NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARO SN WONSERAOEEL
Veertigste Jaargang. 1901.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 94.
ZONDAG 24 NOVEMBER.
BINNENLAND.
DE SHERIFF VAN ELBERT.
VOOR
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
Humoreske van Chauncey Thomas.
De vreemde lachte. Ook de oude Milch
lachte; hy had vroeger de Leadvillepost-
koets gereden en dit was zjjn eerste avon
tuur sedert vele jaren.
gegespt, i
rijzweep;
wapens.
Toen hij daar zoo plotseling uit de
duisternis in de vergelijkenderwijze helder
Haskerland, 19 Nov. Een landbou
wer in deze gemeente, deelhebber aan de
coöp. boterfabriek te Haskerhorne, werd al
langen tijd verdacht, dat hij zijn melk in
niet geringe mate „zindelijk behandelde®.
Als men alles naging, moest dit wel een
jaar zoo hebben geduurd. Eindelijk hebben
de directeur en de veldwachter hem gesnapt.
Er werd een monster melk uit zijn bus
genomen en opgezonden ter onderzoek. En
toen bleek, dat slechts tweederde van die
„melk® den naam melk met recht mocht
dragenhet andere derde deel was gemolken
uit de „zwarte koe®, die pomp heet. De
boer werd in verhoor genomen, bekende
volledig en betaalde voorloopig f40 boete,
ten einde een aanklacht bij den strafrechter
te voorkomen. Het bestuur der coöperatie
zal nader hebben te beslissen, of die boete
doening voldoende mag worden geacht.
Volgens onderlinge bepaling kan een boete
van f 75 worden opgelegd.
Heerenveen, 21 Nov. Niets wordt er
regelmatiger dan de onregelmatige treinen
loop tegenwoordig. De avondsneltrein naar
het noorden begint er een vaste gewoonte
van te maken, om een uur te laat te zjjn.
Dat was gisteren zoo, dat was heden al
weer zoo. Als men er nu maar zeker op
vertrouwen kon, dan zou men de officieele
dienstregeling er naar kunnen wijzigen en
zich verder met noordelijke berusting er
bjj neerleggen, maar wie waarborgt ons.
dat over een week of veertien dagen, wan
neer juist ieder aan dat geregelde uur te
laat gewend is, de trein niet weer plotse
ling eens op tijd komt en wegrijdt zonder
passagiers, die hem nog lang niet hadden
verwacht.
Tjalleberd, 20 Nov. Als in den'nazo
mer en herfst het grasgewas voor den boer
nog overvloedig is, kan hij zijn overvloed
in hoopen zetten, welke met een flinke laag
aarde bedekt, ineengeperst worden, zoodat
de lucht niet kan toetreden en het bederf
wordt geweerd. Bij ondervinding weten de
veehouders dat het vee gaarne ingekuild gras
eet en vandaar dat bij elke boerderij in den
herfst zulke hoopen zijn te vinden. Minder
algemeen bekend is het feit, dat men ook
zeer goed zulk een hoop een jaar kan over
houden. De veehouder G. Otter alhier, had
den vorigen winter een hoop laten zitten
en dezer dagen bleek het, dat, ofschoon het
een jaar verstopt was geweest, het inge
kuilde gras niets had geleden. Er bij ver
meld dient te worden, dat de hoop geheel
onder de aarde was gezet.
HommertS, 22 Nov. Bij de ingezetenen
alhier circuleert een adres aan den Gemeen
teraad van Wij mbritseradeel, om te voorzien
in de onvoldoende straatverlichting. Minstens
zes lantaarns zijn daarvoor noodig. Plaatst
men zich nu tusschen twee in, dan kan men
geen van beide zien, zoo ver staan ze van
elkaar. Bij donkere avonden ziet men dan
sommigen ook een lantaarn medenemen, om
bun weg te vinden.
