Verschijnt Donderdags en Zondags. Veertigste Jaargang. 1901.
No. 20.
NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSEBADEEE
Zijne zes verloofden.
4
i
1
I
ZONDAG 10 MAART.
BINNENLAND.
VOOB
ge
t
I
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
El
Hepk, Adv. CR
«de
Herbert Martens was altjjd een geluks
kind geweest. Zjjn vader, een bekend bouw
ondernemer, had hem een groot vermogen
nagelaten en alleen om iets bij de hand
te hebben, had de jonge man in de rechten
gestudeerd en zich na af gelegd examen
als advocaat gevestigd. Den meesten tijd
bracht hij evenwel met reizen door, terwijl
hij zjjn geld aan mooie beelden en andere
antiquiteiten besteedde. Zqq waren de jaren
Toen Herbert Martens weer tot bewust
zijn kwam, ging hij als een waanzinnige
te keer. Hij liet zich de brieven brengen
en zuster Marie moest ze hem voorlezen.
Alle zes namen zijn schrijven als een
huwelijksaanvraag op, natuurlijk wanneer
hij genas en alle zes namen het aanzoek
aan. Bjj de gedachte aan die zes verloofden
brak hy in een zenuwachtig gelach uit en
verklaarde, dat hij met het geheele gezel
schap naar de Mormonen wilde trekken,
om daar allen te trouwen, alles in een
toestand, die hem maar half toerekenbaar
maakte.
Maar zijne krachtige natuur, gepaard
aan de zorgvuldige verpleging der zuster,
wist ten slotte te zegevieren. Toen hjj
weer tot bezinning kwam slechts de
schaduw van wat hij vroeger was vond
hij haar weer aan zijn bed. Plotseling
vroeg hjj
„Waar zijn de bloemen?"
„Welke bloemen?" „O, antwoordde
zij kleurend, „die worden niet meer ge
stuurd vruchten ook niet.*
'NTJene aangename geur vervulde de
Ju kamer. Eenige oogenblikken droomde
Herbert Martens dat de operatie in tegen
stelling met de verwachting der genees-
heeren een doodelijken afloop had gehad.
Zelfs een blik op de bevallige gestalte der
„zuster", die hij met halfgesloten oogen
beschouwde, stoorde zijn schoonen droom
niet. Een oogenblik later evenwel ont
waarde hij het voeteinde van het ledikant
en stiet een diepen zucht uit.
Zuster Marie sprong op.
„O, dat doet mij genoegen 1“ fluisterde
zij vroolijk opgewonden„de operatie is
uitstekend gelukt en u zult nu wel spoedig
geheel hersteld zijn."
Herbert Martens zuchtte nogmaals ’t
was een gelukkige zucht.
„Ik leef dus werkelijk vroeg hij „en
kan weer genezen
„Dat zou ik denken! Sneller dan
denkt, zult ge weer op de been zijn
„Wat een heerlijke geur", begon hij weer.
„Ja," antwoordde zij, „dat komt van de
bloemen. Wat hebt u een groot aantal
vriendenWij hebben zooveel ooft en
bloemen, dat we er een heele markthal
mee kunnen vullen."
Op zijn bleek vermagerd gezicht ver
toonde zich een tevreden lachje. Hjj had
een schoon mannelijk gelaat, niet zoo heel
jong meer, zoo ongeveer tegen de veertig.
„Eerst wanneer het ons slecht gaat, leert
men zijne vrienden kennen. Maar zijn er
ook brieven voor mij gekomen
„O, een menigte, en allen van dames. Er
zijn zoo straks ook al weer bloemen en
vruchten gebracht zie maar!" Zij reikte
hem een mooi bouquet van witte leliën,
waaraan met een zijden lintje een kaartje
was bevestigd„Met de innigste wenschen
voor uw spoedig herstel. Van Marie.
„Wie is Maria vroeg hij, „ik ken nie
mand van dien naam."
