Veertigste Jaargang. 1901.
No. 42.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EN WONSERAÖEEI.
De slimme Spahi.
r
a Zoon,
hypotheekbank
rDAM,
c
ZONDAG 26 MEI.
it.
ABP.
INGEZONDEN.
BINNENLAND.
z
H
Ki
lï
(vnotheek op hillutimu ^jmnip
post had g'USlUUll by de landingsplaats.
VOOR
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
V
Turksche humoreske.
Heerenveen, 22 Mei. De christelijk-
'histonschen in het kiesdistrict Schoterland
hebben hier gisteren een centrale vergade
ring gehouden tot het stellen van een can-
didaat voor Tweede Kamer. We vernemen,
dat zeven stemmen werden uitgebracht op
dr. Schokking en zes op den heer Verkou-
tteren. Eerstgenoemde is nu definitief can-
Ldidaat gesteld en daar van hem bekend is,
dat hjj het program der Friesch-christeiyk-
historischen onderschrijft, mag dus verwacht
worden dat zijne candidatuur ook door de
anti-revolutionairen zal worden ondersteund.
Leeuwarden, 23 Mei.
Waar zijn ze toch gebleven?
Ze sproeiden voor kort nog zoo schoon;
De kou heeft hen verdreven
Zij zochten een and’re woón.
„Zou de stad geen sproeiwagens meer
hebben vroeg gister iemand, die er ge
heel bestoven uit zag en wees op de stof
wolken, op het Zaailand omhoog stagende.
„Ik weet het niet," antwoordde z’n vriend,
wien het zand tusschen de tanden knerste,
„of ze verduisterd, weggereden of gestolen
zijnmisschien hersteld moeten worden of
geen dienst kunnen doen wegens gebrek
aan paardenmaar dit weet ik wel, dat
we hier tegenwoordig leven in een slechte
atmosfeer. De harde wind jaagt het stof
aanhoudend op in de straten, dat, in de
luwte gekomen, achter uw woning weer
neerdwarrelt, daar alles met een dikke laag
bedekkend.
„Juist*, hernam no. één, „en het dringt
zelfs uw kamer binnen, als ge niet alles
zorgvuldig gesloten houdt; de vrouwen, die
pas de schoonmaak achter den rug hebben
of nog met jj ver bezig zjjn, klagen steen en
been over het „Stadsstof*, dat zoo gemak-
keiyk met de doelmatige sproeiwagens tot
kalmte en rust kun worden gebracht.
„De tijd der sproeiwagens is er zeker nog
niet of de heeren meenen, dat het nog dro
ger moet wordendoch wat mij aangaat,
ik vind het vooruitzicht niet aangenaam,
eerlang boterhammen met zand te moeten
eten".
„O néen ik smeek dan ook alle morgens:
Verlos ons van bet zand een keer,
Geef ons dien goeden „sproei” toch weer”.
22 Mei. De heer v. d. W. kwam
heden op zijn fiets aanrijden en hield op
de Nieuwestad wat te dicht den kant van
de gracht. Plof, daar lag hy met z’n wiel
by den steenen walmuur neer. Maar niet
in het water. Met groote tegenwoordigheid
van geest toch wist hy het zoo aan te leggen,
dat zijn eene arm op de rollaag bleef rusten
en aldus hield hy zich zwevende boven den
waterspiegel met de Sets tusschen de knieën,
onderwyl om hulp roepende. Eenige personen
snelden toe en trokken man en fiets weer
naar boven. Noch de beryder noch zyn wiel
had het water geroerd. Onzes inziens ver
diende dit kunststukje a la Munchausen
aan de vergetelheid te worden ontrukt en
daarom maken we het door ’t Nieuwsblad
van Friesland wereldkundig.
Hindeloopen, 23 Mei. Voor de vacante
onderwyzers-betrekkmg alhier hebben zich
24 sollicitanten aangemeld. Tien hunner
zullen worden uitgenoodigd tot het geven
van eene proefles. De jaarwedde bedraagt
500 gulden.
Hommerts, 23 Mei. Een persoon, zeer
onder den invloed van den sterken drank,
geraakte by de Jelteslootsbrug te water en
was reeds byna verdronken, toen er hulp
daagde en hy op het droge werd gebracht.
Per wagen naar Woudeend gebracht, kon
hij later zyn reis naar Wyckel ver volgen.
Lemmer, 23 Mei. De ansjovisvangst
van onze visschers was hier den aigeloopen
nacht bestde gemiddelde vangst toen bieek
20,000 te zyn. De heden alhier ontvangen
telegrafische berichten luiden als volgt: van
Hindeloopen vangst slecht, gemiddeld 1500
van Medemblik vangst gemiddeld 7000van
Urk gemiddelde vangst 4000.
