Verschijnt Donderdags en Zondags. Veertigste Jaargang. 1901.
No. 85.
NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
wj
BOLSWARO EN WONSERAOEEt
Regelmatige Opvolging.
Mi
I
1
DONDERDAG 24 OCTOBER.
.11
B1INNKINBAJND.
X
X
X
X
Brief uit Berlijn.
VOOR
e
deinend op de
R
ril
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
1
J
Heeren veen, 21 Oct. We vernemen,
dat in deze omgeving, althans aan dtn Tjal-
berder kant, weder druk gewerkt wordt met
premieloten. De menschen vliegen er echter
niet meer zoo vlug en gemakkelijk in als
verleden jaar; de meesten herinneren zich
gelukkig onze waarschuwingen nog te goed
en hebben in den „inspecteur*, die thans
zijn best doet de menschen gelukkig te maken
met de uitdeeling van „overdadige renten
van kolossale kapitalen* toe te zeggen, al
even weinig vertrouwen als in den gesigna-
leerden agent van verleden jaar. Na al onze
waarschuwingen van verleden jaar willen
we nog slechts kort herhalenwie zijn geld
lief heeft en niet bedrogen wil worden, koope
geen premieloten!
Gaasterland, 21 Oct. In onze ge
meente en in den omtrek is de stand der
meeste weilanden van dien aard, dat het vee
dit najaar vroeg moet gestald worden, wil
men het ten minste niet aan hongerlijden
ten prooi geven. Een landbouwer te Harich
heeft het zijne reeds binnengehaald. Welk
een tegenstelling met het vorige jaar, toen
men bjjna met het gras geen raad wist en
tot laat in den herfst nog maaide en alzoo
stalvoederde. Voor menig boer ziet het er
alzoo alles behalve rooskleurig uit; hierbij
Donderdagsavondsbij Schram*) in
Wilmersdorf.
Uit het leven eener groote stad.
Berlijn, 17 Oct. 1901.
Zwiepende vrouwenrokken, gloeiende ge
zichten, tintelende oogen. Een compacte
massa van jonge vrouwen- en mannen-figu-
ren, zich geheel aan het genot van den
dans overgevende, vast aaneengedrukt, borst
tegen borst, wiegend en deinend op de
lokkende wals-melodie.
Over het spiegelgladde parket glijden en
zweven de paren voortvaster worden de
tengere meisjesfiguren tegen de mannen
lichamen gedruktmet het hoofd tegen
„z^jn* schouder geleund, hangen zij in de
armen barer partners, die geheel tehuis
op dit terrein, haar meevoeren in een on
afgebroken draaiing van rechtsom of links
om, zonder één enkele maal met andere
paartjes in botsing te komen, om dan
weer met haar te wiegen van den eenen
voet op den anderen en achteruit te deinen
of vooruit, wanneer voor een oogenblik de
plaats ontbreekt voor een nieuw danszwaai.
En daar schuifelen en trippelen de voeten
weer opnieuw. Vroolijke, lachende oogen
kijken elkaar aan, hoogrood zjjn de wangen,
hjjgend gaat de adem, maar van ophouden
is geen sprake. De rokken vegen over den
grond bjj eiken zwaaidwarrelend vliegt
het stof op en vermengt zich boven de
hoofden van dansers en toeschouwers met
den zwaren tabaksrook en de uitwaseming
der vele verhitte lichamen.
Aan de beide smalle zjjden van de zaal
staat een dichte drom van jongelui toe te
kijken, studenten, kunstenaars, bedienden
van handelskantoren, allen „bessere Herren*
waarvan velen lachjes en knikjes wisselen
met de voorbijzwevende meisjes figuren,
wier zoekende oogen voor een moment aan
den groep van toekomstige vrienden blijven
hangen, om dan weer onder het verder
dansen den tegen woordigen’ te begunstigen
en toe te lachen.
Nu en dan dringen een paar meisjes,
die geen partner gevonden hebben en toch
niet aan haar tafeltje willen blijven zitten,
door den dichten kring van toeschouwers.
