NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOtSWARB EN WONSEHAOEEI.
fel
No. 86. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
8 DONDERDAG 25 OCTOBER.
BINNENLAND.
Ingezonden.
Afzonderlijke
nos. van dit blad
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Praatjes over dit en dat.
u,
voor
VOOR
j. o.
del ijk
Q.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
VIL
Mij dunkt, dan was het beter ge-
om het gebouw maar te verkoopen
Daarover mochten de
stemming uitschryven.
wwu. .....u aan,
Hepk. Adv. BI.
Wonseradeel. De regen periode, die
thans heerschende is, heeft aan onze arbei
ders en landbouwers al vrij wat schade en
last veroorzaakt. Immers op de bouwlanden
kon door de aanhoudende regens weinig of
niets worden gedaan. Wat er nogal gedaan
werd was „groote armoede/ En dat terwijl
er nog zoovele bieten en ook nog al aard
appels in den grond zitten en er aan ploegen
enz. nog weinig is gedaan. Algemeen wordt
er daarom naar droogte uitgezien.
Het verloop van de veeziektemond
en klauwzeer is tot dus ver bevredigend.
Van klauwzeer verneemt men n.l. nog niet
en de tongblaar is met een dag of vyf weer
over. Het ontstaan der ziekte wordt toege-
Leeuwarden, 22 Oct. Ze waren dan
reeds genaderd tot het stadhuis een hij
en een zij, met het edel doel, lief en leed
voor hun verder leven te deelen. Nog slechts
enkele formaliteiten, een harteljjk woord van
den ambtenaar van den burgerlijken stand tot
waardig besluit en ze konden langs nieuws
gierige kinderen en straatschrobbende
vrouwen ’t was Zaterdagmorgen hun
gemeenschapppelijk tehuis binnen treden.
Het oogenblik, waarnaar alle jonge men-
schen van alle tijden verlangd hebben!
Maar hoe nu? Wat ’n drift in de be
weging van hem en haar! En die stemmen
klinken zoo schel en zoo ruwArme Amor
Bedek uw aangezicht; vlucht! De gelieven
hebben twist gekregen.
Ze loopen nog zij aan zij tot den ingang
der deur; dan geeft hij haar een afscheids...
klap, gevolgd door een bulderen: „ga dou
maar trouwen, ik verd... het!“
Hiermede liet hij z’n aanstaande vrouw
die nu z’n aanstaande niet meer was
verlaten staan.
„Beter ten halve gekeerd dan ten heele
gedwaald*, zal menigeen zeggen.
De stoombootkapitein 8. de J. te Hee-
renveen heeft cassatie aangeteekend tegen
het vonnis der rechtbank aldaar, waarbij hij
veroordeeld is tot 154 geldboeten ieder van
f 2 subs. 154 maal 1 dag hechtenis, omdat
hij weigerde sluisgeld te betalen, berekend
naar den ouden meetbrief, wijl zyn vaartuig
op nieuw gemeten was en hij wilde betalen
naar den nieuwen meetbrief.
Gorredijk, 22 Oct. Sedert een j aar on
geveer zijn ze in hun vrijen tijd onvermoeid
bezig geweest, eenige jongelingen van hier
en uit de omgeving, met het daarstellen
van een animatograph (verbeterde kinema-
tograph). Eindeljjk zijn ze naar wensch
geslaagd en heeft eene vertooning in het
openbaar plaats gehad, waarmee alle eer is
behaald. Het toestel werkt uitstekend, ter
wijl de gegeven levende beelden aan de
werkelijkheid doen denkende aanwezigen
waren ten zeerste voldaan, ook over de tot
afwisseling gegeven lichtbeelden die zeer
in den smaak vielen. Het is te voorzien,
dat de jeugdige ondernemers (Teijema c. s.)
bij de verdere vertooningen met een druk
bezoek zullen worden vereerd, wat hun
wel niet onaangenaam zal zijn, omdat de
inrichting veel moeite en kosten heeft,
veroorzaakt.
