NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN VMBAMBl No. 94. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900. ZELFSTANDIGHEID. DONDERDAG 22 NOVEMBER. De a.s. St. Nicolaas. Afzonderlijke nos. van dit blad zijn verkrijgbaar a 5 cent. N VOOR STADSNIEUWS. INGEZONDEN. Een ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. 1.1. JAAP. werk mede verricht, want ik zeide het reeds men maakt de ouders er ook ge lukkig door. In Bolsward is men immers niet egoïs tisch, men heeft daar wat voor anderen over, men zegt daar niet„Iaat de arme voor zich zelf zorgen, ik heb niets met hem te maken. Niet waar: IN BOLSWARD WONEN GEEN DROOGSTOPPELS Of treft meji er wel aan Och toe, m’n waarde, als dat zoo is, doe jij dan eens ter wille van die arme kin dertjes in de Bolswarder een beroep op hen, die zoo goed in staat zijn, om hen een gelukkige St. Nicolaas te bezorgen. Geeft hen, die dit tot nog toe verzuim den, den raad te teekenen op de lijst van „Charitas* opdat het St. Nicolaasfeest voor allen, zonder onderscheid, een waar feest worden. Vergadering tot behoud der Zuivelschool. In „de Doele“ werd gisterenavond eene vergadering gehouden, uitgeschreven door de heeren B. Bölger, C, W. Eisma en H. Schievink. De Voorzitter, de heer Bölger, opende de vergadering en door er op te wijzen dat er gevaar dreigt, dat de zuivelschool onze gemeente zal worden ontnomen. Die inrich ting nu moge geen goudmijn voor onze stad zijn, toch is het een belang, dat wij niet gaarne prijs geven. Ofschoon op de laatste vergadering der vereeniging voor vakonderwijs in de zuivelbereiding is be sloten met meerderheid van stemmen, dat de zuivelschool in Bolsward zou blijven, was er vooral één mynheer, die beweerde te zullen maken, dat de school hier weg kwam. Naar hetgeen wij dezer dagen ver namen, blijkt het, dat hij vrijwel op den goeden weg was. Daar de groote plaatsen reeds in zoo menig opzicht bevoorrecht worden boven de kleinere, is het toch al hoog noodig, dat de kleinere plaatsen be houden, wat zij hebben, en het is daarom, dat deze vergadering is belegd, om te trachten den Minister te wijzen op ons goed recht. Het plan is den Minister van Binnenl. Zaken een adres te zenden, met eerlijke en oprechte gegevens, en het be houd te verzoeken van onze zuivelschool. De heer Eisma. Tot nadere toelichting zal ik even wijzen op het verloop der zaken. In 1888 is, gelijk de meesten bekend zal zijn op initiatief van het hoofdbestuur der vereeniging Landbouw en Veeteelt besloten een vakschool op te richten van de zuivel bereiding. Een vereeniging kwam tot stand en van de daarvoor in aanmerking komende gemeenten werd Bolsward gekozen als plaats waar de school gevestigd zou worden, omdat dat de eenige plaats was, die genegen werd bevonden een behoorlijke finantieele steun te geven. Bij oprichting toch werd f 5(10 verleend en de eerste vjjf jaren van het bestaan ook f 500 per jaar toegezegd. Die school heeft in 1694 een gewijzigd leerplan aangenomen, omdat meer het oog werd gevestigd op de fabriekmatige zuivelbe reiding. Een 90-tal leerlingen heeft aan de schooi een diploma behaald, en die leer lingen staan om zoo te zeggen nu allen aan het hoofd van zuivelfabrieken. Omdat de eischen van directeur nog hooger gesteld moeten worden, werd het vorig jaar opnieuw een reorganisatie aangenomen, en het prac- tisch werken aan de school opgeheven. In die latere jaren gaf de gemeente steeds f 100 subsidie. Verschillende onzer inwoners waren lid der vereeniging, het gasthuis gaf in al die jaren ongeveer f 4000 subsidie. „Handel en Nijverheid* gaf, zoolang de kas het maar toeliet. Het nieuwe leerplan, waarbjj de jongelui zouden worden onderricht in technische kennis, in administratie en handels- en warenkennis, is aangenomen, en aan de regeering opgezonden ter goedkeuring. De minister heeft inmiddels de rijkssubsidie ingetrokken, de provincie stelde op de be- grooting een memoriepost. Er ontstond een tegenwerking van enkele leden der ver eeniging, die de school wilden overplaatsen naar Leeuwarden, en men hoorde verder niets van de zaak tot opeens het bericht kwam: de Minister wil van dezuivelschool een rijksinrichting maken, en is met het