Poppingawier, 19 Nov. Heden in den
vroegen morgen geraakte de melkrijder van
den heer Halbertsma van Sneek, hier met
paard en wagen te water. De voerman wist
spoedig weer op het droge te komen, doch
in de duisternis vond hij het paard niet
terug. Na eenig zoeken, zag men het einde
lijk op twee a drie honderd pas afstand de
vaart uitzwemmen, alwaar het toen met
behulp van eenige personen op den wal
werd getrokken.
Tijnje, 21 Nov. Iemand te Beets had
dezer dagen een varken geslacht. Het spek
werd, zeker bij gebrek aan een goeden kel
der, in het achterhuis op een ledige bed
stede gelegd. Stel u ’s mans verbazing voor,
toen hij op een morgen tot de ontdekking
kwam, dat alles verdwenen was. Van den
dader of de daders tot-nog-toe geen spoor.
Donkerbroek, 21 Nov. Het onstuimige
weder der laatste dagen heeft het binnen
water zoozeer opgezweept, dat reeds vele
landerijen bijna geheel onder water staan.
Konden de schippers een week; geleden met
geen volle vracht langs de Compagnonsvaart
varen, thans ziet men dagelijks groote hoe
veelheden turf langs ons dorp passeeren,
waaruit men kan afleiden, dat er nog wel
behoefte aan bestaat.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Sneek, 21 Nov. Naar twee vacatures
van onderwijzeres aan school no. 2 alhier
dingen 45 sollicitanten.
Balk, 21 Nov. Bjj den brand te Kippen-
burg, is het woonhuis van Roskam gespaard
gebleven. Er is voor pl.m. f 450 hooi ver
brand. ’t Was niet verzekerd, ’t Vee kon
intijds in veiligheid gebracht worden. De
inboedelheeft nogal door’t natte weer geleden.
De oorzaak van den brand is niet bekend,
Slechts 9 sollicitanten hebben zich
aangemeld voor de betrekking van hoofd
der school te Wijckel.
Een paar jongelieden te Zuidhorn,
die in ondertrouw wenschten opgenomen te
worden, ondervonden daarbij een zeer zelden
voorkomende teleurstelling. De jongeling
staat nameljjk ingeschreven als behoorende
tot het vrouwelijk geslacht.
Bij een vroeger gehouden volkstelling was
dit ook al eens ondekt en hadden de ouders
toen met behulp van een advocaat het in
orde gemaakt. Toch moet dit niet het geval
zjjn. Te verwonderljjker mag het genoemd
worden dat de jongeling voor eenige jaren,
zonder eenige belemmering aan de loting
voor de Nationale Militie heeft deelgenomen.
Nu zal zeer zeker nog eenige weken hun
trouwdag uitgesteld worden.
In de Olterterper bosschee werd door
een paar jagers een marter geschoten. Men
vermoedt dat er meer zulke dieren in de
bosschen rond zwerven, ’t Is te hopen, dat
ze die anderen ook bemachtigen, daar ze
vele hazen, konjjnen en fazanten vernietigen,
Als een bewjjs, dat er dezen zomer,
niettegenstaande den lagen waterstand, veel
en goed snoek gevangen wordt, mag dienen,
dat in een der vaarten, onder Surhuizum
behoorende, op een lengte van pl.m. 5
minuten gaans vijf snoeken gevangen zjjn,
die samen 23 halve kilo’s wogen.
Een uitnoodiging tot al de aanwezigen
om wat te drinken, waarbij men kan bestellen
wat men wil.
„En nu, vriend kastelein, kom eens hier;
ga voor de anderen in de rij staan, front
naar de tapkast. Niemand verroere zich!®
Paddy gehoorzaamde prompt en paste
er wel op dat bjj zjjne handen in de hoogte
bleef houden.
De vreemdeling trad thans vlug achter
de beweginglooze rij, stak een revolver in
den zak, visiteerde met de vrije hand eiken
jas- en broekzak en verzuimde ook niet
de zjj- of borstzakken na te zien. Spud
Tommy had een aardige bull-dogrevolver
in zijn zakhij haalde haar er uit en wierp
ze met een verachtelijk gebaar in een hoek.
