LEMME
BOLSWARÖ EN WONSEHADEEL
IN DEN REGEN.
at Donderdags en Zondags. Veertigste Jaargang. 1901.
I
"ta'L1™ “l&EUWS en advertentieblad
Zoon,
Ui
ZONDAG 28 JÜLI.
ITARD.
BINNENLAND.
uik.
VOOR
riep zij toen
ander agent er bij.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
Af
rend
was niets
Eindelijk zagen wij het schijnsel van een
licht, ’t Was de lanp in onze huiskamer.
Wjj openden de tuindeuren en een oogen-
blik later bevonden wij ons in onze bekende
gezellige omgeving, ’t Was hoog tijd, want
wij waren beiden doornat.
Ik maakte zoo spoedig mogelijk vuur
aan. Mijne arme vrouw rilde van de koude.
Ik trok hare schoenen uit en omsloot hare
voeten met mijne handen om die te ver
warmen.
„Dankje, lieveling, dankjezeide zjj
zacht en streelde mijn hoofd.-
enkele Reis le kajui
2e
Warns, 25 Juli. Onze dorpsgenoot
Anske Zoidenrust, milicien bij de pontonniers
te Dordrecht heeft zich aldaar weten te
onderscheiden. Bij het leggen van eene brug
^geraakten twee zijner kameraden te water
f
blikkelijk werden daarom de Jouster spuiten
ontboden, welke spoedig gereed waren water
te geven, ’t Hooi zorgvuldig naar buiten
gebracht, ontving een ferme waterstraal voor
de brand er in kon slaan. Een wagenvracht
echter werd plotseling een vlammenmassa,
zoo gauw slechts de buitenlucht er mee in
aanraking kwam. Overigens ging alles ge
regeld zijn gang tot om half tien a tien uur
het gevaar schijnbaar geweken bleek, zoodat
ook de laatste brandmeesters, de overigen
waren al op reis om te Sneek en Grouw
spuiten te zien werken, er van door gingen,
ons terloops nog even meedeelende, dat het
vuur was gebluscht.
Toch was dit alles maar schijn, want na
den middag bleek den wachters hoe langer
hoe meer, dat inwendig het vuur te groote
afmeting had verkregen om het met succes
te bestrijden en vooral toen het op steeds
breeder oppervlakte te voorschjjn kwam
waren de spuiten niet meer bij machte
het te stuiten, tot het omstreeks 5 uur naar
buiten uitbarstte en zich aan het droge
dakwerk meedeelde. Ontzettend was in
enkele oogen blikken de vuurzee die torens-
hoogte opvlamde en van toen af waren de
drie spuiten, hoe goed overigens bediend,
totaal machteloos.
De inboedel kon gedeeltelijk worden
gered, overigens bleef er niets over dan
enkele kale muren. Van achter tot voor
ging alles in vlammen op. ’t Gebouw was
verzekerd bij de Maatschappij „Woudeend"
de inboedel en het hooi bij een der Brus-
selsche Maatschappijen. Dat er een macht
van nieuwsgierigen op de been was, be
grijpt men.
Sondel, 25 Juli. De man, die de vorige
week ons dorp zoo verontrustte en door
zijne vreemde handelingen deed denken aan
een krankzinnige, schijnt thans weer onge
merkt te zijn vertrokken. In de jongste 5
a 6 dagen toch heeft men, trots alle onder
zoek niets meer van hem vernomen.Naar men
ons verder meedeelt, hield men soms uit
vrees de kinderen uit school.
Uit de Friesche wouden, 25 Juli.
In geen jaren zag men zooveel vlinders,
zoogenaamde koolwitjes, in onze moestuinen,
als tegenwoordig. Dat belooft een ware
rupsenplaag op onze kool te worden. Als
een spoedige en geweldige regen niet vele
eitjes wegspoelt, kon het er met dit gewas
wel eens slecht uitzien. De eitjes worden
altijd aan den onderkant van het blad ge
legd, zoodat ze ook nog zooveel mogelijk
tegen den regen zijn beschut.
