NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WWSSBA0B81
No. 87. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
Uit de Raadszaal.
Afzonderlijke
nos. van dit blad
zijn verkrijgbaar a 5 cent.
Q ZONDAG 28 OCTOBER. g
IA**..,
VOOR
'iffl
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
e
Ter visie en om advies in handen van B.
en W. gesteld.
PUNTEN VAN BEHANDELING
1. Procesverbaal van kasverificatie over
het 3de kwartaal 1900.
De ontvangsten bedroegen
uitgaven
Zoodat in kas was
Aangenomen voor kennisgeving.
2. Aanbieding van de rekening van den
weg Bolsward— Harlingen over 1899.
Deze rekening werd in handen eener Com
missie gesteld, zijnde de heeren IJ. T. de
4
Boer, Hommes en van der Werf.
3. Aanbieding van de rekening van de
Stads-werkinrichting over 189911900.
Deze rekening en aanyraag om machtiging
tot voortgang met deze wijze van werkver-
schafling wordt gesteld in handen eener
Commissie, de heeren P. J. de Boer, van
der Meulen en Schotman.
4. Vaststelling van het suppletoir kohier
van hondenbelasting over 1900.
Dit kohier, ten bedrage van f 21 wordt
vastgesteld en de termijn van betaling voor
of op 1 Dec. a.s. bepaald.
Met algemeene stemmen alzoo besloten.
5. Behandeling van het adres van S. J.
Pekema, om herbenoemd te worden tot
directeur der Bank van Leening met
ïkJws.
Burgem. en Weths. hebben, na ingewonnen
advies der Commissie voor de Bank van
Leening, geen bezwaar tegen herbenoeming
en stellen voor den heer S. J. Pekema met
ingang van 1 November a.s. voor een tijd
perk van drie jaren opnieuw te benoemen
en nader vast te stellen
op de bestaande
instructie.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
6. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot onderhandsche verhuring van
in de Robijnsef'enne.
Het Bestuur der Vereeniging voor Tuin
bouw heeft aan heeren Voogden van het
St. Anthony Gasthuis gevraagd om de
Robijnse-fenne weer onderhands te mogen
huren voor 224 per jaar of f 32 per pon-
demaat. Daar de Gemeente voor 'jr, gedeelte
eigendom heeft aan genoemd land, is de
goedkeuring van den Gemeenteraad noodig.
Heeren Gasthuisvoogden hebben geen be
zwaar aan het verzoek te voldoen, ook niet
tegen den huurprijs, omdat het een philan-
tropische instelling geldt.
Burgem. en Weths. zijn daarmede eens
en vragen machtiging om het ’/i eigendom
voor 5 jaren, ingaande 5 Maart 1901, op
bestaande voor waarden te verhuren aan de
Vereeniging voor Tuinbouw.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
7. Aanbieding en behandeling van een
adres van H. Lammertsma, om enkele ver
gunningen voor te bouwen woningen aan
den stadswal met advies van Burgem.
en Wethouders.
Adressant vraagt drie uitgangen te mogen
maken voor drie nette woningen, welke hij
zal bouwen op een terrein achter de Doops
gezinde Kerk en legt daarbij plattegrond-
teekening over. Tevens verzoekt hij bij elk
deurkozijn een treed met straatje tot het
pad te mogen maken en voor aflossing van
vuil water een riool met zinkput uit de steeg
tot de gracht, terwijl hjj voor dezen bouw
gaarne de noodige boompjes wil wegruimen.
Hij verzoekt ook de rooilijn te willen aan
geven.
Het advies van Burgem. en Weths. luidt
het verzoek in te willigen, alles ten genoegen
van hun college. Adressant moet op zijne
kosten de boompjes door den stadstuinman
laten rooien en deze vervoeren naar den
stadstimmerwinkel.
De Voorzitter vraagt urgentie voor de
behandeling, en deze wordt verleend.
