NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOI.SWARO EN WONSEHAÖEEÏ. 1902. 41ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 1. HOOP. WOENSDAG 1 JANUARI. 1902. K BIN NEN L AN D. VOOR ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Ct. aangebroken, dat er dan vrede moge heer- scben in we harten, gezondheid in wen kring, welvaart en voorspoed in Uwe zakendat gij met een gerust geweten zult mogen terug zien op den afgelegden tocht, met gerustheid, omdat ge in Uw hart om draagt de wetenschap, dat ge mensch zïjt geweest in den edelen waarachtigen zin van het woord. ’t Is hoop die den mensch door het leven geleidt. Ook zij had gehoopt, altijd gehoopt en ze hoopte nog. Met de blanke handen onder het hoofd lag ze met wijd geopende oogen door het hoog-opgeschoven raam te staren en dacht, en hoopte. Ze dacht aan hem dien zij liefhad en van wien ze bijna zeker wist, dat hij haar beminde. En ze hoopte op een gouden toekomst met hem vol geluk en zonneschijn. Met hem door het leven, aan zijne zijde gelukkig te zijn, te beminnen en bemind te wordenToen opeens bracht ze de hand aan haar voorhoofd. Als het eens anders was Maar met een heftige beweging schudde ze die gedachte van zich af. ’t Kon niet anders zijn, het kon niet. En weer hoopte ze. Zoo zou het immers zijn, zij met hem en hij met haar. En van louter geluk knielde ze voor het open raam en luisterde aandachtig naar de vogels die jubelden en haar hart jubelde mee. En toen gebeurde, wat onafwendbaar schijnt, wanneer men hoopt: toen kwam de teleurstelling. Ze was zoolang in hare idealen opgegaan, had hare illusies in een tooverglans van licht gezien en nu die wreede desillusie Daar lag het noodlottig papier dat haar uit haren schoonsten droom met één enkel woord had doen ontwaken tot de wreede werkelijkheid. Daar stond het zwart op wit, dat hij verloofd was met een ander. Zij niet met hem Het bonsde en suisde door haar hoofd. Een ander zou het geluk smaken, dat zij, in jeugdigen overmoed, slechts gedroomd had. Hare toekomst lag dood aan hare voeten door dat stukje papier dat voor haar op den grond lag. Dood was haar toekomst als iets wat te mooi, te teer is om ooit werkelijkheid te kunnen zyn, als een porceleinen vaas, die door één enkel stootje in duizend scherven ligt. O, macht van het wreede noodlot, die een jong leven treffen kan in zyn schoonste idialen In doffe wanhoop staarde ze naar buiten, en nu schenen de vogels haar toe te zingen een lied van leed en smart. En hare oogen weenden niet, omdat haar hart het deed. Zelfs hare liefde was machteloos tegen over die macht van noodlot. Ze zou nooit van hem zijn, al had ze hem duizendmaal meer lief dan die andere Ze wist het, ze voelde het, en toch, ze begreep nog niet geheel en al, de vreese- Ijjke waarheid van die woorden. Langzaam ging ze beseffen, dat het nu nooit zoo zijn zou, zoo mooi als zij het ge droomd had, en dat het nu uit was, het mooie sprookje met het vreeselijke slot. Waarom, o, waarom zóó wreed? Ze wist het niet, ze wist alleen, dat het altijd zoo was en zoo zyn zou, nooit vol maakt gelukkig, omdat het leven op aarde daarvoor te weinig is, in vergelijking by dat andere, hiernamaals. O, ze had die koude werkelijkheid nooit zóó goed gezien als nu. Omdat ze gedroomd had, en omdat ze nu ontwaakt was. En terwijl ze zoo diep bedroefd was, zag ze niet den kleinen lichtstraal van hoop, die doordrong in het zwarte duister van haar smart. En toch weer ging ze hopen, omdat men nu eenmaal niet leven kan zonder hoop. Heel, heel diep nog in haar hart had de hoop weer een klein plaatsje veroverd, en verlichtte het, telkens grooter wordend. Want ze hoopte nu niet