„Hoe kan ik dat weten?" vroeg zij af
getrokken. ,’t Adres staat op den anderen
kant. Daar, lees maar eensVilla Wald-
schloss."
„Villa Waldschloss? Daar woont mevrouw
Bauer."
„Zij is driemaal hier geweest eu wilde u
met geweld zien zij beweerde daarop recht
te hebben."
„Laat ze naar den drommel loopen
bromde hij nijdig.
„Hier is een bouquet van reseda en ver-
geet-my-nietjes. Er is een kaartje bij
„Kathe zendt u hare hartelijkste groeten."
„Uit Grünewald."
„Van juffrouw Hennings! Was zij
„Natuurlijk, zij kwam ook. Eene geheele
schaar kwam juffrouw Kampf, juffrouw
Döring, juffrouw Schmidt, juffrouw Hansen,
mevrouw Bauer en Kathe. Ik wist wer
kelijk niet, wat ik er van denken moest
maar mijnheer! wat mankeert u?“
Hij zag haar aan alsof hij een geest, neen
geheelen optocht van geesten had
voorbij gegaan en Herbert had de veertig
bereikt. In den laatsten tijd had hjj zich
in zijne jonggezellen-woning erg eenzaam
en ongezellig gevoeld en langzamerhand
begonnen zijne gedachten eene geheel andere
richting te nemen, ’t Was misschien niet
onmogeljjk dat er onder de vele vrouwen,
die hij kende, zich toch wel eene bevond,
die hem gelukkig kon maken. Waarom het
dan niet eens te wagen Een man als hij
kostte het geene moeite, tot allerlei ge
zelschappen toegang te verkrijgende
eigenaar van een mooi huis in een der
gezelligste gedeelten der stad, algemeen
bekend, met een inkomen van honderd
duizend mark per jaar, mocht overal aan
kloppen, zou overal met open armen worden
ontvangen. Zoo had hij in den laatsten
tijd met een aantal dames kennis gemaakt,
van wie hij een half dozijn op het lijstje
had geplaatst, waaruit hij eene keuze wilde
doen.
Zoo stonden de zaken en de keuze viel
hem voortdurend moeiljjker, toen hy plot
seling ernstig ziek werd. Weldra bleek dat
hy zich aan eene operatie zou moeten
onderwerpen. Daar deze levensgevaarlijk
was, achtte zjjn oude huisdokter zich ver
plicht, hem daaromtrent in te lichten en
ried hem, die beschikkingen te treffen, die
hy met het oog op mogelijke gebeurtenis
sen een vereischte achtte. Daags vóór de
operatie maakte Martens dan ook zy’n tes
tament.
Hy wist dat mevrouw Bauer, die niet
ryk was, door zyn dood ontzettend teleur
gesteld zou worden bovendien meende hy
ten haren opzichte ook wel wat ver te zyn
gegaan wat betreft het opwekken van
schoone verwachtingen voor de toekomst.
Om zyn geweten gerust te stellen, zette
hy voor haar een legaat van twintig duizend
mark vast. Maar daar viel het hem in, dat
juffrouw Döring, juffrouw Hennings en
juffrouw Schmidt, enz. enz., evenveel recht
op zijne welwillendheid hadden als mevrouw
Bauer, dus werden allen met dezelfde som
bedacht.
Toen hy er evenwel later over nadacht,
vond hij toch dat het eigenlijk niet aan
ging op deze wjjze met de dames af te
rekenen; ’t was wel een beetje ongepast
en wat moest het voor indruk maken,
wanneer zjj het van elkaar te weten
kwamen, wat toch niet te vermijden was
In plaats van dankbaarheid en erkentelijk
heid zou hij er misschien haat en verachting
door opwekken. Daar kwam hij op een
gelukkigen invaleen brief kon alles in
orde maken.
Het eerst schreef hij aan mevrouw Bauer.
