NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSER ABEEL
J
No. 82. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
Praatjes over dit en dat
Ingezonden.
BINNENLAND.
Afzonderlijke
nos. van dit Blad
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
VOOR
„pteeije, neetje, war rija je weer op je
I politiek stokpaard^ wat helpt het je, of ja
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
^XXXXXXXXX^XXXXXXXX^
b DONDERDAG 11 OCTOBER.
al tegenspartelt, als je er toch evengoed om
bloeden moet en bovendien, goede vriend,
wat gij en ik samen opbrengen, is toch slechts
een druppeltje in den oceaan
„Ja, ja, je hebt goed praten! Je leeft
van je renten, maar ik moet er zwaar voor
tobben en bovendien ’t wordt altijd maar
van den kleinen man gescheurd, ’t Staat
immers nooit stil. Daar heb je a. s. Vrijdag
ook nog een schaalcollecte van den kerkeraad,
waarvan de opbrengst zal strekken tot aan
koop van turf voor de diaconie-armen.“
„Nu, onze diaconie heelt het wel noodig,
naar ik hoor!“
„Dat kan wel waar zijn, maar de ker
keraad heelt, naar mij verteld is, Pet plan
een vertrokken leeraar een flink cadeau
te vereeren. Als men dan zoo royaal kan
wezen, tegenover iemand, die er geen directe
behoefte aan heeft, moest diezelfde kerkeraad
ook maar royaal zijn tegenover zijne armen
en er niet de leden voor laten opdokken?
„Dus ik vrees, dat je a. s. Vrjjdagniet
erg scheutig zult zijn.*
„Als ’t kon lijden, zeker wel, maar ’t
zit er haast niet aan. Ik wil steeds de tering
naar de nering zetten en dat zelfde zie ik ook
graag van anderen, ook van besturen en cor-
poratiën.
Uw dw.
JOACHIM OPMERKER.
7 October 1900.
Gaasterland, 8 Oct. De sedert J Oct.
j. 1. geopende lijstervangst heeft in onze
gemeente nog geen voordeelen van eenig
belang opgeleverd. Velen hebben nog geen
enkele, anderen slechts zeer weinig gevan
gen. De ongunstige windrichting is hiervan
de oorzaak. Werkelijk treurig voor menig
een. In tegenstelling met vorige jaren,
wordt er thans niet door de vangers „op eigen
houtje? naar Brussel verzonden. De goede
prijs ll'/j cent, die de poeliers betalen,
heeft hen hiervan doen afzien. Voor het
overige wild besteedt men hazen f 1.40 a
f2,00; wilde konijnen f 0,35 h, f 0,45; tamme
idem f0,35 a f 0,75; houtsnippen f 1,70 a
f 1,75; watersnippen f0,50 a f 0,55 patrij
zen f 0,55 a f 0,60 kooieenden f 0,35 a f 0,45
alles per stuk.
Donkerbroek, 6 Oct. Heden middag
had alhier het volgende ongeval plaats.
Dokter P. uit Oosterwolde, die als gewoon
lijk eiken Zaterdag zijne patiënten zou be
zoeken, was tot dicht bjj ons dorp genaderd,
toen ’t paard van zijn rijtuig schrok voor een
aan den weg staanden woonwagen. Een oogen-
blik scheen het, alsof paard en rijtuig in de
Appelschaster vaart zouden terecht komen,
doch door een handigen greep van den knecht
aan de leidsels werd zulks voorkomen. De
dokter was inmiddels uit het rijtuig gespron
gen, doch zoo ongelukkig op de gebogen
knie neergekomen, dat bij een been brak.
Met een ander rijtuig werd hij terstopd
huiswaarts gebracht. De eigenaar van den
woonwagen haastte zich ons dorp te ver
laten, daar de menschen, die op het ongeluk
atkwamen, hem minder vriendelijk gezind
bleken.
St. Anna Par., 8 Oct. Vrijdagavond
11. tusschen 8 en 9 uur woedde in 't noorden
van ’t Bildt een waar noodweer. Ouden van
dagen herinneren zich niet, ooit zooiets te
hebben beleefd. De lucht had wel een drei
gend aanzien, maar zoo had men het toch
niet verwacht. Plotseling kwam een wervel
wind, die mensch en dier deed sidderen.
