Veertigste Jaargang. 1901. No. 10. Verschijnt Donderdags en Zondags. NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD O1SWARB EN WONSERAÖEEE De eerste sneeuw. g ZONDAG 3 FEBRUARI. 1' BB. BINNENLAND. I h J VOOR - zonder ijdele J ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. nu haar ge- ziet u wel hoe veertig Och, Jan, ik benjjdde je zoo - MÜ Ja, om je massa grjjs haar. Ik meende dat daarbjj het hart en het hoofd zoo kalm werdendat men geen enkelen onbereik- baren wensch meer koesterde. Zottinnetje 1 kalm en wensehen Van wien kan men dat zeggen? Mis schien zijn wü het in oogenbhkken van heftige smart, of in oogenblikken van een alles omvattende zaligheid gelijk thans. Hjj nam haar in zijne armen en kuste haar innig, bijna eerbiedig op het voorhoofd. Maar lieveling, de onrust, de zorgen, het haasten en het rustelooze begeeren keeren steeds terug. Wij misschien zullen er ook ons deel van krijgen wanneer wjj beiden werkelijk oud en wit zijn ge worden, zooals vandaag de met sneeuw be dekte aarde. Maar hierbij keek hij zoe kende om zich heen, nam toen een schaar tje van de schrijftafel en vervolgde wederom lachende Nu, lieve Lolo, houd je nu nog een oogenblik stil. Zij deed hetsnel vatte hjj de vlok grijs haar en sneed die af. Wat doe je Hij wond de zilveren lok om zjjn vinger en antwoorddeIk heb thuis een oud medaillon van de gestorven bruid uit mijn jongelingsjaren, daarin wil ik dat haar leggen en als een man met een besneeuwde kruin, maar met een warm kloppend en jeugdig hart, wil ik het mijn leven lang dragen, ter herinnering aan de heilaanbrengende eerste sneeuw, die de voorbode werd van een zaligen winter. En hij drukte haar een vurigen kus op de lippen. de welluidende stem van dien heer trokken haar aan het peper en zout van zijne bakkebaarden stelden haar overigens vol komen gerust. Toen zij was, waar zij wezen moest, verliet zjj de tramde heer volgde haar voorbeeld; hij groette beleefd, zij beantwoordde dit met een vriendelijk knikje en sloeg de straat in, waar zij woonde hjj volgde aan de tegenoverge stelde zyde. Tóen zjj de vestibule voor haar huis binnenging, en toevallig naar den overkant keek, zag zy hem het huis vis a vis binnengaanhjj ontmoette haar blik, lichtte nog even den hoed het volle gas licht viel op zijn gelaat. Dat was de grjjze heer, myn over buurman, dacht zjj verrastwat ziet hjj er noi WK? Rij, et was een droeve herfstmorgen, zelfs Iff) het anders zoo vroolyke Weenen zag er in dit grauwe licht haast droefgees tig en somber uit. Mevrouw Karoline Eckert of liever Lolo, zooals hare vrienden haar noemden, stond mistroostig van de ontbijttafel ophaar kopje had zy niet uit gedronken en de courant slechts zeer vluchtig doorzien. Zy had het koud en zocht beweging en verstrooiing. Zjj nam den sleep van haar lichtblauw kasjmiren ochtendgewaad op, ging eerst de keuken inspeeteeren en begon toen met een fraaie plumeau haar étagères, consoles en tal van snuisterijen af te stoffen. Haar gedach tenloop was daarbij allesbehalve vroolijk. Hoe dwaas toch, dacht zy, dat men nog hecht aan al die vodderijen en meent, dat deze bontgekleurde, smakelooze voor werpen onze vertrekken opsieren en ge zelliger makenDe herinnering alleen geeft aan de meeste voorwerpen eenige waardevoor ons schoonheidsgevoel be- teekenen zy niets hoegenaamd. Zy nam een verbleekte photographie van een jongen, teringachtigen man ter hand, die in een ouderwetsch lijstje was gevat. Arme Eduard, wat zag je er voor twaalf jaar al ziekelijk uit, toen je zoo hartstochtelijk naar mjjn hand dongt. Zou mijn voogd toch geljjk hebben gehad, toen hij het een romaneske gril noemde en een vrouwelyke neiging om zich op te offeren, als ik er op stond je mjjn hand te reiken Vijf jaar heb ik je opgepastIk hoop ten minste, dat het je lijden nog eenigermate verzacht heeft. Zjj zette het portret weêr op de schrijf tafel en nam thans van den schoorsteen mantel een ander ter handhet stelde een oude dame, haar schoonmoeder, voor, met wie zjj na den dood van haar echtgenoot vele jaren lang samen had gewoond, totdat ook deze nu anderhalf jaar geleden haar zoon in het graf was gevolgd. Lieve, beste mama! Je