Hy verklaarde haar den grond van zjjne
handelwijzedeelde haar mede, dat hy
reeds tweemaal op het punt had gestaan
zich tegenover haar te verklaren en dat
alleen het toeval hem daarin had verhin
derd; vervolgens drukte hy zjjne droefheid
uit over het vooruitzicht dat hy waar
schijnlijk by de operatie het leven zou in
schieten, zonder het genot van een eigen
huis en haard te hebben gesmaakt. Hy ein
digde met een roerende bede hem in vrién
delijk aandenken te houden.
Toen kwam juffrouw Kiithe aan de
beurt. Hy was evenwel vermoeid brieven
schrijven had hy altjjd onaangenaam ge
vonden en om zich de zaak wat ge-
makkelyker te maken, eopiëerde hij den
eersten brief, die daarna ook nog voor de
vier anderen dienst moest doen. Daarop
gaf hy Johan de opdracht, de brieven te
bezorgen, indieu by by de operatie het
leven inschoot.
een
gezien.
„Groote goedheid! steunde hy,
brieven
„De brieven? Welke brieven?"
„De brieven, die ik geschreven had. Wilt
u eens schellen Johan moet komen."
„Houd u toch kalm," zeide zy gerust
stellend en drukte op de electnsche bel,
„wind u toch niet zoo op
„U weet niet wat het beteekent o,
het is verschrikkelijk
Johan trad binnen.
„Luister eens Johan, de zes brieven, die
ik vóór de operatie schreef en waarvan ik
gezegd had dat je ze slechts in geval
in geval ze doodeljjk afliep moest ver
zenden
„Ja, mynheer?"
„Zeg met ja, schaapskopWaar zijn ze
„O," viel de zuster hem in de rede, „ik
zag eenige brieven op uw schrijftafel liggen
en dacht dat ze waren vergetentoen heb
ik ze op de post gedaan."
„O, verschrikkelijksteunde Herbert
Martens. „U hebt my te gronde gericht 1“
en hy viel bewusteloos in het kussen terug.
Beetsterzwaag, 7 Maart. Door het
Kantongerecht is H. P. vrouw van G. J. te
Drachtster-Compagnie die aan kinderen van
nog geen 16 jaren sterken drank verkocht,
veroordeeld tot f 25 boete of 10 dagen hecht.
Tegen haar was door den Ambtenaar
van het O. M. 4 maal 10 dagen hechtenis
geëischt.
Lemmer, 7 Maart. Gisterenavond om-
steeks 5 uur was de knecht van den stal
houder R. Eilers alhier met paard en
rijtuig op weg om twee heeren van Sneek
naar hun woonplaats te brengen. Een kwar
tier buiten ons dorp raakte plotseling het
stokraam los, de wagen schoof op zij en
stortte in de bermsloot. De voerman kon
nog juist bij tijde van den bok springen en
het paard bleef gelukkig staan, maar de
beide heeren in het rytuig gingen mee te
water. Met veel moeite wisten zij zich te
redden. Het rijtuig zat zoo diep in den
modder en was zoodanig gehavend, dat ’t
in den steek moest worden gelaten. Bij
den, in de nabijheid wonenden veehouder
H. Woudstra werden de reizigers van droge
kleeren voorzien en met diens wagen werd
de reis naar Sneek voortgezet.
7 Maart. Onze haven is nog steeds
door een onafzienbaar ijsveld van de open
zee afgesloten. Dinsdag had men hier hoop,
toen de wind tegen den avond Noord werd,
dat het ijs zou wegdrijven, maar Woens
dagmorgen bleek de toestand nog gelijk te
zijn. Bijna al onze visschers zijn thans
binnendoor naar Stavoren vertrokken, ten
einde van uit die haven hun beroep uit te
oefenen.
Ook de stoombootdienst Groningen via
Lemmer Amsterdam, heeft nog steeds via
Stavoren plaats.