De huizen kraakten en schudden op hunne
fondamenten. Door het vreeselijk geraas
kon men niet vernemen, welke verwoesting
er plaats had. Dit bemerkte men eerst, toen
het weder eenigszins was bedaard. Niet
alleen, dat er vele pannen van de huizen
waren gerukt, maar hier en daar was een
hok geheel omver gewaaid. Onder St. Anna-
Par. zijn twee boereschuren geheel vernield.
Het eene gebouw is geheel uit het verband
gerukt, zoodat er eerlang een nieuw voor
gebouwd moet worden, het andere is geheel
van zijn dak beroofd en gelijkt een ruïne.
Zware boomen zijn omgedraaid en met wor
tels en al uit den grond gerukt. Een groote
hoeveelheid aardappelbakken, rietachoven
enz. zijn van het land opgenomen en in de
vaart terecht gekomen, waar ze als het ware
een dam vormden. Ook een gevel van een
huis was weggerukt.
V ele vogels aan den zeekant werden door
den winddruk gedood.
Kimswerd, 8 Oct. Tijdens het onweer
van Vrjjdagavond j.l. is een onzer dikke
kerkhof boomen door den bliksem of door
een hoos van een zijner dikste takken beroofd.
Een paar landbouwers alhier krijgen mee?
dan 1000 korven zieke aardappelen, welke
voor 10 cts. per korf, ja zelfs gratis van de
hand worden gedaan.
Tietjerksteradeel, 8 Oct. Onze ge
meente telt betrekkelijk weinig brood
jagers. Boschrijk is onze gemeente dan ook
niet. De bosschen, die er zijn en waarin nog
eenig wild schuilt, zijn niet voor ieder toe
gankelijk. Zij, die zich aan het jachtbedrijf
wijden, moeten op de bouw-, wei- en mied-
landen hun vangst doen. De familie der
langooren is dit jaar goed vertegenwoordigd.
Ze zijn evenwel moeilijk te rakendoor den
lagen waterstand hebben ze nog een te ruim
veld, waarin ze zich kunnen bewegen. Pa
trijzen en snippen zijn er weinig.
Bakhuizen, 8 Oct. Gisteren namiddag
even na eenen geraakte eene hooimijt van
K. Zalmstra alhier door onbekende oorzaak
in brand. Voor men de vlammen kon blus-
schen waren ze overgeslagen op de met riet
gedekte schuur der boeren huizinge, die nu
binnen een uur tijds geheel af brandde. Het
huisraad, op een bed na, werd geredal wat
zich verder in en om de plaats bevond ging
in vlammen op: de groote voorraden hooi,
de granen, het boerengereedschap enz., ook
het boedeltje van den knecht, die tijdelijk
elders moet verblijven. Zalmstra en vrouw
waren per rijtuig naar Bolsward, waar het
telegraphisch bericht van de ramp hen ’s
middags 2 uur bereikte.
De plaats schuur met voorhuizinge
behoorde aan de Naamlooze Vennootschap
„Maatschappij Gaasterland* te ’sGravenhage
en was evenals de inboedel verzekerd bij
„Woudeend.*
Opsterland, 8 Oct. De handelaar G.
W. uit Gorredijk, had voor enkele dagen,
toen hij zich met paard en kar op weg naar
huis bevond, onder het behoor van 01-
terterp het ongeluk in aanraking te komen
met de stoomtram, die hem in een bocht
verraste. Een botsing was onvermijdelijk, de
kar werd verbrijzeld, terwijl een gedeelte
van de vracht verloren ging of beschadigd
werd. W. die nog tijd kon vinden om het
paard van de rails te trekken, kwam er met
eene lichte kwetsuur aan het been af.
Repk. Adv. BI.
Witmarsum. De Raad onzer ge
meente benoemde jl. Zaterdag tot onder
wijzeres te Burg werd mej. H. v. d. Broek
te Haule (met 8 stemmen; terwijl op mej.
Postma te Cornwerd 5 en op mej. Rijpma
alhier 2 stemmen waren uitgebracht.) (De
voordracht bestond uit de damesStuvei
te Sneek, v. d. Broek te Haule, De Jong
te Harlingen, Rijpma te Witmarsum en
Postma te Cornwerd.)