De heer Keikes. Ik ben voor ’t verzoek,
doch wensch op te merken, dat op de teeke-
ning niet is aangegeven het te maken riool,
en onlangs is bepaald door den Raad, dat
elke woning moet hebben een riool, en dat dit
bij de aanvraag tot bouwing, op een teeke-
ning moet zijn aangeduid.
De Voorzitter. Dit is geen bezwaar, en
hierin zal worden voorzien.
De heer Eerdmans. Het heeft zeker geen
haast, ik wenschte verdaging, dan kan dat
in orde gemaakt worden.
De Voorzitter. Adressant is verlangend
naar de beslissing, dan kan hij de werk
zaamheden voorbereiden.
De heer Eerdmans, zal vertrouwen,'dat
B. en W. zullen zorgdragen dat ook het
riool goed wordt.
De heer Dijkstra begrijpt niet hoe de
stoeptreden en het voetpad worden.
De Voorzitter vindt dat er een technische
uitdrukking is gebezigd, en leest de bepaling
nog eens voor, waarop overeenkomstig het
advies wordt besloten met algemeene stemmen.
8. Behandeling van het adres van A.
W. Bootsma bij Nijezijl. om een plek grond
in koop te bekomen met advies van
Burgem. en Wethouders.
Burgem. en Weths. ad viseeren het verzoek
in te willigen en 60 70 M2 grond te ver-
koopen voor f 50 in eens af onder te stellen
voorwaarden.
Met algemeene stemmen goedgekeurd.
9. Behandeling van het adres van Mej.
T. Stallinga, om de brugwachterswoning bij
de Harlingerbrug in koop te bekomen
met advies van Burgem. en Wethouders.
burgem. en Weth. hebben van adressante
vernomen, dat zij f 700 wil betalen voor de
woning, welk aanbod hun billijk voorkomt
en zij dus geen bezwaar hebben, het ver
zoek in te willigen. Besluit de Raad tot
verkoop, dan hebben B. en W. plan van het
brandspuithuisje een brugwachterswoning te
maken, waartoe eventueel voorstellen zullen
inkomen.
De heer v. d. Meulen. Ik ben er niet op
tegen, dat die woning wordt verkocht, maar
vind, wat B. en W. er voor in de plaats
willen stellen, ongeschikt; mij dunkt, die
woning moet dichter bij de brug. Ik zou dus
eerst de voorstellen voor die brugwachters
woning willen behandelen, voor tot den ver
koop wordt besloten.
f 77,088,425
- 72,395,49
f 4,692,93®
Vergadering op Vrijdag 26 Oct. 1900.
Alle leden zijn tegenwoordig.
De notulen worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter doet de mededeeling dat op
de voor ons Vaderland heuglijke gebeurtenis,
de verloving van H. M. de Koningin, door
hem, ook namens den Raad, een telegram
van felicitatie is verzonden, waarop is terug
ontvangen eene dankbetuiging, (applaus).
Ingekomen stukken:
a. Een kennisgeving van den Comm. der
Koningin, dat tot leden in ’t college van
zetters zyn benoemd de heeren A. Bouma
en M. Doster baan.
b. Een besluit van Ged. Staten, houdende
goedk. van den verkoop van grond aan H.
Tuininga en G. Dijkstra Sz.
c. Idem, goedkeurende de tijdelijke geld-
leening van f 4000.
d. Kennisgeving van de Kon. Besluiten
waarbij zijn goedgekeurd de verordeningen
tot heffing van leges, waagrechten, begrafe-
nisrechten enz.
e. Een missive van Mej. M. Leverland,
houdende dankbetuiging voor hare benoeming
tot onderwijzeres in de handwerken.
Een en ander voor notificatie aangenomen.
f. Een missive van den Com. der Kon.,
houdende een nota van op- en aanmerkingen
op de gemeenterekening.
