NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WARD BR WDRSBR ADBBL
Verschijnt Donderdags en Zondags. Veertigste Jaargang. 1901.
No. 21.
Voor het Kantongerecht.
DONDERDAG 14 MAART.
BINNENLAND.
X
X
VOOR
mij, minhear
baldadigheid,
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
en Piter yn ’e broek® is echter een oud
spreekwoord en de Leeuwarders moeten
zich dus maar troosten met de gedachte
het is de eerste maal niet. De kanselarij,
’n eindje verder, weet er ook van mee te
spreken. Repte. Adv. BI.
Men schrijft uit Friesland aan de
Arnh. Crt.:
We hebben hier een watersnoodHet
boezemwater, door den aanhoudenden Wes
tenwind opgestuwd, heeft een hoogte bereikt,
zooals in geen 10 jaar het geval was. Daarbij
komt het vele hemelwater, dat soms den
geheelen dag neerplast, zoodat zelfs in de
polders hier en daar het water over het
land stroomt, omdat stoomgemalen en wind
molens niet bij machte zijn de overgroote
hoeveelheid te loozen.
Buiten de polders staat het blank, zoover
het oog soms reikt. Voetpaden zijn onder
water gezet, zoodat men, enkel met laarzen
gewapend, droog kan passeeren; het water
dringt in de kelders, soms een voet hoog
en fluks verhuisde de voorraad aardappelen
daaruit naar den zolder
Kleine polderdijkjes om sommige boerde
rijen zijn bezwekenhet water dringt tot
in de varkenshokken, ’t Is een watersnood
met al zijne ellende! Nog altijd houdt het
stijgen van het water aan en dit zal niet
ophouden, eer de wind uit het Westen is
geloopen. De sluizen aan de Zuiderzeekust
de groote afvoerkanalen zijn door
den Westelijken wind tot werkeloosheid
gedoemdwel is de zeesluis te Dokkumer-
Nieuwezijlen aan de Lauwerzee geopend,
maar wat vermag ééne sluis tegen de ge
zamenlijke, krachtige werken van water en
wind?
Friesland wordt vaak het waterland ge
noemd nu, dit is het thans in optima forma I
Alles is nat, vochtig, modderig, drassig en
glibberig en alleen een flinke bries uit het
Oosten, die het water voortjaagt naar de
zeesluizen aan de Zuiderzee kan verbetering
brengen. Men hoopt daarop, al dagen lang,
maar het is of de wind zich in het Westen
genesteld heeft als een slak in zijn huisje.
Profeten we hebben die wat weer en
wind aangaat veel in ons waterland met
zijne schippers en watermolenaars voor
spellen dat we nog meer uit het Westen
zullen krijgen, nl. wind en water. Zij gron
den hunne voorspelling op de aanwezigheid
van groote zwermen zeevogels, die onze
heel- of half verdronken landouwen bezoe
ken, om zich te goed te doen aan de wor
men, die voor het water vluchten. Luid
ruchtig zijn die vogels en juist dat is
volgens kenners het bewijs dat hun ver
trek en dus dat van den Westenwind nog
niet aanstaande is.
Als dat het geval is, het water nog hoo-
ger stijgt, dan hebben we kans te gaan
verwateren, wat voor de aanstaande ver
kiezingen al heel slecht te pas zou komen.
Maar, wat te doen, tegen force majeure
als in dezen In de gemeente Schoterland
heeft een der liberale Kiesvereenigingen
besloten van de 5 aftredende leden der
Provinciale Staten slechts één weder can-
didaat te stellen. Ook mr. Sickinga, het
lid van Gedeputeerde Staten, mocht zich niet
weder als candidaat herkozen zien. Men
verhaalt, dat op hem geen enkele stem is
uitgebracht. Eigenaardig mag het heet en
dat de Kiesvereeniging voor hem stelde
den heer Eisma, die het met het college
van Gedeputeerde Staten in het haar gehad
heeft over uitkeering van slikgelden, waarbjj
ten slotte Gedeputeerde Staten op hun eigen
besluit terugkwamen.