Tot onderwijzer te Makkum werd be
noemd de heer W. J. Dijk te Bergum
met 9 stemmen. De heeren v. d. Veen en
P. de Jong verkregen respect. 5 en 1 stem.
De voordracht bestond uit de heeren:
Dijk te Bergum, P. de Jong te Leeu
warden, P. L. de Vries te Leeuwarden en
v. d. Veen te Zurich.
Wonseradeel. In sommige plaatsen
heeracht weer tongblaar onder het vee
terwijl het zich laat aanzien, dat de ziekte
zich meer zal uitbreiden. Dit is wel te
betreuren, ’t Ging anders met ons vee en
zuivel zoo goed. Het zou een leeljjke scha
depost voor den boer worden als de ziekte
zich meer ernstig vertoonde.
Kwartjesvinders. Een bende kwartjes
vinders reist zoo lezen we in de Amersf.
Ct. iederen dag van Amsterdam via
Amersfoort naar Kleef of naar Zutfen. De
heeren hebben een abonnement derde klasse.
De stationschefs waarschuwen elkaar per
telegraaf en doen de reizigers zooveel moge
lijk waarschuwen. Toch vliegt er nog
menigeen in.
Door de Vereeniging van Oliefabri-
kanten in Friesland is aan den Minister
van Finantiën een adres verzonden, hou
dende verzoek een invoerrecht van onge
veer f 1 per 100 K.G. op vreemde voeder-
koeken, zoowel in vasten als in poedervorm,
in zijn fiscale wetten op te nemen.
De man, die bij een blinden sigaren
handelaar in de Boekhorsstraat te ’s Gra-
venhage een valsch kwartje trachtte uit te
geven voor een geldig muntstukje, werd
door de Haagsche rechtbank vrijgesproken,
daar zij het bewijs niet geleverd achtte, dat
hier met opzet gehandeld was.
De late Zomer. Zeker tengevolge van
den laten zomer, die ons zelfs in October
nog eenige warme dagen bezorgt, is in den
tuin van een Rotterdamsch ingezetene een
goudenregen uitgeloopen, die thans een
mooien trots bloemen gevormd heeft. Zeer
zeker een zeldzaam verschijnsel in den
Herfst,.
VI.
Mijnheer de Redacteur!
In mijn laatsten brief heb ik reeds gezegd,
dat ik het niet geheel eens was met het
„Bolswarder Kiekje* van mijnheer Keesje.
Opzettelijk heb ik echter met mijn bemer
kingen gewacht, totdat de stemming over
het al of niet bestaan blijven der „Broerekerk*
achter den rug was, want daarover wilde ik
pertinent geen oordeel uitspreken. Ik wilde
hoegenaamd geen invloed uitoefenen in dat
opzicht. Ik heb aan de stemming zelfs geen
deel genomen en ook neef Harmen niet. W ij
hebben er wel over gesproken, doch wij
wilden ons absoluut buiten die kwestie hou
den. Wij wisten waarlijk niet in wat richting
wij onze stem zouden uitbrengen en daarom...
