NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD 7 I NIEUWJAARSWENSCHEN a 25 cent, 3OLSWAR» EN WONSERABEEE. Marktplein No. 324. No. 103. Verschijnt Donderdags en Zondags. Negen en dertigste Jaargang. 1900. ZONDAG 23 DECEMBER. BERICHT! BINNENLAND. IN DEN MANESCHIJN. Wegens het Kerstfeest ver schijnt dit Blad aanstaande Woensdagavond niet. Kantoor te Bols ward: VOOR gemaakt. DE UITGEVER. nu hem noodig. ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. s Gelegenheid tot het plaatsen van in de BOLSWARDSCHE COURANT van 1 Januari wordt weder aangeboden. Voor spoedige toezending houdt zich aanbevolen, had toen twee nachten onder den blooten nemel doorgebracht, waarna zij door goede i van den heer „Burgermeister von in het weeshuis aldaar was op- In het oosten schemerde het morgenrood. De slapende wereld ontwaakte voor een nieuw dagwerk. Vogels vlogen kwetterend uit hun nest. Geratel van wielen in de verte. Het schel gefluit van rangeerende treinen van het naaste spoorwegstation klonk haar waarschuwend in de ooren. Zij ging en pakte in. „Na tien jaren neb ik de vrijheid weer noodig, die jij voor je zelf reeds lang ge nomen hebt!* Het stond op een briefje, dat zjj op de nachttafel legde naast haren ring, dien zij haastig van den vinger deed, als ware het een gloeiend stuk ijzer, deze schakel van een zwaren drukkenden keten, dien zjj zoo lange jaren met zich gesleept had. Nu ademde zij diep op. Zjj ging, om nooit terug te keeren. de kamer dreef hem niet haar te zoeken. Zyn hoofd was vol vurigen wijn, bedwelmd door den wierook, die andere vrouwen voor hem gebrand hadden. Hjj dacht er nog altjjd niet aan, dat het heden hun trouwdag was. Als verlost ademde zij op. God zij dank en nu een eind daaraan Zij huiverde koud. Vast besloten klemde zjj hare lippen op elkaar. Stil sloop zjj weg, hulde zich in een lichten mantel en hurkte toen weer neer in haar hoekje en dacht dacht dacht bjj rozengeur en leliënpracht in dezen helderen zomernacht. Goddank, zjj had niets van hem noodig. Zij behoorde tot de vrouwen, die niets van den man begeeren, die hem niets verschul digd willen zjjn, die vrjj en trotsch haar liefde geven ais een geschenk. Een goede vader had haar zoo toegerust, dat de nood van het leven haar niet kon bereiken. Niet langer in deze onwaardigheid leven. Weg, weg van hem! Haar huwelyk leek haar een smaad, een zonde met de liefde tot den andere in het hart. De maneschijn verbleekte. De morgenlucht waaide triseh en koel om hare bleeke wangen, Zjj zat op haar balkon tusschen geurige rozen en lelies, onder een prachtigen palm. Aan de vergulde leuning slingerde zich een gloeiend rood klimop en geranium. In het zilveren maanlicht schitterde haar slanke, witte gestalte, die zachte plooien omhulden, wonderlijk en sprookjesachtig. Zacht wiegde zy den schommelstoel, het hoofd met het rjjke, donkere haar achter over geleund, de groote, denkende oogen wjjd geopend, keek zjj in de sterrenzee van den helderen maannacht. Het verwijderd gedruisch van de hoofd stad stoorde nauwelyks de rust, denkoste- Ijjken vrede van de natuur. Zy lachte, strektè hare armen uit, het was alsof zij iets wilde omarmen, iets aan hare borst trekken en drukken aan haar warm kloppend hart, iets dat zy niet bezat. O, dat verlangen verlangen! Een smartelijke zucht stoorde den naehte- lijken vrede. Zij lag nu onbewegelijk, droomend van haar niet vervuld verlangen naar dat, wat haar ontzegd was gebleven. Het was niet de liefde van haar man, welke zij terug verlangde, met wien zy heden voor tien jaar getrouwd was. Zy was toen achttienjarige bruid. Of zij gelukkig was, dat wist zy nauwelijks meer. Maar zij was tevreden dat de man, wiens geest zij had weten te boeien, wiens wondere melodieën haar ziel hadden geboeid, haar toebehoorde. Zij hoopte van ’t huwelijk zooveel, zooveel heerlijks, het kostelijkste, wat er voor