NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWAR» EN WONSERADEEL
1|
L'n
y
I
I
No. 39. Verschijnt Donderdags en Zondags.
Veertigste Jaargang. 1901.
Voor het Kantongerecht.
BINNENLAND.
DONDERDAG 16 MEI.
VOOR
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
Zitting op Donderdag 9 Mei 1901.
Het was een latertje heden, de civiele
zaken, die vooraf gingen, namen heel wat
tijd in beslag, zoodat het reeds 12 uur had
geslagen, toen de behandeling der strafzaken
een aanvang nam. De beklaagden uit Bols-
ward hadden ditmaal het voorrecht het eerst
aan de beurt zijn.
1. D. P. te Bolsward was den 30 Maart
dronken aangetroffen op de Sneekerstraat.
Hij had het wel zwaar te pakken dien dag
want hij lag op straat. De politie gat hem
in het bureau gelegenheid zijne roes uit te
slapen.
Eisch 7 dagen hechtenis.
2. S. de V. te Bolsward werd een paar
dagen later in erg zwaaienden marsch op
de kleine Dij lakker aangetroffen. Ook hij
kreeg gratis logies voor dien nacht in het
politiebureau, doch thans komt de rekening
110 of 3 dagen hechtenis.
3. D. V. te Bolsward reed op Donderdag
4 April langs de Marktstraat sneller dan in
matigen draf, met den meelwagen.
Bekl. is verschenen en werpt alle schuld
op het paard. Het paard had een open plek
aan den poot en dat raakte even, waardoor
het dier een oogenblik galoppeerde.
De politie verklaart dat bekl. het paard
aanzette en zelfs schopte, om het tot meer
spoed aan te zetten. Hy is reeds herhaalde
lijk gewaarschuwd, omdat hij bekend staat,
gedurig hard te jagen. De klachten van het
publiek zijn daarover talrijk.
Bekl. verdedigt zich nogmaals dat het
paard, het was een nieuwe, wat onbruikbaar
was, en overigens moeten zij, om de be
stellingen op tijd in de schepen te hebben,
des Donderdags vlug atmaken.
Eisch f10 of 3 dagen.
4. J. de W. van Bolsward was over zijn
bier en op de groote Dij lakker had hij een
hoopje jongens achter zich, die hem in de
maling namen.
Eisch 7 dagen hechtenis.
5. P. D. te Bolsward heeft den 13 April,
voor zoover wij uit het voorgelezen verbaal
konden opmaken, iets op den wal gegooid
wat er niet behoorde.
Eisch f 1 of 1 dag.
6. W. K. te Bolsward werd in April
tweemalen bekeurd, wegens het liggen met
zijn woonschip bij de Gleibakkerij, als wij
nl. goed hebben gehoord, want ae wagens
langs de straat zijn des Donderdags niet
bevorderlijk om het lezen van de próces-
senverbaal te verstaan.
Eisch tweemaal f 1 of 1 dag voor elke
boete.
Hiermede was Bolsward heden voorloopig
uitgepraat en begon de behandeling in volg
orde van de rol.
7. Den 27 Dec. 1900, het is dus nog een
historie van de vorige eeuw, was er een veld
wachter, die zich in een gewoon boeren
pakje had gestoken, zeker omdat hij wel
bij ervaring heeft, dat sommige lieden de
schrik om het hart slaat, als zij gladde
knoopen zien naderen van een veldwachters-
tenue. Deze man der wet had geen goed
oog op 3 a 4 personen die in de Gaastervaart
met vischtuig bezig waren. Hij zag twee
man op den wal trekken en merkte dat er
ook een in een boot was. Daar komt hem
een man tegemoet loopen en vraagtkan
men deze vaart langs varen naar Harlingen
en het antwoord is: dat zal ik je aanstonds
zeggen, Lichtendaal, en de man met Lich-
tendaal toegesproken, zwaait met zijn hoed
om de anderen het sein van onveilig te
geven. De veldwachter snelt daarop naar de
visschers en ziet nog juist dat er een net
wordt ingehaald. De eene man, die mee
getrokken had, was in de boot gesprongen
de andere was op den loop gegaan, of
eigenlijk ging die toen eens naar de schaap
jes kijken, welke daar liepen.
