NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD Oe Vaderlijke tottg. „OLSWARD EN WOtfSERAPEEE No., 2. Verschijnt Donderdags en Zondags. 41ste Jaargang. 1902. ZONDAG 5 JANUARI. BINNENLAND. VOOR ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 17 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. Leeuwarden, 2 Jan. Het nieuwe jaar begint hier slecht. Gisternacht is een bak kerij in de Kleine Kerkstraat geheel uitge brand en hedenmorgen werd uit de binnen gracht aan de Nieuwestad het lijk van een manspersoon opgehaald, blijkbaar iemand van ’t platteland. Het lyk lag tusschen een praam en den wal. Men schat den leeftijd van den verdron kene tusschen 40 en 50 jaar. Hij is middel matig lang, zwaar gebouwd, zonder baard of knevel, met blond haar, dikken neus, gekleed in zwarte bukskin jas, zwart laken pantalon en vest, zwart zijden frontje, rood baaien onderhemd, bruin flanellen boezeroen, donkerbont gestreept boezeroen, blauwe aangebreide kousen. Hy droeg één zwart lederen pantoffel, de andere is vermoedeljjk te water verloren. De identiteit is nog niet vastgesteld kunnen worden, daar de man niets bij zich had. Mynheer Lagrange was een lange man met een zeer streng uiterljjk. Men vreesde hem in ’t algemeen meer dan men hem lief had, maar zijne vrouw en dochters hadden volstrekt niet over hem te klagen. Dit kwam waarschjjnljjk, omdat hy zich zeer weinig met de huishoudelijke zaken be moeide en zyne vrouw ruim van huihoud- geld voorzag. Zijn beide dochters werden feeder door hem bemind en ook zjjne vrouw aanbad hy. In het kort, hy was een goed echtgenoot en vader, maar stond er op, dat zijne heer schappij als heer des huizes erkend werd en men voor zjjn wil boog. Hy was voor den tweeden keer gehuwd, en zijne tweede vrouw, een goedaardig, zacht schepsel, had eene dochter uit haar eerste huwelijk meegebracht, die een beetje jonger was dan zjjne dochter uit zyn eerste huwelijk. Nooit kon men merken, dat hy z ij n e dochter in iets bevoorrechtte boven die van zijne vrouw; men zou zelfs kunnen geloo- ven, dat hy een zekere voorliefde voor deze laatste had, hetgeen men kon toeschrjjven aan de omstandigheid, dat zyne stiefdochter Jeanne het altyd met hem eens was, ter wijl Geneviève dikwjjls met hem van mee- ning verschilde en hem dan tegensprak. De beide stiefdochters hielden veel van elkaar en waren nooit jaloersch, hetgeen mijnbeer Lagrange toeschreef aan zyne ver standige wyze van opvoeding, evenals hy het geluk, dat hy steeds met zyne beurs speculaties had, toeschreef aan zyne eigen schranderheid. Het moet gezegd worden, dat alles hem naar wensch ging, zoowel in het huishou den als in zjjne zaken, en hy over niets te klagen had. Op zekeren dag kwam hij vroolyker dan anders thuis. Toen hy aan tafel zat en het dessert werd opgediend, zeide hy plot seling tot zyne eigen dochter: .Geneviève, je bent nu twintig jaar oud". ,Ja, vader, dat weet ik", antwoordde het meisje, nieuwsgierig naar wat er volgen zou. ,Dat is de leeftijd om te trouwen", ver volgde de vader. ,0, als u dat denkt, zal het wel zoo zyn antwoordde Geneviève. „Ik reken er op, dat jjj je aan mjjn wil zult onderwerpen, maar ik geloof, dat je dat ook niet moeilyk zal vallen, want de man, dien ik voor je bestemd heb, is een knappe kerel en de eenige zoon van een schatrijken koopman". „Ik dank u al by voorbaat, papa", ant woordde Geneviève, „en ik heb het volste ver trouwen in uwe keuze, maar het zal toch noodig zyn, dat ik myn toekomstigen echt genoot eerst leer kennen". .Zeker, je hebt groot geljjk", antwoordde mynheer Lagrange. .Ontvang hem vriende lijk, alles is reeds tusschen zyn vader en m jj overeengekomen, over zes weken moeten jullie verloofd zyn. Wjj, beursmen^chen, hebben geen tjjd te verliezen, wy moeten steeds daarmee woekeren". .Maar..." begon Geneviève. Verder kwam zjj niet, daar Jeanne haar op den schouder tikte. .Wat is er?" vroeg de koopman, terwijl hy de wenkbrauwen fronsde. .Niets vader", antwoordde Geneviève. .ik zal doen hetgeen u verlangt en al myn best doen dien heer zoo goed mogelyk te ontvangen. Wanneer komt hy?" .Morgen reeds! Ik heb je al gezegd,dat ik geen tyd wil verloren laten gaan".