Noordwolde, 21 Mei. Een knaap was
belast met het toezicht op een paard, dat
voor een zwaarbeladen wagen aan den weg
stond. Het paard schrikte en deed een paar
sprongen vooruitde knaap struikelde en
geraakte onder het voertuig, waarvan twee
wielen over zyn lichaam reden. Onmiddellyk
werd de hulp van een geneeskundige inge
roepen, die ernstige inwendige kneuzingen
constateerde. De toestand van den armen
jongen is thans nog bedenkelijk.
De werkman S. H. alhier was ’s Maan
dags naar Steen wijk geweest en kwam
’s avonds gezond en wel thuis. Den volgenden
morgen poogde zyne echtgenoote te vergeefs
hem te wekken; hy bleek plotseling over
leden te zyn.
Suameer, 23 Mei. Heden had alhier
een ernstig ongeval plaats. Terwijl men bij
het tramstation bezig was met het takelen
van geperst hooi, viel plotseling een blok
van ’n 100 kilo naar beneden, met het onge
lukkig gevolg, dat het vierjarig zoontje van
den chef er onder geraakte. Het werd be
wusteloos opgenomen en bleek zwaar ge
kneusd te zyn. Met den meesten spoed werd
geneeskundige hulp ingeroepen. De toestand
van den kleine laat zich zorgelijk aanzien.
Hepk. Advbl. voor Friesl.
Sneek, 24 Mei. ’t Bericht in onder
scheidene bladen, dat dokter L. Hertzberger
van de H. IJ. S. Mij. f 60,000 schadever
goeding vraagt wegens ’t jongste spoorweg
ongeluk te Leeuwarden, is geheel uit de
lucht gegrepen.
De heer H. heeft nog niets gevraagd en
zal met vragen wachten tot hy van zijne
buitenlandsche reis is teruggekeerd.
Gaasterland, 23 Mei. In onze ge
meente en environs staan de verschillende
vruchtboomen byna zonder uitzondering
prachtig in bloei en beloven alzoo een rijkeu
oogst. De nachtvorsten van deze en de
vorige week hebben gelukkig geen merkbare
schade aangerichtwel hebben pas boven
den grond komende aardappelplantjes hier
door geleden. De meeste veldvruchten komen
door de groote koude nog schaarsch boven
den grond er komt groot gebrek aan water
op vele landerijen. Ook vele pompen en
regenbakken hebben behoefte.
Te Bloemendaal is het elfjarig zoontje
van den landbouwer, Janssen by het uit
halen van vogelnesten, uit een boom ge
vallen en kort daarop aan de gevolgen
bezweken.
Oude kiezers.
Op de kiezerslijsten te Dordrecht komen
niet minder dan 50 personen voor boven
80- en twee boven 90-jarigen leeftijd,
is zyn sterfdag vastgesteld. Ik kan evengoed
sterven met myn pijp in den mond als met
een leegen maag. De sultan heeft brood en
zout in overvloedhij heeft geen behoefte
aan rooken. Maar de dag zal komen, dat
ze hem dat nog eens inpeperen."
„Allah, Allah 1“ mompelde de Groote
Heer, „wat een onverbeterlijke oproermaker
en booswicht is deze man Nu heb ik van
daag toch nog een bijzonder goede vangst
gedaanMet zyn eigen pijpesteel zal ik
hem de oogen laten uitsteken
Toen wendde hij zich weer tot den sol
daat.
„Je moet zachter spreken, waarde Kardasj,
onze Padisjah heeft lange ooren."
„Wallah (by den Profeetdie hebben
alle ezels in Stamboel. Maar zelfs zyn
ezelsstem zal niet verhinderen, dat hy den
weg van zijn broeder opgaat," meende de
onverschillige spahi en dacht daarbij aan
de vermoording van sultan Osman.
De sultan verbleekte en beet zich op de
lippen.
Mijnheer de Redacteur!
Zou UEd. zoo goed willen zyn, onder
staande in uw geacht blad op te nemen,
om het zoodoende onder de oogen van het
publiek te brengen By voorbaat betuig ik
U hiervoor myn dank.