hebt my half getiraniseerd en half vertroeteld Daar sta je nu weer tusschen de twee plompe ver gulde vazen met kunstbloemen, op welke je zoo gesteld waart. Leelyke dingen zoo stijf en koudEn wat zitten ze vol stof Zy gaf ze een paar flinke vegen met de plumeau. Nu nog even myn reisalbum schoon gemaakt daar zit geen stof op, ’t is ook nog zoo nieuw van twee zomers pas 1 De eerste dat ik vrij was, om te doen, te laten, te gaan, of te bljjven wat en waar ik wilde. Ja vrjj En dat wil ik altoos zjjnNiemand, niemand zal mij ooit deze eindelijk verkregen zelfstandigheid rooven! Nog een flmken veeg met de plumeau over de laatste étagère en toen ging zy met veerkrachtiger tred dan daareven naar hare slaapkamer, om zich verder te kleeden. De meid lag op de knieè'n voor den haard en stookte flink het vuur op. Dat is nu eens verstandig van je, Tony, zeide Karoline want zóó had zy zelve zich immers daareven genoemd, het is verschrikkelijk koud Twaalf graden En we hebben pas den twin tighten October Ja, de winter begint met zjjn lange, ver velende avonden, voegde zy er in haar ge dachte byalleen de vrees daarvoor deed mjj weer de uitnoodiging van de familie S. aannemen, om by hen te komen whisten. En hemelhoe saai was het daar gisteren haast nog erger dan by my thuis. Die goede oudjes zyn zoo op mjj gesteld, om dat zy zoo bevriend met myn schoonmoeder waren. Maar enkel onder bejaarde men- schen En dan moet je, zooals ik, niet heel veel van spelen houden. Mevrouwkwam Tony dachtenloop storen, duister het wordt. Waarlijk, ’t is of de nacht al invalt, antwoordde hare meesteres, ik zal werk hebben, dat ik my kap. De dienstbode zette het toilet nog wat dichter by het raam en ging toen heen. Karoline plaatste zich voor den kapspiegel en maakte haar goudblonde haar los. Het viel niet lang, maar in ryken overvloed en in glanzende golvingen over haar schouders. De toenemende duisternis dwong haar hoe langer hoe meer naar het venster te schuiven en eindelijk zelfs de roomkleurige vitrage open te slaan, die de buren aan de over zijde belette in den kamer te zien. Nu had zy meer licht en hare tengere vingeren scheidden handig en vlug het welige, blonde haar. Opeens bleef zy steken. Karoline staarde in den spiegel, nam een kleinen handspiegel, stond op, ging vlak voor het faam staan, bekeek zich van alle zyden. Nijega (H. O. en N.), 31 Jan. Een der stoombooten uit den Zuidwesthoek óver kwam Dinsdag op de Flieussen een onge woon ongeval. De ketting van een onder het ijs geschoven ton slingerde zich om de vin, waardoor de boot op een zeer onge legen oogenblik den pas hervatten dienst opnieuw moest „staken." Twee passeerende booten namen het schip op sleeptouw tot Sneek, waar het gelicht werd en van de boei bevrijd. Tjalleberd, 31 Jan. Bij onderzoek der melk naar het vetgehalte, komt het in de eerste plaats op het monsternemen aan. Iemand, die de cijfers op zijn melkbriefje niet al te goed vertrouwde, liet zjjn melk onderzoeken en kreeg toen 3,7 inplaats van 3,1. De directeur der betrokken fabriek stond evenwel voor de juistheid van zijn onderzoek in en zei het andere onder zoek geen waarde toe. Degene, die de melk had onderzocht, kwam nu zeil in den stal om een monster te nemen en dat nog maals te onderzoeken, en nu bleek, dat het vetgehalte der melk was 3,1. Wie dus zijn melk wil laten onderzoeken, ter con- troleering van de melkbriefjes, late den onderzoeker een monster nemen. Lemmer, 31 Jan. Onze visschers hebben een zeer schadelijke week. Werd toch in het geheel slechts 600 kilo spiering aange voerd, waarvoor 10 ct. per kilo werd be- somd, het verlies aan hunne netten die in den storm van Zondagnacht door den zwaren ijsgang zijn weggedreven of vernield, beloopt bijna t 500. Ook is het ijs thans zoodanig op elkaar geschoven, dat er bijna niet meer onder gevischt kan worden. Beetsterzwaag, 31 Jan. Op een heden onder Lippenhuizen gehouden vossen jacht had de heer v. d. Sluis aldaar het geluk, een vos te schieten, terwijl de op zichter Hasper er een aanschoot. Hepk. Adv. BI. Zooals indertijd gemeld, had de stu- kadoorspatroon Martens te IJmuiden het ongeluk een zijner vroegere knechts een duw