Veertigste Jaargang. 1901, No. 8. Verschijnt Donderdags en Zondags. NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WONSEHADEEL Kantongerecht te Bolsward. I&1 Van Scylla op Charybdis. BINNENLAND. VOOR "U I roering j daanut hernam hjj j Heerenveen, 22 Jan. DeFriesche Mij. ^onderlinge verzekering van schepen, hield Fr. Zuidwesthoek, 24 Jan. Langs de geheele kust wordt eiken dag door visschers en schippers gespeurd naar de ongelukkigen van Wieringen, die reeds een week geleden van daar over het ijs naar Kolhorn zijn vertrokken en sedert niets van zich hebben laten vernemen. Waar de zee open is, onderneemt men per jol zoo nu en dan verkenningstochten, steeds echter zonder eenig gevolg. Enkelen hier meenen, dat het ijsveld, waarop de vermisten zich bevonden, naar de Noordzee is afgedreven. f (i Bolswardsche Courant vouwde smeekend zjjne handen van openbare, daartoe niet bestemde plaats ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke bob. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. hechtenis. 8. ^XXXXXXXXX^XXXXXXXX^ ZONDAG 27 JANUARI. Zitting 18 Januari 1901. 11. 12. 13. 14. op Plotseling hoort hjj gedruisch op het dek der oude schuit, die, na jarenlang de Fransche vlag over alle oceanen te hebben rondgevoerd, tot bagno was vernederd. Er wordt geloopen, gedraafd daar boven zjjn hoofdenkele patrijspoorten worden ver licht, verward stemmengeluid weerklinkt daarna een dreunend kanonschot, dat de ontvluchting van een gevangene verkondigt. Hij hoort, dat er booten in zee worden gelaten. Hij voelt, dat hij verloren is, dat de ronde hem moet vinden. Langzaam en zacht laat hij zich langs den ketting in zee glijden alleen zijn hoofd steekt nog boven ’t water uit, een bijna onzichtbaar stipje; hij trotseert het schrikwekkend ge vaar, dat hem dreigt van uit de zee, want ieder oogenblik kan hij aangegrepen worden door een dier afgrijselijke monsters, waar van het op de kusten van Guyana wemelt. Doch zjjn ure was nog niet gekomen. Hij werd niet opgemerkt door zijne vervolgers niet gegrepen door een haaina eenigen tijd hoorde hij de bemanning van de ponton de booten weer in de davids hijschen. Men dacht zeker, dat hij zijn graf had gevonden, zoo niet in de golven, dan toch in de ingewanden van een der haaien. Tenminste, het scheepsjournaal bevatte op dien dag het proces-verbaal van den dood van No. 735. Krampachtig omklemden zijne handen den zwaren ankerkettingzijne voeten raakten bijna het water, ’t Was een som bere, stikdonkere nachtonzichtbaar hing hij daar tegen den zwarten romp van de ponton, die op de reede van Cayenne dienst doet als gevangenis voor de galeiboeven. Hü lichtte zijne beenen zoo hoog mogelijk op, want hij wist, dat de zee van haaien krielde en aldus hangende boven de golven wachtte hjj luisterend, met ingebonden adem af, of zijne ontvluchting was opgemerkt. Veroordeeld 1. R. B. te Wommels, wegens openbare dron kenschap, tot eene geldboete van f 1, subs. 1 dag hechtenis. 2. D. S., zonder bekende woon- of verblijf plaats, als sub 1. 3. H. de V. te Arum, als sub 1. 4. P. 1. te Bolsward, wegens openbare dron kenschap bij le herhaling, tot 3 dagen hechtenis. 5. 1° A. de W., 20 R. F., 3° S. O., allen te Wommelsen 40 K. v. d. M. te Oosterend, wegens het te zamen verwekken van nachtelijk buren gerucht, ieder tot eene geldboete van f 3, subs. 3 dagen hechtenis voor ieder hunner. 6. 