
delen.
Des te dwazer van jou, zei Georgie,
maar ik zou wel willen, dat iemand je er
de kans toe gaf. Het zou een gemakkeljjke
Hun blikken ontmoetten elkaar en ze
kregen tegelijkertijd denzelfden inval.
Dekselszei Ceeil. Ik ben benieuwd
of ik iemand er toe kan brengen de wed
denschap met mjj aan te gaan.
O, als je dat eens kon, lieveling!
Opgewonden rookte hjj voort.
Dat is een inspiratie. Het is een
financieel meesterstuk. Maar het moet
kieseh behandeld worden een knoeier
zou alles bederven. Ik zal er over denken.
Zjjn moed kwam plotseling terug. Hjj
belde en bestelde een cognac en een ver
mouth.
Ik ga vanavond naar de club en zal
zien wie er komt. Ik zal wel slagen.
Wacht maar. Morgen is alles mislukt of
wjj dineeren bjj Paillard, met de kwitantie
van die helscbe madame in den zak en
een aardig sommetje op de spaarbank.
Georgie, je gezegende dwaasheid met die
twee francs zal ons redden dat zeg ik je.
Hjj had nog éen franc vjjftig bjj zich
toen hjj om tien uur ’s avonds langzaam
zjjn Café binnenstapte en in een ge-
makkeljjken stoel bjj het vuur ging zitten.
Maar zijn rokkostuum was onberispelijk en
zjjn zelfvertrouwen volmaakt. De vingers,
waarmee hjj de sigaret vasthield, beefden
min of meer. Het was er op of er onder
met hem. Hjj had alles goed berekend en
juist de jongelui om zich heen, die hjj
noodig had.
Ik draag nooit een bouquet je in het
knoopsgat, zei hjj. De bloemen, die de
natuur ons geeft, zjjn kleurloos en bleek
naast de kunstproducten van fluweel en
verf, die wjj zoo minachten en daar ik de
eene niet mag dragen, wil ik ook de andere
niet dragen.
Die goede Ceeil, fluisterde een zjjner
toehoorders. Hjj is altjjd zoo amusant.
Maar het is waar. Ik meen het ern
stig. De bloemen in de etalages zjjn kunst.
Zjj zjjn verrukkeljjk. Waar ter wereld
geeft de natuur ons zulke verscheidenheid,
zoo een volmaakten vorm en kleur?
Hjj knipte de asch van zjjn sigaret weg
en ziende, dat het discours nu aan den
gang was, deed hjj, alsof hjj
van had.
Waar ben je vanavond geweest,
Chantmerle vroeg hjj met een half on
derdrukten geeuw.
Chantmerle hapte toe.
- Ik ben naar de Renaissance geweest,
zei hjj lachend, en zooals je ziet, draag ik
een van die geminachte bouquetjes in mjjn
knoopsgat.
Het is een kwestie van smaak, zei
De la Hoope langzaam, of liever van ge
brek aan smaak. Als wjj over vjjftig jaar
nog leven, zullen wjj zien, dat de dingen
op hun rechte waarde geschat worden.
De wereld gaat langzaam vooruit.
Chantmerle, die tot in de toppen van
zyn vingers een modepop was, fronste zjjn
wenkbrauwen.
Wjj hebben een voorganger noodig,
zei hjj spottend, en misschien is hjj ver
schenen.
Misschien wel, antwoordde De la
Hoope. In ieder geval is het veld voor zjjn
veranderingen ruim genoeg.
Zjjn blik viel op een hoogen hoed, dien
een der heeren op een klein tafeltje naast
hen had neergezet.
Een der eerste dingen, die hjj doen
zal, is zoo een hoofddeksel als dat, ver
fraaien.
O, dat is volkomen waar, riep Chant-
merle uitonze hoeden zjjn afschuweljjk.
Doch hoe wou je ze mooier maken?
Ceeil nam de sigaret uit zjjn mond en
zei plechtig:
Mjjn vriend, heb je ooit in je leven
een onopgemaakten dameshoed gezien
Geloof mjj, de vorm is verschillend, maar
hjj is niet mooier dan dat ding daar.
En toch, hoe coquet, hoe bekoorljjk is
haar hoed, als hjj is opgemaakt.
Begrjjp je de toepassing?
Zou je onze hoeden willen garneeren
met bloemen Een hoogen hoed een
zjjden hoogen hoed
Juist, zei De la Hoope kalm. Ik
zou ze garneeren met kersroode en violette
bloemen, zooals de dames ze tegenwoordig
dragen.
Iedereen lachte. Zjj dachten dat hjj pret
maakte.
Je spreekt toch niet in ernst?
In den meest volmaakten ernst. En
wat meer is, ik ben vast van plan het te
doen. Een dezer dagen ga ik wandelen
met mjjn hoed opgemaakt, zooals ik daar
even zeien dan Och, schaapjes, dan
zullen jelui allen mjjn voorbeeld volgen
en zien hoe juist ik heb geoordeeld.
Dat durf je nooit, riep Chantmerle,
Hepk. Adv.bl.
Sneek, 5 Oct. ’t Is thans weer kalm
binnen onze veste. Ter elfder ure heeft de
bekend geworden manufacturier de rekening
betaald, na de som van f 28.00 te hebben
af gedongen.
Was de man blijven volharden bij zijn
besluit, vrijzeker waren er erger dingen ge
beurd. ’t Gerucht ging, dat men hem van
de tram uit Bolsward Woensdagavond zou
halen en daarna was er misschien geen stuk
in ’mans winkel heel gebleven.
Maar toen er officieel bericht was ge
komen, dat de timmerman zijn geld had
ontvangen, toen werd hiervan den volke
kond gedaan en de opstootjes behoorden
direct tot ’t verleden. En zoo weten we nu,
Hooploos sta ’k, geheel verlegen
Er is zoowaar, geen redden aan,
Mocht ik maar een zelfmoord plegen,
’k Maakte een einde aan mjjn bestaan.
Doch ik wil geen traan neer plengen,
’k Steun maai- op geen menschen meer,
Niets toch kan mjj uitkomst brengen,
Dan een wonder van den Heer.
’k Had, Heereja, een snood vertrouwen,
Ik doorzie nu eerst mijn schand’
’k Wil op U alleen weer bouwen,
Mjjn lot beruste in uw hand.
O, Heere, in U mijn welbehagen,
Breng vertroosting in mjjn staat.
Gjj weet, wat ik moet verdragen,
Geef ras, dat mijn sterfuur slaat.
Ik durf van geen luister droomen,
Vraag niet om herstel, o Heer!
Laat slechts ras uw stormwind komen,
Stort mij als een puinhoop neer.
3 Oct. 1900.
Bolswardsclie Courant
VAN DE
ft