haar op de heele wijde, wijde wereld was, naar wat zy van jongsaf verlangde, naar een wezen, dat haar eigen was, naar een hulpe loos schepseltje, dat haar zou aankyken met groote blauwe vraagoogen. Hoe verheugde zy zich er op, hoe droomde zy van het blonde engelenkopjemet dui zendvoudige liefde wilde zij het omringen, koesteren, verzorgen als het kostelijkste goed. Zij leefde vol hoop. Maar jaar op jaar verliep, tien lange jaren vol verlangen, zonder vervulling. Er was een tijd, dat zy ziek werd van dit onvervuld verlangen. Afgemat hing haar hoofd je als geknakt in den bloei. Wanneer zij een kind zag, kreeg zy de oogen vol tranen. De bezorgde echtgenoot schonk haar een heele menagerie en verlevendigde daarmee haar eenzaamheid. Maar zy schudde afwerend het gebogen hoofdje. Dat alles vergoedt toch geen kind sprak zy weemoedig, ’t Is een mensehenziel, waarnaar ik verlang, waarvoor ik de wereld in al haar heerlijkheid ontsluiten wil. Hy verstond haar niethem voldeed het leven ten volle, ook zonder dat, wat zy begeerde. Zjjne geesteskinderen bevredig den hem. Hij schiep melodieën, zoete lieve wyzen, bracht ze voor het voetlicht van het tooneel, oogstte lauweren en men overstelpte hem met gouden regens. Zy luisterde naar zyne tonen, maar zjj oefenden niet meer hunne betoovering op haar uit als eerst. Het weeke, zoete, dat haar vroeger aanlokte, werd haar te week, te zoet, zy zou het krachtiger, trotscher en vrijer hebben gewenscht. Haar jeugdige dweepery voor het schep pen van haar man werd ernstige, denkende critiek. Je bent de meesteischende hoorderes, die ik ooit gekend hebvoer hy toornig ^it, tbcn hij op geestdriftige lof van haar Talrijk zijn de bewijzen van belangstelling. De kerk maakt thans met haar beschil derde glazen en de trotsche versiering een allerschoonsten indruk. Onder de vele cadeaux mag genoemd worden een buitengewoon fijn bewerkten remonetrans ter waarde van ruim f3000, behalve de bijna 80 edelgesteenten, die er aan prijken. Onder de pontificale mis werd bekend geuiaaki, dat H. M., pastoor Brouwer, tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau had benoemd. Leerplicht. Dr. Schaepman schrijft in No. 6 zijner Chronica over staatkunde en letteren tegenover de bewering van zijn „vriend vijand", mr. S. van Houten, als zou hij voor de leerplichtwet gestemd heb ben om het geld voor bijzondere scholen dat de minister Borgesius had voorgespiegeld: „Niet „om het geld" heb ik voor de leer plichtwet gestemd. Mijn stem heb ik uitge bracht om de volgende eenvoudige redenen: a. ik had geen bezwaar tegen de zaak in beginsel b. het ongeregeld schoolbezoek maakte naar mijne overtuiging dezen maatregel noodig c. de gewetensvrijheid werd geëerbiedigd; d. de wet kwam niet in botsing met het recht der ouders, daar men toch bezwaarlijk van een recht tot het onthouden van onder wijs of tot het gaven van ongeregeld onder wijs kan spreken. „Ik heb niet vóór gestemd ter wille van de verhooging der subsidiën. Maar ik moest die verhooging verlangen, omdat ik in de rijksbijdrage een middel zie om de gewetens vrijheid te waarborgen. „Indien eene nevenzaak mij tot het uit brengen van mijn stem heeft bewogen, dan is het deze overwegingde geloovigen, die in het openbaar als in het bijzonder leven geloovigen zijn, behooren den schijn te vermijden als stonden zij uit beginsel tegen alles wat op volksbeschaving of volksont wikkeling betrekking heeft." Een woedende os. Schiedam is gisterochtend in opschudding gebracht door een os, die, op weg naar de slachtplaats, zich van zijn drijver wist los te rukken en woest door de straten holde. De Schied. Ct, deelde o. m. het volgende mede: Houdt hem! Houdt hem! riep men van alle zijden, maar de meesten durfden het sterke en woeste dier niet te naderen. Ten slotte begaf het dier zich in een slop, waarvan ook weder alle bewoners haastig de deuren