De veldwachter herkende den visscher
J. 8. van Almenum, en deze was het die
haastig het net dat den vorm van een
zegen had ophaalde. Deze bekl. staat
heden terecht. Hy ontkent gevischt te hebben
met de zegen, en in het geheel heeft hy
daar niet gevischt, ze zouden het doen, doch
werden verstoord.
De politie, heeft de vleugels der zegen
zien inhalen, waarvan hij de stokken, het
lood en de kurken goed heeft gezien.
Als getuige is gedagvaard J. Lichtendaal
van Harlingen, de man die daar met een
aakje voer en de visschers met zijn hoed
een sein ging geven. Hy verklaart dat hy
geen visschen van beklaagde gezien heeft,
maar omdat hy verraad bespeurde, waar
schuwde hij ze, want het was zijn visschtuig
Wonseradeel, 11 Mei. De Gemeente
raad heeft in zijn heden gehouden vergade
ring besloten
1. In de verordening op het beheer van
den BolswarderHarlingerweg eene bepa
ling op te nemen, die gelegenheid biedt om
geschillen over het beheer door Ged. Staten
en in hooger beroep door de Koningin te
doen beslissen.
2. Het kohier van schoolgeld over het
le kwartaal vast te stellen tot een bedrag
van f 434,45.
3. Vast te stellen de door den gemeente
ontvanger ingezonden staten van oninbare
posten in de gemeentelijke belastingen over
1900.
4. Aan te houden de beslissing over een
voorstel van den heer van der Leij tot het
onder een flauwere helling brengen van den
oprit naar de zeesluis te Makkum en aan
het dagelijksch bestuur op te dragen inmid
dels met de Nederlandsche Tramweg-Maat-
schappy te overleggen, of de voor den oprit
aanwezige tramrails niet kunnen worden
verwijderd.
5. Te Burgwerd een nieuw schoolgebouw
met onderwyzerswoning te stichten en daartoe
een aan J. B. Buwalda c. s. toebehoorend
terrein aan te koopen.
6. In beginsel aan te nemen, dat op later
vast te stellen tijdstip aan de schooi te
Makkum de leervakken Fransch, Duitsch
en wiskunde zullen worden toegevoegd en
in verband daarmede een lokaal aan het
schoolgebouw aan te bouwen.
7. Over te gaan tot het vergrooten van
het schoolgebouw te Witmarsum.
8. By de regeering aanvrage te doen om
een buitengewoon subsidie in de kosten
van bovenvermelden bouw en verbouw van
schoollokalen.
Lemmer, 13 Mei. In verschillende bladen
komt het bericht voor, dat mevrouw Leem-
poell van der Brug, geboren Visser, die by
het laatste spoorwegongeluk te Leeuwarden
zoo ernstig werd gekwetst, het gasthuis
aldaar zou hebben verlaten en hier hersteld
zou zijn teruggekeerd. Daar dit bericht
bezijden de waarheid is, heeft men uwen
correspondent verzocht het tegen te spreken.
Genoemde mevrouw toch heeft wel het
gasthuis te Leeuwarden verlaten, maar
bevindt zich nog steeds onder geneeskundige
behandeling aldaar in het hotel Phoenix'*.
Wat nog nooit is gebeurd, is hier
heden voorgekomen. Van Nieuwediep is
hier heden middag n.l. een schuit aange
komen met 190,000 stuks ansjovis. Te
Nieuwediep aangevoerd, kon ueze viscn
aldaar niet meer worden verwerkt, daar de
zouters er door de overvloedige vangsten
als het ware overladen worden. Hoewel de
laatste marktprijs f 8 de 1000 was, is deze
partij nu door onze zouters opgekocht voor
f 4,75 de 1000.
Leeuwarden, 11 Mei. De schipper
v. d. W., liggende aan de Willemskade, zat
in den nacht van Donderdag op Vrydag op
zijn schip te slapen en viel zoo te water.