meer op een toekomst met hem, wien zij beminde en altjjd beminnen zoumaar over de puin- hoopen van haar geluk heen zag ze haar toekomst, waarin ze liefhebben zou allen, die haar liefde vroegen en die ze wèl zou doen met hare gaven, hare liefde, met geheel haar hart. En ver, heel ver nog, gloorde een nieuwe is, dan heeft de Godsstem vergeefs gespro ken, want luid genoeg heeft zjj zich ver heven; van Oost tot West, van Noord tot Zuid weerklonk zy, maar zy voor wie zy weerklonk, zy zyn boorend doof en laten den Bntschen luipaard ongestoord zyn werk der vernieling voortzetten. Een treurige erfenis, welke het oude jaar nalaat aan het nieuwebladzijden besmet met bloed, doorweekt van tranen, afsehu- wely’ke getuigen van de zelfzucht der machtigen, die een vry volk opofferen aan hunne politieke inzichten, voor waar, een treurig erfdeel. Ook in andere opzichten was 1901 niet gelukkig. Daar is heel wat leed doorstaan, wy hebben slechts de rubriek faillissemen ten in de nieuwsbladen na te zien, om eenigszins by benadering ons te kunnen indenken hoe ontzaggelijk zwaar de stryd om het bestaan voor velen is, voor de velen, die meestal behooren tot den midden stand en die na hopeloos worstelen het moeten opgeven en ondergaan in armoede. En terwyl wy het een lichtpunt mogen noemen dat er grooter gevoel voor sociale rechtvaardigheid zich uiten gaat by onze regeeringsmannen, die er naar streven zooveel mogelyk misstanden weg te nemen en den minderen man op te heffen uit de maatschappelijke ellende, waaronder hy gebukt gaat, laat men den middenstand daarvoor de kosten dragen en levert deze aan handen en voeten gebonden over aan het machtig groot-kapitaal. Het is een somber beeld dat wy teeke- nen; zoo volstrekt niet een beeld dat men gaarne ophangt aan de wieg van een jong geborene. Maar, niet waar, al zegt men geen kwaad van hen die zyn weggegaan van dit aardsch tooneel, aan een graf steekt men geen loftrompet op wat niet was. Met de dooden kunnen wy niet leven, wenden wy ons daarom af, van wat achter ons ligt, hopend dat de opgemaakte balans niet al te groot verlies zal aantoonen, niet al te veel leed ons deel zal geweest zyn. Maar waar dit wel het geval zal geweest zijn en helaas, wij mogen er niet aan twij felen of velen onzer zullen hun pad hebben gevoerd gezien langs doornen en distels, daar wijzen wy op het nieuw tijdperk dat voor ons ligt. De tyd heelt alle wonden, ook de zwaarste, daarin geholpen door den goeden engel, door een barmhartige Voor zienigheid den mensch op aarde gezonden, om ons te troosten en te sterken, te wy'zen op betere tijden. Moge die engel, de Hoop, allen nabij zijn, die slechts met weenend oog en bloedend hart kunnen terugdenken aan de met zooveel blijdschap eenmaal begroette. De Sylvesterklok is verstomdeen nieuwe jaarkring is ingetreden; wy roepen hem een luid en hartelyk welkom toe. Wy vra gen hem dat hy ons brengen zal de vrede op aarde, waarvan de nagalm ons nog klinkt in het oor, dat hy de harten der machtigen op aarde zal neigen ten gunste van recht vaardigheid, dat hy vrede zal brengen waar thans de fakkel van den oorlog wordt rond gezwaaid. Wy vragen hem dat hy voor spoed zal brengen, dat hij balsem zal gieten in geslagen wonden, dat hy de moedeloozen moge opheffen en aansporen tot nieuwe krachtsinspanning, dat hy de gelukkigen niet overmoedig make, maar hen aanspore anderen deelachtig te maken aan hun geluk. Wy vragen maar waarom alles te brengen onder woorden? Een ieder onzer toch zal vragenvoor zich zelf, meer en beter dan wy het doen kunnen. En daarom, lezer, eindigen wy met een wensch en wel dezen, dat wanneer het stervensuur geslagen XqI’- ia de