Op het nippertje. Mej. de wed. 0.,
zoo vereelt de Aór. had een bezoek ge
bracht bij haar familie te Bergen-op-Zoom
en zou zich 's avonds met den trein van
8,14 wederom begeven naar haar tegen
woordige woonplaats Breda.
De trein voor Rosendaal aangekondigd
zijnde, snelt zij het perron op, doch valt
tusschen het le en 2e perron dwars over
de lijn, terwyl op nog geen 10 pas afstand
de trein op deze lijn aankomt!
Gelukkig zien een paar moedige mannen
het gevaar, waarin de vrouw verkeert.
Met doodsverachting en groote tegen
woordigheid van geest springen zij toe en
redden de vrouw nog juist in tijds vaneen
anders wissen dood.
Liever lui dan moe. Te Oudepekela
is uit het kanaal gehaald een groot pakket
nieuwjaarskaartjes, briefkaarten,prentbrief
kaarten enz. De directeur van het post
kantoor heeft er beslag op gelegd. Men ver
moedt dat een der bestellers gemakshalve
dit pakket op nieuwjaarsdag in ’t water heeft
geworpen.
Een van de oudsten. Mevr. Abrahams-
Wynberg te Kampen, viert heden, 12 Maart,
haar 102en verjaardag.
Hennaarderadeel, 11 Maart. „Dat
gebeurt wel meer
In het vorig nommer dezer courant werd
melding gemaakt, dat de directeur der
stoomzuivelfabriek te Tzum een der leden
van de coöperatie heeft geschorst wegens
de levering van af geroomde melk. Ook
onder Wommels heeft zich eenzelfde geval
voorgedaan.
Een koemelker, lid van de coöperatie te
Wommels, is ook op zulke handelingen be
trapt geworden.
De directeur heeft echter een ander
vonnis over den bedrijver van het feit ge
veld, dan zijn collega te Tzum.
De ontvetter is namelijk gestraft met
eene boete van honderd rijksdaalders en
daarmee is de zaak uit.
In den doofpot er mee.
Alles is gered, behalve de eer
Het aantal voorstanders van uitbetaling
naar vetgehalte zal zoo wel toenemen en
de beheerders der zuivelfabrieken zullen
wel kranig uit hunne oogen zien.
„Wees vertrouwd en vertrouw niemand”,
’t Is wat kras, maar..
Lemmer, 11 Maart. Zaterdagavond heb
ben onze visschers hier de eerste haring
aangevoerd, in het geheel 130 tal, waarvoor
f 3,50 per tal werd besomd. Onze geheele
visschersvloot, die zich de laatste dagen te
Stavoren ophield, is hier Zaterdag weer
teruggekeerd, zoodat in onze plaats weer
de gewone bedrijvigheid heersebt.
Makkinga, 8 Maart. A. Stoker alhier,
koopman in galanterieën enz., was Woens
dagmorgen als gewoon van huis gegaan om
met zijn waar te venten. Toen hij ’s avonds
niet terugkeerde, ging men hem zoeken,
echter tevergeefs. Eerst hedenmorgen werd
hij levenloos in een naburig heidepad ge
vonden.
’s-Gravenh.age, 12 Maart. Het door
den Minister onaannemelijk verklaard amen
dement Van Gilse c.s., op art. 122 der
Militiewet, is door de Tweede Kamer aan
genomen. De Minister vroeg schorsing der
beraadslaging.
Naar wij vernemen is de minister van
oorlog voornemens, na intrekking der aan
hangige legerwetten, zijne portefeuille ter
beschikking te stellen van Hare Majesteit.
Algemeen is men van oordeel dat het Ka
mervotum van heden aan het ministerie in
zijn geheel geen aanleiding zal geven tot
aftreden.
De belangstelling van het publiek in de
stemmingen over de amendementen op de
legerwet was heden in de vergadering van
de Tweede Kamer buitengewoon groot. De
loges waren bezet door verschillende gene
raals en hooggeplaatste militaire officieren
en de gereserveerde tribune was overvuld
met officieren. Het burger-element verdrong
zich op de publieke tribune.