Het zal zeker veler aandacht hebben ge
trokken, dat er vooral in den laatsten tyd
veel van den Café- en Societeithouder
wordt gevraagd. Het recht om onze lokalen
voor het publiek te mogen openstellen kost
ons aanzienlijke offers. Niet slechts het ver
gunningsrecht maar ook de zeer hooge per-
soneele belasting en anderszins drukt zwaar
op onzen stand. Het schijnt my niet over
bodig, daarop even te wyzen en er by op
te merken, dat de Café- en Societeithouders
die zware belastingen eigenlijk betalen, ten
gerieve van het algemeen en het dus voor
de hand ligt, dat zy hunne lokaliteiten ook
aanbevelen by het algemeen publiek. Voor
het houden van verkoopingen, vergaderingen
en bijeenkomsten in de eerste plaats, maar
ook evenzeer voor het vieren van gedenk
dagen en familiefeesten. Ook daarvoor zyn
die lokalen bestemd en geschikt; by zulke
gelegenheden kan er, desverlangd, geheel
een intiem en particulier karakter aan wor
den gegeven.
Nu doet zich te dezer stede het verschijnsel
voor, dat lokalen van vereenigingen ook
opengesteld worden voor dergelyke partyen.
Dat onze werkliedenvereenigingen hunne
eigene vergaderlokalen hebben, niemand zal
het hun kwalyk nemen, integendeel ieder
zal het nuttig en aanbevelenswaardigvinden,
doch dat die lokalen dan verder worden
beschikbaar gesteld voor particuliere par
tijen onder de burgerij en er zoodoende de
zwaar belaste Café - en Societeithouders een
onbillijke concurrentie door wordt aange
daan, zie, dat zal gewis lang niet iedereen
billijk vinden. Door de concurrentie die er
bestaat, wordt wel zorg gedragen, dat men
overal billijk terecht kan, maar het komt
waarschijnlijk meermalen voor, dat men uit
minachting voor de dranklokalen, de voor
keur me?nt te moeten geven aan een ver-
eenigingslokaal en in elk geval er in zeker
opzicht zijn minachting door te kennen geeft.
Ik neem daarom de vrijheid myne col
lega’s te dezer stede aan te sporen steeds
solidair te blijven, acht te geven op degenen,
die onze inrichtingen toouen te minachten
en by den inkoop van onze behoeften, steeds
rekening te houden met diegenen onzer
medeburgers, die bewyzen dat zy onze on-
idernemingen op prys weten te stellen.
J. BAKKER Az.,
Hotelhouder.
Bolswakd, 24 Mei 1901.
Sultan Moerad IV, de broeder van
Osman I en zoon van sultan Aehmedl,
was een echte Oostersche despoot. Dikwijls
liep hy, als een gewoon burger verkleed,
in zijn uitgestrekte hoofdstad rond om te
zien wat er aan de hand was. Hy wilde
nagaan of de politie trouw haar plicht
deed, en het was zijn liefhebberij persoon
lijk lieden op te sporen, die brutaal genoeg
waren zijn geboden te overtreden. Met de
grootste strengheid en onbarmhartigheid
voerde deze sultan een hardnekkigen strijd
tegen alle tabaksrookers, koffiedrinkers en
opiumschuivers. Dat hy strenge verbodsbe
palingen uitvaardigde tegen de opium
schuivers, was wel bet eenige goede, dat
hy tijdens zyn kortstondige regeering ver
richtte doch den waren Muzelmannen hun
geliefde koffie en de door hen onontbeer
lijk geachte pijp te verbieden dat rekende
men algemeen den beheerscher der geloo-
vigen als een groote hardvochtigheid aan.
Het was ondertussehen avond geworden
en de boot legde aan den oever aan, dicht
by de landingsplaats van Tophane, een
stadswyk op de helling van den heuvel,
waar Pera, de hoofdstad der Franken ge
bouwd is.
De spahi sprong aan landMoerad ver
loor hem geen oogenblik uit het oog, maar
liep hem achterna, klopte hem op den
schouder en zei
„Je bent een eerlyke vent..."
„Dat ben ik", onderbrak hem de spahi.
„Je gezicht bevalt me. Je houding enje
taal verraden een dapper man..."
„Dat ben ik," herhaalde de spahi.
„Je kent hier misschien niemand in de
groote stad. Kom met me mee. Hier in
de nabyheid staan myn dienaren met een
kaïk op me te wachten. Ik zelf geef geen
amandelschil om ai de bevelen van den
padisjah. We zullen samen een smakelijk
pijpje rooken en de koffie er niet by ver
geten."
De soldaat keek eens voorzichtig rond,
en daar hy geen sterveling meer in de na
bijheid zag, antwoorde hy
„Zoo, je dienaren wachten op je Dus
je bent een effendiNu, jou gezicht bevalt
me niets en je houding en taal verraden
een laffen rekel. Ik heb al allerlei gemeene
streken van onzen sultan hooren vertellen.
