Veertigste Jaargang. 1901. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 6. NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD WLSWA»» EN De Martelares. ZONDAG 20 JANUARI. Uit de Raad' z tal. VOOR ich ander voor kennisgeving aange- 9994,83 zich in 'k. ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver-' volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. voor reinen en borgfonds. Een en nomen. i. De 1 110967,99 -109973,16 fluisterde voelde met de hand in zjjn Vergadering op Donderdag l Van. 1901. schoolcommissie. De Voor zilte’’ deze missive voo weusch ik mek zich onledig hen, gehouden met de ver ordeningen op 1 t onderwijs na te gaan. Alvorens eene g combineerde vergadering te houden, achtten wij, om conflicten te voorkomen hef noodig, ook met het oog op den leerplicht, die verordeningen yan A tot Z na te gaan. Daarbij ’komt, dat B. en W. in den verloopen tij. (jikwerf comparitiën met verschillende co- .ïh in hebben moeten houden, ook de r x Vn ligheden hebben belemmerend gewerkt, ma*r toch is Maandag avond de herziening gereed gekomen, en bestond het plan de vergode qng uit te schrijven. Thans stel ik voor, de missive voor kennis geving aan te nemen, en in een der volgende vergaderingen over te gaan tot het benoemen eener nieuwe Schoolcommissie. Alzoo besloten. b. Een resolutie van Ged Staten, hou- verkoop van grond te Nijezijl. c. Idem over 1899. d. Idem göedk. van hoofdelijken omsla Idem, io rekening en het verslag der Gymnastiekschool. Ter visie gelegd. PUNTEN VAN BEHANDELING. 1. Procesverbaal van kasverificatie over het 4de kwartaal 1900. De ontvangsten bedroegen De uitgaven Saldo in kas Notificatie. 2. Aanwijzing van leden der Commissie tot opname der rekeningen van de gestich ten over 1901. Voor het Gasthuis: de heerenY. T. de Boer, v. d. Werf en Boersma. Voor het Weeshuis: de heeren P. J. de Boer, v. d. Meulen en Keikes. Voor het Armhuisde heeren Dijkstra, Schotman en Cuperus. 3. Benoeming van leden van stembureaux voor de verkiezingen in 1901. Tot plaatsverv. voorzitter wordt benoemd de heer C. W. Eisma. Tot le lid van het stembureau de beer P. J. de Boer, tot 2e de heer C. W. Eisma, tot 3e de heer W. v. d. Meulen en tot plaatsvervangende leden, de heeren v. d. Werf en Keikes. 4. Benoeming van een lid der Commissie tot wering van schoolverzuim in de plaats van den heer A. B. Faber, die be tankt heeft, de aanbeveling bestaat uit de heeren W. A. Propstra en K. H. de Vries. De heer W. A. Propstra wordt benoemd met 8 stemmen de heer K. H. de Vries had 3 stemmen en l briefje was blanco. 5. Voorstel van Burgem. en Weths. tot het aangaan eener tijdelijke geldleening Van den gemeente-ont vanger is het ver zoek gekomen, te voorzien in de tijdelijke be hoefte aan kasgeld. B, en W. stellen voor, f 4090 te leenen bij Gebr. Mispelblom Beijerop 3 maandel. promesse, op de gewone voor waarden. Met algemeene stemmen goedgekeurd. 6. Voorstel van Burgem. en Weths. lot het verleenen van een credict bijgelege-theid van het huwelijk van H. M. de Koningin. Het D. B. neemt de vrijheid de mede werking van den Raad te vragen om het a. s. huwelijk van H. M. de Koningin, waar dig te gedenken. Zij stellen zich voor een schoolfeest en eene uitdeeling te houden steunende op de particuliere medewerking stellen zij voor, hen daarvoor een crediet van f 100 uit de gemeentekas te verleenen. De heer van der Meulen. Met het oog op het jaargetijde kan ik er mij mee vereenigen geen algemeen feest te vieren. Doch f 100 komt mij wat een heel klein bedrag voor om daarvan een schoolfeest en een uitdeeling te houden, waardig aan de stad en, het feest,. Tegenwoordig waren 12 leden, afwezig de heer Eerdmans met kennisgeving. De notulen worden gelezen en gr Mge- keurd. Daarop zegt de Voorzitter. M. H.Ik heb ’t voorrecht U bij de eerste vergadering bij den aanvang des jaars het welkom te mogen toeroepen en mijne beste wensch.n uit te spreken zoo wel in uwe ambtel betrek kingen als in het particulier in. Wij mogen zeker met void, aning te jzien op de afgedane taak. Ook in het n Komend jaar zullen weder gewichtige besh iten aan uw oordeel worden