- .Waarom heb je my, toen ik tot vader wilde spreken op den schouder getikt en daardoor van de wjjs gebracht? vroeg Ge neviève aan hare stiefzuster, toen zy alleen waren. .Wel, ik merkte, datje vader weer wildet tegenspreken", antwoordde Jeanne. ,Nu, en mag ik dat dan niet doen, ik ben toch al twintig jaar .Wacht tenminste tot je je aanstaande gezien hebt. Indien hy je bevalt, heb je niets te reclameeren en gaat alles van zelf zyn gang, en als hy je niet bevalt, dan is er nog altijd tyd om hem te weigeren." Geneviève zag in, dat hare zuster geljjk had en wachtte met ongeduld op het be zoek. Den volgenden dag kwam hy, mynheer Frédéric Monelerc. Hy had een knap uiter ljjk en innemende manieren, zoodat het geen wonder was, dat Geneviève reeds acht dagen na zijn eerste bezoek, gedurende welken tyd hy geregeld eiken dag even by haar was komen aanwippen^ dol verliefd op hejn was, Vier jaren waren er verloopen, toen een nieuw ongeluk den koopman trof. Zyne vrouw namelyk, die hy zoozeer bemind had, stierf na eene ziekte van slechts weinige dagen. Nu bleef hem alleen zyne stiefdochter Jeanne op deze wereld over. Zyn eenige ontspanning voortaau was met haar verre wandelingen te doen. Jeanne wist er altijd voor te zorgen, dat zy naar de vallei van de Marne gingen, daar zij wist, dat Geneviève in die buurt woonde, en hoopte, dat door het een of ander gelukkig toeval haar stiefvader zijne dochter zou ontmoeten en zich met haar zou verzoenen. Op zekeren dag, dat Jeanne weder met haar stiefvader in den omtrek van de vallei wandelde, zagen zjj een kleinen jongen, die met keisteenen speelde. .Waarom speel je toch met die steeneu en niet met een bal?" vroeg het meisje hem. .Omdat moeder veel te arm is om er een voor my te koopen", antwoordde de jongen. .Wil je met ons meegaan, dan zullen wy er een voor je koopen vroeg de oude heer Lagrange. „Ik weet niet of moeder dat wel goed zal vinden, maar ik zal het haar wel even gaan vragen, „zjj woont daar in dat kleine huisje", zeide de knaap. .Neen, neen", hernam nu Jeanne, „blijf jy maar hier, dan zal ik wel even naar je moeder loopen." Na weinige oogenblikken reeds kwam het meisje terug en riep den knaap reeds van verre toe: .Je moeder vindt goed, dat je met ons meegaat". De jongen huppelde nu vroolyk voor geen honderd schreden gedaan, toen hy De onbekende drenkeling, die hier gister morgen levenloos uit de binnengracht aan de Nieuwestad werd opgehaald, is gebleken te zijn Jan Smit, geboren 31 Dec. 1858 te Tjalleberd, nu arbeider alhier. Rottevalle, 2 Jan. Een jongeling alhier verbrijzelde' zich met een pistool de vader en dochter uit, maar hy had nog linkerhand en is op advies van den dokter geen honderd schreden gedaan, toen hy dadelyk naar het academisch ziekenhuis te over een grooten steen struikelde. Hjj huilde Groningen gebracht. Bij Reitze Bloem- vreeselyk en Jeanne was wanhopig. Daar hy hevig bloedde, maakte zij haar zakdoek nat en bette daarmede de wond. .Vader", riep zy eensklaps uit, .daar loopt een speelgoedkoopman, loop vlug naar hem toe, terwjjl ik hier voor mijn patient zorg, en koop dan wat speelgoed voor hem, dan houdt hy misschien op met huilen". De oude heer gehoorzaamde en kwam na weinige minuten terug met zjjne beide handen vol ballen, fluitjes, trompetten en ander speelgoed. Hy legde dit alles naast den kleinen jon gen neer, die niet kon nalaten, ondanks zyn pijn, van vreugde luide te jubelen. De dag van hun huweljjk was reeds vastgesteld en voor hun uitzet gezorgd, toen er plotseling iets gebeurde, dat niemand voorzien had en de huweljjksdroomen van de beide verloofden wreed verstoorde. Een ongelukkige speculatie namelyk ruïneerde den ouden heer Monelerc geheel. Mynheer Lagrange wilde nu niets meer van het huweljjk weten en zeide tegen Geneviève, dat de zoon van een .onteerd" man, zooals hjj mjjnheer Monelerc noemde, onmogeljjk zyn schoonzoon