10 R. B., 20 S. A., 30 A. M., allen te Har lingen, wegens het te zamen visschen'met een zegen in verboden water, ieder tot eene geld boete sub 10 en 20 tot f 10, sub 30tot f 2, subs. 2 dagen hechtenis voor ieder hunner. 7. Th. A. te Hindeloopen, wegens openbare dronkenschap bij 2e herhaling, tot 5 dagen Toch leefde hij en werd de hoop op be houd in hem hoe langer hoe levendiger. Met bovenmenschelijke inspanning zwom hjj naar de kust en slaagde er in, in een visschersboot te klauterenhij gooide het touw los en liet zich zonder gedruisch op goed geluk van wal drijven. De stroom voerde hem tot zjjn onuitsprekelijke vreugde zeewaarts, als hij maar ongemerkt een paar honderd vademen kon afleggen, dan zou hij ’t zeil hijschen en dit land der ver vloeking ontvluchten. Het geluk scheen hem te willen begun stigen. De omtrekken der schepen op de reede werden al waziger en flauwer, de stemmen der uitstaande scheepswachten en hun geroep al onduidelijker. Vóór het krieken van den dag nog kon hy zijn zeil ophalen en vóór den wind den onmetelijken oceaan instevenen. Maar hij had geen eten aan boord, geen drinkenNiets beschutte hem tegen de verzengende stralen der tropische zon Zou hij dan toch moeten omkomen 1 Als hij niet binnen vrij korten tijd door ’t eene of andere vaartuig werd opgepikt, dan was de dood onafwendbaar. Dat gevoelde hij. Doch hy hield vol zonder aarzeling. Zoo hjj dan al sterven moest, dan stierf hjj hier in vrijheid, op de ruime zee, in den schoot der natuur. Twee dagen gingen voorbij. Zijne krachten verminderden snel. Hij betwistte dan ook zijn ellendig be staan niet langer aan den dood, die voor hem een verlosser zou zjjn. Met uiterste krachtsinspanning wierp hij nog een ver twijfelenden blik om zich heen, en toen hij niets om zich heen bemerkte dan zacht deinende groene en grijze golven en nog eens weer golven, liet hij zich uitgeput neervallen op den bodem der boot. hier heden hare algemeene vergadering en rekendag, die ditmaal door vele deelgenooten werd bezocht. In deze Maatschappij waren op 31 Dec. 1.900 verzekerd 302 schepen met een verwaarborgd kapitaal van f 1,096,600 en een reservefonds van f 4612,73, terwijl de schade en kosten over 1900 gedekt kun nen worden door een omslag van circa 7 cent per ton. De aftredende commissaris J. Hanje werd met bijna algemeene stemmen herbenoemd. Verder werd het reglement belangrijk gewijzigd en zal nu in 1902 deze Maatschappij bestaan uit 2 afdeehngen. In afdeeling A. zullen alleen schepen van hout gebouwd en in afdeeling B. alleen schepen van jjzer gebouwd ingeschreven worden. Tevens kunnen nu alle schepen, tot de binnenvaart gebezigd wordende, ingeschre ven worden. Nijehaske, 23 Jan. De kerkelijke kwestie alhier zal tot een einde worden ge bracht. De weigerachtige aangeslagenen in den omslag zullen over ’t afgeloopen jaar betalen en meteen hun lidmaatschap per deurwaarders-exploit laten opzeggen. Zij vertegenwoordigen bijna de helft van den omslag, die ongeveer f 600 bedraagt. Leeuwarden, 24 Jan. Naar wij uit betrouwbare bron vernemen, is het onwaar, dat een vader in de Schrans zijn 7 jarig kind heeft vermoord, waarvan buren hem beschuldigden, met bedreiging, hem bij de begrafenis met steenen te zullen werpen. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat het een tijdlang aan eene bijzonder vreeselijke ziekte heeft geleden, door den vader onder geneeskundige behandeling is gesteld en een natuurlijken dood is gestorven volgens de verklaring van twee doctoren, die het knaapje hebben behandeld en daaraan toevoegen dat; de ouders brave, fatsoenlijke lieden zijn. Dat zelfde verklaart ook de burgemeester van Leeuwarderadeel, die deze zaak heeft onderzocht. Ooststellingwerf, 24 Jan. Nu de sneeuw ook uit de bosschen weder is verdwenen, zijn vele arbeiders opnieuw begonnen met takken maken. Eenigen tijd heeft dit werk stil gestaan, zoodat thans flink de handen uit de mouwen moeten om toch voor het aanbreken der andere werkzaamheden klaar te komen. Algemeen is door de houtbazen de eisch om 40 ct. loon voor de 100 takke- bossen te ontvangen, ingewilligd. Handige houthakkers kunnen nu daags 60 cent of meer verdienen met dit werk. Lemmer, 24 Jan. De spiering vangst onder het jjs, was hier deze week vrij goed, velen onzer visschers konden met deze visscherij nog een flinke daghuur maken. Ook van de Gaasterlandsche kust werd hier vrij wat van deze visch aangevoerd. De geheele aan voer bedroeg hier deze week 6000 K.G., waarvoor gemiddeld 5 ct. per pond werd besomd; die van Gaasterland kon echter niet meer dan 3 cents per pond opbrengen, daar deze spiering kleiner van stuk is. Touwen, haken enz. werden door de ver misten bij hun vertrek van Wieringen mee genomen. Grootvader Pieter Wigbout, de oudste van het viertal, is meer dan veertig jaren beurtschipper geweest van Wieringen op Workum. Zijn zoon Jan was als eierkoop- man al eveneens een bekende figuur te Workum. Dan was nog bij hen de kleinzoon Pieter en een jonge schippersknecht. Hepk. Adv. BI. Sneek, 25 Jan. Tot leden der Com missie tot wering van schoolverzuim alhier koos de Raad heden avond de hh. Th. H. Bosschuier, J. Spoelstra, J. H. Schjjfsma, J. Visscher en H. S. de Vries. De rekening van den Waagmeester over I960 bedroeg f 1102,21, die van Begrafenisrechten over ’t zelfde tijdvak f 1514. Voor den aanleg vaneen tramweg StavorenSneek verleende de Raad aan h.h. Concessionarissen een finantieelen steun, ten bedrage van f 30.000, en wel onder de volgende voorwaarden: a. 't Kapitaal wordt eerst gestort twee maanden na de voltooiing der lijn. b. Binnen 5 jaren moet de lijn in ex ploitatie zijn. Eervol ontslag werd met algemeene stemmen tegen 1 Mei verleend aan Bauke Ronner en J. v. d. Meulen, vader en moede» in 't O. B. Weeshuis. Zoo lag hjj daar buiten kennis, toen de uitkjjk van het Fransche fregat „France et Brésil” van Havre, kapitein Lecontreux, afriep, dat hjj een ontredderde visschers- schuit zag. Dadelijk liet de kapitein een boot uitzetten en de opvarenden ontdekten in het wrak een schjjnbaar reeds overleden manspersoon. Hjj werd aan boord gebracht. Op ’t oogenblik, dat de bewustelooze aan dek werd geheschen, liep kapitein Lecon treux op hem toeen toen hjj het gelaat van den schipbreukeling aanschouwde, werd hjj plotseling zoo bleek als een doode. Hjj scheen moeite te hebben een kreet te bedwingen. «Breng dien man in mjjn kajuit', beval hjj, »en kom mjj roepen, als hjj weer bjjge- komen is.* K. F. de B. te Cornwerd, wegens jagen zonder acte, tot eene geldboete van f 3, subs. 2 dagen hechtenis met verbeurdverklaring geweer en patronen. 9. io R. B., 20 S. A. en 3« E. N., allen te Harlingen, wegens hetzelfde als sub 6, gepleegd des nachts, sub 1» en 20 tot 7 dagen hechtenis ieder, en sub 30 tot eene geldboete van f 10, subs. 3 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring der visch. 