onderworpen. Ik hoop dat wij in harmonischen geest weder mogen samen werken tot de bevordering van Bols- wards bloei, waartoe w" allen onze beste krachten zullen willen in. «ratuigu (Ap olaus). Ingekomen stukken a. Een missive van de PI. schoolcommissie, waarin zij onder dankzegging aan den raad voor den uitgesproken wensch om de zaak in der minne te schikken, berichten dat zij, daar sedert 14 Dec, 1900 nog geen poging van het D. B. is aangewend om de geschillen bij te leggen, allen ontslag nemen. Onder- teekend door alle heeren en de Dames der Alvoi oor te stellen mnisgenhg aan te nemen, m deeleK dat het D. B. beslissing over de gemeentebegrooting is verdaagd. f. Idem, inzake het geschil tusschen de gemeenten Bolsward en Harlingen, contra Wonseradeel over ’t beheer van den weg BolswardHarlingen. Ged Staten achten zich onbevoegd in dezen als scheidsrechter op te treden. De Voorzitter doet hierbij de mededeeling, dat de Commissie van Beheer heeft besloten de verordening te wijzigen, in den zin door Ged. Staten bedoeld, en dat het voorstel weldra de betreffende gemeentebesturen zal worden gezonden ter behandeling. De resolutiën worden voor kennisgeving aangenomen. g. Een resolutie van Ged. Staten houdende kennisgeving, dat de onderhandelingen tus- schen Bolsward en Wonseradeel mogen gevoerd worden over de ruiling van eigendom en onderhoud, zonder dat daartoe machtiging is verleend. h. Missives van de heeren P. J. Fennema en K. H. Laagland, dat zij de benoeming tot armvoogd aannemen. Van den heer W. v. d. Meulen, dat hij aanneemt de benoeming tot bestuurslid der stadsspaarkas. f Van de heeren N. v. d. Baan, Tj. de Vries, G. A. Leverland, P. H. de Jong, J. Feenstra, D. Terhenne, L. van Dijk en C. A. D. Stockmann, dat zij de benoeming tot lid der Commissie voor schoolverzuim hebben aan genomen. Van den heer A. B. Faber, dat hij voor die benoeming bedankt. i. Een missive van het Bestuur der Schil- derstentoonstelling, houdende dankbetuiging het gratis afstaan der benoodigde ter- van de deelname in het waar- lichaamsbouw te zjjn. De ander, die kleiner was, was mjj gevolgd en ging mjj haastig voorbij. Hij was gehuld in een donkeren pelerine-mantel en de breedgerande hoed, die diep in zjjn gezicht gedrukt was, belette mjj iets van zjjn trekken te zien. Hjj ging haastig den kant op van het centrum der stad. De lange was in tegenovergestelde richting weggegaan. Toen ik mijn kamer binnentrad, lag daar een aktenbundel, die een onmiddellijke be handeling eischte en mjj voor verscheiden uren aan de schrijftafel bond, niet zonder dat een onbehagelijke herinnering aan de beide mannen soms bjj mjj was opgekomen. Ook den volgenden dag was het druk, zoodat ik eerst laat besloot mjjn gewone avondwandeling te doen. Het was tamelijk donker, een zachte, regenachtige lucht. Daar ik den gewonen weg ingeslagen was, was het niet te verwonderen, dat de her innering aan den voorafgaanden avond weer bjj mjj levendig werdde leege wagen, het gesprek van de twee mannen aan de houten schutting. Toen ik dichter bjj het portaal van het ziekenhuis kwam, bemerkte ik, dat een matte lichtschjjn uit het smalle venster van het lijkenhuisje drong. Ik kon de ver zoeking niet weerstaanhet luik van het raam was niet geheel toegetrokken, ik naderde de opening, drukte mjjn gezicht er tegen en keek naar binnen. Het volgende oogenblik deinsde ik achter uit. Was dat waanzin!? Welk een ver schrikkelijk schouwspelDe keel werd mjj droog en een rilling ging door mjjn lichaam. Ik moest zekerheid hebben. Ik drukte mjjn gezicht nog eens tegen de lichte spleet. De kale kelderachtige ruimte was door een op den grond staande groote lantaarn verlicht. In het midden stond een donkere groep van vier of vjjf mannen, wier scha duwen in spookachtige reuzengrootte op den witgepleisterden muur werd geworpen. In het midden van de groep verhief zich het kruis. Aan het kruis hing de witte gestalte van een doode vrouw. Het hoofd hing voorover, het lichaam hing uitgerekt en slap door witte doeken onder de okselholten vastgehouden ik kon echter zien, dat jeugd en schoonheid de ongeluk kige in het leven hadden