Zuidwesthoek, 24 Juli. In ’t vorig
no. stond dat men in vorige jaren weinig
baat gevonden had bij het inënten van
varkens als voorbehoedmiddel tegen vlek
ziekte. Dit moet, voor deze streken althans,
op een vergissing berusten, daar de inenting
thans hier voor ’t eerst wordt toegepast.
Heereuveeu, 26 Juli. Naar wij vernemen
zullen aan het Muziekfeest van den „Bond
van Chr. Harmonie- en Fanfarecorpsen in
Friesland," dat 14 Augs. te Oranjewoud
gehouden wordt, 47 corpsen met 750 wer
kende leden deelnemen. Een optocht door
onze plaats gaat er aan vooraf.
Ooststelliugwerf, 25 Juli. Het hooien
is hier bijna afgeloopen; sommige boeren j
maaien. Dit veldgewas laat zich goed aan
zien, hoewel het wat te spoedig is gerijpt
door de felle zon. De oogst zal echter be
moeilijkt worden, doordat een groot deel
der rogge tegen den grond is geslagen.
Met de vruchtboomen staat het er hier
ongunstig voor. Appels, peren en pruimen
komen er dit jaar bijna niet, daar de
bloesem sterk heeft geleden door de nacht
vorsten. De kwaliteit der vroegrijpe aard
appelen wordt geroemd, maar de grootte
der knollen laat door de sterke droogte te
wenschen over.
Schoterlauds Westhoek, 25 Juli.
Waar concurrentie is, wordt meestal strijd
gevoerd. Althans hier geldt dit. De stich
ting van een coöp. Zuivelfabriek te Delfstra-
huizen deed concurrentie ontstaan voor de
speculatieve fabriek te Oosterzee.
Allerlei middelen werden van beide zijden
te baat genomen.
Toen van coöp. zijde werd besloten te
pogen de spec, fabriek te koopen, dacht
men klaar te zijn echter bleken de eigenaars
daartoe niet genegen.
De coöp. fabriek zendt hare veehouders
nu circulaires, welke de voordeelen van
coöperatie in het licht stellen, terwjjl de
spec, op hare beurt pleit voor haar systeem.
In deze circulaires worden berekeningen
gemaakt, prijzen vergeleken en meer der-
geljjke.
In de laatste circulaire door de spec,
fabriek te Oosterzee verzonden, komt, naar
de pan over en Louise stond nu met uit
gestrekte handen en staarde onafgebroken
op de boter.
„De eieren! De eieren!" riep zij toen
plotseling met zulk eene heftigheid, dat
wjj allen moesten lachen.
De oude klopte gezwind de eieren in
de pan.
„En spek en zout!" riepen de anderen
luide.
Eindelijk was mijne vrouw met hare ge
wichtige taak gereed en daar wjj beiden
den wensch te kennen gaven er ook eens
van te proeven, werd er ook voor ons een
bord gereed gezet, ’t Smaakte ons voor
treffelijk. Wjj bedankten onze gastheeren
en namen afscheid.
„Die menschen zijn gelukkig in hun
eenvoud", zeide Louise, toen wij op den
terugweg waren. „Kunnen wjj ook niet in
zoo’n houthakkershut gaan wonen Wjj
bouwen ons een kleine hut diep in het
woud. Voor de piano zouden we ook wel
een plaatsje vinden".
’t Zou ons wel heel gauw vervelen", ant
woordde ik lachend.
„Foei! Denk je dan dat ik jou en je
zoon niet liefheb Dat doe ik wel degelijk.