Op voorstel van den Voorzitter gerenvoy-
eerd aan Burg, en Weth. ten fine van af
doening.
g. Een missive van B. en W. houdende
advies inzake het verzoek van deafd. Bond
van Nederl. Onderwijzers, om verplichte
schoolvergaderingen in te stellen.
B. en W. merken op dat de wet voor
schrijft den werkkring van een onderwijzer,
dat het hoofd in overleg met de autoriteiten
de leiding en het maken van een leerplan
is opgedragen, dat het toezicht geheel is
geregeld, en de onderwijzers verplicht zijn,
alle gevraagde inlichtingen te geven, en waar
de wet dit alles duidelijk omschrijft, meenen
B. en W. dat geen bindende bepalingen tot
wijziging dier verhouding mogen gemaakt
worden. Ook achten zjj de bedoelde school
vergaderingen niet in ’t belang der goede
verstandhouding, terwijl de eene onderwijzer
ook allicht zou in werken op den werkkring
van een anderen onderwijzer, in zaken die
hem niet betreffen. Beter achten zij gemeen
overleg en onderlinge bespreking, en houden
onderlinge bijeenkomsten zeer raadzaam. Zij
stellen dus voor op het adres afwijzend te
beschikken.
Ter visie gelegd, tot de volgende verga
dering.
h. Een adres van het Bestuur van den
Christel. Werkmansbond, verzoekende een
lantaarn op het donkere pad naar hun ver
gaderlokaal.
De heer Eerdm ins. Ik vind bet ook beter
te wachten, tot er een besluit is genomen,
op welke wijze in een brugwachterswoning
zal worden voorzien.
De heer Cuperus. Ik geloof wel, dat die
woning met f 700 goed zal zjjn betaald, maar
wensch wel te weten, of de kosten van het
inrichten der nieuwe woning ook meer be
dragen dan die opbrengst.
De heer P. J. de Boer. Is die woning
misschien aan herstelling toe, moet daar
noodig verandering komen? Wat de hoofd
zaak is weet ik niet, doch de vraag rijst, of
deze zaak in ’t belang is der gemeente, of
van de eigenares van het belendende huis?
De Voorzitter zal in stemming brengen,
om de behandeling te verdagen. Dit wordt
met algemeene stemmen goedgekeurd.
De heer Cuperus vraagt of dan ook een
opgave van kosten wordt overgelegd.
De Voorzitter. Natuurlijk, met het heden
gesprokene wordt dan rekening gehouden.
10. Behandeling van het adres van den
opzichter der gemeente-reiniging om ver
hooging zijner jaarwedde met advies van
Burgem. en Wethouders.
Omtrent deze aanvraag hebben Burg, en
Weth. het advies ingewonnen der Commissie
voor de Gemeentereiniging, die ten volle
tevreden is over de wijze waarop de directeur
zijne betrekking vervult. Ook met het oog
op zijne finantiëele verantwoordelijkheid acht
de Commissie eenige verhooging niet onbillijk.
B. en W. doen daarom het voorstel het
salaris met 1 Januari a.s. van ƒ520 te brengen
op 600 per jaar.
De heer v. d. Meulen. Ik had het eigen
aardiger gevonden, dat het voorstel tot ver
hooging was gekomen van de Commissie der
Gemeentereiniging. Bij een vacature komen
er sollicitanten die weten wat jaarwedde er
aan verbonden is en als ze wat geweest zijn,
komen ze verhooging vragen en bovendien
vind ik, de zaak is niet van dien aard dat
het er afkan.
De heer Schotman. Ik ben het niet met
den heer v. d. Meulen eens. Mij dunkt, de
raad staat op een veel vrijer standpunt dan
de Commissie. Deze toch werkt met dien
man en deze getuigt, dat de man in even
redigheid van de diensten die hij presteert,
niet beloond wordt. Bovendien langzamer
hand ontstaan voor zoo’n man hooger levens
behoeften. Met het oog op zijn fin. verant
woordelijkheid en als ik weet dat bijv, de
stadsreiniger bijna evenveel verdient, dan
acht ik verhooging gewettigd. Hij heeft er
een woning bij, maar ’t is er dan ook een,
die geen onzer zou begeeren. Ik wensch den
billijken weg te behandelen en ben voor de
verhooging, ook om de wijze waarop hij zijn
betrekking bekleedt.