Wanneer zij zich eindelijk tot den binnen
sten cirkel een weg hebben gebaand, worden
de handen op eikaars schouders gelegd en
voort gaat het mee in den maalstroom van
wiegende paren, tot met een luiden tjink
de pianospeler plotseling midden in den
wals ophoudt. Als goed gedrilde recruten
staan al de paren eveneens plotseling stil
in een grooten cirkel achter elkaar ge
schaard, blijven zij op hun plaats in de
rij, een gewichtig oogenblik, gewichtig
voor Schramm ten minste, is aangebroken.
Een van de twee mannen, die de op
dringende toeschouwers voortdurend met
zijn: „Bitte, meine Herrschaften Platz!*
van het eigenlijke dansterrein heeft ver
dreven, gaat nu rond om van de dansende
heeren tribuut te eischen. Voor eiken dans
moet 10 pfenning betaald worden, doch
alleen door de heeren. Onder elkaar dan
sende meisjes mogen haar geld in den zak
houden. Consciëntieus gaat de man van
paar tot paargeduldig wachten allen, tot
hij klaar is. De controle loopt vlug ten
einde, daar vele heeren eenvoudig de op
gerolde passe-partout in hun knoopsgat
toonen. Voor een mark in eens mogen zij
namelijk aan alle dansen deelnemen.
*j. Bekend ballokaal in een der Vororte
van Berlijn.
komt, dat de hooiprijzen hoog zijn en dat
de hooivoorraad over ’t geheel niet groot is.
Men verwacht dezen herfst algemeen lage
veeprijzen.
Fr. Zuidwesthoek, 21 Oct. In de
vorige week werden verschillende dorpen
alhier bezocht door een als heer gekleed
persoon van middelbaren leeftijd, die aan
de huizen eene bus presenteerde voor giften
ten behoeve van weexen van alle gezindten.
Dewijl van eene zoodanige collecte alhier
niets bekend was en de collectant om in
lichtingen gevraagd, ontwijkende antwoorden
gaf, moet worden aangenomen, dat het met
deze zaak niet in den haak is. Een waar
schuwing mag daarom niet achterwege
blijven.
Nader vernemen wij, dat deze inzameling
elders gehouden is met een open schaal,
waarop vooraf lokgeld gelegd was.
Appelscha, 21 Oct. Een dertienjarig
meisje verliet tegen den avond de ouder
lijke woning. Zij bracht den nacht in „de
bosch* door, waar zij ’s morgens gevonden
werd door een lijstervanger, wien ze ver
klaarde van huis geloopen te zijn, omdat
haar stiefmoeder haar slecht behandelde.
Thans vertoeft ze bij een familielid en
weigert naar huis terug te keeren.
Knijpe, 21 Oct. Het 4-jarig zoontje
van den heer Tj. de V. alhier bracht zijne
geit naar het land. Op den vonder nam
het dier eensklaps een sprong, zoodat het
kind te water geraakte. De knecht, die toe
vallig passeerde, zag een paar klompjes
dry ven, sprong te water en haalde het reeds
bewustelooze knaapje op het droge. Een
spoedig te hulp geroepen geneeskundige
wist de levensgeesten weder op te wekken.
Leeuwarden, 21 Oct. Het circus Blu-
menfeld was gisterenavond op alle rangen
bezet. De tour de force-rijder op het grijze
paard had juist zijne kunsten verricht, het
paard stoof naar den uitgang, werd een
oogenblik schichtig, sprong over de estrade
te midden van het publiek, verwondde en
schramde er eenigen, hoewel niet erg, deed
een oogenblik paniek ontstaan en „publiek,
publiek, vlucht, gij zijt in levensgevaar!*
riep in angst een der bezoekers, maar op
’t zelfde oogenblikfloep daar had een
grappenmaker, die kalm gebleven was, den
roeper onder een grooten korf geflapt en
bij de wanhopige spartelingen van den ge
vangene om weder vrij te komen, barstte
het publiek in zulk een gul gelach uit, dat
alle vrees en paniek onmiddelljjk weer ver
geten waren.
