NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD EN WONSERADEEL
No. 99. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900.
ZONDAG 9 DECEMBER.
BINNENLAND.
Nieuwe Abon-
né’s ontvangen
dit Blad gedurende de
maand December gratis.
X
VOOR
zoo ruaar
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
„maar dan
Eigenaardig mag het zeker genoemd worden,
dat bijna ieder zich een oordeel over het
onderwijs veroorlooft, als ware dit de een
voudigste zaak ter wereld.
In die plaatselijke commissies treft men
soms personen aan, die wellicht zelf tot hun
12de jaar school gingen en waarschijnlijk
zouden blozen, wanneer hun eens vraag
stukjes uit het 6de Wisselink werden voor
gezet.
Die kost zou hun te zwaar blijkenToch
oordeelen dezulken mede; over de capaci
teiten en geschiktheid van schoolhoofden en
onderwijzers wordt hun advies gevraagd,
ook of de onderwijzers in aanmerking kun
nen komen voor verhooging van salaris!
Ia de gemeente Ferwerderadeel werd
dezer dagen een predikant herbenoemd als lid
der schoolcommissie; hij bedankte, van oor
deel „dal eene dergelijke com
missie totaal overbodig is“.Wel
licht is dit oordeel ook het gevolg van de
ondervinding, door den predikant opgedaan
omtrent het gehalte der commissie, waarvan
hij deel uitmaakte.
Trouwens, het is beter geene commissie
van toezicht, dan een college in stand te
houden, welke het mangelt aan krachten,
dat toezicht uit te oefenen en aan wiens
adviezen toch nog waarde gehecht wordt
en waarvan de bevordering van onderwij
zend personeel afhangt.
Zelfs al is men zelf intellectueel goed
ontwikkeld, geeft dit nog geene capaciteit
over onderwijs en schoolzaken te oordeelen.
Het Rijkstoezicht geeft daarvan soms af
doende bewijzen; waarvan vermakelijke
staaltjes zouden kunnen worden aangehaald.
Zoo vertelt men het volgende:
In de gemeente V. moest een lokaal aan
eene school gebouwd worden. Het bestek
werd ter goedkeuring naar den Haag op
gezonden het kwam niet-goedgekeurd terug;
de plaats van de kachel of rookgeleiding
deugde niet. B. en W. begrepen er niets
van; de voorgestelde plaats (van het toe
zicht) was zeer onpractisch gekozen in hun
oog. Toevallig ontmoeten B. en W. den
schoolopziener die gewezen werd op het
geval. Het bleek nu, dat deze autoriteit
voorgesteld had het plan niet goed te keu
ren. Hij had „een kleinigheid" veranderd,
„omdat men anders in den Haag wel eens
kon denken, dat hij het plan niet had in
gekeken!" Na enkele besprekingen legde
de schoolopziener zich bij het eerste plan
neer, de „kleinigheid" was te nietig, om
een nieuw bestek te ontwerpen.
En, dit gold nu slechts de plaatsing van
eene rookgeleiding! Toch opmerkingen ge
maakt, enkel om daardoor het bewijs te
leveren aan de autoriteiten, dat men het
plan heeft nagegaan. Echt bureaucratisch
kleingeestig!
De commissie uit den Raad der gemeente
Schoterland, belast met het onderzoek der
gemeentebegrooting over 1901, heeft voor
gesteld daarop een post van f 2000 aan te
brengen voor ontginning van woeste gronden
in het oostelijk deel der gemeente en aan
haar toebehoorende. Reeds vroeger nam
de Raad met deze ontginning, die tevens
werk verschaft, een proef, die goed slaagde.
Nu B. en W. geen post op de begrooting
voor dat doel hebben uitgetrokken, oordeelt
de ünantieele commissie het in het belang
der gemeente wenscheljjk, dit alsnog te
doen.