Maar als men het geluk tot dageljjkschen
gast heeft, spreekt men er heelemaal niet
van. ’t Leven gaat zóo vroolijk voorbij, dat
men niet eens bemerkt hoe gelukkig men
is. Maar nu en dan dringt zich de gedachte
bij mjj opWat ben ik toch ondankbaar
Ik verdien het niet, zoo gelukkig te zjjn
Zjj legde het hoofd tegen mjjn schouder
en zeide heel zachtjes „Mjjn God, als je
me eens ontnomen wordtIk heb dikwijls
gedroomd, dat ik van jelui beiden afscheid
moest nemen. Wjj weenden en ik drukte
mjj zoo vast tegen je aan".
Ik nam haar in mijne armen en kuste
haar hartelijk. Toen gingen wjj verder,
maar ons gesprek stokte.
en toe bleef zjj staan en zeide sidde-
„Stilluister eens! Neen, ’t
Dat was onze laatste wandeling en daarom
herinner ik mjj haar zoo goed tot in de
kleinste bijzonderheden. Later ben ik menig
maal wanneer het onaangenaam weer
was en de zon was ondergegaan den-
zelfden weg gegaan en dikwjjls heb ik met
de hand het gras terzjjde geschoven om
de sporen van hare voeten te zoeken.
Eens bezocht ik ook de hut van den
houthakker.
„Wel, waar is de jonge mevrouw die zoo
goed eene omelet kon bakken vroeg de
oude. „Zjj is toch niet ziek
Zjj zag zonder twjjfel welk een indruk
die vraag op mjj maakte, want zjj drong
niet verder aan en even later ging ik heen.
Bjj allen uitgenomen, bjj mjj ver
dwijnt de herinnering aan haar. Dat is de
loop der wereldsche zaken, maar het is
toch treurig, en zelfs mijn arme jongen
begint haar te vergeten. Want wanneer ik
hem eens vraag: „Weet je nog wel dat je
moeder dat of dat zóo deed dan antwoordt
hjj: „jamaar dan zie ik heel goed dat
hjj zich niets meer herinnert.
’t Had den geheelen nacht geregend,
maar eindelijk begon het wat beter te worden.
De regen was nu nog maar zoo fijn, dat
hjj op een dichten nevel geleek, die zich
des avonds over de weiden uitbreidde.
Wjj hadden juist gegetenonze „prins"
was ingeslapen en Louise en ik stonden
voor het open venster.
„Wel, wat zou je van eene wandelingetje
denken, vader Noach?" vroeg zij.
„Ik zie nog geen regenboog", antwoordde
ik lachend.
„Die zal wel komen".
Eenige minuten later begaven wjj ons
op weg. Louise nam mjjn arm en drukte
dien harteljjk aan zich, als in vroegere
goede dagen, wanneer wjj elkaar in langen
tjjd niet hadden gezien.
Wjj hielden heel veel van ons bosch.
Op dit oogenblik was het floornataan
elk blad hingen doorzichtigeregendroppelen,
die juist op het punt stonden op ons te
vallen.
Ik verheugde mjj er over dat mjjne vrouw
zich zoo dapper hield. Er ligt een eigen
aardige bekoring in, met zjjn tweeën onder
het groene gewelf te wandelen, den door
dringenden geur der natte boomen in te
ademen en naar het gefluister der regen
droppelen te luisteren, wanneer zjj van blad
tot blad vallen.
Plotseling bracht een lichte windstoot
de boomtoppen in beweging en bestrooide
ons met een aantal schitterende diamanten.
Louise bleef staan. „Die afschuwelijke
wind!" riep zjj. „Mjjn kap glijdt af en ik
heb een echte douche gehad
„Waar, lieve?"
„Waar? In den nek de plaats je
weet wel welke ik meen".
Zjj keek mjj eens aan en begon luidde
te lachen. Zjj meende de plaats in haren nek,
waar ik haar gewoonljjk een kus placht
te geven. Vooral als men jong is, wordt
men gemakkeljjk een slaaf zjjner gewoonten.
Toen ik weer alles in orde had gebracht,
zeide zjj: „Je bent toch mjjn lieve jongen!"
Ik kuste haar en dat bracht haar weer
geheel in een goeden luim.
