NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLS WAHÖ EK
..WSBBABBB&
1902.
41ste Jaargang.
No. 11.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
DE WINTER.
3 DONDERDAG 6 FEBRUARI.
B 1 N N K W Ju A B 1).
X
X
^XDOOCXDOOC>3rx3C>c>oc>cx:>:Sj
.9
IS
■3
VOOR
De regeling
0,10
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
1,—
0,60
0,20
0,10
0 05
0,05
1,—
0,40
0 10
0,10
0,05
0,05
750—
500-
350—
200—
-o
IS
a
.5
*S
Dan heb je een strengen winter, dien
bejaarde menschen ouderwetsch noemen,
omdat hy er vroeger ook al eens geweest
is. Een despoot, myneheeren, niet anders.
Een streng heer, die ter beschaming van
het spreekwoord, lang regeert, van half
November tot Maart. Een tiran, die den
minderen man leert, voor hem te vreezen,
en den rijke dwingt, geld te verspillen tot
ajjne eer: sjofele, bibberende baanvegers.
0’20
0,10
0,10
0,05
0,05
Veenklooster, 3 Febr. Er waren een
jongeling eu een meisje. En de jongeling
wou met trouwen eq pet meisje wou dit
juist zoo spoedig
deed ten slotte trouwbelofte, maar bleef
weg.
die de hand uitsteken naar dames in bont,
die eene sledevaart meemaken.
Een ouderwetsche winter brengt veel
ellende en veel genot; veel wedstrijden en
veel liefdadigheidsconcerten veel geklaag
en veel medelijden, weinig werk en veel
liefdadigheid.
Jawel, hij brengt bergen sneeuw soms,
een pak ineens, maar toch ook veel hel
dere luchten en gezond, pittig, versterkend
winterweer. Hy brengt ijs, en daarmee is
alles gezegdijs met scharrelende, trek-
beenende jongensmet drommen jongelui,
die zich nooit zoo vlinderachtig-poëtisch
gevoelen als nu. en wier onderlinge ken
nismaking (hoe ijverig ook gezocht) daarom
zelden tot „iets" leidtmet deftige men
schen, die rijden om het niet te verleeren
en met oudjes, die er nog lang een eer in
hopen te stellen, dat ze in het jaar zooveel
nog gereden hebben. Een ouderwetsche
winter heeft tenminste vóór, dat hij ouder
wetsch en Hollandsch is.
Wonseradeel, 1 Febr. In de heden
gehouden Raadsvergadering is benoemd tot
armvoogd te Pingjum de heer S. Attema
en tot tweeden dorpsreiniger in het ressort
Arum W. Bakker te Tjerkwerd.
Het dagelyksch bestuur werd gemachtigd,
om tot voorziening in de behoefte aan kas
geld tijdelijk een bedrag van f 15,000 bij de
firma gebr. Kingma te Makkutn op te nemen.
Het kohier van schoolgeld over het 4e
kwartaal van 1901 werd vastgesteld tot een
bedrag van f458,60.
Naar aanleiding van een verzoek van
ingezetenen van Lollum werd besloten tot
het vernieuwen van eene draai in het voet
pad naar Cubaard.
De heer A. J. H. Hagdorn te Makkum,
die eene klacht had ingediend over het
geval dat op den avond voor Kerstmis op
Harkezijl voor de vele passagiers naar
Makkum geen voldoende plaats in de paarde-
tram beschikbaar was, werd met zijn be
zwaar verwezen naar den directeur der
Nederlandsche Tramweg-Maatschappij.
De armbesturen voor Ferwoude en Corn-
werd werden gemachtigd tot het aangaan
van eene overeenkomst met de geneeskun
digen dr. W. Driendijk te Makkum en dr.
H. J. Kremer te Witmarsum.
Aan eene zangvereeniging te Zurich werd
voor hare oefeningen het gebruik van een
schoollokaal toegestaan.
Door eene commissie werd rapport uitge
bracht van het onderzoek der rekening van
het beheer van den Bols warderHarlinger-
weg, over 1900. Da commissie constateerde,
dat een art. van uitgaaf f 1 te hoog opge
teld en het batig saldo der rekening dien
tengevolge f 1 te laag gesteld was. Besloten
werd de rekening goed te keuren met de
eindcijfers zooals deze bij juiste optelling
behooren te zijn.
De Raad hield zich verder bezig met het
vaststellen van nieuwe verordeningen op
de heffing en invordering van schoolgeld,
noodzakelijk geworden door de gewijzigde
heffing van den hoofdelyken omslag. De
bestaande categoriëa van heffing zyn zoo
Vier wielen waren over het arme kind
heengegaan en als het ware midden door
werd het nog levend opgenomen en in
huis gedragen bij den naastbij wonenden
heelkundige. Hier mocht echter geen hulp
meer baten. Na weinig oogenbhkken had
de negenjarige Harmke v. d. V. opgehou
den te leven.
Voor hoe lang of hoe kort? zal
dit verschrikkelijk ongeluk een waarschu
wing zijn voor onze roekelooze jeugd En
zal het leiden tot scherper toezicht of tot
het verordenen van veiligheidsmaatregelen
4 Febr. Het lijkje van het meisje is
hedenvoormiddag naar Crackstate vervoerd
en gerechtelijk geschouwd. Daarna is het
overgebracht naar de gemeentelijke barak.
Joure, 1 Febr. Met ingang van heden
is vanwege de Nederl. Tramwegmaatschapij
een maatregel ingevoerd, die voorzeker mag
worden toegejuicht.