19 Oct. Een paar dagen geleden werd
in den laten avond door een thuiskomenden
militair brand ontdekt in de slaapzaal der
kazerne, ’t Vuur werd gebluscht; kort
daarna echter ontdekte men brand op het
andere einde der zaal. Daar na streng
onderzoek de dader niet te vinden was en
niemand dezen wilde aanwjjzen, is de heele
compagnie gestraft met een dag kwartier
arrest, ook de man, die den brand ont
dekte.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Gaasterland, 21 Oct. De vangst van
houtsnippen met war- en valüouwen in deze
gemeente, die eenige jaren geleden menig
arbeidersgezin niet zelden een aardig buiten
kansje bezorgde, begint langzamerhand te
verioopen. De oorzaak daarvan moet in de
eerste plaats gezocht worden in het ver
dwijnen van de sparrenbosschen, waarvan
de hoeken en gaten ruime gelegenheid aan
boden de netten op te stellen. Naast deze
oorzaak mag genoemd worden het minder
veelvuldig voorkomen van dezen gezochten
jachtvogel. Voorheen kwamen met dienende
gelegenheden hooge winden bjj licht
onstuimig weder de snippen zeker en
dikwijls in grooten getale over; thans worden
ze niet zelden te vergeefs gewacht. De
„vluchten* vindt men nu meest langs het
opgaand geboomte van wegen en boschpaden,
waar van October tot in ’t laatst van No-
vembar de vangers in de morgen- en avond
schemering ’t eigenaardige bedrjjf uitoefenen.
Warflouwen, die ook overdag gesteld zyn
worden niet meer aangetroffen; binnen eenige
jaren zal dit ook het geval zijn met de val
id au wen.
In de laatste jaren d, w. z, sedert de
Maatschappij „Gaasterland* de vergunningen
uitreikt, wordt voor de vluchten een vaste
huur geheven; vroeger betaalden de flouwera
met 2 a 3 houtsnippen.
Workum. Dinsdag j.l. had ten huize
van den heer F. Görtz de aangekondigde
biljartpartij plaats.
Een flink getal spelers was opgekomen,
de prijs een fraaie koffiekan met onderstel
werd gewonnen door den heer 8. Vallinga,
de premie een dito trekpot met onderstel
door den heer J. Gras.
Als ge met een spoortrein door ons land
reist, vindt ge het dan niet vaak vervelend,
de rechte lijnen en platte vlakken, die onze
polders te aanschouwen geven, die als
met een liniaal getrokken wegen, overal
omzoomd met een r;j van dezelfde soort
van boomen, voerende naar dorpen en
gehuchten, die veel op elkander gelijken
hebben weinig tijd noodig om het bekoor
lijke der nieuwheid te verliezen: men is er,
zoo heet het, spoedig op uitgekeken. Vooral
hoort men dit beweren door hen, die een
enkele maal in de gelegenheid zijn geweest,
over de grenzen te wippen, om daar echte
bergen te zien, rond te dwalen in streken,
waar de voet des wandelaars ook andere
dan gebaande paden kan drukken.
Voor verreweg de meesten onzer gelijkt
het leven eenigszins op die grasvelden en
bouwlanden; overal ongeveer hetzelfde,
waar men het ook beschouwt. Er zjjn uren
en dagen met een kruis of met een ster
geteekend, dagen van groote droefenis,
die scheidenssmart brachten, dagen ook, die
buitengewone blijdschap gaven, wegens een
behaald succes, of door eene dier groote
gebeurtenissen, als vaste data in ons levens
boek vermeld, maar dat zijn de uitzon
deringen. Meestal loopen we op vlakken
bodem langs rechte wegen. Alles is te
voren met nauwkeurigheid bepaald, en
onder gewone omstandigheden weten wij
precies, hoe het zijn zal over eenige weken
en maanden.