hunner woningen sloten. Aan het einde van het slop staat de woning van v. d. Bout, die, van ’t geheele ongeval nog niets wetende, op het geweldig lawaai en het hulpgeroep naar buiten wilde gaan. Maar wie beschrijft zjjn schrik toen hjj bij het openen der deur plotseling voor den os stond, die voor de gesloten deur zijn vaart had gestuit en door zijn eige naar haastig een tweede knieband was aangelegd. Nauwelijks zag het dier de deur geopend en den weg dus weer vrij of hij sprong daar hij door de knie banden niet meer kon loopen voor waarts de kamer in. Alles in de kamer lag dadelijk over den grond. De tafel werd omver geworpen en de vier pooten ervan braken af, wat op de tafel stond, lag in een oogenblik in scherven op den grond en wat niet dadelijk gebroken was, werd verbrijzeld onder de pooten van het rondspringende dier. Aan het eind der kamer stond een ijzeren ledikant, waarin een dochter van v. d. Bout, die daarin reeds een paar jaar ziek ligt. Het dier sprong ook daarop, zoodat het ledikant werd ingedrukt, de latten waaraan de gordijnen hingen, braken af, de gordjjnen scheurden en de arme patiënte, hulpeloos overgeleverd aan de trappen van het dier, riep angstig om hulp. Maar reeds Bax (de drjjver) in de kamer doorgedrongen en niettegenstaande het gevaar dat hij daarmede liep, greep hjj het dier in den neus en met een geweldige krachtinspan ning rukte hjj het van het bed waarbjj drie ruiten in het raam werden verbrijzeld. Door het gevaar van het weerlooze meisje aangespoord, wist hij het beest om te kee ren en na een flink touw te hebben aan gelegd, werd het dier nu met hulp van anderen weggeleid en aan het einde van de Laan nabij het Willemshofje aan een paal vastgebonden. Een oogenblik flikkerde het scherpe staal in de doorbrekende zon, toen ver dween het in de huid van het zooeven nog zoo woeste dier, de knieën bogen onder het lichaam en met een smak viel het op den grond; zjjn levensdraad wm afgesneden. Leeuwarden, 20 Dec. Op voorstel van den heer N. Kuperus te Harich, heeft de Alg. Verg, van den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland de volgende motie aangenomenDe Algemeene Ver gadering van den bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken in Friesland betreurt ten zeerste, dat bjj de behandeling van de op richting der Rijksvakzuivelschool in de Tweede Kamer door de meerderheid der Friesche afgevaardigden zulk en doorslaand gemis aan kennis van onze zuiveltoestanden aan den dag is gelegd en spoort de leden der aangesloten fabrieken aan, bjj de a. s. verkiezingen te waken voor de behartiging hunner landbouwbelangen. Lemmer, 20 Dec. De botvisscherjj is weer atgeloopen. Was de vangst dit jaar zoo groot niet als het vorige jaar, toch kan zjj over het geheel genomen nog vrjj goed genoemd worden. In het geheel toch werd hier 290,000 pond bot aangevoerd. Voor de 100 pond werd van f 6 tot f 10 besomd. De haring- en spieringvisscherjj bljjft slecht; ook deze week waren de vangsten weer zeer schraal. Beetsterzwaag, 20 Dec. G. P. te Bergum, die op de markt te Beetsterzwaag een schaap had aangevoerd, dat lijdende was aan rotkreupel, is door den Kanton rechter alhier tot f 10 boete veroordeeld. Geëischt was eene boete van f 75. Sueek, 20 Dec. In de Raadszitting van heden werd besloten, de standplaatsen op de kermis weer voor 3 jaren te ver pachten, maar daarbjj aan zich te houden één stoomcaroussei, één velocipèdetent, één nypodröme of iets dergeljjks en twee draai molens. Aan mr. P. J. Andrese, leeraar in Han dels-en Staatswetenschappen aan de H. B. S. is lot 31 Aug. 1901 verlof verleend om les te geven a/d H. B. S. te Meppel. Joure, 19 Dec. Na eene afwezigheid van bijna een jaar, keerde heden in de ouderljjke woning alhier terug, de 12-jarige Johanna B. wier opsporing door de ouders was verzocht. ’t Kind was in het begin van dit jaar met een gezin