Zuidwesthoek, 22 Oct. Sedert enkele
dagen beginnen vele boeren hier druk met
het stallen van hun vee. De vele regen,
waardoor de weilanden erg drassig zijn
geworden is hiervan de hoofdoorzaak. De
dieren lijden daardoor, vooral in de reeds
lange nachten veel koude, wat zoowel op
de hoeveelheid melk als anderszins een
zeer nadeeligen invloed uitoefent. Gebrek
aan gras is er over het geheel nog niet
menigeen gaat het nog maaien en dan stal-
voederen, afgewisseld door eenig hooi. Ge
woonlijk is omstreeks 12 Nov. de tijd van
stallen.
Gaasterland, 22 Oct. Het kan niet
ontkend worden, dat de afgeloopen zomer
voor de landbouwers in het algemeen gun
stig is geweest. De vrij hooge zuivelprijzen,
en de duurte van ’t vee zijn hiervan de rede
nen. Jammer evenwel, dat misschien velen
hunner alhier dezen gunstigen tijd duur
moeten betalen. De tjjd van huren is n.l.
weer daar en geen wonder is het, dat de
tegenwoordige stand van zaken invloed
heeft op de huurprijzen. De maatschappij
„Gaasterland11 heeft alle n. 1. verhoogd en
wel in die mate naar het schijnt, dat de
meeste boeren er nog geen direct genoegen
mee nemen, maar het acht dagen op hun
beraad houden. Enkelen hebben dadelijk
weer gehuurd, anderen hebben ook direct
bedankt.
Mijnheer de Redacteur
Verzoeke voor onderstaande regelen vrien-
een plaatsje in Uw geacht Blad.
Een lotingskwestie.
Onder dat motto gaf uwe courant van
21 dezer eene beschrijving en toelichting,
hoe die kwestie was ontstaan, en wat het
gevolg tot Oplossing er van zou worden.
Er was dan lezen wy in bedoeld stuk
ter secretarie naar de juiste toedracht dier
kwestie geïnformeerd. En duidelijk bleek
uit de informatie dat één loteling niet is
ingeschreven, dat niet inschrijven, wy
zeggen daar liefst maar niets van, het feit
is erg genoeg. Verder de oplossing der
lotingskwestie, omdat er geen informaliteit
is gepleegd, kan de zaak in orde komen,
met eene naloting, 61 briefjes in de bus
etc. etc.
Nu was mijne bedoeling hier te zeggen,
er wel eene informaliteit is gepleegd. Laat
ons eens veronderstellen, er waren 5 of 10
lotelingen niet ingeschreven, was er dan
ook eene informaliteit? Nu is er eén, maar
het feit is toch ’t zelfde, het is en blijft
waar, zoo min hij die No. 1 trok of No. 61,
niemand was in de gelegenheid No. 62 te
trekken, aangezien dat nommer er niet
was, en er had behooren te zyn. En eene
kans uit 62 nommers is altijd beter dan
uit 61, het scheelt een 62ste deel.
Wy meenen derhalve dat by de loting
te Bolsward dato 16 dezer, wel terdege
eene informaliteit is gepleegd, en eene
herloting, ofschoon jammer, de beste oplos
sing zal moeten zyn.
Mynheer de Redacteur, dankende
de verleende plaatsruimte.
Een niet-loteling.