gesierd. Ik ver slond het afgrjjseljjk schouwspel, maar plot seling trof mij als een slag de gedachte Dat was niet alleen een schouwspel, dat was een misdaad Een misdaad, een moordHier moest ik handelen. Ik vloog het volgend oogenblik over de duistere vlakte naar de stad terug. Vriend BalduinHjj met zjjn bezonnenheid, met zjjn ouden jongensmoed, hjj moest mee. Een kwartier later stormde ik ademloos zjjn kamer binnen. „Wat zie je er uit, wat is er gebeurdriep hij en greep mijn hand. Nauweljjks had ik gezegd, wat ik meende gezien te hebben, of hjj kleedde zich haastig aan, liet een revolver in zjjn mantelzak gljjden en stormde naar buiten. Terwijl ik hjjgend naast hem voortging, gaf ik bericht over enkele bjjzonderheden. Wjj liepen dwars bet land over, bjjna werk- tuigeljjk, de oogen op het Ijjkenhuisje, dat nu reeds voor ons lag, gericht. Ik liep als in een droom. Nu sloeg de klok van het ziekenhuis met zware, langzame slagen negen uur. Toen terwjjl wjj er nog slechts onge veer honderd passen af waren ging het licht uit. Wjj stonden diep ademhalend bjj de reet. Het vertrek was in duisternis gehuld, maar er waren schreden te hooren en mompe lende stemmen. Toen een onderdrukten schreeuw van Balduinkrampachtig had hjj mjjn arm gegrepen. Ik had het gezien. Een grillig wit blauw licht was opgevlamd en had ’t huiveringwekkend beeld nog eenmaal ont huld. Ditmaal hing eenzaam in het midden de gekruisigde, terwijl de donkere gestalten zich in een hoek hadden teruggetrokken. Slechts een seconde, toen lag alles weer in het duister. „Wjj moeten naar binnen, Balduin en i mantelzak. „Ónmogelijk, er zjjn te veel.“ Plotseling klonken mannenstemmen van den kant van den rjjweg. Twee gestalten doken op, misschien arbeiders op weg naar huis, die zich verlaat hadden. Wjj vlogen hen tegemoet en spraken hen aan. „Maar manneke, ge hebt toch niet gedroomd zeide de een, maar reeds stormden de brave lieden op het huis toe. Wjj gingen achter hen aan. In Balduius hand glinsterde de revolver. Nu hamerden zjj met hun sterke vuisten op de deur. „Doe open schurken, moordenaars Onder het kloppep^ hoorden stemmen, Laat in den namiddag was mjjn oude vriend Balduin de trap opgestrompeld. Hjj had de rest uit een koffiekan opgeslurpt, een sigaar aangenomen, dè boeken en schrif turen op de schrijftafel door mekaar ge gooid en mij toen, terwjjl we praatten, met die harde tronie behandeld, die het recht van een zeer ouden vriend pleegt te zjjn. „Jij bent een oud kind, maar met zenu- wen“, bromde hjj, terwjjl hjj een openge slagen boek nam en het toen verachtelijk weer wegwierp „en dit tuig is daarvan de schuldDetective geschiedenissen, sen- satiewekkend, dat prikkelt zoo aardig en je leest dan in elk alledaagsch gezicht een noodlot en voelt de huivering van een duistere daad, als je ’s nachts van de kleine, nauwe doorgang tusschen de huizen ge bruik maakt, waar de enkele lantaarn zoo treurig brandt en je de echo van je eigen voetstappen hoort. Bij mjj komen zulke gedachten niet op. God zjj dank Daarvoor leeft men in goed burgerlijke toestanden en daarvoor is dan de politie.” „Geloof je niet”, begon ik, „dat ook de meest nuchtere omgeving haar tragische zjjde kan hebben, geloof je niet aan dat gene, wat men de romantische zijde van het alledaagsche leven noemt?” Ik maakte mjj gereed, grondig en uit voerig mjjn meening uiteen te zetten, maar hjj bleef niet, nam zjjn hoed en groette met het bewustzjjn van een man, die weer eens geljjk gekregen heeft. De schemering had langzamerhand de kamer in het duister gehuld, buiten sche merde het nog grjjs op de straten. Ik was naar het raam gegaan. Het had geregend en een scherpe wind gierde door de leege straat. Een herfstdag met al zjjn ontroost baarheid. Ik weet niet, was het het weer of de eenzaamheid ik gevoelde mij zoo merkwaardig gedrukt. Er bleef slechts mjjn oud, deugdeljjk middel over om mjj daar van te bevrjjden, een flinke marsch over het veld, dat aan ons huis, het laatste van de voorstad grensde. In mjjn lange overjas trapte ik moedig tegen den wind in. In de verte staken aan den loodgrijzen horizon, de scherpe, ge takte