Leeuwarden, 11 Maart. In den afge-
loopen nacht is er in den Boterhoek hevig
gevochten. Een der bewoonsters van die
straat houdt een slaapstee en moet in zeer
intieme betrekking staan tot zekeren G. M.,
naar men ons meedeelde, een ongunstig
bekend staand persoon. Tevens heeft die
vrouw als kostganger een gepensioneerd
militair, De M. genaamd. De verhouding
tusschen beide mannen was al geruimen tijd
zeer gespannen en gister werd laatstgenoemde
door den gunsteling der slaapsteehoudster
aanhoudend gesard. Eindelijk zeer laat in
den avond kregen ze elkaar op straat te
pakken, bij welke gelegenheid De M. zijn
tegenstander drie diepe messneden aan den
linkerkant van den hals toebracht. De mis
handelde bloedde verschrikkelijk en is op
het politie-bureau door een geneeskundige
verbonden, waarna men hem naar ’t zie
kenhuis heeft getransporteerd.
9 Maart. Het hooge water! Daar
van weten we ook hier mee te spreken.
Weilanden staan gedeeltelijk blank, gar
denier» hebben volle gruppels. Op het
Vliet komt het water hier en daar de kei
steenen bekabbelen, terwijl de weg naar
Cambuur, ter hoogte van het Schoppershof
in een deerniswaardigen staat verkeert,
althans verleden week verkeerde. Eu het
Cambuursterpad, tusschen genoemden weg
en den Oostersingel, was aan het oosteinde
ondergeloopen, zoodat kinderen, op de teenen
loopende, nauwelijks droogvoets hun woning
konden bereiken.
Ons nieuw postkantoor blijft bijster
lang in de lucht hangen en schijnt vooreerst
nog niet op aarde te zullen komen. Een
der onteigende huizen is tenminste weer
voor winkel ingericht en bewoond. „Al
njunkclytsen komt Hannes yn ’t wambia
In de zitting van het Kantongerecht te
Bolsward gehouden op 8 Maart jl. werden
de volgende zaken behandeld.
1. J. Z. te Witmarsum, heeft 23 Dec. jl.
last veroorzaakt aan Sikke Miedema, win
kelier aldaar. Beklaagde sloeg herhaaldelijk
op de deur van het huis. Dit zaakje was
voor 14 dagen reeds aan de orde geweest,
maar toen was de behandeling er van ver
daagd tot op heden, aangezien de Ambtenaar
van het O. M. Miedema persoonlijk als ge
tuige wou hooren. Deze was nu aanwezig.
Hij verklaarde dat zijn winkel des Zondags
gesloten is, en beklaagde dus niets bij hem
noodig had.
Het O. M. beschouwt de zaak als te zijn
straatschenderij, en eischt eene straf van
10 gulden boete, of 3 dagen hechtenis.
De 2e zaak is reeds behandeld in ons
blad van jl. Zondag.
3. J. D. te Arum, was op den 7 Febr.
’s avonds erg opgewonden en druk. De
politie moest hem, wegens „kenlijken staat®
op den openbaren weg, bekeuren.
Eisch t 1 of 1 dag.
4. S. de B. te Harlingen, was den 23
October op den Zeedyk van het Waterschap
„de 5 deelen® bezig met het drogen van
zeewier. Hij had een hondenkar Dij zich,
en toen de opzichter Graafsma daar bij de
steenglooiing passeerde, bleek het hem dat
van de 3 honden er twee los waren. Hij
maakte hierop den eigenaar bekend, dat hy
die honden gevaarlijk achtte, en daar ze op
het voor het publiek toegankelijk terrein
losliepen, maakte de heer opzichter proces
verbaal op.
Eisch f 1 of 1 dag.