stem Gods, Maar als dat waar heeft, ook voor dit jaar, diw nauwelijks ia I dageraad van geluk. De heer Jan Koster, houder van de bekende renstal te Heemstede, is van plan zijn paarden te verkoopen en niet meer aan de rensport te doen. Men meldt uit Haarlem aan de N. R. Ct. Op verzoek van den heer Herman Heijer- mans Jr. is Donderdagavond proces-verbaal opgemaakt tegen de directie van een zich noemend Amsterdamsch tooneelgezelschap, dat dien avond in de Vereeniging zonder zijn toestemming „Ghetto44 vertoonde. Deamateur-schaatsenrijder J. C. Greve, zal naar men verneemt, in dit seizoen weder voor de Amsterdamsche Ijsclub op de buitenlaodsche wedstrijden en bet kampi oenschap uitkomen. Om zich te oefenen zal hij dezer dagen naar Davos vertrekken, waar voor hetzelfde doel reeds eenige buitenlanders aanwezig zijn. Omtrent het wilde zwijn dat te Door- werth is geschoten, kan nog nader worden gemeld, dat het zich voor een paar weken het eerst heeft vertoond in de bosschen van Wolfhezen. In het begin der vorige week bespeurde men dat het zich ten zuiden van den Utrechtschen straatweg op het landgoed „de Oorsprong14 bevond. Maandag maakten een zestal geweren jacht op het dier, doch het mocht niet ge lukken ’t te treffen, daar het de wijk nam in westelijke richting in de bosschen van baron Brakell. Woensdagmorgen is het dier door een wel gericht schot door den jachtopziener Branderhout gedood. Het was geen bijzonder groot exemplaarnaar schatting woog het 150 pond. Doodgevallen. Te Terheiden is Vrijdag een 23-jarige dienstbode bij het glazen lappen uit de 2e verdieping gevallen, met het gevolg dat zij op de plaats dood bleef. Zulke oudjesIn de gemeente Schoter- land hebben zich in ondertrouw laten op nemen een 77-jarige man en een 85-jarige vrouw. De man is weduwnaar, maar zyn bruid stapt voor de eerste maal, als jongedochter dus, in ’t huwelijksbootje. Op de vergadering van bestuursleden der Antirevolutionaire Propagandaclubs den tweeden Kerstdag te Rotterdam gehouden werd als resultaat der gevoerde besprekin gen, de volgende motie aangenomen Bestuursleden van onderscheidene Anti revolutionaire Propagandaclubs, hier te lande, gehoord de verschillende besprekin gen, verklaren zich in beginsel voor de idee van samenwerking tusschen genoemde organisaties. Zij wenschen deze quaestie nader in de ledenvergaderingen te bespreken, om op een vergadering, den tweeden Paasch- dag van het volgende jaar te houden, na herhaalde overweging, zoo mogeljjk tot nadere regeling te komen. Een eenigzins grappig moment in een strafzaak was er dezer dagen voor de recht- bank te Amsterdam, zoo meldt de corres pondent van de Leeuwarder Ct. Een bewoner van een provinciestadje, half boer, half heertje, moest getuigenis afleggen in een diefstalzaak. Hy moest vertellen hoe de toestand was in een maga zijn, toen hij daar ’s morgens kwam. De voorzitter vroeg hem, aan de hand van de verklaring voor den rechter-commissaris gedaan, achtereenvolgens: Toen u binnenkwam zag u dit en toen bemerkte u dat er personen in huis moeten zijn geweest, enz. en telkens antwoordde de getuige op een deuntje: „Jae dat zal wel zoo weezen.14 Eindelyk werd het den rechter te kras. Deze wilde daarmee geen genoegen nemen en eischte toen gedeci deerde verklaring. „U moet duidelijk verklaren, zoo werd gezegd, wat u zelf weet en gezien heeft. Mag ik dus aannemen, dat wat u hier gevraagd is, u uit eigen ervaring bekend is De getuige keek den Edelachtbare even aan alsof by over die uitdrukking nadaoht en toen deed hy zyn mond weer open en zei: „Jae, dat zal wel zoo weezen! Ongeluk. Door het instorten van een steiger bij een in aan bouw zijnd huis