wij zijn beiden thuis gebleven, ’t Was dan
ook niet over die stemming, dat ik Keesje
wenschte te woord te staan, twee anderen,
de heeren de Visser en Ds. de Groot van
Zoeterwoude hebben daarover reeds met
Keesje gehandeld. Dus reeds tweemaal in
den slag geweest, mijnheer Keesje! Gelukkig
er heeft geen bloed gevloeid in dezen strijd
en dat moet ook niet. Hoewel ik volmond g
instem met de spreuk: „door wrijving van
gedachten, komt men tot de waarheid*, meen
ik toch dat op het gebied, waarop deze strijd
gevoerd wordt, voetangels en klemmen liggen
en tevens dat, gelijk de partijen reeds vooraf
ook zelf getuigen „ze het over de kwestie
niet eens zullen worden.*
Ik heb eens gelezen, dat in een advertentie
een afdoend middel werd aangeboden, om
van eksteroogen genezen te worden en
iemand die de vereischte Mark 1,10 per post
wissel inzond kreeg ten antwoord:
„Sind Ihre Hühneraugen grosz,
So dasz von Schmerz Sie schitzen,
So eiigen Sie de Zehen los
Auf denen solche sitzen.*
Zie M. de R. ik behoef geen Mark 1,10
voor mijn probaat middel, ik stel het gratis
beschikbaar; ’t is het volgende: houd u liever
buiten zulke pijnlijke kwestiën, dan heeft men
ook niet de „Knochensage* noodig, welke
bovenstaande Duitscher beschikbaar stelde
voor hoogen prijs. „Ich empfehle Ihnen hierzu
meine Knochensage, im preis von 10 bis 30
Mark.* Dus, ik houd mij buiten die kwestie,
ik wil niet redekavelen over die oude kerk,
of en hoe zij zal moeten worden opgeknapt
of niet en nog veel minder over „ijdele
philosophic"' en „rechtzinnige partij", doch
ik had alleen plan Keesje te wijzen op het
geen hij in het slot van zijn artikel „in zijn
verbeelding* ziet. Bij nader inzien van no. 79
uwer courant zie ik echter, dat de heer de
Visser Keesje al reeds even heeft gewezen
op den hoof delij ken omslag. Dat was ook
juist het punt wat ons mij en mijn
huisgenooten den schrik om het hart
deed slaan.
„Nou, nou,* zei neef toen hij dat „kiekje*
gelezen had, „ik hoop toch waarachtig niet,
dat die verbeelding van Keesje werkelijkheid
zal worden, ’t Is ook maar niets. De stad
moest dan de kerk koopen, den schuttershof
koopen, een straat aanleggen met een Wil-
helminaperk er voor, maar... „Wie zal dat
betalen, zoete, lieve Keesje?* neuriede neef.
’t Zal zoo’n vaart niet loopen*, zei ik
„en daarbij, wanneer daar een straat werd
gelegd, zouden de gekochte bouwterreinen
wellicht met winst weer van de hand kunnen
worden gedaan.*
„Ja, ja, dat wint zoo wat*, antwoordde
neef. „Keesje wil den vreemdeling met trots
wijzen op het fraaie, verbeterde en vergroote
wandelpark bij „Amicitia* en op de breede
royale Wilhelminastraat die hij wil aangelegd
he o ben op de terreinen van de gesloopte
Broerekerk, maar dan wil ik die vreemdeling
met tranen in mijn oogen wijzen op mijn
verhoogd belastingbiljet!*
„Troost u maar, neef Harmen*, zei
mijn vrouw, „de kerk wordt niet verkocht,
dus die „Wilhelminastraat* is al weer van
de baan.*
„Ja*, riep Klaas, „ik ben blij dat die
kerk staan blijft, dan zullen wij ons kaats-
plein ook wel houden.*
„Nou jongen, dat ik jelui dat kaatsplein
misgun zal ik niet zeggen, maar de grond is
mij eigenlijk te waardig. Geld om dat groote
plein op te knappen en te onderhouden is er
niet beschikbaar, daarom zou ik het willen
bestemmen voor bouwterrein. Wanneer daar
een rij flinke burgerhuizen stond, zou dit de
stad ten goede komen en versieren, thans is
het een ontsiering van Bolsward en ik geneer
mij, dat men dit plein Wilhelminaplein durft
te noemen, ik vind „Sahara* veel eigenlijker.
„Maar neef, hoe wil u dan in de kermis
het klaarspelen als dat plein voor de kerk
met huizen wordt volgebouwd?* vroeg ik.