kon worden. Maar het was te laat, Geneviève, wier hart tot nog toe voor geen enkelen man had geklopt, beminde Frederic Monelerc vurig en kon hem nooit vergeten. Jeanne trachtte haren stiefvader nog gunstig voor Frédéric te stemmen en vroeg of Geneviève tenminste wachten mocht, totdat de oude heer Monelerc er weder bovenop gekomen zou zjjn, maar de heer Lagrange voegde haar barsch toe: .Neen, nooit zal ik mjjne toestemming tot het huweljjk geven." Geneviève en Frédéric zagen elkaar nu voortaan niet anders dan op afgesproken plaatsen in het bosch, wanneer het meisje zich aan de waakzaamheid van haren vader had weten te onttrekken. Haar vader wilde haar een nieuwen huweljjkscandidaat opdringen, een schatrijk jongmenseh van goeden huize, maar zjj weigerde met groote beslistheid dien heer te ontvangen. Nu hadden er telkens tusschen vader en dochter heftige scenes plaats en op zekeren avond verliet Geneviève woedend de ouder lijke woning en begaf zich naar eene zuster van hare overleden moeder. Vandaar uit schreef zjj aan haren vader een langen brief en vroeg hem nogmaals zjjne toestemming tot haar huweljjk met Frédéric; hjj bleef echter hardnekkig wei geren en nu dreigde zjj om dan zonder zjjn toestemming toch te trouwen, hetgeen zjj, daar ze reeds meerderjarig was, kon doen. Toen haar vader dit dreigement vernam, geraakte hjj buiten zichzelf van woede en wilde haar vervloeken. Maar toen hjj zjjne armen ophief en zjjn mond opende om den vadervloek uit te spreken, drukte Jeanne, die dit wilde tegengaan, een kus op zjjne lippen. Hjj had slechts kunnen roepen: ,Ik ver..." De overige woorden waren door de kus verstikt. De vervloeking bleef dus onuit gesproken, dank zjj de edelmoedige daad van Jeanne. De oude koopman duwde zjjue dochter op zjj en, verre van opnieuw de vervloeking uit te spreken, begaf hjj zich dadelyk naar zjjne studeerkamer, waar hjj in krampachtig snikken losbarstte. Sedert dien dag werd hjj hoe langer hoe teederder voor Jeanne, die hem overal ver gezelde en nu zjjne eenige dochter was. bergen alhier heeft men de laagheid gehad, de kraan van het carbolineumvat open te zetten, zoodat de geheele inhoud verloren ging. Eigenaren van eenige stukjes grond te Harkema-Opeinde kunnen die niet ver- koopen of leveren, ofschoon zij in ’t bezit eener notariëele acte zijn. Hunne eigen dommen, vroeger stukken heide, behoorden tot een massaal eigendom, waarover voor zeer vele jaren hypotheek werd genomen. Deze hypotheek moet wel zijn afgelost, maar niet geroyeerd. En nu zeggen notaris en deurwaarder, als ze verkoopen willen„kan niet geleverd worden." Hoe moeten ze nu? Koudum, 2 Jan. Door den jager v. d. H. alhier werden in twee dagen nog 10 houtsnippen geschoten. In de gemeente Gaasterland werden in enkele Houwen 3, 4 en 5 stuks gevangen. Deze late trek van de houtsnip komt zelden voor; misschien voorspelt hij voor de komende maanden zacht winterweder. De gevangen en geschoten vogels brachten f 2 per stuk op. Mantgum, 2 Jan. Bij de gelegenheid eener tooneelvoorstelling alhier ontstond tus schen twee der aanwezigen twist. Deze liep zoo hoog, dat de een den ander met een bierglas een zware wonde aan het voorhoofd toebracht. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp ingeroepen. De justitie is met het geval in kennis gesteld. Oudehaske, 2 Jan. Door een arbeider van den heer H. Rose alhier is, bij het baggeren van een wijk, een kalken pijpekop in den modder gevonden, waarop men nog zeer duidelijk leest: De Vryheid is hersteld, Wy mogen Gode loven; Verlost van vreemd geweld, ’t Is weer Oranje boven. Hersteld 1813. Jubeljaar 1863. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. In de haven te Geertruidenberg is Donderdagmorgen gevonden het lijk van den sigarenmaker K. rechtop staande in de modder. De justitie, die een misdaad ver moedde, heeft een onderzoek ingesteld. F. v. O. te Breda, die Woensdag avond zwaar beschonken in de Veemarkt- straat werd gevonden en door eenige per sonen naar zijne woning werd vervoerd, is des nachts in de jenever gestikt en des morgens dood gevonden. Bij de politie te Dordrecht is de helm der agenten, voor eenige jaren ingevoerd, vervangen door een nieuw hoofddeksel, in den vorm van een hooge uniformpet. De helm blijft alleen voor feestdagen in gebruik, Gelijk gemeld werd, is door den commissaris van politie te Arnhem ter zake van beleediging een aanklacht ingediend tegen den heer J. N. v. Munster, midder- nachtzendeling aldaar. De toedracht dezer zaak wordt aan de N. A. Ct. als volgt medegedeeld: Eenige dagen geleden kwam de heer v. M. op het bureau van politie om informaties in te winnen omtrent eene Duitsche vrouw, wier lot de middernachtzendeling zich had aangetrokken, om haar naar Duitschland terug te brengen en haar met haar echtge noot te verzoenen. De politie had evenwel de vrouw als zijnde zonder middel van bestaan over de grenzen gezet, ofschoon de middernacht zendeling aangeboden had haar een middel van bestaan te verschaffen. Tusschen den commissaris en den beer v. M. heeft toen eene woordenwisseling plaats gehad, waarbij de commissaris, sprekende over een brief dien de vrouw aan de middernaohtzendelingen toe ver trouwde, gezegd hadje hebt haar dien afhandig gemaakt. De heer v. M. ant woordde daarop „jullie zijn hier abnor maal." Naar aanleiding van deze woorden werd een aanklacht ingediend. Instruotie heeft reeds plaats gehad. Moord. Woensdag vertrok het gerecht van Tiel om een onderzoek in te stellen naar een moord, te IJzendoorn gepleegd. Eenige werklieden op den steenoven van Burgers ontstaken tegen den wil van den herbergier van Ommeren in diens herberg vuurwerk. In den twist, die daardoor ontstond, kreeg de eigenaar zulke verwondingen, dat hy eenige uren daarna overleed. Vier van de vechtersbazen zjjn bekend. De geheele Brandraad te Beverwijk heeft ontslag genomen wegens oneenigheid met den burgemeester. Da grief is hoofd zakelijk, dat de burgemeester met voorbij gaan van brand- en kwartiermeesters, bij brand de manschappen zelf commandeerde en zich mengde in de huishoudelijke aange legenheden van den Brandraad. 4ttwL Couranb, Drie dagen waren na dit voorval ver loopen, toen de oude heer Lagrange aan zyne dochter vroeg: „Jeanne, is de kleine jongen, die laatst zoo gevallen is, toen hy by ons was, arm?' „Zeker, vader, zeker, zjjne moeder ver keert in zeer armoedige omstandigheden", antwoordde het meisje. „Als zjj haar kind aan ons wilde afstaan, zou jjj je dan met zjjne opvoeding willen belasten?" „Van ganscher harte, vader". „Zie je, Jeanne, ik heb altjjd zoo naar het bezit van een zoon verlangd". „Maar vader, het hangt geheel van u af of hjj voorgoed bjj ons komt. Want zjjne moeder zal er niets op tegen hebben, die heb ik reeds lang herkend?" „En wie is zjj dan?" „Wel, Geneviève!" Er kwam bjj het hooren van dien naam een wolk op het gelaat van den ouden heer, maar Jeanne vervolgde haastig: „Zjj is alleen en zou haar zoontje gaarne aan ons willen afstaan, maar het kind zou zonder zjjne moeder niet bjj ons willen komen wonen". „Ja, maar haar wil ik nooit meer zien, ik heb haar immers vervloekt!" „U hebt vergeten, vader, dat ik u uwe vervloeking niet heb laten uitspreken door een kus op uwe lippen te drukken". „Je zegt, dat Geneviève alleen is, waar is dan haar man?" „Hjj is in Amerika, waarheen hjj zjjn vader is gevolgd. Zjj werken daar beiden van den vroegen morgen tot den laten avond en hebben besloten niet terug te keeren alvorens zjj hun fortuin terug hebben". Op dit oogenblik werd in den tuin een oorverdoovend lawaai van trompetten en trommen gehoord. „Wat beteekent dat?" yroeg de oude koopman verbaasd. „Wel vader, daar komt de kleine Henri aan. Hjj wil u zeker bedanken voor uwe goedheid". De oude man sloot zjjn kleinzoon in de armen en zeide tot Jeanne: „Ga jjj nu gauw naar zjjne moeder en vraag of zjj voor goed met haar zoontje bjj ons wil komen wonen. Het hart van den ouden despoot had gesproken en hjj gehoorzaamde. Bolswardsche Courant ■k t».

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1