gemeentebestuur van Leeuwarden in onder- handeling getreden. Dit wekte bewondering, te meer daar van uit Bolsward aan den Minister een audiëntie over deze zaak is gevraagd, waarop het antwoord kwam, dat daartoe later gelegenheid wordt gegeven. zooals hij gebekt is, maar papegaaien zjjn vervelende schepsels. Luisteren wij zelfstandig. Hooren we met onze eigene ooren, want van hooren zeggen liegt men het meest. Stemmen wij zelfstandig, ’t Is waar „een dracht maakt macht* maar kwantiteit zon der kwaliteit bederft alles. Waarheid en recht zijn den adelaren gelijk. Ze vliegen zelden of nooit bij groote vluchten. Dat ziet men meer bjj ganzen en eenden. Handelen wij zelfstandig, want wat we zelf niet doen, doen we niet. Leven we in één woord zelfstandig, want we zijn alleen rekenplichtig aan onze eigene consciëntie. Die blijft loopen aan den leiband van anderen, is minder dan een kind, dat op zjjn eigen beenen staat. Laat U voorlich ten en inlichten en handel dan naar eigene overtuiging, anders wordt ge opgelicht voor uwe vrijheid en dat is de gevaarljjkste op lichterij, die ik ken, want ze maakt u tot slaaf. En slavenhandelaars zijn er nog legio, met en zonder patent. Wees TJ zelf zei ik tot iemand, Maar bij kon niet, hij was niemand. de Génestet. Als een kind zelf staan kan, is ’t al een heel eind gevorderd, ’t Behoeft dan niet meer altijd gedragen of gesteund worden, ’t erlangt reeds een soort van onafhankelijk heid. Het leunt niet meer overal en tegen alles aan, zooals vroeger, toen ’t dan ook dikwijls met ’t voorwerp, waar tegen het leunde omviel. Geen wonder dat de moeder aan ieder die ’t hooren wil (en wie hoort dat niet graag met bljjden trots het nieuws ver telt, en terwijl ze het wicht op zijn beenen zet, zegevierend uitroept„kijk het staat al alleen.* En werkelijk dat beteekent veel. Nu zal ’t ook wel spoedig loopen. Wel zeker moeder; als de beentjes van uw kind maar eerst zoo sterk zjjn dat het staan kan, en ’t maar geleerd heeft het evenwicht te bewaren, dan komt het loopen van zelf. Ja, waarde lezer, eerst zelf staan, en dan loopen, meeloopen in het groote ren- perk van ’t leven, zonder meelooper te zjjn, daarop komt het vooral in onzen tijd aan. ’t Kan zijn nut hebben dat we ons dit terstond bij ’t begin van een nieuw jaar eens klaar herinneren en elkander dringend aanbevelen. De tijden toch zjjn voorbij, dat we meenden te mogen eten uit de potten van Egypte, zoodat we maar behoefden aan te nemen wat men ons gaf, om voedsel voor lichaam en geest te ontvangen. „Help u zelven* dat is thans de wapen kreet in den eerlijken strijd om’t stoffelijk en zedeljjk bestaan, en aan dien strijd kunnen en mogen we ons niet onttrekken. Maar dan is zelfstandigheid voor ons vol wassen menschen, nog vrjj wat meer waard, dan het alleen te kunnen staan voor een kind. Zal de maatschappij, zal het leven, aan ons wat hebben, en wij wat aan baar, we moeten leeren zelfstandig te zijn. Menigeen schijnt met de beteekenis van dit woord niet in ’t reine te wezen en verwart zelfstandigheid metstijfhoofdigheid, eigenwijsheid, eigenzinnigheid, terwijl een ander meent dat een zekere stand of ruime geldmiddelen op zich zelve reeds voldoende zijn om ons zelfstandig te maken. Niets is minder waar dan dat. Men kan „op zijn stuk* staan en zich er te pas of te onpas op laten voorstaan, zonder te be merken dat de gewoonte ons vasthoudt of dat we leunen tegen een muur van voor oordeel. Stijfhoofdigheid is van zelfstan digheid dan ook niet ’t minst familie. De eerste toch heeft de domheid tot moeder en zegt vader tegen het geweld, terwijl de tweede gesproten is uit het huwelijk, ge sloten tussehen kennis en moed. En hoe vele menschen van stand ,en rijkdom het aan degelijkheid van karakter, die vaste voorwaarde om zelfstandig te kunnen zjjn, ontbreekt, zien we het niet dagelijks en veel meer dan ons lief is Een zelfstandig mensch dient te weten wat hjj wil, moet zich rekenschap weten te geven waarom hij zoo en niet anders denkt en doet, en zich dus niet laten over halen tot andere gedachten en daden dan na volkomen overtuigd te zjjn dat hjj ge dwaald heeft. Dat dan eerljjk te erken nen is vaak het bewjjs van eene niet ge ringe