Plotseling stond zjj stil en zeide „Ben
je niet bang dat we ons hebben vergist!"
Zeker niet, hoe kom je daaraan, kleine
Zjj beefde, terwjjl zjj zich vooroverboog
om te luisteren.
„Hoor je wel Wat beteekenen die doffe
slagen? Wat kan dat zjjn?".
Ik luisterde en hoorde ook dat doffe
geluid; ik begreep evenwel onmiddelljjk
wat het kon zjjn.
Zjj fluisterde mjj angstig in het oor. „Ik
ben zoo bang! Laten we terugkeeren
„Och wat ben je toch een klein zottin
netje. Hoor je dan niet, dat er houthakkers
aan het werk zjjn Dat is alles
„Ben je daar zeker van?"
„Ja, volkomen."
„En zjjn die houthakkers geschikte men-
sehen
„Ja, vooral dezedie ken ik heel goed.
Kom maar mee, we zjjn er dicht bjj."
Eindelijk na lang aarzelen besloot
zjj mjj te volgen, en eenige minuten later
zagen wjj een klein huisje, waarvoor een
vrouw stond, bezig eenige hoenders voedsel
te geven.
„Goeden avond mijnheer, goeden avond,
mevrouw zeide zjj vriéndelijk, toen wjj
dichterbij kwamen. „Wilt ge u niet een
beetjebjj ons warmen? ’t Is koel buiten".
Het huisje zag er van binnen heel een
voudig uit; ’t was onregelmatig gebouwd
met verschillende uithoeken. Middenin stond
een soort haard, waarop een lustig vuur
brandde. Boven het vuur hing een kookpan.
Toen wjj binnentraden, hielden drie in de
keuken bezig zjjnde mannen met hun werk op.
„Wjj storen u toch niet, hoop ik vroeg
ik aan den oudste.
„Wel zeker niet, mjjnheer. We zouden
juist ons avondeten gaan gebruiken."
De beide jonge mannen haalden uit een
hoek een heel eenvoudig tafeltje te voor
schjjn, waarop zjj borden en glazen plaat
sten, terwjjl de oude vrouw een braadpan
voor den dag haalde.
In deze eenvoudige omgeving kwam
Louise mjj eleganter voor dan ooit met
hare handschoenen van peau de suède, haar
kleine laarsjes en haar blauwe japon. Zjj
warmde hare handen aan het vuur en
richtte tegelijkertijd den blik op de boter
die reeds in de pan begon te sissen.
Een plotselinge ingeving volgend, zeide
zjj op vriendeljjken toon tegen de oude
vrouw
„Mag ik de omelet eens voor u bakken
|)e goedhartige oude reikte haar lachend
wij meenen een eigenaardige logische bere
kening voor. Zij betaalde dit jaar geregeld
een klein bedrag per Kilo meer dan haar
concurrente en meent nu, daar de beheerder
der coöp. fabriek vertelde, dat het bij een
spec, fabriek te doen was om de grootst
mogelijke winst, dat dit bedrag, over de
laatste 32 weken oploopende tot 4300 gld.,
ook door de coöp. bij gelijke kwantiteit is
of kon worden verkregen, plus de groote
winst dier heeren.
De coöp. zal nu misschien deze som be
steden voor schuld-delging harer fabriek,
om na 30 jaren de geheele schuld te hebben
afgelost. De spec, fabrikanten berekenen
echter, dat de 4300 gld., plus winst als
maatstaf genomen, gedurende 30 jaar een
bedrag zou vertegenwoordigen, waarvoor
wel 4 nieuwe fabrieken konden worden
gebouwd.
Ofschoon genoemde circulaires eenvoudig
zijn samengesteld, vinden vele boeren er
„niks oan." Anderen echter stellen ze ter
dege op prijs, omdat zij de vruchten pluk
ken van den strijd.
Hepk. Nieuwsbl. v. Friesl.