naar Duitschland vertrokken i en de ouders hadden in zeer langen tjjd j niets van haar gehoord. Volgens zeggen van het meisje, was zij bjj het gezin waarmede zjj vertrok vandaan geraakt en fiad tnon tuioa nanhtün nnHor rlon hlanfon 1 1 zorgen Kanten" genomen en vervolgens op diens last door een „polizei-sergeant" naar Nijmegen ge bracht, vanwaar zjj verder naar hier werd transporteerd. Ondanks hare omzwervingen zag het kind er bjj hare terugkomst welvarend uit. Uit de Friesche Wouden, 20 Dec. M. de R.! Zal ik U eens wat nieuws ver tellen Morgen is het de kortste dag en een paar dagen geleden zag ik ’n kamp weiland te Wjjnjeterp met honderden, ja wellicht duizenden bloeiende madeliefjes! Dat belooft nog wat, zeide mjjn metgezel en hjj doelde op een strengen winter. Nu, ik houd niet van dergeljjke onnatuurlijkheden. Ook wjj m de Wouden voelen, dat wij in de opgaande tjjden zjjn. Huizen en landerijen worden vrjj wat duurder verkocht dan voor eenige jaren en dit gaat gewoonlijk gepaard met gebrek aan woningen. Men zegt, dat sommige jongelui hun huweljjk nog niet kunnen vaststellen bij gebrek aan een kooitje. Hepk. Adv. BI. Sueek, 21 Dec. Alhier worden pogin gen aangewend tot ’t oprichten van een coöperatieve bakkerjj. 21 Dec. De neer Th. Brouwer pas toor en deken alhier, viert heden zjjn gouden priesterfeest. M., pastoor Brouwer, gehoopt had en niet eens haar goedkeuring vond. Haar fijn, opwekkend zieleleven had hem aangetrokken, had hem geïnspireerd voor een vrooljjk scheppen, nu voelde hy hare teleurstelling uit iederen blik, uit iederen trek van haar welsprekend gezicht en hy was daarover verbitterd. Maar hy vond andere bewonderaars en geestdriftige lofredenaarsters. Een diepe kloof ontstond tusschen de echtgenooten. Mooie vrouwen omringden hem, zy zag het met trotschen blik. De omringde was haar man. Het was een losse band, die haar nu nog aan hem verbond. Vandaag, op haar trouwdag, voelde zy het meer dan ooit zij was alleen en verlangde ook niet naar hem, maar naar wat anders Ook toen scheen de maan als nu en flik kerden de sterren in vreedzame rust. Als maar een ding in vervulling gegaan waszuchtte zjj. Maar niets niets van al het hopen Zij sloot de oogen in smarteljjke ont bering. Een ander mannengezicht stond haar voor den geest. Diep ademhalend dacht zij aan hem. Als hy ’t geweest was, die voor tien jaar haar echtgenoot geworden was, als hy het geweest was, aan wiens zjjde zij nu staan zou in den zilveren maneschijn en zoete herinneringen zou kunnen vieren? Maar, was het niet zonde, zoo naast den echtgenoot te leven met de verlangende gedachte aan een ander in haar borst Moest zij hem de waarheid bekennen, hem dien zy bedroog? Neen nooit! Hy zou het ontwijden dit heilig, hoog gevoel. Moest dan geen verlangen vervuld wor den, niets van het groote geluk van het leven haar ten deel vallen? Was dan het stoffelijk, uiterljjk geluk, dat haar omringde een vergoeding voor het groot gebrek, dat zjj leed Gebrek aan het beste, aan hart en ziel Hoe benijdde ze de arme arbeidersvrouw die met haar kind aan de hand haar man eten bracht, die met een gelukkigen lach haar ontving, die met krachtige handen voor de zynen werkte en des avonds met zjjn kind op den arm trotsch als een koning om zich heen zag. Traan op traan viel warm neer op haar hand. Daar klonk een stap langs de stille straat. Zij kende hem, den lichten, elastischen gang, snelvoetig als zjjne melodieën. Nu deed hjj de deur open. En hoe angstig luis terde zy. Als hjj nu bjj haar kwam, als hjj er aan dacht, dat het tien jaar geleden hun trouwdag was als hjj haar teeder in hare armen wilde sluiten na langen langen tjjd Een stille, ijzige huivering ging door haar Zü Juw.He-stiJ.neer .in.haar hootio IK F J 01 '4 if '5^ s Stollen, tig* cent. Bolswardsche Courant.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1900 | | pagina 1