5. J. R. te Schraard, huisvrouw van
T. K. is reeds 70 jaren en ziet er wel wat
zwak uit, weshalve haar een stoel wordt
gepresenteerd, zoodat zij niet terecht „staat*
maar „zit.® Het oude moedertje was, dit
bleek ons bij de behandeling der zaak, niet
zoo min als ze ons eerst toescheen. Zij werd
nl. beschuldigd haar buurman met slyk te
hebben geworpen op 5 Dec. j.l. Tusschen
het huis van beklaagde en uat van den
buurman is een steeg, en in die steeg is
den dag vóór St. Nicolaas een tooneelvoor-
stelling gegeven. In het eerste bedrijf traden
op de kuiper J. Kuipers en diens 70-jarige
buurvrouw, elk gewapend met een bezem.
Buurman veegde het water en vuil den
eenen kant op, en buurvrouw veegde het
trouw weer terug, terwyl beiden daarbij
heftig gesticuleerden en vrij luide riepen.
Het was een werkelijk burengerucht, doch
’t viel midden op den dag voor, en dan mag
het wel
Beiden zaten, tenminste dat moeten wij
uit de verklaringen opmaken, behoorlijk
onder het slijk, want met het vegen spatte
het vuile water beiden op de kleeren.
Eindelijk raapte buurvrouw, uie het vegen
niet hard genoeg scheen te gaan, een handvol
slijk en wierp dit van zich, en juist kwam
het op haar buur terecht
Het 2e bedrijf speelt 3 maanden later
voor ’t kantongerecht, zitting van heden.
Moeder zit op het „stoeltje® der beschuldig
den. Buurman treedt als aanklager en ge
tuige op.
T. Bruinsma, koopman, als le getuige,
verklaart gehoord en gezien te hebben, dat
deze bekl. met haar buurman aan ’t kijven
was, en ten laatste een handvol vuil of
drek opnam, en daarmee haar buurman in
’t gezicht en op de kleeren wierp.
W. Kuipers, de buurman, verklaart
eveneens, dat hij een hand vol slijk op zyn
kleeren kreeg, zoodat het hem in ’t gezicht
spatte.
Nu krjjgen wij bekl. aan ’t woord. Zoo
goed mogelijk, zullen wij haar verweer let
terlijk weergeven.
„Ei, minhear de koeper hie smerigens
teugen de muur en ós glêsen gooid, en dat
woe ik der net ha. Doe soe ’k dat der wei
nimme, en doe ’t ik dat futsmiët, het de
koeper him tink ik efkes doekt, en doe
kriege hij ut miskien wat op him. Ik wiet
unt iens, of ’t him rekke het, mar ’t is wol
mogelyk.®
De Kantonrechter. Ik zou er nu maar
niet in omdraaien, en liever de waarheid
zeggen.
Bekl. Mar sa is ’t minhear. Ik woe
’t wat weismice, want ik woe die smoargens
unt for de glêsen ha, en doe lieuw ’k al
dat het de koeper efkes rekke hêt, want
hij doekte him krek.
Getuige Bruinsma heeft geen bukken
gezien, maar wel dat bekl. blijkbaar met
opzet met vuil wierp, en dan ook goed doel
Uof.
Get. Kuipers zegt ook dat het blijkbaar
opzet was. De steeg tusschen hun woningen
is haast altijd vuil, en dat komt omdat
buurvrouw daar altoos water neerwerpt. Op
dien dag was het zoo erg, dat de kinders
het niet buiten de klompen konden keeren.
Hij ging het er daarom wat wegvegen, doch
toen kwam beklaagde ook met een bezem
en veegde het terug. Eindelijk smeet ze hem
met een handvol drek op de jas en het
spatte hem in ’t gezicht.
Get. Bruinsma meende, dat het hoofd
zakelijk in ’t gezicht terecht kwam, doch
hij kon ’t haast niet onderscheiden, want
beiden waren door het heftig vegen bespat.
De eisch is f 10 of 3 dagen.