op het bouwterrein Leeuweudaal te Rijswyk, bekwamen Zaterdagmorgen 3 werklieden ernstige kwetsuren. Een der mannen moest zwaar inwendig gekneusd, per brancard naar zijne woning worden vervoerd. Een „lid*. Ik lees altijd de Kamerverslagen, zei een kiezer tot een Kamerlid, doch ik zie je nooit onder de sprekers. Wat blief je? Zie je dan nooit de woorden staan: „Hilariteit44, „Bijval44, „Opschudding44, „Bravo44 - nu daar hoor fk altjjd rede en rust is maar zelden het lot van ons, menschenkinderen, die in den regel op den oceaan des levens worden rondgevoerd, zooals de zwakke boot des visschers rond zwalkt op het zilte nat, wanneer de wateren worden beroerd door den machtigen adem van den storm, die tocenhooge golven op zweept en speelt met de nietige kracht, die tevergeefs het roer hanteert om baas te blijven over de kracht, die uitgaat van de elementen. Wie beschaming wil vinden voor zyn waan, dat hy het eigen lot in handen heeft, hy wage zich op het eindeloos watervlak, waar slechts de lucht den horizont begrenst, waar het oog rondwaart zonder iets anders te zien dan lucht en water, waar de natuur majestueus is, in rust zoowel als in be weging, waar de mensch leert hoe klein hy is en hoe nietig. Waarlijk, de mensch, die zich zelf kennen wil, vindt slechts zich zelf op de zee terug. Op de wereldzee is dit anders! Wy dobberen daarop rond en onze gezichtseinder is daar beperkt, wordt onderbroken door allerlei en vaak weinig dat verheft en veredelt. Wanneer de voetganger, na langen ver- moeienden tocht het doel der reis beeft bereikt, slaat hy een blik achterwaarts en kykt terug op den afgelegden weg. Het leven is niet anders dan een tocht, met aan het einde het graf, een tocht, waarop men mijlpalen plaatste, misschien wel om ons er aan te herinneren dat het goed is voor ons, om ook eens een terugblik te werpen op hetgeen achter ons ligt. En zulk een mijlpaal in het leven van men- schen en volkeren, wy hebben haar weder bereikt, nu het oude jaar zyn afscheid neemt, om plaats te maken voor een nieuw. Een terugblik ja, maar niet een zulke die vroolyk stemt. Hadden wy by het begin van 1901 ge hoopt, gewenscbt, verwacht, dat daar ginds, in het zwarte werelddeel, de bange stryd zoude zyn beslist ten gunste onzer zwaar beproefde stamgenooten, hoop en wensch en verwachting, zy zyn beschaamd. Hadden wy gehoopt en gebeden dat de rechtvaardige zaak zoude zegevieren, helaas het mocht niet zyn. Terwyl moord en roofzucht haren triumf vieren, terwyl dappere mannen, die strijden voor hunne haardsteden, voor het hoogste goed dat den mensch geschonken werd, voor hunne vrijheid, boeten zy de verdediging van hun goed recht met kogel of strop. Hunne vrouwen en kinderen worden als vee op gesloten in kampen, waar de doodsengel rondwaart, om het opkomend geslacht te vernietigen. En de machtige regeerders in Europa, zjj zien den ongelyken,denonrechtvaardigen stryd, uitgelokt door gewetenlooze geld mannen, aanzy slaan niet als ridders zonder vrees of blaam luide op hun schild, om indachtig aan het „noblesse oblige” hun handschoen in het kryt te werpen voor de ongelukkigen die daar ginds worden uitge moord; zy zwijgen en bezoedelen hun wapenschild door zich de medeplichtigen te maken van de veroveraars. En het Hof van arbitrage, het troetelkind van den onder drukker van Polen en Finnen, de instelling, verheerlijkt en opgeschroefd, het Hof zwygt en heeft geen tjjl zich in te spannen, ter beëindiging van den broedermoord. W aarlyk, eene treurige comedie, die werd af gespeeld in onze Residentie. Vox Populi, vox Dei; de stem van het Bolswardsclie Courant S

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1