Door den directeur der Cadettenschool
te Alkmaar is aan de ouders en voogden
der cadetten kennis gegeven, dat hun zoons
of pupillen voor verwijdering van de cadet
tenschool moeten worden voorgedragen, in
dien zjj zich ooit jegens nieuwe aangekomen
cadetten schuldig maken aan plagerijen,
gepaard met handtastelijkheden, die licha
melijk letsel veroorzaken. Voorts dat oog
getuigen van een ouder verblijfjaar, die
zulks niet verhinderen, eveneens aan zware
bestraffing bloot staan.
Door de maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen zijn plannen aanhangig
gemaakt om tot eene verbetering in de ver
lichting der rytuigen te geraken door het
aan brengen van meer lampen of pitten, in
sommige rijtuigen, waarmede gepaard moet
gaan eene uitbreiding van het aantal gas
fabrieken der maatschappij.
Door de Hollandsche Spoorwegmaat
schappij is eene verlichting door menggas
eene verbinding van vetgas met acety-
leengae in toepassing gebracht, waardoor
eene belangrijke verbetering in de verlichting
is aangebracht.
Tot vermeerdering van het getal der derde
klasse rjjtuigen met privaten heeft de Maat
schappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
besloten tot den aanbouw van nog een 50 tal
van zoodanige rjjtuigen.
Is ze niet een van de mooiste, van de
innigste, die ik bewaar daar binnen in mjj
zelf. Wanneer die herinnering weer in
mjj opengaat en al het geluk van die oogen-
blikken weer in mij komt, dan voel ik wel
dat ik nooit meer in werkelijkheid zoo
oprecht gelukkig zal zijn door de aanraking
van een schoone meisjes-ziel, bevende van
de teere liefde der onbewuste verlangende
onschuld.
Heeft mijn grootmoeder toen ze jaren
geleden in „de zaal" in dien grooten arm
stoel zat, me niet eens op een Kerstavond
gezegdvraag me niet te veel van avond
jongen, ik wou graag wat stil zitten, dat
maakt me zoo bljj. En toen ik zag dat
ze niet sliep en al maar keek zonder te
kijken en ze me zoo gelukkig in haar
gezicht scheen, heb ik dat toen niet erg
„raar" gevonden
Maar nu weet ik ’t, een gelukkige her
innering was in haar opengegaan, bloeide
in haar. Zoo gelukkig moet ik er ook uit
gezien hebben, toen ik dit schreef, deze
eenvoudige vertelling van een mistletoe-
takje. B.
aan, o heel even maar,
knikte. En, o kerel, toen
l en al schreiende haar
gekust en... ach,’t is net als met Lancelot...
toen lazen zjj niet verder.
Ja, nou zal ’k je maar verder niets ver
tellen, vreeseljjk he', dat ze nou dood is.
Ik was in Rusland toen ze stierf, o, afschu-
weljjk. Maar... och, als ’t zoo Kerstmis
is en je ziet dan in de winkels weer mistletoe
liggen en je denkt dan zoo onwillekeurig,
dat de menschen in Friesland eigenljjk
niet weten waarvoor dat dient, wat voor
’n mooi gebruik of dat is en hoe aardig
of ’t kan zjjn, ja, ik kan ’t niet helpen en
ja, jij zoudt er ook aan moeten denken,
dan denk ik onwillekeurig aan Maud terug
en... aan die mistletoegeschiedenis.
Och, wat is mij dat een mooie, een heer
lijke jeugdherinnering.
Witmarsum. ’t Was in de laatste
jaren hier gewoonte geworden dat den
morgen na St. Nicolaas tal van kinders bij
de huizen der burgers langs gingen om
wat taai op te halen, ’t Klonk danHet
Sinteklaes hjir ek spoke?
Thans worden alle kinderen in de ver
schillende scholen op taai getracteerd, waar
door men bovengemeld gebruik te keer
tracht te gaan.
Balk, 5 Dec. Een jongeling alhier heeft
deze week op één dag niet minder dan 4
processen-verbaal opgeïoopenle. wegens
dronkenschap, 2a. wegens verzet, 3. wegens
het aanwezig zijn op verboden terrein,
4e. wegens mishandeling. Zoo kan ’t voor
een keer wel. Een kameraad kreeg wegens
het verhinderen der politie in de recht
matige uitoefening van hare bediening
eveneens „verbaal."