’s Rijks Munt. Gedurende het jaar
1900 zjjn aan ’s Rijks Munt vervaardigd en
afgeleverd:
a. Voor rekening van den Staat:
1. Nederland: 1,000,000 guldens; 750,000
halve guldens; 1,400,000 25-centstukken
3,500,000 10-centstukken; 12,400,000 centen
3,000,000 halve centen;
2. Overzeesche bezittingen: 1,000,000
gulden; 2,800,000 kwartguldens Ned. Indië;
6,850,000 een-tiende guldens Ned. Indië;
480,000 kwartguldens Curagio.
b. Voor rekening van particulieren:
200,085 tienguldenstukken, uitmakende
een nominale waarde van f 6,719,850.
(U. D.)
Een internationale dievenbende. Te
Scheveningen zijn vier vreemdelingen aan
gehouden, die vermoed worden te behooren
tot een internationale dievenbende. Uit in
gewonnen informaties bleek, dat een paar
dezer personen, die als heer gekleed te Sche
veningen vertoefden, in België zeer slecht
bekend staan en daar te lande, terzake van
verschillende misdrijven, als oplichting,
valschheid in geschrifte enz. herhaaldelijk
veroordeeld zijn. Het viertal is thans over
de grenzen gebracht.
Onweer, Men schrijft van Tessel:
Heden (Donderdag) tusschen P/2—2'/j
uur n.m. brak een hevig onweder over ons
eiland los, vergezeld van felle plasregens
en hagelslag. De hagel lag in de dakgoten
aan de windzijde een hal ven meter hoog
en de dorpsstraat stond geheel onder water.
Na het overtrekken der bui maakten de
kinderen een sullebaan in de stegen, waar
de hagel niet zoo spoedig smolt.
Een zonderlinge geschiedenis. Onder
dit opschrift schrijft de N. Arnh. Crt.:
Gisterenavond tusschen 8 en 8*/z uur
verscheen in het Volkskosthuis aan den
Hommelschen weg een politie-agent om den
beruchten vrouwenmoordenaar Hendrik de
Jong te arresteeren. Er logeerde daar nl.
iemand van dezen naam. De agent arres
teerde hem, boeide hem in het kosthuis
en vervoerde hem geboeid naar het hoofd-
hebben reeds een begin gemaakt met rogge- bureau van pohtie.
Onderweg kwam een ander agent er by.
Deze bevrijdde hem van de boeien, maar
zei dat hij hem direct zou neerschieten als
hij een poging deed om weg te loopen.
Aan het politiebureau gekomen, bleek,
dat de gearresteerde een hoogst fatsoenlijk
man was.
Op deze manier wordt het hier in Arnhem
gevaarlijk, den naam de Jong te dragen.
Diefstal.
Sedert enkele dagen had het, zegt de
Dordt. Ct., de aandacht van den winkelier
H. Breemer aan de Voorstraat te Dord
recht getrokken, dat verschillende kleding
stukken uit zijn winkel verdwenen, zonder
dat hij kon vermoeden op welke wijze.
Woensdagochtend echter ontmoette hij op
straat zjjn 13 jarigen loopjongen, in het
bezit van een jas. Op zijn vraag wat bij
daarmee doen moest, gaf de knaap zulke
ontwijkende en verwarde antwoorden, dat
zijn patroon hem spoedig tot bekentenis
bracht, dat zjjn plan was, het kleedingstuk
te gaan beleenen. Terstond werd de politie
met het geval in kennis gebracht en weldra
bleek haar dat de deugniet tal van andere
kleedingstukken weggenomen en in huizen
van verkoop met recht van wederinkoop of
bij uitdragers had te gelde gemaakt, waar
zij in beslag genomen zjjn. 't Is reeds een
heele stapel, maar nog steeds komt erbij.
Dat de jeugdige dief de opbrengst ver
snoept heeft, spreekt vanzelf. Thans is hjj
in arrest.
S
ardsche Courant,
I