10. T, de V. te Workum, wegens openbare dronkenschap, tot eene geldboete van f 5, subs. 3 dagen hechtenis. G. v. d. M. te Koudum, als sub 1. B. M. te Oudega (H. O. en N.) als sub 1, J. v. d. V. te Makkuin, als sub 1. A. R. te Bolsward, wegens het te Bolsward op eene openbare, daartoe niet bestemde plaats zijn water loozen, tot eene geldboete van f 1, subs. 1 dag hechtenis. 15. 1° K. de V. te Heidenschap (Nijega), 2° H. K. te Workum, 30 H. H. te Bolsward en 4» K. B. te Workum, wegens het te Workum eens anders vaartuig los te maken, ieder tot eene geldboete van f 2, subs. 2 dagen hechtenis voor ieder hunner. 16. 10 M. R. H. en 20 S, C. S., beiden te Koudum, wegens het te zamen verwekken van nacht-epjk burengerucht, ieder tot eene geldboete van f 2, subs. 2 dagen hechtenis voor ieder hunner. 17. J. P. te Oosterbierum, wegens openbare dronkenschap, tot eene geldboete van f 2, subs. 2 dagen hechtenis. Vrijgesproken 1° K. de V. en 20 K. B., beiden te Workum, van het te zamen in staat van dronkenschap de orde verstoren. En zjjne ontroering meester wordend, commandeerde hjj zjjn stuurman „Voorwaarts Er was op het gezicht van den kapitein een onaangename harde trek gekomen, toen hjj, zoo over de verschansing geleund, strak voor zich uit stond te kijken, ’t Was alsof er voor zjjn geestesoog vreeselijke dingen opdoemden, spookbeelden uit een noodlottig en verschrikkelijk verleden. Zoo stond hij daar nog met starren blik in zjjne overpeinzingen verdiept, toen de stem van een matroos hem daaruit plot seling deed opschrikken met de mededeeling dat de schipbreukeling weer bjj kennis was. Met onvasten, werktuigeljjken tred begaf kapitein Lecontreux zich zwijgend naar zjjne kajuithjj opende de deur, trad binnen en sloot ze zorgvuldig. Daarna draaide hij zich om, zag den vreemdeling vlak in ’t gezicht en zijne ontroering bedwingend vroeg hjj „Herkent ge mjj Ondanks de overstelpende lichamelijke beproevingen, die de onbekende had onder gaan, was hem zjjne moreele kracht ge bleven. Ondanks de schande van het bagno, was hjj niet zooals vele anderen door zjjn verkropten toorn ontmenschtzjjne ziel was onaangetast. Toen hjj de stem van den gezagvoerder hoorde, sprong hjj overeind en staarde met woesten blik om zich heen. „Je herkent mjj dus, moordenaar, zeide de kapitein. Een krampachtige rilling voer door de leden van den galeiboef. De man, die nog pas zjjn leven op het spel had gezet om vrij te komen, die zich nu veilig en geborgen waande, stond aldus plotseling van aangezicht tot aangezicht met den broeder van zijn slachtoffer. Een afschuweljjk visioen trok met bliksemsnel heid aan zijn geest voorbij dat van een bebloed en in doodsstrjjd zich wringend man aan zjjne voeten. Heb ik dan nog niet genoeg geboet, dat het noodlot mjj moet overleveren in uw handen, brak het eindeljjk onder gesmoord snikken van zjjne lippen. Met kwaljjk verborgen woede voegde de kapitein hem toe Ja rampzalige, je bent nu in mjjn macht. Je dacht uit t bagno te ontvluchten, niet waar'? en stoot hier op mjj! Van Scylla op Charybdis’t Staat slechts aan mij je opnieuw tot galeislaaf te maken en je over te leveren aan de zweep der be wakers De man vouwde smeekend zjjne handen „Och Kapitein, wees edelmoedigneem in ruil voor uws broeders leven vrjj het mjjne, maar laat mjj sterven zonder ketenen ver van dat