De heer Dijkstra. In beginsel ben ik
tegen deze verhooging, niet om den persoon,
verre van daar en dat de man zijn best doet,
wel nu, dat is niet meer dan zijn plicht. De
heer Schotman zegt, hij verdient weinig meer
dan de straatreiniger en heeft een woning
waar wij niet zouden willen wonen, doch
zulke woningen zijn er in Bolsward wel meer
waarin de raadsleden niet zullen willen wonen,
dat is geen motief.
De heer Hommes. De Commissie beaamt
volkomen de voorgestelde verhoogingper
soonlijk heb ik een onderzoek ingesteld
naar de jaarwedden van andere gemeenten
en te Harlingen is ’t van f 700 gebracht
op f 1000, te Sneek is het 700, te Franeker
f 1200, te Dokkum 700+3% der opbrengst,
reden waarom de Commissie er ook voor is.
De heer Schotman. De heer Dijkstra
handelt inconsequent, zelf heeft hij meege
werkt dat een beambte ter secretarie, de
stadstimmerman, en meer werden verhoogd.
Ik acht het consequent dat de raad ook in
deze rekening houdt met de omstandigheden.
De heer Boersma. Deze adressant is be
noemd op 520 maar als ’t goed ging had
hjj kans op verhooging. Omdat de Commissie
adviseert tot verhooging, vind ik geen
vrijheid, die verhooging te weigeren.
De heer Eisma. Ik acht het wel een
motief, dat deze beambte, die zoo ais wij
zooeven hoorden slechts zijn plicht doet, toch
zoo zijn plicht doet, dat de gemeente er voor
deel van heeft. Door zijne maatregelen om de
schadelijke stoffen afzonderlijk te houden,
is de Bolsw. compost in goed vertrouwen
en brengt meer op dan elders. Er is dus
alle reden om te verhoogen. Waarom de
Commissie het voorstel niet deed, de gang
van zaken liet het eigenlijk niet toe, ook
B. en W. konden moeilijk met een voorstel
daartoe komen, doch hij heeft zich nu tot
den raad gewend, en daar ik vind dat hij
te laag staat met zijn salaris, ten opzichte
zijner diensten en verantwoording, acht ik
verhooging noodig.
De heer Eerdmans. Ik vind het voor
gestelde nog niet naar evenredigheid van
zijn verdiensten, en zou ’t wel hooger willen
hebben. Ik wil daartoe geen voorstel doen,
doch geef het B. en W. in overweging
voor een volgend jaar.
De heer Dijkstra. Zooals ik van den
heer Eisma heb gehoord, dat die man zoo
buitengewoon voordeelig is voor de gemeente
ben ik van meening veranderd, en in plaats
van tegen zal ik voor de verhooging stemmen.
Met algemeene stemmen besloten over
eenkomstig het advies.
11. Behandeling van het nader advies
van Burgem. en Wethouders, omtrent een
aanlegplaats ten noorden van de Harlin
gerbrug.
De beide adviezen van het D. B., om
afwijzend te beschikken op het verzoek van
den kapitein der stoomboot Feniks hebben
ter visie gelegen.
De heer Boersma is door het laatste
advies niet overtuigd, dat het beter is,
wanneer de stoomboot een ligplaats ten
Zuiden der brug krijgt. Daar is de vaart
nauwer. Ik vind het eigenaardig dat elke
boot een aanlegplaats heeft, waar zij de stad
bereikt. Dat het bestuur van den Waterstaat
het besluit niet zou goedkeuren geloof ik
niet, aan de andere zijde der brug is ook
provinciaal vaarwater, en daar is het veel
nauwer, en wat de opbrengst van de brug
betreft, dit mag, dunkt mij, niet van be-
teekenis worden geacht.