zelfstandigheid. Maar voor dit alles hebben we kennis noodig, en wel niet al leen die kennis die ons veel doet weten van de dingen buiten ons, maar ook vooral van de dingen die in ons zjjn, m. a. w zelfken nis. Dan toch alleen kunnen we zelfstandig d.i. uit overtuiging handelen, als we een overtuiging hebben, en deze wordt niet verkregen dan na eene voortdurende en harmonische ontwikkeling onzer geestelijke krachten. Daarmee kan niet te vroeg wor den begonnen en daaraan mag nooit een einde komen, zal het ras der jabroers uit sterven, om plaats te maken voor een ge slacht van mannen en vrouwen, dat be scheidenheid weet te paren aan zelfver trouwen, achting voor andersdenkenden, aan kloeken moed voor eigen overtuiging. Laat ons dan zelfstandig denken. We ont vingen elk voor ons zelven een verstand, doen we dan ook ons best het zelf te ge bruiken. om de goede Sint maar vooral voor ons in te nemen, allerlei liedjes leerden, waarin hij en ook zijn zwarte knecht het meeste gevreesd als om strijd verheerlijkt werden. En als hij dan naderde door den langen gang, rammelende met zijn ketting en af en toe luide vragende, of er ook stoute kinderen in huis waren, dan kromp ons hart ineen, hoewel wij toch niet gaarne gezien zouden hebben, dat hij onze deur voorbijging. Wij zouden ons daardoor be paald geraakt hebben gevoeld! Binnen ge treden zijnde, werden wjj direct gerustge steld door zjjne houding tegenover ons en als hij ons dan bij de hand had genomen en ons aangespoord had, om toch altijd zoet en lief te zjjn, ach zie, dan was ons hart geheel gerustgesteld en hieven wij, zonder er om gevraagd te zijn, als uit één mond (keel is beter) aan Sinterklaasje, bonne, bonne, bonne, Gooi wat in de lege tonne, Gooi wat in de handen Dat zullen we grabbelen als katten en muizen. En Sint liet zich niet bidden, want nauwelijks was het liedje aangeheven, of met milde hand werden de pepernoten gestrooid en, getrouw aan den laatsten regel van het liedje, grabbelden we ook als katten en muizen, bjj welken strijd Sinterklaas in den regel wijselijk verdween, zonder zelfs van ons een afscheidsgroet of een bedankje ontvangen te hebben. Levendig staat mij nog voor den geest een paar jaren later ik was opgestookt door een schoolkameraad en ik bezat in zekere mate een onderzoekenden geest bij mjj twjjfel oprees omtrent het be staan van den goeden bisschop, zoodat ik besloot te onderzoeken of de persoon, die ons zjjne goede gaven bracht, wel degelijk praatziek als ik ben, den alom gevierden kindervriend was. Ik zie me nog achter Sint sluipen, toen hij op een zekeren avond van 5 December weder bjj ons in de kamer was, zjjn myter afgooien, waardoor ook zijn masker met grooten baard afviel en waardoor het baar- delooze gelaat van onze keukenmeid zich vertoonde aan de verbaasde blikken van mjjn broertjes en zusjes. Doch ik voel ook nog het welverdiende pak voor zeker li chaamsdeel en ook ben ik nooit vrij van spijt gebleven, dat ik ter belooning voor deze streek, niets kreeg dan een groote garde. Later deed ik het nooit meer en hoewel mjjn twijfel zekerheid was gewor den, bleef ik Sinterklaas huldigen in den persoon, die hem bjj ons vertegenwoordigde. Dat alles zijn nog herinneringen aan de goede dagen der jeugd, dagen, die ik thans zoo kinderlijk zie vieren door een jonger geslacht, doch waaraan ik ook weder even harteljjk deelneem. Het is me een genot, die glanzende kindergezichtjes te zien, als ze voorbjj de speelgoedwinkels of de banketbakkers gaan, hoe ze hunne ouders tegenhouden, om voor de glazen te bljjven stilstaan, om dat alles met hunne blikken te verslinden, hoe ze als hunne wenschen te kennen geven, dat Sinterklaas hun dat paard, die pop of zoo’n wagen zal brengen, toch wetende dat van al dat moois zeker één ding hun toe bedacht is. Ja, amice, dat is prettig, om dat alles te hooren, dat doet me denken aan mjjn eigen kindsheid, dat voert me terug naar die dagen zonder zorg, naar die dagen waarin wij nog niet er aan dachten, dat al kregen we nu al zooveel moois, er zooveel andere arme kindertjes waren, die niets kregen, Op rijper leeftijd echter gaat men daar wel aan denken, dan ziet, ja dan voelt men wat men als kind niet bemerkte. Dan