Verschijnt Donderdags en Zondags. Veertigste Jaargang. 1901.
No. 16.
NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
OLSWAM EN WONSERAOEEt
a
Uit de Raadszaal
p ZONDAG 24 FEBRUARI.
VOOR
beter toezicht kan
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
zeggen, geet mij dien
terrein gereed maken,
daar zit, hebben wij
Vergadering op Donderdag 21 Febr. 1901.
l‘
Alzoo besloten.
j. Een adres van den heer Jan A. de Vries,
verzoekende aansluiting aan de gasleiding
van de woning buiten de St. Janspoort.
Ter visie en in handen van Burgem. en
Weth. om advies.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Aanbieding verordening onderwijs en
instructie onderwijzend personeel.
De Voorzitter stelt voor deze verordening
in het officieel verslag op te nemen, en ter
visie te leggen.
Goedgekeurd.
2. Aanbeveling voor vijf leden van de
Plaatselijke Schoolcommissie.
Burg, en Weth. hebben, aangezien de
PI. Commissie van Schooltoezicht ontslag
heeft gevraagd, eene aanbeveling (alphabe-
tisch) opgemaakt, bestaande uit de heeren:
H. Beekhuis, C. T. Bölger, H. Eisma, A.
B. Faber, G. Keikes, Johs. Kramer Mz.,
K. P. Piantinga, G. H. Scnoonhoff, A. C.
D. Stockmann en A. Vis.
Ter visie tot de volgende vergadering.
3. Voorstel tot verhooging van enkele
posten van uitgaaf, dienst IDOL.
Burg, en Weth. deelen mede, dat het den
leden bekend is, dat in eene zitting met ge
sloten deuren is besloten de jaarwedde van
den doodgraver te verhoogen, en wel om
hem tegemoet te komen in de hoogere huur,
die hij moet verwonen. Dit bedraagt voor
1901 f26,—
Aan den opperbrandmeester is uitgekeerd
1295 bij den jongsten brand. Deze post
was geraamd op 1200,
De toelage aan den weg BolswardHar
lingen was uitgetrokken voor f225,bij
die begrooting is het verhoogd tot f337,50.
Burg, en Weth. stellen nu voor, de be
grooting te wijzigen en de jaarwedde van
den doodgraver van f80,te brengen op
1106,de kosten bij blussching van brand
van f200,— te brengen op 1400,—, en de
toelage weg BolswardHarlingen van i 225
te brengen op 337,50, deze verhoogingen te
vinden uit het fonds voor onvoorziene uit-
gaven.
ik, dat dit plantsoen zoo niet vernietigd,
toch zeker er onder zou lijden. In de tweede
plaats als dit plan doorging zou er een
bouwterrein komen dat veel geld kost. De
ombuiging van de gracht, het egaliseeren,
wij weten allen wel, dat kost heel veel geld.
Dan nog merk ik op dat bij dit plan het
oog gevestigd is op het bouwen, om daar
burgerhuizen te plaatsen, maar ik vind dat
die hoek ongeschikt is daarvoor, en vrees
dus, dat het geen rente zal opleveren, rede
nen waarom ik tegen dit voorstel zal stemmen.
De heer Van der Meulen. Amicitia is
indertijd aangekocht om het bouwen van
arbeiderswoningen daar bij den wandelweg
te weren. Het komt mij voor, dat voor dit
plan kosten noodig zijn, en het terrein niet
geschikt is. Ik vind beter dat op andere wijze
naar bouwterrein wordt omgezien, ja 't
verwondert mij dat dit al niet voor 10 jaren
is geschied, dan zouden niet alle hoekjes
en tuinen zijn volgebouwd. Ik vind bijv,
het terrein naast de Zuivelschool veel ge
schikter, als men daarover met het Gast
huis onderhandelde.
Om op het voorstel terug te komen, ik
zou daarvoor geen prijsvraag willen uit
schrijven, doch kon het wel eens opgemeten
worden door den architect om er een platte
grond van te maken. Dien grond gereed te
maken voor hoerenhuizen, ik vind, er zijn
hier zoo weinig menschen die een hooger
huur dan f 175 a f 200 kunnen geven.