De heer Eisma acht het noodig er op te
wijzen, dat het niet in de bedoeling ligt, de
boot aan de zuidzijde een ligplaats te geven.
De plaats die aangevraagd is, is niet ge
schikt, doch nu de walbeschoeiïng wordt
verlengd, ligt daarin niet opgesloten, dat de
stoomboot daar langs moet liggen, in dat
nauwe gedeelte van de vaart.
De heer v. d. Meulen. Er wordt beweerd,
dat er bezwaar is om in ’t prov. vaarwater
toestemming te krijgen bij de brug, maar in
Sneek is de doorvaart veel drukker en daar
liggen wel 3 booten bij de brug. Mij dunkt,
dan zou de waterstaat dat ook wel voor
komen hebben.
De heer P. J. de Boer vraagt, of de be
doeling is, dat, wanneer het advies van B.
en W. wordt afgestemd, de ligplaats aan
de boot wordt toegestaan.
De Voorzitter bevestigt dit. Het advies is
om ’t verzoek te wijzen van de hand, wordt
dit afgestemd, dan is ’t verzoek ingewilligd.
De heer Cuperus vraagt, of het officieel
bekend is, dat de Waterstaat geen toestem
ming wil geven
De Voorzitter. Ik heb mij gewend tot den
hoofd-ingemeur van den Waterstaat en heb
een onderzoek uitgelokt, en toen is mij de
verzekering gegeven, dat het gevaarlijk zou
zijn, dat die boot er lag, wanneer groote
schepen er langs komen. Ik zal mij ook
verzetten tegen dergeljjk besluit, wanneer
dat mocht worden genomen en genoodzaakt
zijn, art. 70 der gemeentewet toe te passen.
De heer P. J. de Boer. De gedachte komt
bij mij op, kan de ligplaats niet wat verder
den anderen kant uit, bijv, voor de huizen
van Van der Wejj? De zaak is reeds zoo
lang in behandeling, daarover zou men eerst
nog wel eens kunnen denken.
De Voorzitter. Wanneer de raad nu nog
maals uitstelt, zal de welwillendheid toch
ook ten toppunt zijn gestegen. Er wordt
gevraagd om die aanlegplaats, maar zou de
raad nu zeggen neen, dat kan niet, maar
een andere gaan opzoeken. Dat kan hier
geen punt van behandeling uitmaken. Het
verzoek moet worden geweigerd of toegestaan.
De heer Dijkstra. In een vorige vergade
ring heb ik net ook reeds gezegd, die boot
kan daar best liggen. Er is een wal gemaakt
en een goede ook. Ik tart den opzichter van
den waterstaat om mij te bewijzen, dat het
niet kan, maar men wil het niet hebben.
Die gemaakte teekening deugt niet, is niet
in orde, daarop is de stoomboot tegen de
brug aan geteekend, dat is onze bedoeling
niet. Het is best mogelijk met een beetje
goeden wil en voor weinig kosten.
Op het verzoek wordt afwijzend beschikt
met 9 tegen 4 stemmen. De heeren Boersma,
v. d. Meulen. Dijkstra en P. J. de Boer.
12. Behandeling van het adres der Com
missie voor de schildertentoonstelling met
advies van Burgem. en Wethouders.
Burgem. en Weth. meenen, dat deze ten
toonstelling den goeden naam der stad zal
bevorderen en voordeel zal geyen aan de
ingezetenen.
Meermalen hield de Vereen. „Handel en
Nijverheid* met succes tentoonstellingen,
welke duizenden bezoekers van buiten lokten,
De bijdragen, welke de Gemeente daarvoor
gaf, waren nimmer bezwarend maar werkten
alleszins gunstig.
Vroeger stonden heeren Kerkvoogden steeds
de Bioerekerk gratis ten gebruike af voo$
ft
Bolswardsche Courant
1
mill