valt het schrille contrast in het oog tussehen kind en kind, dan ga ik vragenmag nu slechts een deel der kinderen van dit kinderfeest genieten en moet het andere deel er van verstoken zjjn, omdat hun ouders de middelen ontbreken, om door een eenvoudig geschenkje een bljjden lach te tooveren op de gezichtjes hunner lievelingen Maar ik sla door! Wat praat ik toch? Dat mag ergens anders gebeurenin Bols ward is dit immers niet het geval? Daar wordt wel wat gedaan voor anderen, naar zorgt men bjj de geschenken voor eigen kinderen, ook nog voor verrassingen om deze in eigen kring rond te deelen bjj kinderen van minvermogenden. Men zou zich hier niet gelukkig ge voelen, men zou de echte feestvreugde niet smaken, wanneer men niet gezorgd had, dat de kindertjes van enkele gezinnen, die men van nabj kent (en ieder heeft er zoo wel een paar) ook met een marsepein- letter, een stuk speelgoed of een warm kleedingstuk in de hand, kunnen beweren dat het St. Nicolaas is en men zorgt hier gaarne voor, omdat men er een dubbel goed Bolsward, November 1900. Amice Redacteur Werd ik door den almanak er niet aan herinnerd, dat het groote feest van 5 De cember in aantocht was, dan had ik wellicht nog «vat gewacht met dezen brief, doch St. Nicolaas heeft bij al zjjne goede en bovenal door de kinderen hoog gehouden eigen schappen ook nog deze, dat hij mjj wat stof tot praten geeft en grjjp ik gaarne om te babbelen iedere ge legenheid aan, die zich voordoet. Door den almanak behoefde ik eigenljjk ook niet aan dien heerlijken en aan de verrassingen gewjjden dag herinnerd te worden, immers couranten en winkels ver tellen al lang genoeg vooruit, dat Sinter klaas zijn intocht reeds hield, en over de daken heen de schoorsteenen bereikte en daardoor al het verleidelijk heerlijke en moois strooide, wat thans in couranten aangeprezen en in winkelkasten en op sinterklaastafels tentoongesteld wordt. Voor jelui is het toch maar weer een goede tijd, die St. Nicolaasdrukte, ik stel me zoo voor, dat het van alle kanten advertentiën regent om de verrassingen uitdeelende menschen te vertellen, dat heden is ontvangen een groote bezending artikelen uiterst geschikt voor St. Nico- laaseadeaux. Ja dat uiterst geschikt voor St. Nicolaas-cadeaux, werkt altijd op mijn lachspieren, want ik vind het eenig, hoe met het leukste gezicht ter wereld gaat vertellen, dat wat voorheen geknipt was voor kermisgeschenk, of wat ons verleden jaar werd aangeprezen als het juiste kerst cadeau, of ook al hetgeen Hare Majesteit de Mode eischt, dat dames of heeren dragen, dat hoeden en schoenen, dat mantels en strikjes, dat sigaren en snoeperijen thans in eens herschapen zijn m artikelen uiterst geschikt voor St. Nicolaas-cadeaux. Doch ik geef het al weer gewonnen waar de gewoonte medebrengt, dat ge schenken op zoo’n dag worden rondge- gedeeld, dat dan ook de winkeliers er voor zorgen, goed voorzien te zijn van allerhande artikelen, die de cadeaux-gevende menschen, wat prjjs eu hoedanigheid be treft, bevredigen en de ontvangers er van tevens aangenaam kunnen zijn. Ik hoop dan ook maar van harte, dat het den win keliers in deze dagen weder wel mag gaan, dat zij goede zaken zullen maken en dat al de moeite, die ze deden, om hunne ma gazijnen te voorzien van alles, wat maar gevraagd kan worden, beloond wordt. eenig prettig feest toch, dat op 5 December gevierd wordt. Voor groote menschen ach ja, daar is het ook wel aardig voor, want een ieder ontvangt af en toe gaarne iets, al is het dan ook maar als bewys, dat men om je denkt maar vooral voor de kinderen is het ’t feest bjj uitnemendheid. En immers als de kinderen genieten, verheugen zich de ouders ook. Het brengt je weer zoo terug in de dagen der jeugd ik herinner me nog de spanning, waarmede wjj als kinderen - en de huis houding, waarin ik werd grootgebracht, was daarmede rjjk gezegend den dag der dagen tegemoet zagen. Ik vergeet nooit, hoe ons op de meest geheimzinnige wijze werd verteld, dat Sinterklaas een bezoek had aangekondigd, hoe wjj het uur der komst met zonder angst (als we tenminste stout waren geweest) zagen naderen en Bolswardsclie Courant. «J ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1