De arme Spud viel bijna flauw van angst,
niettegenstaande hjj eenige oogenblikken
te voren nog met veel ophef had verklaard
wat hij zou doen als Lone Jim hem lastig
viel. De anderen waren ongewapend.
„En thans, gentleman, rechtsomkeert,
de armen langs het lijf gestrekt, voorwaarts
marseh! In den ganzenmarsch de deur
uit! Denkt er om. Wie durft omkijken, is
een lijk!®
De verbaasde rij marcheerde volgens het
bevel de deur uit, de hoofdstraat op, Paddy
aan het hoofd, Spud de laatste.
„Hij neemt ons mee om daardoor des te
beter zjjn aftocht te kunnen dekken! De
kerel is waarachtig niet dom!® dacht de
oude Milch, maar waagde het niet dat
vermoeden te uiten.
Ongeveer tien minuten achtereen para
deerde de vreemde met de gasten uit den
„Witten Hond® door de eenzame straten
van het stadje.
„Voor den duivel, daar heb ik de kas
vergeten!® hoorden zjj plotseling den vreem
deling zeggen. En terug ging het weer
naar het lokaal, altijd in dezelfde orde.
Die twee hatelijke zesloops waren voort
durend dreigend op hen gericht.
„Gentleman, have something?® vroeg de
vreemdeling, toen allen Paddy’s gelagkamer
weer waren binnengetreden en stilstonden.
Paddy glimlachte even, gelukkig bij de
gedachte dat hij toch wat zou verdienen,
toen het hem eensklaps door het hoofd
schoot, dat juist hij misschien de meeste
schade zou lijden door het onbetaald gelag.
„Vooruit Paddy, hetzelfde als straks!®
Paddy was te zenuwachtig om dit bevel
nauwkeurig op te volgen, maar bracht het
toch eindelijk zoo ver, dat hij voor ieder
een glas whiskey had ingeschonken, ’t
water vergat hü evenwel, „’k Wou dat het
in strychnine veranderde wat jij drinkt!®
dacht hij, toen hij het glas van den vreemde
vulde.
Tot elks verbazing legde de vreemde
zjjn wapens op de toonbank neer en gaf
Paddy een vijfdollargoudstuk.
„Myne heeren®, zeide hü toen, „ik vraag
u duizendmaal verschooning, dat ik u angst
heb aangejaagd. Ik wil noch uw geld, noch
uw horloges, noch uwe kostbaarheden. Ik
ben niet Lone Jim. Ik verlang uwe
stemmen. Müne concurrenten hebben
gezegd, dat ik geen moed genoeg bezat
om sheriff te worden. Eu ik wilde u het
tegendeel bewezen. Myne heeren, drinkt
allen het welzyn van Bob Steele, den
toekomstigen sheriff van Elbert County!®
Bob Steele is sheriff van Elbert.
verlichte gelagkamer trad, verblindde het
licht hem en hield hü de rechterhand voor
de oogen, terwül de linker de deur sloot.
Hü trad naar de kachel, wendde het licht
den rug toe en zette den eenen voet op
den kant der zaagselkist waarin de kachel
stond.
„Koud buiten, buurman?® vroeg Paddy,
wiens lust om wat te verdienen was ont
waakt toen hü den nieuwaangekomene zag
binnentreden.
„Tamelü’k!®
De onverwachte verschüning van den
vreemde in den „Witten hond® maakte
een eigenaardigen indruk op de stamgasten.
Ouden en jongen bekeken hem met be
langstelling, doch ook niet zonder argwaan.
Zooals hü daar stond, kon men denken,
dat hü voor een beeldhouwer poseerde.
Het gelaat was vol uitdrukking, de oogen
groot, van grüze kleur, scherp, rusteloos,
en beschaduwd door rechte wenkbrauwen
en lange oogleden. De kinnebakken waren
sterk ontwikkeld, de kin en de spitse neus
staken vooruit, het voorhoofd was hoog,
de lippen dun, onder den hoed kwamen
dikke gekroesde lokken te voorschün. De
gelaatsuitdrukking was wel streng, doch
liet niet veel raden van wat er in het
gemoed omging; het gelaat was glad ge
schoren en donkerbruin; handen en voeten
waren klein als van eene vrouw.