De gang onzer bezigheden is als die van
een tredmolen met afgepaste, nooit ver
snellende bewegingen. Waar we op een
gegeven uur zjjn en wat we er doen moeten,
’t wisselt bijna niet af; het eenmaal vast
gesteld programma blijft voor langen tijd
geldig.
De natuur zelve biedt ons het beeld van
orde en regelmaat. In haar verandering
zien wij vaste wetten heerschen, het
verband tusschen oorzaak en gevolg is
overal na te sporen en blijft ongerept
gehandhaafd. Als het op- en neergaan van
de borst eens slapenden, biedt de zee haar
getijen aan, en zij zullen nooit een minuut
langer of korter duren, al verioopen ook
eeuwen. De hemellichamen volbrengen hun
kringloop, en hoe lang die ook zij, hij is
op een seconde na te rekenen. De zon
verrijst aan de kimmen geen oogwenk
vroeger of later, dan de scheppingswet voor
immer heeft bepaald.
Maar terwijl die regelmatige opvolging
steeds voortduurt, komen nu en dan stormen
en aardschuddingen schijnbaar de orde
verstoren; het is alsof in die oogenblikken
ook de natuur den druk van het gelijke
en eentonige gevoelt en er zich aan wil
ontworstelen, alsof ongetemde krachten een
uitweg zoeken. De woede der elementen
koelt zich aan al wat zjj op hun weg
ontmoeten; trotsche menschenwerken be
zwijken voor den drang, en wat de natuur
zelve heeft gewrocht vernielt zij moed
willig, -- totdat de vlaag is afgeloopen,
de woede moegeraasd en uitgeput zich
nederlegt, en alles terugkeert tot de
kalmte, de orde en de regelmaat, den nor
malen toestand.
In de samenleving der menschen komen
enkelen voor, die de taak van den storm
vervullen. Zij springen uit het gareel en
snellen de ruimte inzij brengen beroering
te midden der kalmte. Niet zelden loopen
zij zich te pletter in hun hartstochtelijken
drang, maar toch voldoen zij aan een
noodzakelijkheid. Gelijk orkanen den damp
kring zuiveren, brengen zjj nieuw leven
voort, schudden zjj de geesten wakker,
verdrijven zij de walmen van den sleur,
die ons. bjj al onze werkzaamheid, toch
zou doen indommelen in den sluimer der
versuffing.
De natuuronderzoeker zal ons verklaren,
dat de wrijving der stof electriciteit heeft
gehoopt, en het onweder komt om de
spanning te ontladen. De ongelijkmatige
verwarming van den bodem heeft het
atmospherisch evenwicht gestoord, en in
stormachtiger drang komen de luchtmassa’s
aangerend om het te herstellen.
Toch moeten we niet vergeten, dat regel
maat is de normale toestand.
Regelmaat is een vrucht der beschaving.
En zjj moet het bjj toeneming worden.
Ook in ons persoonlijk leven. Of zou men
nog willen beweren, dat de afwijkingen van
woeste hartstochten onmisbaar zjjn om de
eentonigheid uit ons bestaan te weren?
Laten we even terugkeeren tot het beeld
waarmede wjj aanvingen, het Hollandsch
landschap. Het schijnt plat en prozaïsch
^utdaan vaa allea wat den geest verheft»
en toch is het zoo niet. Het ontleent zjjn
aantrekkelijkheid, die zoo groot is, dat de
in den vreemde vertoevende landzaat er na
korte afwezigheid met verlangen naar terug
ziet, aan twee dingen, aan zjjn kleuren en
aan zjjn vergezicht.
En zoo is het ook met ons leven der
alledaagsche, onveranderlijk terugkeeren de
plichten.
Wat er kleur aan geeft, dat is glans der
huiselijke vreugde, stralende op het pad
dergenen, die voor de hunnen alles doen
wat de hand te verrichten vindt; dat is
het zonnetje van binnen, doordringende
ook in de stulp des eenvoudigen daglooners.