Wanneer op het terrein van de Amicitia
en de oude Kazerne nu eens 4 a 5 flinke
huizen konden, dan kon ’t plantsoen behou
den blijven, en voor kleinere huizen dient
men dan om te zien naar een beter terrein.
De heer P. J. de Boer. Het D. B. geeft
in overweging een crediet toe te staan, maar
een bepaald voorstel is het niet. Ik heb ook
wel bezwaren tegen het bouwen daar, maar
ik zou toch gaarne eens vernemen wat be
drag men daarvoor noodig oordeelt.
De heer Eisma. Het wekt wel eenigszins
mijn bevreemding dat er bezwaren worden
geopperd tegen vermoedelijke omstandig
heden. Het is niet zeker, ja zelfs niet het
plan, het plantsoen daar weg te nemen.
Amicitia met tuin, het af te graven bolwerk
met een gedeelte gracht, de grond aan de
overzijde en het erf vanden stadstimmer winkel
is samen een groot terrein. Daarvan is veel
te maken. Er is hier veel behoefte aan
bouwterrein, in de stad is eigenlijk geen
gelegenheid meer.
Een goede gelegenheid is eigenlijk ook
buiten de stad niet te vinden. Buiten alle
poorten is aan den weg het ook al volge
bouwd aan de straten. Nu meenen wij dat
er door dit plan veel grond komt, voor bou
wen geschiet. Wel komen er vooraf eenige
kosten, maar de grond wordt er waardiger
door en de kosten worden zeer zeker meer
dan gedekt. Wij meenen dat deskundigen
hierover beter kunnen oordeelen, en komen
de kosten te hoog, dan zijn we nog tot niets
gebonden. Wat dit onderzoek moet kosten
is moeielijk te zeggen, zelfs de prijsvraag
dient door deskundigen opgemaakt te worden,
die weten beter wat deze dient te behelzen.
Voor de jury is misschien f 200 of f 250
noodig, ’t verschilt natuurlijk of die ver at
woont of dicht bij. De prijsvraag zelf zal
misschien ook zooveel kosten en dus zal er
denkelijk f 400 of f 500 met gemoeid zijn,
doch daarover dient men eigenlijk ook de
deskundigen te hooren.
Om nu om te zien naar een ander terrein
dat ons niet behoort, dit ligt eigenlijk niet
op den weg van den raad, doch deze grond
behoort aan de gemeente en die zoo mogelijk
productief te maken, was de gedachte, die ons
leidde.
Het plantsoen is eigenlijk ook niet de
noordkant, het bouwterrein vooral ligt aan
den oostkant.
De behoefte aan grond is hier groot, wij
hebben gezien aan een stukje grond van t
Gasthuis, hoe duur de grond hier is. De
tuinen, voor zooverre ze niet aan stichtingen
behooren, zijn vol gebouwd. Er bestaat hier
behoefte aan betere huizen, want men moet
niet vergeten dat het getal zielen in korte
jaren van 5400 tot 6500 is geklommen, en
die vermeerdering is niet alleen van arbeiders.
De heer v. d. Meulen zei, dat „Amicitia"
is gekocht, om ai beiderswoningen te weren,
dit is mij niet bekend, doch er is gezegd dat
dit terrein in verband met het andere voor
de gemeente waarde heeft. Arbeiderswo
ningen te weren zou een dwaasheid zijn,
maar wel wenschen wij dat er goede wonin
gen komen opdat de ellendige krotten ver
dwijnen, en daardoor de stad wordt verfraaid.
Ik meen dat wij in dit geval een onderzoek
moeten instellen en de bezwaren niet te
zwaar moeten laten wegen.
De heer Y. T. de Boer. Het verwondert
mij wel, dat men het plantsoen, de eenige
plaats die wat aangenaam is, wil opofteren,
Voorzitter is de heer Feenstra.
Tegenwoordig waren 12 leden, de heer
Eerdmans was absent wegens ongesteldheid.