Het eenige woord dat hü tot nu toe
had gesproken had als een zucht geklonken.
„Gentleman, have something?® vroeg
hü plotseling. Als een geoliede bliksem
straal vloog Paddy naar zün plaats achter
de barzulke opdrachten waren hem natuur
lek hoogst aangenaam, temeer omdat ze
„In den witten hond® zeldzaam waren.
De gasten om de kachel zoowel als de
vier kaartspelers in den hoek stormden
nu ar voren, de vreemde was de laatste en
ging aan het eind van de rü staan. Paddy
liet haastig een aantal glazen met de be-
noodigde flesschen aanrukken en de eerste
vullen, maar ze bleven staan tot ook den
vreemdeling het züne werd aangeboden.
Toen gaf de laatste het signaal om te
drinken door zün glas op te heffen, welk
voorbeeld door de anderen werd gevolgd.
De etiquette werd bü verschillende gelegen
heden te Kiowa minstens zoo streng nage
leefd als aan het hof te Peking.
„Uwe gezondheid, heeren!® mompelde
de vreemde en ledigde zün glas whiskey
in één teug, zonder dat hü van het hem
aangeboden water gebruik had willen
maken. Iedereen in „De witte hond® lachte
behalve de vreemdeling; men hief allen
gelüktüdig het hoofd op en staarde met
het glas aan den mond naar den zwart-
berookten zolder als goed gedrilde soldaten.
„Hands up
Krakend als een geweerschot, klonken
deze woorden plotseling door de gelagkamer,
en de toon waarop zij werden uitgesproken
maakte dat het den bezoekers door merg
en been liep.
De goede lui vertrouwden hunne ooren
niet, en sneller dan de glazen naar den
mond waren gebracht, kwamen ze met de
hoofden en oogen naar beneden. De vreemde
stond op eenige voeten afstands op een
biervat met in elke hand een zesloops
revolver, op de van verbazing stomme
bezoekers gericht. Niemand voldeed op dat
oogenblik aan het bevel; bewegingloos
staarden zij hem aan.
„Hands up, gentleman, en gauw wat;
de eerste die het niet onmiddellük doet
krügt een kogel door zün lüf!“
Thans vlogen alle handen in de hoogte,
uitgenomen die van Paddy. De wakkere
kastelein tastte steelsgewüs naar zün vuur
wapen, dat onder de toonbank lag.
„Zeg, heb je soms trek?® snauwde de
vreemde hem toe en het volgend oogenblik
duwde hü Paddy zün eene revolver onder
den neus. De loop rook nog naar kruit.
Paddy volgde thans bliksemsnel het bevel
op en hetzelfde oogenblik staken zjjn beide
handen een halven meter boven zün kale
kruin uit.
„Is u Lone Jim?® vroeg de bleeke
sidderende Spud Tommy.
„Bek houden!® was het lakoniekantwoord
en de tweede revolver was op hem gericht,
zóó dicht voor zün neus, dat hü de kogels
in den cylinder kon tellen.
Doe weg niet schieten ik zal stil
wezen!® stamelde Spud.
Kiowa is de zetel van het gerechtshof
van Elbert County, Colorado, ’t Ligt onge
veer vüftig mülen zuidoostelijk van Denver
en zes mülen oostelük van de „Golf“-lün.
Vóór twintig jaren verliet de postkoets
iederen morgen Denver, en reed gemoedeljjk
langs de oude straat over Smolty Hifi,
vervolgens het beroemde Cherry-Greek-
Thal door tot twintig-mülenhuis. Van hier
ging het verder naar Kiowa, waar het
naaste haltestation was. De eerzame stuur
lieden alias koetsiers vien het bevel
over het oude prairieschip was toevertrouwd,
hielden altüd te Kiowa een flinke poos
halt om met menig glas brandy het alkali-
stof uit hunne dorstige kelen weg te spoelen.