Rijs, 5 Dec. Op de heden alhier ge
houden gewone jaarlijksche houtverkooping
zijn voor de maatschappij „Gaasterland"
verkocht 56 perceelen kaphout, die te zamen
f 4911 opbrachten. Alles ging vlug van
de handde koopers waren grager dan ’t
vorige jaar.
Terband, 5 Dec. Toen de tuinman H. H.
heden middag niet thuis kwam te eten,
ging een zijner dochtertjes hem roepen. Het
kind vond haar vader levenloos op de bouw.
Hjj laat eene weduwe met acht kinderen na.
Dokkum, 5 Deo. Bjj een huiselijken
twist sloeg eene vrouw alhier vijf ruiten
in hare woning stuk. Ze bekwam hierdoor
zulke ernstige verwondingen, dat genees
kundige hulp ingeroepen moest worden.
Heerenveen, 6 Dec. De Directie van
de Ned. Zuid-Atr. Spoorw. Mij. heeft aan
het ongehuwd en gehuwd personeel zonder
kinderen bericht, dat aan hen, die vijf
maanden toelage hebben ontvangen, geen
toelage meer zal worden uitbetaald, zoodat
zij, die voor ’t eerst over Augustus toelage
ontvingen, die voor ’t laatst over December
zullen genieten.
Lemmer, 6 Dec. In het geheel is alhier
deze week 50ü pond bot aangevoerd, voor
de 100 pond werd van f 9 tot f 10 besomd.
De geheele aanvoer over de afgeloopen maand
bedroeg 12000 pond, waarvoor van f 8 tot
f 9 werd ontvangen. De haringvisscherjj
blijft slecht, de vangst van onze geheele
vloot liep deze week van 40 tot 50 tal.
Voor het tal wordt dan ook nog f 6 besomd.
Met de spiering gaat het eveneens slecht;
de geheele aanvoer bedroeg deze week
slechts enkele mandjes kleine spiering, waar
voor 30 ct. per mandje werd ontvangen.
Leeuwarden, 6 Dec. De politie heeft
heden een man gearresteerd, die iemand
terwijl deze naar iets stond te kjjken
een horloge had ontrold. De dader is een
oud bekende der Justitie.
Hepk. Adv.bl.
Men schrijft uit Friesland aan de
Arnh. Crt.
Ofschoon de wet op het Lager Onderwijs
eene plaatse!jjke commissie van toezicht op
dat onderwijs facultatief stelt, bestaan in de
meeste gemeenten onzer provincie zulke
colleges. Natuurlijk gaat het vooral ten
plattenlande vaak moeilijk geschikte per
sonen voor dergelijke commissies te vinden,
want over het onderwijs een oordeel uit te
spreken, ia lang geene gemakkelijke taak.
Öpou moet je je voorstellen, dat ’t
PiP1 Kerstdag is en dat ik gevraagd was
om bjj mevrouw A. te komen dineeren.
Mevrouw A. is een Engelsche en een lieve
dochter dat ze had, allercharmantst, he
Ik hou van ’t Engelsche type, slank, rossig
haar, dat in zoo’n groote dot achter op ’t
hoofd is gebonden en dan zoo’n blank,
iet-wat lang gezicht met een lijnen klas
sieken neus. Ja, nou lach jjj daarom, maar
ik vind dat nou eenmaal zoo.
Verbeeld je, ik zal dan ’s middags daar
gaan dineeren, loop naar de Heerengracht,
bel aan, de meid doet me open, neemt mijn
jas en hoed af en ik stap naar binnen.
Ik kom binnen, niemandIk loop
wat verder de kamer in, sta zoo wat midden
in ’t vertrek, kijk de en-suite kamer in...
maar weer niemand. Op eens, ik schrikte
er geweldig van, vliegt iemand achter den
vleugel van daan, valt me in eens om mijn
hals en... geeft me een zoen. Met al mijn
schrik vond ik dien zoen toch wat heerlijk.