En een breed perspectief ontrolt zich voor
het oog van hem. die zjjn maatschappeljjken
arbeid heiligt door zijn streven naar bevor
dering van het maatschappelijk welzijn,
die in zjjn taak iets meer ziet dan een
middel om brood te kunnen koopen,
zjjn werkkring opvat als een onmisbaren
schakel in den keten der onderlinge ver
plichtingen, waarmede de menschheid tot
een geheel vereenigd is.
De controleur heft de hand omhoog. De
piano zet weer op hetzelfde punt van den
wals in, waar zooeven werd opgehouden.
Met afhangende armen en voorovergebogen
bovenlijf maken de heeren een buiging
voor hunne dames dan wordt de wals met
vernieuwden animo hervat, haast met ver
dubbelden, meer intensen animo, want allen
weten, dat het tweede gedeelte van den
dans slechts een oogenblik duurt.
Weer geven beide partijen zich geheel
aan het genot overschuivelend gaan de
vlugge voeten over het parketeen paar
struikelt en glijdt uit op den gladden vloer;
boven het getjingel van de piano en de
stemmen der dansende paren, die allen de
melodie meeneuriën, klinkt een gilletje van
de spartelende danseres. Hulpvaardige toe
schouwers dringen naar voren, doch zij is
alweer overeind en dankt lachend.
De dans is ten einde. De jongelui ver
spreiden zich aan weerskanten in de groote
zaal en nemen weer plaats aan de vele
tafeltjes- Onder de dansers zijn verscheidene
vaste klanten, die eiken Donderdagavond
„zum Vergnügen* gaan naar Schramm’s
ballokaal. Voor de meisjes na den langen
dienst in winkel of atelier een aangename
afwisseling. Bijna allen zijn winkeldochters,
confectioneuses of modellen.
Aan sommige tafeltjes zitten een paar
meisjes alleen. Zij zjjn nieuwelingen. Haar
vrouweljjke nieuwsgierigheid heeft niet
langer weerstand kunnen bieden aan de
verlokkingen van Schramm’s lokaal, waar
over zjj onder het werk in den winkel of
in het atelier zooveel gehoord hebben van
hare meer ervaren vriendinnen. Zoodra de
patroon maar even de hielen gelicht heeft,
babbelen dezen over de aanstaande genoe
gens van den avond en zjjn niet karig met
allerlei confidenties.
In de pauzen tusschen de dansen draven
de kellners heen en weer met waaiende
rokspanden. Zjj komen handen te kort en
dragen voortdurend glazen bier aan voor
de dorstige dansers, wier kelen uitgedroogd
zjjn in den benauwden nevel van tabaks
rook en menscheljjke uitwaseming. Tegen
elf uur wordt het langzamerhand leeg in
de balzaal. De meeste gasten hebben nog
een lange reis, vóór zjj in hunne woning
zijn. Van Schramm naar het station Halensee
aan de Ringbahn is een kwartier gaans,
van daar naar het centrum van de stad
nog wel 25 minuten sporens.
Óp het perron staan verscheidene groepjes
jongelui bijeen. Sommige paartjes wachten
met ongeduld op den trein anderen zetten
de kennismaking van daareven uit de bal
zaal voort en maken afspraken voor de
volgende week weer anderen zijn reeds in
een verder stadium van kennismaking
getreden. De „vriendschap’ is gesloten.
Voor hoe lang
De trein is de hal binnengeloopen. Ge
drang en geklouter in de vele open coupés.
Dichtslaan van de portieren. De chef heft
voor de honderdste maal zijn lantaarn in de
hoogte en roept: „Abfahrtl* Langzaam
glijdt de trein langs het perron en schuift
weg in den donkeren nacht. In de coupés
vast tegen elkaar gedrongen paartjes. Armen
om tailles geslagen. Gepraat en gelach.
Tot besluit in de stad nog even „Berline*,
mélange of Eiskaffee gebruiken in een der
vele cafés. K.
Arnh. Crt.
r»
Bolswardsclie Courant