Dat alles is reeds lang geleden; tegen
woordig is Kiowa het centrum van een
land, waar veeteelt en aardappelbouw
floreerenboter, beef en „spuds® nemen
tegenwoordig de plaats in van conserven
in blik, buffelvleesch en whiskey, de laatste
vooral gezochte artikelen, toen er nog
Indianen en postkarren waren. Kiowa vóór
twintig jaren was eene groote dorpsherberg.
Tegenwoordig, als zetel van het gerechts
hof, heeft Kiowa slechts ééne bron waar
het „vuurwater® ontspringt, nl. de herberg
„In den witten hond®, eigendom van Paddy
Maloney, ex-medelid van het eerwaardig
gilde der prairie-stuurlieden.
’t Was in den nacht van 5 November
1899. „In den witten hond® was de geheele
bevolking van Kiowa büeen’t was ongeveer
9 uur ’s avonds en het gezelschap zal e.a.
twintig personen, mannen en opgeschoten
jongens, sterk zün geweest.
Midden in de gelagkamer stond een
groote gloeiende kachel. Novembernachten
zün hierbuiten geducht koud. Aan de eenige
voorhanden zünde tafel in den hoek zaten
vier mannen en speelden poker; de rest
zat om de kachel.
Men disputeerde dien avond over twee
zaken, namelük over de aanstaande ver
kiezingen en den gevreesden desperado
„Lone Jim®. De laatste had zich vooral in
Denver doen geldende avondbladen deel
den allerlei büzonderheden omtrent züne
heldendaden mede, maar tevens ook dat
hü met een „Golf“-trein als „blinde passa
gier® was afgereisd. Onder deze laatste
omstandigheid ademde men te Kiowa heel
wat verlichter.
Dit aangename onderwerp voor een
discours gaf eenige grüskoppen gelegen
heid herinneringen uit den tüd dat Black
Bart de postkoetsen overviel ten beste te
geven. De jongere generatie, die zich tot
nu toe hoogs tent aan wat watermeloenen
had vergrepen, bewees haren moed daardoor,
dat zü bü hoog en laag verzekerde dat,
mochten zulke individuen het wagen een
hunner ook maar met een vinger aan te
raken, zü er leelük tegenop zouden vliegen.
Weer anderen twistten er over, wie zich
bü de vervolging van „Lone Jim® wel het
meest zou onderscheiden: Curly, Tieneents
Charlie of Bob Steele, dit waren n.l.
de drie candidaten voor de sheriffsver-
kiezing. Curly en Tiencents-Charlie waren
bekend in Kiowa; de meeste gasten „In
den witten hond® waren vrienden van hen
Bob Steele was daarenboven nog verre over
de grenzen van Elbert County beroemd.
Eenigen wilden wel beweren dat hü in
den grond der zaak geen courage had en
zelfs een echte lafaard was, maar anderen
hielden daartegenover vol, dat hü weinig
omslag maakte, koud als üs was, eerlük
als goud en een der beste schutters. In
elk geval zou het er bü de verkiezing om
spannen. De stemmen in Kiowa konden
den doorslag geven, en daar Curly hier
favoriet was, was züne verkiezing vrüwel
verzekerd.
Eensklaps hoorde men hoefgetrappel uit
de verte, het naderde en hield eindelük
op voor den „Witten hond®. Spud Tommy,
een achttienjarige, stond op om de deur
te openen, doch voor hü dit had kunnen
doen, werd deze van den buitenkant ge
opend en stond een man op den drempel.
Hü was middelmatig groot, tamelük corpu
lent, had breede schouders en kromme
beenen als een cowboy; hü droeg afge
dragen kaplaarzen met zware sporen; de
rübroek was in de laarzen gestopt; een
met schapenvel gevoerd jacquet, de typische
slappe vilthoed en een paar wollen wanten
voltooiden de kleeding van den vreemde.
Óm zün middel was een eenvoudige riem
aan zün linkerpols hing een korte
oogenschünlük droeg hü geen
V
Bolswardsche Courant.
ft