te geven, toen hjj op een steiger was gekomen waarop hjj niets te maken had, met het ongelukkig gevolg dat de man viel en dadeljjk dood was. De weduwe van den verslagene had zich eenige weken geleden tot den officier van justitie gewend om Martens deswege niet te vervolgen en naar wjj vernemen is dat verzoek ingewilligd. N. R. C. Schipbreuk van de „Rolland* In ’s Gravenzande (Westland) is aangespoeld het lijk van een man met grazen baard, vermoedeljjk van een der opvarenden van de Holland.Het ia naar het lijkenhui* overgebracht tilde hier en daar een lok op, wierp die weder terug, liet eindeljjk het handspie- geltje moedeloos zinken en keek mistroostig voor zich uit. Zy had zich niet vergist hier en daar glinsterde er iets als zilver in het goud blond. Grjjze harenDaar aan de rech terzijde boven den slaap was een heel vlokje Zjj begon oud te worden Zy schrok er van. Pas drie-en-dertig, dacht zjj, en het is al witJa, dat samenwonen met die ziekelyke, oude mama maakte my oud vóór den tjjd. Nu is myn jeugd voorbijAch, en nu heb ik mij juist in de laatste jaren zoo vry en zoo opgewekt gevoeld. Heb ik dezen zomer bij de W.’s niet om het hardst met de meisjes gestoeid en grappen uitge haald Net of ik nog achttien was, even als zjj. Nu is het uit. Nu zal ik voortaan heel bedaard en eerzaam moeten leven als een weduwe, als een matrone. Peinzend leunde zjj tegen het kozjjn van het raam, in haar lichtblauw morgenge waad, een zachten witten doek over de schouders, haar gelaat omljjst door het golvend, goudblonde haar, met een wee moedig lachje om den fraaien mond, jong en aanminnig volstrekt niet het beeld eener deftige matrone. En die heerlijke avond, toen de maan zoo goddelijk scheen destjjds op de ruïne toen wjj met dat gezelschap naar boven waren geklauterdDie heerlijke tenor uit München was er ook bjj toen men daar beneden in het dorp op den waldhoorn blies en de tonen zoo weemoedig verlan gend in de stilte van den avond klonken; wjj stonden met ons beidjes alleen op het balconhad men daar ginder niet eens klaps valsch geblazen en die knappe tenor mjj niet zoo driest aangezien wie weet welke dwaashehen ik nog gedaan had Maar dat is nu voorbjjLolo, de jeugdige dame, heeft afgedaan de ernstige Karoline heeft hare plaats ingenomen! „Met grjjs haar Een zonnestraal, die plotseling door het venster viel, deed haar opkjjken. Zoo waarHet heeft gesneeuwdDaar ginder rechtsvlak vooraan in het park, zjjn het groene gras en de frissehe struiken vol witte vlokken en de lucht klaart weer op. Wat een vreemd gezichtHa, aan den overkant kjjkt er ook iemand naar; zjj week schieljjk terug en liet de vitrage vallen het is maar die heer met dat zware grijze haar, die er nog niet lang woont. Hoe nu? Hjj kjjkt ook hierheen? Zij ging nog meer van het raam weg. Nog zoo nieuwsgierig en dat met zulk grjjs haarOp dien leeftjjd wordt toch aan alle wensehen en begeerten het zwijgen opge legd. Was ik maar zoo ver! Nu is hjj weg. Zij ging weer aan het venster staan en wierp een laatsten blik op de pas gevallen sneeuwEen vreemd gezicht die eerste sneeuwIn peinzende en weemoe dige stemming voltooide zij haar kapsel. Dien namiddag maakte Karoline een visite in een afgelegen buitenwjjk. Op den terugweg maakte zjj gebruik van de tram, welke vlak bjj haar huis ophield. Binnen zat alles vol, maar buiten op was nog ééne zitplaats open, die zjj innam. Op de eerstvolgende halt drongenzooals het in Weenen altoos de onhebbeljjke gewoonte is er nog meer personen op den wagen, o.a. een zeer armoedig gekleede vrouw met een bleek gelaatop den eenen arm droeg ze een kind en aan den anderen een zware mand. Men wilde deze arme vrouw, wier gelaat de grootste afmatting teekende, nau- weljjks een plaats gunnen. Karoline stond op. Ga hier maar zitten, zeide zjj vrien- deljjk, ik kan beter staan, dan gjj. De vrouw dankte haar duizend maal en liet zich met een zucht van verlichting op de aangeboden plaats vallen een heer, die aan de andere zjjde zat, stond nu op en bood Karoline zjjn plaats aan. Zy keerde zich tot hem hjj keek haar scherp aan, bleef, toen zjj had plaats genomen tegenover haar staan en wierp eenige malen een vragenden