De notulen der vorige vergadering, als
mede van de buitengewone vergadering op
4 Februari worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen stukken:
a. Een telegram, houdende dankbetuiging,
van H.M. de Koningin en van Z.Hoogheid
Prins Hendrik, voor den gezonden geluk-
wensch op 7 Februari.
b. Een resolutie van Ged. Staten, hou
dende goedkeuring van de gemeente-begroo
ting over 1901.
c. Idem, houdende goedkeuring van de
tijdelijke geldleening.
d. Idem, houdende goedkeuring van den
verkoop van grond aan F. R. Feenstra.
e. Kennisgeving van de Commissie tot
wering van schoolverzuim, houdende mede-
deeling, dat de heer G. A. Leverland is
benoemd tot Voorzitter, de heer P. H. de
Jong tot Secretaris dier Vereeniging.
f. Missive van den heer W. A. Propstra,
dat hij aanneemt de benoeming als lid der
Comm. tot wering van schoolverzuim.
Een en ander aangenomen voor kennisgeving.
g. Van het Bestuur der stads werkinrich
ting de rekening van 4 Oct. tot en met 31
Dec. 1900, met aanwijzing alleen van uit
gaven ter somma van f 304,05.
Ter visie.
h. Een adres van de schippersvereeniging
„Schuttevaer", met verzoek de Ymswolder-
tille, nu die vernieuwd moet worden, te
veranderen in een draaibrug, of althans de
wijdte grooter te maken dan thans, daar de
schepen dikwerf tegen die brugklap stooten.
Ter visie, in handen van Burg, en Weth.
om advies.
i. Een missive van den heer Haitsma
Mulier te Lochem, mededeelende dat uit de
nalatenschap van zijn schoonvader Mr. B.
J. de Kok, overleden in Mei 1882 hem een
zilveren gedenkpenning is geworden van
een lid der Familie Mulier, eertijds Burge
meester en Armvoogd te Bolsward. Mede
namens zijne 4 zoons biedt hij aan, deze
penning te plaatsen in het archief te bolsward.
De Voorzitter stelt voor, dit geschenk te
aanvaarden en den gever dank te betuigen.
(.Applaus).
Ik zou dit gaarne behouden, want zoowel
voor armen als voornameren is dit de eigen
lijke eenige aangename plaats. Ik ben geen
deskundige, maar ’t verwondert mij dat bij
de vele woorden die er gesproken zijn, men
niet gevallen is om het bolwerk weg te
nemen. Dat geeft een goede gelegenheid om
huizen te bouwen. Men krijgt van tijd tot
tijd hier boeren, die in Bolsward willen
wonen. Deze verlangen landzicht en dat
komt hier, terwijl toch het plantsoen kon
blijven.
De heer v. d. Werf. Ik was indertijd
tegen den aankoop van „Amicitia", en ben
nog tegen uitbreiding van de stad aan dien
kant en om de reden, door den heer Boer-
sma ontwikkeld, ben ik tegen deze prijsvraag.
De Voorzitter. Het plan bestaat wel
degelijk om het bolwerk daar weg te nemen,
de gracht voor een deel te dempen en den
weg te verleggen, waar nu de gracht is.
De heer IJ T. de Boer. Dus het bolwerk
wil men wegnemen? Dit vind ik goed, want
wij hebben ’t gezien met het gedeelte van
de Sneeker- tot de Blauwpoort, het was
dadelijk vol en zoo zal ’t hier ook gaan.
De heer P. J. de Boer. Ik geloof wel,
dat er op den duur toen wel iets gedaan
moet worden, doch acht de tijd nog niet
gekomen. De tramplannen naar Franeker
zitten nog in de pen, door ’t overlijden van
den heer Hamehnk is daarin op 't oogen-
blik denkelijk eenige vertraging gekomen,
maar dat plan zal toch wel worden door
gezet, en heb ik het goed, dan komt het
station aan den oostkant der stad, tusschen
ijsbaan en gracht, naar ik mij heb laten
zeggen, en wordt het tegenwoordige weg
genomen. Met het oog daarop zou ik liever
wachten, want met de toegangswegen daar
heen kunnen wij dan rekening houden. Ik
geef dus in overweging te wachten.