De politie-agent Soherstra bemerkte hel
ongeluk en wist den man te redden.
Follega, 13 Mei. Het bericht voor
komende in de Leeuw. Crt. van jl. Zaterdag,
waarin gezegd wordt, dat de zandverzak-
kingen in de aan te leggen trambaan Joure
Lemmer hersteld zyn, is slechts ten deele
juist. Dit is nl. alleen het geval met dat
punt, dat men in ’t begin van ons dorp
aantrof. Dit deel der baan, ter lengte van
ongeveer 1400 Meter, schynt nu eindelijk
te willen staan. Vanat half Maart tot 1 Mei
was men bezig hier dagelyks 1000 M. zand
te brengen. Da inzender van het bericht
schynt echter niet met de lyn in haar
geheel bekend te zyn, want vóór men het
einde heeft, zal men nog wel eens moeten
kampen met soortgelyken grond, en zeker
zal voor September deze lyn niet voor
exploitatie gereed zijn.
Terhorne, 13 Mei. Een landbouwer
te Goingaryp geraakte een week of wat
geleden met een jong paard voor de tilbury
in een sloot. Alles kwam behouden op
het droge, maar de tilbury vrij wat ge
havend. Ze werd naar een wagenmaker
ter reparatie gebracht en toen ze hersteld
was, trokken de zoon en de knecht er met
een ander paard blijde op uit om ze weer
thuis te halen. Maar ziet, op die blijde
thuisreis zyn ze weder te water geraakten
opnieuw is de tilbury vry wat gehavend,
terwijl de knecht een niet ernstige ver*
Aangezien zulks minder goed is, voor de
nachtrust der buren, moet hij, oordeelt het
O. M. gestraft worden met eene geldboete
van f 10 of 3 dagen hechtenis.
20. H. D. P. ook te Zurich, speelde
voor compère in het vorige zaakje.
Deze medeplichtigheid heeft tot gevolg,
dat er voor hem wordt gevraagd eene boete
van f 10 of 3 dagen hecht.
21. P. R. te Witmarsum is een vriend
van een glaasje. Deze vriendschap leidt tot
niet veel goeds. Hij is namelijk nog wel
eens „wat boven zijn theewater1*. Zoo bijv.
29 Maart te Bolsward en 17 April te Wit
marsum.
Aangezien beide gevallen by 1ste her
haling zijn, zal hij misschien zijne vriend
schap moeten betalen met 2 maal drie dagen
hechtenis.
22. U. F. te Lutkewierum heeft zich te
Rien den eersten April jl. schuldig gemaakt
aan openbare dronkenschap. Om hem dit af
te leeren eischt het O. M. voor hem eene
boete van 15 gulden of indien beklaagde
liever anders wil, eene hechtenis van drie
dagen.
23. J. IJ. te Oosterend liet op 6 April
jl. een wagen, bespannen met éen paard,
onbeheerd staan op den publieken weg, onder
Ytens.
Aangezien zoo’n onbeheerd staanden wagen
bespannen met een paard gevaarlijk kan
zyn voor het verkeer, heeft de wegwerker
aldaar, tevens onbezoldigd rijksveldwachter
hem verbaliseerd. Eisch f 1 of 1 dag.
24. C. de J., R. D. en J. B. te Hinde-
loopen bevonden zich den 8 April, des
avonds 11 uur in de woning van C. Meines,
visscherman aldaar. Ze hadden rusie en
maakten zooveel kabaal, dat daardoor allicht
de nachtrust der buren verstoord had kun
nen worden, misschien reeds was verstoord.
Deze nachtrustverstoring moet gestraft wor
den. Eisch 10 gulden boete of 3 dagen hecht,
voor ieder.
25. H. IJ. te Bolsward heeft 30 April
jl. onder Bolsward, kievitseieren gezocht op
land, waar dit is verboden. Zijn verlangen
naar een versch kievitseitje zal hij waar
schijnlijk moeten bekoopen met eene boete
van f3 of 2 dagen hechtenis.