blik op haar, alsof hjj lust gevoelde een gesprek met haar aan te knoopen, maar niet recht wist, hoe dit aan te leggen. Eindelijk bood zich daartoe de gelegenheid aan het kindje der arme vrouw keek met groote oogen naar de dame en Karoline, die het steeds betreurde, dat haar huweljjk kinderloos was gebleven, lachte het vriendeljjk toe. Nu knoopte de heer met de vrouw een gesprek aan over haar kindje, waarin hjj Karoline wist te mengen. Deze in hare weemoedige stem ming en in het bewustzjjn van oud te worden en niet meer gevaarljjk te zjjn, liet haar gewone terughoudendheid geheel varen en antwoordde wel kortaf maar niet onvriendelijk. Het aangename uiterlijk en beo eek al grijs Wik word eerst vier-en- de grjjze heer, mjjn >g jeugdig uit Geheel van deze gedachte vervuld, kwam zjj in haar zitkamer. Het haardvuur ver spreidde een aangename warmte, de lamp brandde en het vertrek zag er recht ge zellig uit Karoline echter vond het kil en leeg. Wie heeft mij toch een hond aan de hand gedaan vroeg zjj Tony, toen deze zeer gedienstig den mantel van haar aan nam, ik wil dien koopen. Maar zjj kocht den hond niet. Eenige weken later kwam hare woning haar zeer gezellig en behageljjk voor. Het was een echte winteravondom drie uur begon de duisternis reeds in te vallen en sedert sneeuwde het onophoudelijkeen scherpe, jjzige wind maakte het verkeer op straat hoogst onaangenaam ieder, die een warm tehuis had, spoedde zich dat te bereiken. Ook zjj had hard geloopen en stond nu in haar lichtblauw ochtendgewaad met een opgeruimd gezichtje op en top de oude Lolo voor den haard. De plompe vazen met gemaakte bloemen waren van den schoorsteenmantel verdwenen en vervangen door sierljjke ranke kelken, gevuld met welriekende, levende bloemen. Zjj nam er een donkerroode roos uit en stak die op haar boezem, terwjjl zjj glimlachende tot iemand, die in den hoek van den haard in een grooten armstoel zat, zeide: Zelfs de geringste weldaad brengt toch haar eigenaardige belooning mede Had ik destjjds die arme vrouw myn plaats niet afgestaan dan hadt gjj geen acht op mjj geslagen, niet naar mjjn naam en omstandigheden geïnformeerd, en mjj niet eindeljjk bjj de familie S. gevonden, je hadt. Loloviel de zittende haar met een welluidende stem in de rede, toe, zeg mjj eens, wie ben ik Zjj ging naast hem staan, legde de kleine hand op zjjn schouder en antwoordde met gemaakten ernst De oude heer met het dikke, grjjze haar, mjjn overbuurman anders ook wel genoemd Johannes Norbert, architect, wet houder van publieke werken, ridder van de Frans Jozeforde, eerelid van Houd maar op, je kent mjjn visite kaartje prompt van buiten neen voor jou ben ik sedert twee dagen je bruidegom en over vier weken je man en nu en voor taan is het altoos Jan en jouBegrepen En hjj greep haar handje en kuste het. Zjj zag hem liefdevol aan. Ik zal trachten er aan te denken het is alles zoo snel gegaan. Dat tochtje met de tram Wel neen, zeide Norbert, ik kan je verzekeren, dat ik je al veel vroeger liefhad. Wat, riep zjj, en waar dan? Hjj stond op, nam een wit, kanten doekje van een der tafeltjes, sloeg zjjn arm om haar heen, trok haar midden in de kamer onder de kroon. Zóp, zeide hjj en sloeg haar het kanten doekje om de schouders, houd nu alsjeblieft je kopje even stil. De verwonderde Lolo deed zulks en hjj trok haar met de grootste koelbloedigheid de lange, glinsterende naalden uit het haar de lokken vielen schilderachtig om haar hoofd. Hjj keek haar opgetogen aan, terwjjl zjj sterk bloosde. Zóó zag ik je voor het eerst,zoo ver overde je mjjn hart Nu werd haar alles duidelijk en zjj glim lachte. Destjjds aan het venster, toen de eerste sneeuw viel? Thans werd zjj ernstiger en vervolgde Nu moet je ook alles weten. Ik was op dat oogenblik zeer neerslachtig, ik had juist de eerste grjjze haren ontdektkjjk maar zjj boog een weinig het hoofd - hier en hier en kjjk, daar rechts een heele vlok boven mjjn slaapZjj keek hem schier bekommerd aanik word al grjjs en ik ben al drie-en-dertig. Hjj lachte. En ik, gelijk je weet, mjjn schat, ik Bolswardsclie Courant. tmti*

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1901 | | pagina 1