Hy schijnt er van te houden, zyn onder
danen als onhandelbare honden te behan-
f-1 nn i i - H
Bij gelegenheid, dat hy weer eens per
soonlijk op onderzoek uit was, overkwam
hem een zonderling avontuur. Als een ge
woon Turk verkleed, voer hy op zekeren
dag in zyn kaïk (een bootje, dat veel over
eenkomst heeft met de Venetiaansche gon
dels) naar Skoetari over. Daar slenterde hy
rondom de karavanserails, waar vreemde
lingen uit alle deelen des ryks hun intrek
plachten te nemen, en toen hy daar geen
enkelen wetsovertreder vermocht te ont
dekken, besloot hy de rerugreis naar Stam
boel te ondernemen op een der groote pas-
sagiersbooten. Stoomschepen waren er toen
tertijd nog niet, dus sultan Moerad had
eenige uurtjes den tyd om te zien of er
onder de talrijke passagiers ook ongehoor
zame onderdanen scholen.
Hy nam plaats naast een spahi, een sol
daat van de ongeregelde ruiterij, die hem
in vertrouwen vertelde, dat hy in langen
tyd geen soldy had ontvangen en nu naar
de hoofdstad op weg was om het achter
stallige geld op te vorderen. De sultan, zoo
beweerde de man, maakte wel allerhande
wetten, die nergens toe deugden, maar hij
deed beter, als hij zyn manschappen uit
betaalde. Én als om te doen zien, dat hij
zich aan de bevelen van zyn heer en meester
niet stoorde, haalde de soldaat een kort
pijpje uit den zak, stopte het met welbe
hagen vol tabak en begon smakelijk te
rooken.
De sultan, die wel wist, dat hij den armen
kerel nu in zyn macht had, maakte zich
nog niet bekend, maar besloot den misda
diger eens verder uit te hooren. Hij schoof
nog wat dichter bij en begon
„Jaldasj (kameraad), by den baard van
den Profeet, je schijnt een dappere kerel
te zyn."
„Dat ben ik," zei de spahi eenvoudig weg.
„Ik bedoel, dat je een dappere kerel
bent, dat je durft rooken. Heb je niet van
het verbod des sultans gehoord Kjjk eens,
we zjjn in het gezicht van het keizerlijk
paleis. Neem je hoofd in acht, myn schaap
„Dsjam," bromde de spahi, „als de sultan
zyn soldaten hun soldy niet uitbetaalt of
niet genoeg te eten geeft, dan moeten zy zich
wel opeen andere manier schadeloos stellen.
De Profeet heeft gezegd: als men iemand
van honger laat sterven, is dat niet beter
dan menschenmoord. Als men echter door
eigen schuld verhongert, dan is dat zelf
moord, wat nog erger is. Myn tabak is
goed, ’t Is Rajastribuut. Als je wil, mag
je wel mee rookenmijn pijp staat je ten
dienste."
Moerad keek schuw rond, als vreesde hy
ontdekt te worden. Hy trok zyn kaftan
over zyn gelaat, nam de pijp van den sol
daat aan en dampte er dapper op los. Toen
hij den spahi het verboden artikel teruggaf
zei hij
„Kardasj (broeder), je schijnt ook een
zeer vrijgevig man te zyn."
Dat ben ik," beaamde de spahi,
„Maar ’t is jammer, dat je niet voor
zichtiger bent. Om je de waarheid te zeggen
ik rook ook gaarne mijn pijpje, het verbod
van den padisjah kan my geen zier schelen
en ik doe iederen dag mijn twee trekjes.
Maar een hoofd blijft een hoofd, en dat
groeit niet aan als jonge vygenLuister
daarom naar mijn raad en wees voorzichtig
als je in de stad komt."
De spahi begon te lachen.
„Oeh wat!" riep hij, een mensch kan
^eh maar eenmaal sterven en voor iedereen
Den volgenden morgen liet hy den groot
vizier by zich ontbieden en beval hem,
zonder hem mee te deelen, wat ergebeurd
was, onmiddellyk een proclamatie door de
gansche hoofdstad te verspreiden. In die
proclamatie werd de spahi opgeroepen, die
’s avonds te voren niet ver van de lan
dingsbrug van Tophané een Turksehen
effendi had afgeranseld. De man moest zich
vervoegen by den oppersten poortwachter
van het paleis en zou daar tot belooning
ontvangen een beurs met goud en volledige
vergiffenis. De slimme spahi liet zich echter
niet zienhy herinnerde zich maar al te
goed de woorden van den sultan„Een
menschenhoofd groeit niet aan als jonge
vygen."
Van dien avond af ging Moerad niet
meer alleen en verkleed de straat ophy
had een les gehad en liet zich voortaan
voorzichtigheidshalve door een flink aantal
gewapende dienaars vergezellen.
Bolswardsche Courant
ft