De heer Cuperus. Ik ben van hetzelfde
gevoelen als ae neer v. d. Werf. Ik acht
het niet in ’t voordeel, dat Amicitia is aan
gekocht. Met welk doel dat indertijd is
geschied, weet ik niet, doch acht het wel
in ’t voordeel, dit perceel weer van de hand
te doen, doch ’t plantsoen weg te doen, daar
aan zou ik niet gaarne meewerken. Wel
erken ik de groote behoefte aan bouwterrein,
maar heb toch bezwaar, dat het juist daar
moet. Ik verklaar mij dan ook tegen dit
voorstel.
De heer Dijkstra. Ik schaar mij aan de
zijde van B. en Wik zie er groot voordeel
in. „Amicitia" is op ’t oogenblik een schade
post, maar de grond heeft daar waarde, ook
het bolwerk. Ik reken mij wel een beetje
deskundige, er zit daar terpgrond, de gracht
kan men daarna dicht maken, ’k Zou wel
grond, dan zal ik ’t
Zoolang het bolwerk
daar zit, hebben wij er niets aan, maar is
het weg, dan zijn de terreinen ter beschikking.
Men spreekt van 't mooie plantsoen. Nu ja,
’t kon mooi zijn, maar dan mochten wij wel
een boschwachter aanstellen, want de jongens
vliegen daar door die bloemperken. Men zou
op die terreinen straten kunnen aanleggen
met rioleering, ook voor arbeiderswoningen,
maar dan op een andere manier als dit nu
vaak gewoon is. Ik ben voor een prijsvraag,
wij zijn dan nog nergens aan gebonden.
De heer Hommes. Ik heb over die prijs
vraag ook gedacht en wie daar als deskun
digen zullen optreden. Bolsward is zoo klein
zal het nu onder ingezetenen blijven, of
mogen ook verder wonenden mededingen
De heer Dijkstra en zulken zouden over die
rioleering ook wel een berekening kunnen
maken. Ik zou wel goed vinden, als het onder
ingezetenen bleef.
De heer Eisma. Ik heb de opinie van
verschillende raadsleden gehoord en merk
dat het voorstel niet de algemeene goed
keuring wegdraagt. Ik waag het daarom nog
eenmaal hierover te spreken. Wanneer de
hoofdel. omslag stjjgt, hoort men allerlei je
remiades. Bij aankoop van gronden wordt
het toegejuicht, doch komt er verhooging,
dan niet. Toch meen ik, dat door aankoop
van „Amicitia", met den belendenden grond
een verfraaiing is tot stand te brengen. Er
ligt hier meer dan 10,000 meter grond en er
zullen straten kunnen komen.
Zelfs binnen de gracht is de oppervlakte reeds
7500 M2. en met den buitengrond is het een
groote oppervlakte. Daarop kan misschien
nog wel een of ander perk bij gemaakt worden,
het bestaande plantsoen behoeft er niet weg, er
kan juist rekening mee worden gehouden om
het te behouden. Kan te eeniger tijd de stad
nog in ’t bezit komen van het land van de
Wed. Hettinga, dan is er nog meer verbe
tering mogelijk. Op het oogenblik is evenwel
de vraag, is er iets goeds van te maken?
En nu, waarom die prijsvraag? Om ons
door deskundigen te laten voorlichten. De
heer Hommes wil dit idecnwuuikr ingezetenen,
doeh ik acht het beter, verder te gaan. Ik
De heer v. d. Meulen. Ik heb uit dit
voorstel niet kunnen merken dat de dood
graver die andere woning heeft gehuurd,
daarvoor toch zou het strekken.
De heer Eisma. Er is toen gezegd, dat
hij dat huis wenschte te huren en daarvoor
is het ook toegestaan. De verhooging zou
niet te pas komen als hij die andere woning
niet huurde.
De heer v d. Meulen. Het trok mijn aan
dacht, dat daarvan geen vermelding is ge
maakt, en vond het toch eigenaardiger dat
het was vermeld waarvoor het geschiedt.
De Voorzitter. Als hij ’t niet huurde,
zou hij de verhooging niet bekomen, ’t Is
geschied omdat hij dan dichter bij de be
graafplaats woont, en beter toezicht kan
houden.
De heer Cuperus. Ik wenschte nog wel
even op punt 2 terug te komen. Ik heb
geen aanbeveling voor de Dames-Commissie
gehoord, en toch heeft, meen ik, deze ook
bedankt.