„That’s your first mistletoe kiss, Francis,"
zegt Maud tegen mij, want ’t was Maud,
mevrouw A’s dochter.
Ik was beduusd, ’t is me ook geen kleinig
heid, je plotseling om je hals te voelen
vallen en gekust te worden, door een jong
meisje, waar je, nou ja, wel niet juist op
verliefd bent, maar waarvoor je dan toch
wel affecties hebt.
„Mistletoe kiss," zeg ik, „wat meen je
daarmee Maud. Ja... zie jeik... vind
’t wel aardig... maar".. Poem, daar kreeg
ik er weer een en op mjjn andere wang
ook een.
Nou, zeg Jan, nou weet je van ouds,
dat ik wel van een zoentje houd en of ze
’t nou een mistletoe kiss of een gewonen
kus noemen, dat ’s mjj om het even, maar
ik houd ’t in zoo’n geval met die flauwe
mop, van die twee, die elkaar zoenen, omdat
ze niets van elkaar wilden aannemen en
dus ik zoende heerljjk weer.
O, kerel, zoo’n kus, hè! En dan een
meisje waar je van houdt. Ik voel me in
staat er de schoonste gedichten op te maken,
want nu ik die geschiedenis zit te verhellen,
nu is ’t me alsof ik de pudeur van dezen
kus weer op mjjn lippen voel. Hoe is ’t
ook weer:
Van de tipjes,
Van haar lipjes,
Nam ik kusjes keer op keer.
Van de tipjes,
Van haar lipjes,
Kwamen telkens kusjes weer.
Maar in dit geval niet, want Maud liep
weg en ik haar natuurlijk achterna. „Nee,
nee," roept ze, „je mag niet meer Frans,
want hier hangt geen mistletoe." Nou ja,
mistletoe of niet, als je eens aan den gang
bent, scheid je niet zoo gauw uit en vooral
als je dan kunt zeggen Maar jjj hebt me
d’r ook twee gegeven Maud. Zie je, dat
’s ook een argument waar een meisje voor
zwicht.
„Goedzegt ze tegen me,
onder de mistletoe."
„Wat meen je toch met je mistletoe.1
„Weet jjj dan niet wat mistletoe is?"
„Neen!"
„O, dus jjj dacht dat ’k je
zoende?"
O kerel, ik werd zoo rood als een kreeft,
want dat zei ze zoo maar lachende weg.
„Ja," zeg ik, maar ze zag wel dat ik
rood was.
’t Was net, of ze toen meeljj met me
kreeg, want met dat lieve, zachte in haar
stem zei zewel Frans, de mistletoe dat
is dat takje wat daar hangt, dat is de
hulster met die witte bessen, als je onder
zoo’n takje komt te staan mag je iemand
zoenen, dat is een Engelsch gebruik, ik
dacht dat je ’t wel wist."
O, kerel, wat zei ze dat aardig. Ik was
er zoo in me zelf door aangedaan zie je
en- aan mjjn tweeden zoen dacht ik niet
meer, och, daar denk je dan niet aan.
Jammer, ik had ze wel graag gehad, als
ik er nou nog aan denk. Maar wat ’n
pleizier dien avond. Verbeeld je,’s avonds
kwamen daar Iet, Marie en Roo nog, aardige
meisjeswat vroeger nog veel aardiger dan
^egenwQQrdig hè» en dan waren er nog
een paar jongelui, die vervelende van Hemert
en, maar dat ’s altjjd een leuke vent geweest,
Charley boy. Wat wjj dien avond hebben
afgezoend, nee maar, dat zal jjj nog in je
leven te zoenen krjjgen. Ik heb er op ’t
laatst een mop van gemaakt, want, ik nam
een takje mistletoe in mijn hand en hield
’t boven ieder ’s hoofd, die ’k graag zoenen
wou. Mevrouw vond ’t, geloof ik maar
ze zei ’t natuurlijk niet wel ’n beetje
erg zooals ik Maud zoende, maar ik dacht.,
wees u maar boos, ik profiteer van mjjn
mistletoetje en als Maud niet langer gezoend
wil wezen, dan merk ik het ’t eerst.