„Is er door de demping op de Dijkstraat
dan geen voldoende terrein voor de kermis
Als Koemarkt, Schildwijk en Dijkstraat in
de kermis vol zijn, kan het al gaan, dunkt
mij en met het oog op de tijdsomstandigheden,
vind ik het noodzakelijk, dat de gemeente
naar nieuwe middelen van inkomsten rondziet.*
„Wil je dan, dat de stad van afbraak
zal gaan leven, dan zou ’k toch liever dat
plein in „de Lomberd* brengen, want je kan
niet weten, hoe de gemeente later dien grond
weer noodig heeft.*
„Och, loop heen met je Lomberd*, beet
neef mij toe. „Weet je wel, dat het volgend
jaar de hoofdelijke omslag ons zuur zal op
breken en ’k heb de vorige week mijn biljet
voor de bedrijfsbelasting ook gekregen en
wat denk je?*
„Wel nu, dat je naar je inkomen moet
betalen.*
„Dat zou ik ook billijk vinden, maar
jawel, morgen brengen! Ik heb eerlijk opge
geven wat ik heb en wat ik verdien, ik wil
er een eed op zweren, dat ik het „naar
waarheid" kon onderteekenen en toch er is
weer „in afwijking van de aangifte" een
aardig brokje bij gedaan. Nu moet je weten,
dat ik het vorig jaar heb gereclameerd, toen
was ’t biljet ook te hoog, doch mij werd geant
woord: dat ik zoo meesterlijk de kunst van
aftrekken versta.*
„O, ja wel*, zei ik lachende, „maar dan
oefent de commissie van aanslag zich zeker
in ’t optellen en wil niet voor je onderdoen!*
„Moet je begrijpen, wat een gewaar
wording. Je weet wel, hoe mijn zaken staan
en ook wat schade ik heb geleden door
onsoliede betalers. Omdat de tijd zoover op
schoot, begon ik haast te denken, dat de
commissie mij door de vingers had gezien,
maar neen hoor. Er is lang over gebroed,
maar nu is er ook een reusachtig kuiken
voor den dag gekomen. Ik moet bijna een
derde meer betalen.*
„Ja neef, in de bedrijfsbelasting ben
ik niet aangeslagen, maar in de vermogens
belasting voelt men mij op dezelfde wijze
aan den pols. Toen een jaar of zes geleden
dat formulier ter invulling voor ’t eerst
kwam, was ik daar eigenlijk wel een beetje
mee vereerd, want, dacht ik zoo, dan zien
ze mij toch voor niet zoo min aan. Daar ik
rentenier je weet, dat is niet uit weelde,
maar meer omdat ik niet weet, wat ik haast
zal aanvangen heb ik toen ook mijn best
gedaan om op dat biljet een behoorlijk figuur
te maken. Alle twijfelachtige bezittingen heb
ik maar voor goede munt berekend en zoo
kwam ik dan ook tot. een cijfer, dat ik „op
’t kantje af* bij de vermogenden moest worden
geteld. En warempel, toen mijn belasting
biljet kwam, was het hooger dan het volgens
mijn aangifte kon komen en dat gaat zoo nu
elk jaar nog door en moet ik meer geven,
dan waartoe ik mij zelf verplicht reken.*
„Dus ze hebben je ook als een leugenaar
gelieven te beschouwen,* merkte neef aan „en
ik hoor dat de bedrijfslui haast op den regel
at hooger zijn, dan ze zich zelf geschat heb
ben. Ik begrijp eigenlijk niet*, vervolgde
neef, „waarom ze je eerst een biljet laten
invullen „naar waarheid* en „zonder voor
behoud* als ze je toch niet gelooven.*
„Weet je, wat ik veronderstel? De
commissie van aanslag zal denken, we kunnen
’t gerust probeeren, die te hoog is, zal wel
reclameeren.*
Dat zou ik ’t al een vreemde handel
wijze vinden, na eerst een eigen aangifte
gevraagd te hebben, worden de menschen
verdacht van hun biljetten te laag te hebben
ingevuid; de wereld bestaat toch niet uit
deugnieten?*
„Ja, mooi vind ik het ook niet, maar
och, ik heb maar betaald, want ik hoor, dat
reclameeren heel zelden wat geeft.*
„Dus, je laat je den naam van leuge
naar aanleunen*, riep neef verontwaardigd
uit, „nu al laat je je het bloed als een zacht
moedig lam aftappen, ik niet, ik doe liever
als het varken en verzet mij met alle macht.
Ik reclameer zoolang dat ze mij eindelijk
gelooven. Weet je wel, dat minister Pierson
dezer dagen in zijn „millioenenspeech* gezegd
heeft „dat de ryksmiddelen gunstig vloeien
en zelfs een abnormaal sterke toeneming
vertoonen en dan werk je, doorjelammoedig
gedrag, die abnormaliteit in de hand en de
uitgaven worden daarnaar geregeld en ook
abnormaal.*
,Neefje, neefje, wat rijd je weer op je
6
Bolswardsche Courant.
r!
I