Bovenknijpe, 5 Maart. In den nacht
van Zondag op Maandag is op baldadige
wijze de groote vergaarbak met wei aan
de boter-en kaasfabriek alhier ontsleuteld.
Des morgens werd de bak ledig gevonden.
Ongeveer 2000 liter wei is weggeioopen,
waardoor stagnatie in de werkzaamheden
ontstond.
De sleutel is bij ’t hek gevonden.
Tzum, 7 Maart. Waar voor ’t geld!
Zoo denkt de directeur onzer zuivelfabriek
er ook over.
Bij de controle over het vetgehalte werd
ontdekt, dat een der leveranciers men
kan nu niet zeggen„te weinig melk in
’t water, maar wel te weinig vet in de
melk had", met andere woordendat er
thuis eerst geroomd werd.
Na deugdeljjk onderzoek is de leveran
cier gestraft met ontzetting van het lid
maatschap.
Geschiedde de uitbetaling naar het vet
gehalte, dan ware de coöperatie veel meer
gewaarborgd tegen de verleiding van afroo-
ming en watervermenging, elk zou zjjn waar
betaald krijgen en de houder van vee met
een laag vetgehalte zou niet op een onbil
lijke wijze proflteeren van zjjn collega, die
zijn vee door aanfok en voedering zoekt
te veredelen.
Zulke gevallen als bovengemeld zyn be
vorderlijk tot het afschaffen van verkeerde
gewoonten. W|j meenen nog steeds, dat het
overal op „vetgehalte-uitbetaling" aangaat,
als de recntvaardige maat van uitkeering.
Heerenveen, 8 Maart. De Chr Ger.
gemeente alhier heeft twee perceelen bouw
terrein aangekocht bij de vergroote en ge
restaureerde kerk. Naar gezegd wordt, zal
hier een pastorie worden gebouwd.
8 Maart. De mollen, hoe nuttig ze
ook mogen zjjn voor den boer, zjju tegen
woordig zijn beste vrienden niet. Met den
hoogen waterstand worden ook zjj naar de
hoogte gedreven. Ze zoeken dus de polder
dijken op, maken daarin hunne loopgraven,
ondermanen ze en zjjn gewis in vele gevallen
mede oorzaak wanneer een polder onderloopt.
Ook de droogmaling der polders staan ze
om dezelfde reden in den weg. De schade en
hinder, hierdoor aangericht, is niet gering.
6 Maart. Een droevig geval had hier
heden nacht plaats. Aan een driemaandsch
kindje werd de zuigflesch gegeven, gevuld
met karnemelkpap. De kleine is hier
blijkbaar in gestikt. Heden morgen vonden
de ouders, tot hun ontzetting, hun kindje
levenloos.
Bontebok, 5 Maart. De kleine vee
houders in dezen omtrek vereenigen zich,
om gezamenlijk veevoeder in te koopen bij
groote hoeveelheid. Deze handelwjjze ver
schaft hen een aanzienljjk voordeel. Zjj
begrjjpen het voordeel der coöperatie. Dien
weg gaat het meer en meer op.
„Ja, wanneer hij haar vóór dien tydzjjn
liefde had getoond-u behoeft myn
pols niet te voelen," voegde zy er haastig
by, „ik heb geen koorts."
Terwyl zjj sprak, had hy hare hand be
machtigd en legde duim en wijsvinger om
haar fijnen pols. „Ik wou alleen maar
even weten hoe snel hjj klopt, ik heb daar
nog wel een beetje verstand van. Wanneer
ik dus het meisje verklaarde dat ik haar
liefhad—"
„Dat heeft u evenwel niet getoond."
„Dan wil ik het nu doen, Maria. Heb je
mjj lief
In plaats van te antwoorden, wendde zjj
het hoofd af.
„Dank lieveling 1 En nu zul je eens zien
hoe spoedig ik weer beter ben. De bruiloft
heeft over vier weken plaats; en dan gaan
wy samen naar de Riviera."