Later in den avond, terwjjl Kareltje, die
Marietje ook heel wat „mistletoede" en de
anderen nog binnen waren in ’t salon, zijn
Maud en ik, we hadden ’t erg warm ge
kregen, in de corridor gaan wandelen en
o, zie je, dat is nou een van de schoonste
oogenblikken van m’n leven geweest. Och,
zie je, ik wil ’t jou wel vertellen, ik ben
nou toch zoo vertrouweljjk met je aan ’t
praten, maar ik mocht Maud zoo graag,
ze was zoo eenvoudig altjjd en dan, ze had
zoo’n mooi gezicht, zoo blank en teer en
toch klassiek en dan, ja, ik weet eigenljjk
niet hoe ik dat zeggen moet, maar ik vond
ze zoo stjjlvol, zoo gedistingeerd. Ik vond
ze bekoorljjk en liefeljjk, zoo eenvoudig
liefeljjk.
Dien avond had ze een wit japonnetje
aan van die witte soepele lichte zjj, een
heel eenvoudig japonnetje met korte mouwen
en een klein décoletté, om heur blanken
hals had ze maar één streng paarlen met
een slotje van een klare briljant. In d’r
haar had ze een paar theerozen en net zoo’n
bouquetje bjj baar Qorsage.
Ik had m’n rok aan en ik voelde me
dien avond zoo heelemaal pleizierig, zoo
gentlemanlike aangenaam, ik leefde zoo
geheel in die mooie vreugde.
Zoo liepen we, warm als we waren, in
de koele marmeren gang die op een breede
vestibule uitkwam, waar twee vergulde
empire tafeltjes aan weerszjjden stonden,
met wit marmeren bladen en daarop een
Japansche visitekaarten-schotel.
Door de koele atmosfeer liepen we lich
telijk gearmd tot bjj dat rechter tafeltje
en in ’t flauwe licht van de ganglustres
bleven we tegen die tafel aangeleund staan,
o zeg, ik wou dat je gezien had hoe mooi
of zjj daar stond. Ken je dat schilderijtje
van Whistler, dat meisje in ’t wit bjj dien
witten schoorsteenmantel en die spiegel
daar boven, zoo, zoo mooi was ’t. O, zeg,
’t was alsof ik van binnen in me werd
opgeheven, of ’t wou schreien in mjjn keel,
ik voelde mjjn boord, ik voelde hoe mjjn
hoofd daar als ’t ware op zat en toen, ja
toen deed ik mjjn oogen toe, ’t was net
alsof ik een tot tranen roerend geluk-gevoel
in mjj wilde vasthouden en... o, jong, ik
weet ’t nog als den dag van gister, toen
raakte ik haar vingers aan, nam haar hand
die ik zoo klein en blank wist, in mjjn
handen en toen ik hield mjjn oogen toe,
want ik kon haar niet aanzien... ik wou
haar iets zeggen, maar ik kon niet. Ik
keek haar aan, ze stond met de oogen
neergeslagen, d’r mooie lange wimpers waren
als donkere bloemblaadjes, haar mondje
v-an een friseh, teer rood, een rood zoo
mooi bjj de blankheid van haar gezicht als
ik ’t nooit meer gezien heb. Ik dacht hoe
’k ze al lang kende, ik dacht aan die zoenen
van daareven, hoe ze de andere jongens
toch niet zoo gezoend had toen die binnen
kwamen, ik dacht... ik dacht... totdat ik
niets meer dacht en dat onzegbare, dat
goddeljjke, dat volle, dat onroerende gevoel
in me kwam en o, zie je, toen kon ik ’t
niet langer volhouden, toen viel ’t van mjjn
lippen, ik weet niet hoe, maar zacht hoorde
ik me zelf zeggen„Maud, o Maud, ik
houd zooveel van je."
Zjj zweeg.
Zeg Maud... hou... jjj zooveel van mjj
als ik van jou...
Maud keek me
ze zei niets... ze 1
heb ik geschreid
Cl
0
Bolswardsche Courant.
'i
3
•j