„Maar11 en toen wendde Janmaat zich
met een flinken zwaai tot ons, „wat dunkt
u, heeren, moeten de jongelui met zoo’n
loting tevreje zijn
„Wij beiden hadden geen trek, om
explicatie te geven, en hielden ons van
den domme. „Wat blief,11 zei Harmen,
„wij waren er Over aan ’t redekavelen, hoe
laat het nu precies is. De torenklok wijst
drie uur aan dezen kant, aan den voor
kant is ’t vijf minuten later, de annonce-
klok wijst een minuut of acht voor drieën
en op mijn horloge is ’t nog een paar
minuten vroeger.11
„O, hoe laat het is ja dat weet ik
niet. Ik doe maar geen moeite om op de
hoogte van den tijd te zijn, ’k Had wel
een raap, (hik) maar die is daar ginder
hij wees in de richting van de Bank van
Leening en ’k haal hem vooreerst niet
terug nooit misschien (hik), want
hij ging goed, doch altijd was ie in tegen
spraak met die daar hij wees naar den
raadhuistoren en ruzie wou ’k er niet
meer om hebbe, ’k ben (hik) nu vrijheer
van Ameland, ’s avonds elf uur word ik
wel gewaarschuwd (hik) maar als ik een
zoon bij de loting had, dan was ik er niet
mee tevreje, wat u mijnheer?11
Wij gingen lachende verder, want
onze Janmaat vervolgde „ik heb zoo’n last
(hik) van wurme, en ’t eten wil niet teren
om den raren smaak te verdrijven, wil ik
er nog even eentje koopen,* en hij ging
in de richting van de „Nieuwe Hofstraat.11
„Toch een vreemde historie hé, die
loting,11 zei ik, toen wy een eindje verder
waren, doch ik heb straks eens de militie-
wet nagezien en my is gebleken, dat art.
39 er in voorziet, wanneer een loteling door
verzuim van het gemeentebestuur aan de
loting niet heeft deelgenomen. Door een
naloting, waaraan hij alleen deelneemt,
wordt hem zyn rangnummer aangewezen.
Wij gingen langs de Sneekerpoort al
redeneerende de Kade om, en op den hoek,
zei neef eensklaps „Hé wat doen ze tegen
woordig met de Zuivelschool Zou de raad
daar ook weer f 100 voor over hebben?11
„’k Weet het niet, my dunkt daar is
geen geld meer noodig. Die affaire staat
stil. Voor enkele dagen ben ik eens op
het terrein geweest, maar wat ziet het er
daar treurig uit. Verbeeld je, een partij
glazen zijn stuk, doch dat is niet het ergste.
Doordat de machines en werktuigen zyn
verkocht, werden die uitgebroken, zelfs
moesten er kozijnen uitgenomen worden,
om ze er uit te krygen, maar denk je, dat
de boel weer is opgeknapt, neen hoor. Het
ligt er heen, alsof ’t geen mensch toebehoort.11
J
weest,
of af te breken,
leden wel eens een
Oude kunst zit er toch zeker niet
zoodat ik geen reden weet voor ’t behoud
er van.11
Zoo redeneerende waren wij te huis ge
komen, en al weer kwam het over de loting
te praat.
„Je sprak daar straks van een na-
lotiug, Jochem, hoe bedoel je dat dan.11
„Hoe die wordt gehouden en geregeld
weet ik niet, doch dat zal de Commissaris
der Koningin wel voorschrijven. Mij dunkt
er moet gestreefd worden om zoo recht
vaardig mogelijk de fout te herstellen, en
ieder een gelijke kans op No. 62 te geven.11
„Ieder een gelyke kans op No. 62,
zeg je, hoe kan dat
„Mij dunkt, dat de vergeten schipper
uit 62 nummers moet trekken. Het num
mer dat hy trekt is voor hem, en die vroe
ger dat nummer heeft getrokken, moest
dan No. 62 hebben. Trekt hij b.v. No. 20,
dan houdt hij dat en die eerst No. 20 had
is dan met No. 62 vrij.*
,Uwe oplossing is wel aardig,11 zei
neef, maar ’k hoop dan dat hy No. 11
trekt, want ik vind het een gekke ver
gissing, daar op de Secretarie.11
„Nu ja, daar kan je nu wel hoog van
opgeven, maar gedane zaken nemen geen
keer. Het is nu maar de vraag, hoe het
op de meest billyke wyze te herstellen.11
„O, ja,viel neef uit, „het is jou
altyd goed. Je moest Joris Goedbloed
heeten. Altijd heb je wat te vergoelijken,
doch ik zeg maar, hét mag niet voorkomen.