Bekl. „f 10 'boete, dat ha ’k nou net bij
mij, minhear
Kantonrechter. „Neen dat behoeft ook
nu niet. Het vonnis wordt over 14 dagen
uitgesproken, maar hebt ge ook nog iets
ter verdediging aan te voeren
Bekl. „Ja, dat ha ’k wol. De koeper het
mij der ik onder smieten, en hij het mij ik
wetter in ’e kelder smieten. Hij keert het
wetter op en dertroch is de steeg altiet
smoarig. Hij het er ik un schud maakt, en
dan kiane wij gjin wetter krije, de doar op
’t slot...®
Moedertje was nog niet uitgepraat, doch
door de vermaning om toch als buren het
elkander niet lastig te maken, wist de heer
Kantonrechter den verderen tekst ons te
besparen.
6. F. L. te Arum, was in den nacht
van 7 op 8 Febr. in zijn dorp zoo luid aan
’t schreeuwen, vloeken en tieren, dat hij de
nachtrust der bewoners verstoorde.
Eisch f 10 of 3 dagen.
7. P. E., B. E., A. B. en T. S. allen te
Workum, waren den 11 Februari dicht bij
de woning van L. Zalmstra aan ’t werpen
met sneeuwballen. De derde bekl. is afwezig,
de overigen zijn aanwezig. Zij erkennen, dat
ze op elkaar met losse sneeuw wierpen, uit
aardigheid, doch de woning en glazen van
Zalmstra liepen daarbij geen gevaar, zooals
in ’t procesverbaal wordt opgemerkt.
Getuige Zalmstra verklaart, dat hij er
voor zijn glazen gevaar in zag en hij had
deze jongens herhaaldelijk gewaarschuwd er
mee op te houden. Omdat zij toch maar
doorgingen, had hij een beklag tegen hen
ingediend.
J. Schaper verklaart als getuige, dat hij
wel gezien heeft, dat die jongelui uit mal
ligheid elkander met sneeuwballen wierpen,
doch ziet niet in, dat de glazen daarbij
gevaar liepen. Ze gooiden den anderen kant
uit. „Wijstonden daar zelf ook,doch hebben
geen ballen gekregen.®
P. van Scheltinga ook als getuige opge
roepen, verklaart gelijk. Hij heeft wel ge
zien, dat die jongens elkander gooiden,
doch ze gooiden niet op de huizen.
Eischde eerste 3 bekl. elk f 3 boete
of 2 dagen, de 4e bekl. (beneden 16 jaren)
f 1 of 1 dag.
Bekl. yinden dezen eisch veel te zwaar.
Zij hebben geen baldadigheid gedaan.
„Zalmstra had geen gezag over ons uit te
oefenen, en omdat hij kwaad werd, dat wij
niet naar hem luisterden, heeft hij de klacht
ingediend. Wij vragen ontslag van rechts
vervolging.®
8. H. 8. T. te Witmarsum, wierp den
12 Februari met sneeuwballen op de school
gaande kinderen, vooral op de vrouwen, welke
die kinderen geleidden.
Eisch f 3 of 2 dagen.
9. J. W. L. te Witmarsum, kreeg dien
morgen om dezelfde reden ook procesverbaal,
en de eisch voor hem is ook t 3 of 2 dagen.
10. J. B. te Witmarsum, beging dezelfde
baldadigheid, en ook hij zal het denkelijk
met f 3 of 2 dagen moeten boeten.
11. J. L. te Witmarsum, werd in ken-
lijken staat op straat aangetroffen. Hij zeilde
zoo zwaar, dat de agent het raadzaam oor
deelde, hem m ’t arrestautenlokaal zyn roes
te doen uitslapen.
De heer Ambtenaar wil hem nu nog 3
dagen extra logies op den koop toegeven.
12. Het dozijntje kwam heden vol met
J. 8. te Workum, die den 22 Februari op
het Dwarsnoord aldaar buiten westen was,
en een vreemde koers maakte.
Eisch f 1 of 1 dag.
Uitspraak der vonnissen over 14 dagen,
zijnde Vrijdag 22 Maart a. s.
r>
O
Bolswardsche Courant