De Voorzitter. Wij wilden eerst de school
commissie benoemen, en als die weer yoor
elkaar is, overgaan tot de Dames-commissie.
Met algemeene stemmen de voorgestelde
wijziging goedgekeurd,
4. Voorstel afkoop grondpacht door de
heeren T. H. en J. H. Kingma.
Van de heeren T. H. Kingma en J. H.
Kingma is een missive ontvangen dat zij
den grond in 1871 van de gemeente in grond
pacht bekomen voor f 90 per jaar thans na
30 jaren tegen het 20voud dier som in eigen
dom wenschen te bekomen.
B. en W. stellen voor, dit toe te staan
met ingang van 9 Juli, onder bepaling, dat
de overige toen gemaakte conditiën big ven
bestaan.
De heer P. J. de Boer. Ik betwijfel of
het wel een punt van ueraadslaging behoort
uit te maken, daar de heeren Kingma toch
zijn gerechtigd die grondpacht af te koopen,
en vind beter het aan B. en W. te renvoy-
eeren ten flue van afdoening.
Alzoo, zonder hoofdel. stemming besloten.
5. Voorstel wijziging art. 7 der verorde
ning op de exploitatie der gemeentereiniging
Daar de jaarwedde van den Directeur der
gemeonte-reiniging is verhoogd van f 520
tot f 600 en de begrooting hierop is goed
gekeurd, stellen B. en W. voor in art. 7, te
lezen: „de jaarwedde vast te stellen op een
cijfer door den raad te bepalen." Bij veran
dering behoeft dan geen wijziging aange
bracht te worden.
De heer v. d. Meulen vindt dit ook in
overeenstemming met de andere artikelen,
zoo als borgstelling enz. die ook door den
raad bepaald worden.
De heer Eisma. Dat was juist de bedoe
ling, niet een vaste som, maar te lezen: te
bepalen door den raad.
Goedgekeurd met algemeene stemmen.
6. Bekrachtiging van het voorstel tot
verhooging van het crediet bij gelegenheid
van het huwelijk van H. M. de Koningin.
B. en W. deelen mede, dat de feestcom
missie bij adres van 1 Feb. nog f 200 sub.
aanvroeg om haar programma te kunnen
uitvoeren. Bij rondgaand schrijven hebben
7 leden zich voor die verhooging verklaard.
Uit de missive van de feestcommissie, d.d.
18 Feb. blijkt dat er slechts noodig is
f 217,73s. B. en W. stellen voor het vroe
gere besluit in te trekken en de subsidie
vast te stellen op f 217,73s te vinden uit het
fonds voor onvoorziene uitgaven.
De heer v. d. Meulen. Mg dunkt, dat wij
niet anders dan toejuicuen kunnen, dat het
door de meerderheid van den raad toegestaan
bedrag, niet noodig was, daar de Commissie
zich beperkt heeft tot het noodzakelijke en
toch dien dag te maken tot een gedenkdag
en mij dunkt, wij mogen die Commissie
daarvoor hulde en dank brengen.
De heer Eisma. De bedoeling was ook eene
dankbetuiging aan de Commissie te brengen
voor de volbrachte taak.
Met algemeene stemmen alzoo besloten.
7. Behandeling van het voorstel van B.
en W. tot het verleenen van een crediet voor
het uitschrijoen eener prijsvraag voor eene
uitbreiding der stad.
Burg, en Weth. vragen thans een crediet
ten einde een prijsvraag uit te schrijven voor
het beste plan van uitbreiding der stad aan
den kant van het bolwerk en de Amicitia.
De heer Boersma. Ik heb met aandacht
het verslag gelezen, waarin Burg, en Weth.
dit plan bespreken, en hoewel ik aanneem
de goede bedoelingen, toch kan ik er mijn
stem niet aan geven. Ik wil de motieven
hiervoor even aangeven. Het plantsoen daar
bij Amicitia is iets wat ik op hoogen prijs
stel, ’t is eigenlijk het eenige schilderachtige
plaatsje dat wg hier hebbent en nu vrees
r»
Bolswardsclie Courant
t1
I