Als de jongen vergeten had zich aan te
geven werd hij als verzwygeling gestraft,
en nu men vergeet hem in te schrijven,
wil je dat zoo maar bezussen. Ik niet...
en Harmen mopperde nog zooveel, dat,
ware myu vrouw niet tusschenbeiden ge
komen, wellicht waren wy handgemeen
geworden. Dien avond gevoelde ik recht,
wat een voorrecht het is, een vrouwtje als
beschermengel op zij te hebben. 4egt het
vwïU
Mijnheer de Redacteur 1
Het is, dunkt me, volstrekt niet moeie-
lijk, de hand te houden aan art. 36 der
politieverordening.
De gemeente is niet verplicht ier, door
ingezetenen verzameld, op te ruimen.
Volgens de Burg, wet mag niemand water
of vuilnis door de goten van eens anders
erf laten loopen, ten ware hij daartoe het
recht mocht hebben verkregen en evenmin
mag iemand vuil water of ier op den open
baren weg laten uitloopen, indien zulks by
verordening verboden is.
De eigenaar of gebruiker van een erf
moet dus, wanneer de verordening zulks
medebrengt en kan zelf ook gemakkelyk
de ier afvoeren naar zyn land of mestvaalt
buiten de kom der gemeente of naar de
verzamelplaats van de gemeente-reiniging.
Als hy vuilnis verzamelt in een put, kan
hy den Directeur der gemeente-reiniging
verzoeken dit te laten af halen. Eischen kan
hij het niet.
De kwestie werd nu door ons in der
minne bygelegd, en wy hebben zelfs nog
een uurtje genoeglijk gekout, o.a. vroeg
neef my, of wij haast niet eens raadsver
gadering zouden krijgen. Hij was benieuwd,
hoe het met onze begrooting zal afloopen.
„Ik meen, dat de 2e Donderdag in Oc
tober een verplichte vergadering moet wor
den gehouden,11 was mijn antwoord, „doch
die dag is zonder vergadering verstreken.*
„Misschien moeten de posten nog eens
nagezien worden,* zei Harmen. „Ik ben
er bepaald benieuwd naar, en als het eenigs-
zins kan, ga ik eens luisteren.*
„Dan ga ik met je mee.*
Uw dw.
JOACHIM OPMERKER.
19 October 1900.
P.S. Vorenstaande was reeds geschreven,
toen Zaterdagavond uw Blad een andere
wijze van loting aangaf. Toch meen
ik, dat de manier door mij aangegeven
iets voor heeft. Wat toch geeft het
voor de lotelingen, dat zij allen één
nummer opschikken. Wat geeft het
bijv. No. 5, dat er nog één voor hem
komt,hy blijft er evengoed dienstplichtig
om. Alleen voor de twijfelachtige
nummers kan de kans er iets door ver
beteren. Bij de door mij aangegeven
manier heeft echter elk loteling even
veel kans op het vrije nummer, dat er
te weinig in de bus is gedaan j.l.
Dinsdag. Toch zie ik bij het nalezen
der wet op de Nat. Militie, dat art. 42
gebiedend voorschrijft de naloting te
houden, gelijk uw Blad het aangeeft.
Waar de wet duidelijk is, helpt geen
pleiten.
Mijnheer de Redacteur!
Er bestaan twee woorden om het onder
scheid aan te geven, dat er in de maat
schappelijke samenleving wordt gemaakt
tusscben menschen en menschen. De een
spreekt van onderscheiden standen, en de
andere van verschillende klassen. En uit
het woord dat men uit dit tweetal kiest,
is op te maken, hoe men over het stands
verschil denkt.
U zal uit mijn vorige brieven reeds ge
merkt hebben, dat de schryver dezes het
ook dikwerf lang niet eens is met zijn
neef, en dit verschillend gevoelen gaf j.l.