26. W. K. te Bolsward heeft idem ge
handeld, tweemaal zelfs. Eerst 12 April op
land in gebruik bij J. Osinga, en 13 April
op land van J. de Jong onder Hichtum.
Eisch 2 boeten van f3 subs. 2 dagen
voor elke boete.
27. A. W. te Hijdaard was de eerste
na de pauze, die zelt opgekomen was. Alle
zaakjes na de rustpoos, werden bij verstek
behandeld. Deze beklaagde heeft 8 April,
zonder daartoe permissie te hebben, eieren
gezocht op land in gebruik bij W. Zwanen
burg onder Oosterend. Hij beweert, dat hy
niet in dit stuk land was, maar de Rijks
politie van Oosterend zegt, dat dit wel de
gelijk het geval was. Dit geeft het O. M.
aanleiding voor beklaagde te eischen eene
boete van 3 gulden of 2 dagen hechtenis.
28. M. M. te Wommels heeft ook op
verboden terrein naar eieren gezocht en is
daarvoor tweemaal geverbaliseerd, eerst op
2 April jl. en later op den 11 April. Eisch
2 maal 3 gulden boete of 2 dagen hecht,
voor elke boete.
29. P. en J. H. respectievelijk 16 en 14
jaar oud, waren 11 April onder Cubaard
aan het eizoeken, natuurlijk weer op ver
boden terrein. Eisch voor ieder 3 gulden
boete, of 2 dagen hechtenis.
30. A. W. te Wommels, idem, als het vorige
zaakje. Terrein der misdaad Oosterend.
Eisch 3 gulden of 2 dagen hechtenis met
verbeurdverklaring van het ei, berekend
naar eene waarde van 20 cent.
31. Alweer komt een eizoekerszaakje
aan de orde, ditmaal tegen A. T. 12 jaar
te Oosterend. Plaats en tyd van handeling
Welsrijp, 10 April, 4*/a uur ’s namiddags.
Eisch
32. Op de plaats, waar in vroegere eeuwen
vrome liederen klonken uit de kapel van
het Ugoklooster, is een misdrijf gepleegd.
L. R. en U. 8. beiden van Bolsward
zijn daar door de politie aangetroffen, terwijl
zij zochten naar kievitseieren. Als de een
voudige bewoners, die in oude tyden in
het Ugoklooster woonden, zulks konden
hooren, gewis zij draaiden zich om in
hunne étuis. Hoe slecht wordt het mensch-
domEisch 3 gulden of 2 dagen.
Uitspraak der vonnissen over 14 dagen,
zijnde 23 Mei a.s.
waarmee zou gevischt worden. Op de vraag
of ze een zegen hadden, kwam het er na
een paar malen de baars- en bleinetten en
de schakels te hebben opgesomd, ten laatste
uit, dat er wel een zegen aan boot was,
maar hij was met den rug naar ze toe en
heeft niet gezien, dat ze er mee vischten.
Eisch f 10 of 3 dagen.
Bekl is verontwaardigd dat hij, die niets
„daan heeft11 dien eisch krijgt en zelfs is hij
de rechtszaal al uit, toen we hem nog tegen
den veldwachter hooren opspelen.
8. H. J. W. te Witmarsum werd 2 Maart
bekeurd omdat hij 26 zakken lijnzaad op
een wagen had en de wielbanden te smal
waren in verhouding van het vervoerde
gewicht. Deze zaak is in de vorige zitting
verdaagd, omdat de wegwerker niet had ge
wogen hoe zwaar elke zak was.
Als getuige is gedagvaard K. Westra, de
eigenaar van het lynzaad. Deze verklaart
met te weten hoe zwaar het woog want dat
loopt soms zeer uiteen. Lijnzaad wordt steeds
bij de maat verkocht. Hy heeft gehoord van
kooplui dat het gewicht varieert tusschen
de 35 en 70 kilo per H. L. Elke zak bevatte
75 kop. De schipper W. Bonnema van
Witmarsum, die het zaad in zijn schip heeft
gehad, weet ook niet precies hoe zwaar de
zakken waren, doch hij is er zeker van, dat
elke zaa meer woog dan 25 kilo.