Ijjnen der huizenrijen af met haar gele lichtpuntjes, terwjjl zjch naar den anderen kant een uitgestrekt veld in de schemering verloor. Het was nog kaal, braak land, slechts een groot, plomp ge bouw rees als een zwarte kubus in het midden van de vlakte op. Dat was het St. Thomas-hospitaal, ik kende het goed, daar ik er dikwijls op mjjn wandelingen om heen geloopen was. Van het eigenljjke hoofdgebouw was niet veel te zien, daar het ruime heem door een boogen baksteens- muur omgeven was. Dicht naast het hoofd portaal scheidde deze muur een laag, een voudig gebouw af. Men had mij gezegd, dat het een Ijjkenhuisje was. Terwjjl ik zoo op den rjjweg, die naar de poort voerde, voortging, drong het ge knars van zware wagenwielen uit de dui sternis tot mjj door. Na korten tjjd had ik het langzaam voortrollende gevaarte ingehaald. Het was een groote kar, zooals bij de expediteurs in gebruik zjjn. De last bestond uit een groot, lomp houten kruis, ongeveer van den vorm, zooals wjj ze op heiligen beelden plegen te zien. Wat kon die merk waardige lading beteekenen? Wat betee- kende dat kruis? Ik was wel nieuwsgierig geworden, maar de voerman, die naast den knol voortging, had zoo brommerig „goeden avond” gezegd, dat ik niet vragen wilde. Zjjn plaats van bestemming kon alleen het hospitaal zjjn en spoedig verstomde ook het geknars van de wielen bjj de poort. Bjjna een uur was verloopen, toen ik weer bjj de huizen van de straat kwam. Bjj de houten schutting van een gebouwtje van ruwe planken stonden twee mannen te praten. Zij schenen afscheid van elkaar te nemen en ik verstond, toen ik langzaam op den doorweekten grond voortging, dui- deljjk hunne woorden „Morgen sterft zjj, misschien vannacht nog,” zeide de een, „is alles klaar? U weet toch, wat er voor mjj op het spel staat, als het ruchtbaar wordt. Voorzichtig dus 1“ „Verlaat u daarop”, hoorde ik den ander zeggen, „het is lichte maan, u zult een goede terugreis hebben. Goeden nacht.” Ik keerde mij nog eens om, maar kon alleen het gezicht van den eersten spreker zien, die juist naar de lucht keek. Het was een roodachtig bruin gezicht, door een vollen blonden baard omgeven, op den sterk gekromden neus glinsterden de brilleglazen. De man scheen van een herkulischen binnen fluisteren, daarna werd aarzelend open gedaan. De brandende lantaarn spnd weer op den grond, ik herkende den langen man met zjjn haviksneus en sprong l'.em naar de keel. Terwijl wjj met elkaar voor stelden, greep een ander mjj van achteren aan hjj droeg de uniform van een, zie kenoppasser. „Ik houd hem vast do ter, de man moet gek zjjn!” Dokter? Wat verder gebeurde, zal ik zoo ort mogeljjk vertellen. De zaak loste ich heel eenvoudig op. De kleine in den mantel en den breedgeranden hoed was een jonge beeldhouwer, wiens na? Ai mjj wel bekend was. Hij werkte sedert /eken aan de figuur van een martelares e’ daar natuurlijk de uitrekking van het ineenge zakte lichaam aan geen levend model te bestudeeren was, had hjj zjjn vriend Ir. L., den eersten assistent-arts van het Thomas- hospitaal overreed, hem een jeugdig mooi Ijjk te leveren om dat aan het kiuis te binden en een gipsafgietsel van enkele lichaamsdeelen te nemen. Alles wi zorg vuldig voorbereid, maar streng jheim gehouden, om onaangename vragen van ’t publiek te ontgaan. Men v eesde niet, de arme doode te onteeren, als ren haar zoo in den dienst der heilige k:. t sti.ffie. En inderdaad, toen ik een jaai iter in de tentoonstelling van kunst voor „Marte lares” stond, voelde ik, dat het en werk van aangrijpende waar! aidskunst ’as. Hoe wjj met de vemeend^ moordenaars klaar gekomen zijn, zal i.< stilzwijgend voorbijgaan. Zjj waren beschamend vrien- deljjk en toegevend voor ons. Acht dagen na dien nacht van schrik ontvingen Bal duin en ik een uitnoodiging „tot een ge- moedeljjk verzoeningsfuifje.” De ij vitatie was onderteekend met de verschr'kreljjke woorden: „De Moordenaars.” dende goedkeuring yan den onderhandschen aan A. W. Bootsma d gepeenterekening vj >t suppl. kohier mg, dat de Bolswardsclie Courant l/L Lm ƒ11 II 1 - f* 1 ft

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1