„Wat een onuitvoerbaar droombeeld
voor arme luidjeslachte zy „aan de
Riviera 1“
„Arme luidjes? 0, ja, je meent dat be
richt uit de krant. Dat betreft niet mjj,
dat moet myn neef Hugo zyn."
„Wat ben ik bljj, dat ik dat niet wist,"
zeide zjj.
„En ik dan zeide hjj hartelijk en hjj
kuste haar.
Daar staan toch frissehe rozen enzooeven
bracht ge mjj druiven waren die misschien
van mevrouw Bauer
Neen, van geen van de dames.
Hjj zag hoe haar gelaat zich meer en
meer kleurde en vroeg plotseling op bar-
sehen toon
„Waren ze van u?“
„Ja," antwoordde zjj sidderend.
„Maar myn half dozjjn verloofden heeft
toch zeker iederen dag naar mjj geïnfor
meerd, en mjj bewyzen van toegenegenheid
gezonden
„Niemand van haar is er geweest en
zjj hebben allen slechts eenmaal geschreven
sedert dien bewusten dag. Om u de
waarheid te zeggen, geloof ik dat u vrjj
bent."
„Vrjj herhaalde hjj haastig. „Hoe dan
„Ik mag het u niet zeggen."
„Ik wil het weten."
„Neen, neen, wacht nog maar wat tot
u wat sterker bent."
Op dit oogenblik trad de bediende de
kamer binnen.
„Johan, waarom sluip je daar als een
aanspreker rond? Wat mankeert er aan?
„Nu mijnheer, ik geloof dat uweruïnee-
ring den geheelen boel heeft weggejaagd
neem mjj niet kwaljjk mijnheer, dat ik
dat zoo vrijmoedig zeg."
„Mjjne ruïneering
Zuster Maria opende haar aanteeken-
boekje, nam er een samengevouwen blaadje
papier uit en las„In zake H. Martens.
Omtrent het vermogen van H. Martens
heeft de rechtbank heden uitspraak ge
daan. De verliezen zjjn voornamelijk door
ongelukkige beursspeculaties veroorzaakt.
De activa worden op 2 millioenen mark
geschatde passiva bedragen wel het
dubbele. „O," viel zy ziehzelve in de rede,
ik kan niet verder lezen, het spijt mij zoo
voor u.“
„Breng my de brieven," zeide de zieke
op somberen toon.
Zjj bracht en opende ze en las ze den
een na den anderen voor. Juffrouw Hennings
sprak haar leedwezen uit dat dringende
omstandigheden haar noodzaakten haar
woord terug te nemen. Juffrouw Schmidt
had zich in hare gevoelens ten opzichte
van den heer Martens vergist en voor liefde
aangezien wat eenvoudig vriendschap was
geweest, zoodat het haar geweten zou be-
bezwaren, wanneer zjj op dezen grondslag
eene verbintenis met hem aanging. Juffrouw
Kampf was van meening veranderd nadat
zy een roman had gelezen die bjj het begin
heel opgewekt was, maar waarin de held
tot den bedelstaf kwam. Juffrouw Hansen
gevoelde zich na rjjpe overweging nog te
jong voor een man van zjjn leeftyd en
juffrouw Dörings ouders konden nog niet
besluiten afstand van hun kind te doen.
Mevrouw Bauer was de eenige, die rond
weg voor de zaak uitkwam en hem schreef
dat wanneer beide partyen niet genoeg
hadden om van te leven, het maar beter
was, om op zichzelf te blyven.
„Zoo zyn dus de vrouwen!" zuchtte
Herbert, nadat de lectuur geëindigd was.
„Niet de vrouwen wel een groot
aantal" waagde zuster Maria bescheiden
op te merken.
Zoo, meent
r»
Bolswardsclie Courant
9
1
I
n
>t
e
c
1
„uw, uiccui u dat werkelijk? Kunt u
my misschien een meisje noemen, dat een
geruïneerden man trouw zou bljjven
e