jammerljjke verbanningsoord, dat ik met levensgevaar ben ontvlucht. Dood mjj, werp mjj in zee, en vier bot aan uw wraak „Ik jou dooden riep de gezagvoerder uit. „Ik mjjn handen bezoedelen met jou bloed Denk je, dat ook ik een moordenaar ben, of dat ik mjjn geweten zou willen bezwaren met je welverdiende straf'? De justitie heeft eenmaal je vonnis gewezen ik zal dat vonnis helpen ten uitvoer leggen de justitie...” „Dan dood ik mjjzelf schreeuwde de man, en met een forsche beweging maakt hjj zich meester van een revolver, die aan den wand hing. „Ik heb mjjzelf gezworen, dat het bagno mij niet terug zal hebben. Mjjn Ijjk kunt ge er heen laten brengen, als ge dat verkiest. Onder ’t uitspreken dier woorden had de ongelukkige den loop van de revolver aan zjjne slaap gebrachtdoch voordat hjj nog kon aftrekken, had de kapitein hem met een vlugge beweging het wapen uit de hand gerukt. Toen stonden ze tegenover elkaar en zagen elkander aan met blikken, die tot in de ziel doordrongen. „Heb je dan zoo verschrikkelijk geboet bracht de kapitein eindeljjk uit met eene veranderde stem en minder barsch. „Geboet? Vreeseljjk! Onuitsprekelijk! Ik zeg maar niets over het lichameljjk Ijjden, waaraan ik ten prooi ben geweest, den honger, den dorst, de zweepslagen niets van de verterende wroeging, die mjj mjjn slaap nacht op nacht ontroofde...de geheele omgeving, die afgrjjseljjke gemeen schap... mjjn misdaad was onverschoon baar, maar gjj weet even goed als ik, dat jaloezie alleen mjjn arm gewapend heeft, dat ik geen beroepsmoordenaar, geen gewone misdadiger ben... ge weet, dat de justitie dit ook in aanmerking heeft genomen en mjj naar de galeien heeft gezonden, en niet naar de guillotine verwezen...” De man zweeg stil en beefde van out- „De guillotineWat heb ik het wel dikwijls betreurd, dat de clementie der rechters mjj niet naar ’t chavot had ver wezen Wat heb ik dikwjjls het lot benijd van hen, die eeuwig slapen in de armen des doods De gezagvoerder luisterde met verbazing naar deze woordeneen groote besluite loosheid voelde bij opdoemen in zjjn gemoed bjj ’t gezicht van zooveel leed. Eensklaps schoot het hem als een blik semstraal door zijn brein, en hij deinsde terug voor de gedachte, dat hij dezen ongelukkige, hijgend als hjj daar voor hem stond, zou terugwerpen in het bagno. Lang bleef het stil tussehen de beide mannen. Toen, na een forsche poging om zichzelf te bedwingen en het goede de overhand te laten behouden, sprak de kapitein „Ik haat en verfoei je als geen mensch ter wereldje hebt mjjn eenigen broeder naar ’t leven gestaan en rouw en droefenis gebracht over mjjn oude moeder. Had ik je dan ook op den vasten wal ontmoet, dan zou ik geen oogenblik geaarzeld hebben, om je in handen te leveren van de wettige overheid, die je heeft geoor deeld en gestraft. Maar ik ben zeeman en ik eerbiedig de plichten, die mjj binden tegenover eiken schipbreukeling. De zee, die met elk oogenblik mjjn eigen leven kan nemen, heeft je mij in handen doen vallenik heb het recht niet je terug te stooten. Aan de eerste de beste haven, die wjj aandoen, zal ik je aan wal laten brengen. Indien van uit de gewesten, waar zjj zjjn, onze dooden ons kunnen gadeslaan, dan hoop ik, dat je slachtoffer, mjjn broeder, mjjne handeling zal goedkeuren En zoo niet, dat hjj mjj dan vergeve dat God mjj dan oordeele

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1