Vrijdagavond haast aanleiding tot een
vredebreuk tusschen ons tweeën. Voor
zoover het U belang kan inboezemen, wil
ik U ons discours mededeelen.
U moet dan weten, dat Klaas Vrijdag
morgen de kamer kwam instormen met
„Pa, nu is het een mooie boel. Ze zeggen,
dat de loting van Dinsdag onwettig is en
weer overgedaan zal worden.*
„Wat vertel je daar?* was mijn ant
woord, „wat mankeert er dan aan
„Ze hebben een schippersjongen ver
geten, en nu zeggen allen, die aangeloot
zyn, dat zij er niet mee tevreden zijn, want
dat er een vrij nummer te weinig in de
bus was, waarop zij ook kans hadden.*
„’t Zal zoo’n vaart niet loopen jongen,
je roept altyd dadelijk zoo hard.*
Des namiddags kwam neef een praatje
maken, en zyn eerste was
„Dat is ook wat moois, hé, heb je ook
gehoord, dat ze hier een vergeten hebben
bij de loting Hoe zou het nu moeten
Ze zeggen, dat er een nieuwe loting moet
worden gehouden.
„Ik heb straks ook van Klaas daarover
iets gehoord, maar het rechte weet ik niet,*
was mijn wederwoord.
We besloten, daar het Vrijdag zulk schoon
wêer was, samen eens de straat op te gaan,
wellicht dat we er meer van zouden ver
nemen. En waarlijk, op onze wandeling
zagen we telkens, dat er groepen stonden
te praten. Bij een dezer hebben wij ons
kwansuis een oogenblikje aangesloten, want
midden in het groepje zagen we een „straat-
politicus* en wy waren benieuwd, Wat die
had te verkondigen. Ik weet niet beter te
doen, dan natuurgetrouw weer te geven,
wat wy zagen en hoorden.
Het tooneeltje dan speelt op „de Beurs.*
U weet misschien, dat het hoekje voor den
heer Bölger sedert eenigen tijd met dien
naam wordt bestempeld. In het midden
staat een reeds bejaard werkman, die vroeger
betere dagen heeft gekend. Uit houding
en manieren is nog steeds te zien, dat hij
in wellevendheid booger staat, dan menig
andere. Toen wij aankwamen, sloeg hij
zelfs beleefd en militairement met de vingers
naast zyn hoofddeksel. Wij knikten hem
even toe, doch hielden ons, alsof wy wacht
ten, en namen den schijn aan, van ons om
het discours niet te bekommeren. Die man
nu, in zyn blauwen kiel werd omringd
door een zes- a achttal mannen en jonge
lieden. De beschryving van het groepje
zou misschien wel interessant zijn, maar
te veel ruimte beslaan, waarom ik er van
afzie, om mij tot het noodzakelyke te
bepalen.
Juist toen wy langs de Markt aankwa
men, zagen wij uit de richting van „de
Rus* een vroolijke Janmaat aanrukken, die
blykbaar een goed zin had. Pas had hy
den blauwkiel in ’t oog of het was: „Ver
dikkie zeg, ouwe, hè je gehoord, (hik) wat
een kool ze daar op het Stadhuis (hik)
gestoofd hebben. Jandozie, één vergeten,
(hik). Dat moest ons toen we in dienst
waren (hik) eens gebeurd zin, hè ouwe
Je hebt ook wel mogen schilderen war, en
der een doorlate met een snee in ’t oor,
(hik) dat kon der door, maar een vergete
op ’t rapport hè, daar stond niks vanin!*
„Ja jonge,* was ’t antwoord, „het
scheelt veel wie het doet, dat zei je ook
wel eens ondervonde hebbe 1
„Of ik, maar ik zeg toch, dat het hier
de spuigaten (hik) uitloopt.* Onze ouwe
zei aftyd (hik) als je grappen uithaalt, dat
is tot daar aan toe, maar de papieren motte
B QïdQ %jjni (hilQ*
Bolswardsclie Courant
IVf 1 1 j 1 1 i 1 i
fi