Omdat 26 X 25 reeds 650 kilo is, blijkt
er voldoende uit, dat de wagen te zwaar
beladen was, daar 600 kilo het maximum
was, dat er op mocht zijn.
De Eisch luidt f5 boete of 3 dagen.
Bekl. vindt het toch vreemd, dat hij
zoodoende op gissingen zal kunnen veroor
deeld worden. Het juiste gewicht is niet
bekend.
9. Th. de J. tevervoerde den 22
Maart op den weg onder Elahuizen in de
gemeente Hem. Oldeph. en N.W. 12 melk
kannen, waarvan 8 elk 40 L. inhielden en
4 anderen gedeeltelijk gevuld waren. De
wielbanden hadden slechts de breedte van
4l/2 cM. zoodat de melk te zwaar woog
voor dezen wagen.
Eisch t5 boete of 3 dagen.
Hierop werd eene pauze gehouden, waarna
ten half twee de zitting weder begon met
10. T. H. te Harlingen heeft kievitseieren
gezocht, onder Kimswerd, op verboden
terrein. Gevolg: proces verbaal, vervolg een
eisch van 3 gulden boete of 2 dagen hecht.
11. Te Workum bevat de politieverorde
ning eene bepaling omtrent het rijden met
wagens. Die te hard rijdt wordt bekeurd.
A. W. aldaar reed 9 April jl. volgens ’t
oordeel der politie te hard, dus: procesver
baal. Bij verstek werd voor hem geëischt,
>n boete van f 1 of 1 dag hechtenis.
12. H. A. te Hindeloopen is dronken
geweest, ’t Zal hem waarschynlyk 1 gulden
boete kosten of indien hij het liever anders
wil, mag hij zijn roes ook met 1 dag hecht,
betalen.
13. J. B. te Workum reed met een wagen
met een krommen dissel, zonder daarbij te
loopen. Erg dom van hem, want het kost
hem misschien 50 cent boete of 1 dag hecht.
14. H. V. te Workum heeft tegen de
arbeidswet gezondigd, zyn arbeidskaart was
niet in orde. De politie las namelijk op die
kaart namen van personen, die niet meer op
zijne werkplaats arbeidden.
De heer Ambtenaar v. h. O. M. eischte
drie geldboeten van 2 gulden ieder, subs.
1 dag hechtenis voor elke boete.
15. A. v. d. Z. te Workum, zocht 13
April jl. kievitseieren, op terrein waarvoor
hy geen permissie had. Het O. M. wil bekl.
daarvoor straffen met eene boete van drie
gulden of twee dagen hechtenis.
16. R. v. d. P. alweer te Workum,
maakte, zich op 5 April, jl. aan ’t zelfde
euvel schuldig. Het O. M. overwegende
dat deze beklaagde heelt gehandeld met
oordeel des onderscheids, vraagt voor hem
eene straf van 3 gulden boete ot twee dagen
brommen.
17. E. K. te l’ingjum heeft op 30 Maart
jl. gezondigd tegen de drankwet. Deze over
treding zal hy denkelyk moeten betalen met
10 gulden boete of 3 dagen hechtenis.
18. J. L. te Witmarsum is, ook in ken-
nelyken staat van dronkenschap verkeerende,
door de politie verbaliseerd. De eerste maal
was het den 30 Maart ’s nachts 12 uur,
naderhand nog eens op 14 April jl. zoowat
half twaalf ’s avonds. Aangezien het niet
voor de eerste maal is, dat hem zooiets gebeurt
oordeelt het O. M., dat hem toekomen 2
gevangenisstraffen ieder van zeven dagen.
19. T. 8. te Zurich maakte in den nacht
van 31 Maart burengerucht, nog wel op
nvadera erf11 zooals het procesverbaal luidt.
Hopk, Advbl, voor Frievl,
r mi/1
Bolsv/ardsche Courant.
ft