Een eind voor- en langs den gevaarlijken
bocht bij de school aan de Midstraat alhier
loopt n.l. thans steeds een conducteur de
met matige snelheid rijdende tram vooruit,
des daags met een seinvlaggetje en’s avonds
met een brandende lantaarn.
Workum, 3 Febr. In onze stad is een
strijkorkest opgericht, onder den naam
.Cecilia”.
Het aantal werkende leden bedraagt 13.
Tot directeur ie benoemd de heer J. H.
Lümer alhier.
Heidenschap, 3 Febr. Bij het graven
van een gierput op het erf van den land
bouwer N. alhier, heeft men op ongeveer
3 M. diepte enkele nog volkomen gave
boomstammen gevonden. Ze rusten op zand.
Heerenveen, 3 Febr. De Vereeniging
voor Feestelijkheden en ter bevordering van
het Vreemdelingenverkeer te Heerenveen,
heeft op haar adres van de Mjj. tot Expl.
van Staatsspoorwegen, met het verzoek de
eendaagsche retourkaarten naar Heerenveen
tegen betaling van de enkele reisvracht, in
den aanstaanden zomer ook aan andere
stations dan Leeuwarden, Grouw, Irnsum
en Akkrum uit te geven, ten antwoord
ontvangen, dat aan dit verzoek niet kon
worden voldaan. De met den genomen
maatregel in den afgeloopen zomer ver
kregen resultaten zyn niet zoodanig geweest
- - zegt de Mij. dat tot verdere uitbreiding
overgegaan kon worden. Voorloopig althans
niet.
Dat gelooven we gaarne. Wie wist iets
van die eendaagsche retourkaarten? De
maatregel werd ingevoerd en... doodge
zwegen. Bij toeval moest men ’i vernemen.
Zou bij meerdere publiciteit geen ander
resultaat verkregen zijn?
Hepk, Nieuwsbl. v. Fr.
mogelyk. De jongeling
Het meisje en haar vader trokken
toen uit naar zijne woning, maar werden
den eersten keer onheuech ontvangen en
vonden de tweede maal de deuren gegren
deld. Dorpsgenooten namen het voor het
meisje op. Ketelmuziek werd er geroepen.
De serenade aan den ontrouwen vrijer werd
bepaald op Zaterdagavond.
’t Is Zaterdagavond. Te 7 uur hebben
reeds eenige deelnemers zich in de dorps
herberg vereenigd het meisje en haar vader
zijn er ook. Er komen steeds meer. En
daar... komt argeloos ook de vrijer binnen
stappen. Dat is de baas in den strik. „Er
niet weer uit!" schreeuwde men. Vijftig
a zestig mannen en vrouwen, jongelingen
en jongedochters omringden hem en wyzen
hem in goedens en in kwadens op zijn
plicht. De jongeling laat zich niet ver-
teederen, noch door dreigementen bevreesd
maken. Eindelijk breekt het sluitingsuur
aan. De handhaver van orde en rust neemt
den bedreigde onder zijne hoede, doch zoo-
dra deze de kans gunstig ziet, vlucht hij
het bosch in en weet zich daar te ver
bergen. Thans gaat de om wraak roepende
menigte op de boerderij zijns vaders los en
vernielt eenige glasruiten. Op de komst
van den veldwachter wordt de orde echter
hersteld, doch tot middernacht beweegt het
volk zich langs de straat.
Heerenveen, 3 Febr. Er is hier heden
avond een droevig ongeluk gebeurd. De
halfzeventram van Gorredijk passeerde onze
plaats.
Bij de hoofdbrug gingen twee meisjes op
de voorste treeplank der eerste wagen
zitten en reden wat een gevaarlijk spel
ie, dat niet genoeg kan worden te keer
gegaan mee tot nabij de Basculebrug op
de Fok. Even voor die brug stopte de
tram een oogenblik en zette zich toen weer
in beweging. Waarschijnlijk door een
on verwachten ruk viel het meisje van de
plankmen hoorde een akelig hulpgeroep
de tram stiet en schoktehet ongeluk
was gebeurd.
1,- 1-
1,— 0,80
0,60 0.40
0,40 0,20
0,20
0,10 0,05
alles per maand.
Workum, 31 Jan. Hedenvoormiddag
nabij mogelijk behouden gebleven. Daaraan
zijn echter twee categoriën met eene ver-
verlaagde heffing toegevoegd. Da regeling
is nu gemaakt als volgt
iaÖ
SgW
zyn de ebdeuren aan onze zeesluis plotseling
met krachtig geraas dichtgeslagen. Deze
deuren waren tijdens de reparatie in den
afgeloopen zomer naar het schijnt niet vol
doende bevestigd, en konden nu geen weer
stand bieden aan den geweldigen drang
van het boezen water. Een der beide deuren
lijkt aanzienlyk beschadigd te zyn.
Dit ongeval komt een goed deel van den
zuidwesthoek zeer ongelegen, want het water
is hier eensklaps tot een ongekende hoogte
gestegen, omdat er niet gestroomd kan
worden.
Mede tengevolge hiervan kon de beurt
schipper op Amsterdam heden niet vertrek
ken en kunnen er ook geene schepen
binnenkomen.
Maandag is men er met veel inspanning
in geslaagd de deuren open te trekken,
zoodat nu weer wordt gestroomd.
3 Febr. De scheepvaart in den Zuid
westhoek is totaal door de vorst gestremd.
Een ieder zij voorzichtig en ga niet te
spoedig op het ijs, omdat met al de zee
sluizen in onze provincie wordt gestroomd,
waardoor het ijs bijna nergens vertrouw
baar is.
3 Febr. Als eene bijzonderheid kan
worden medegedeeld, dat een der eenden
van G. D. den 25ste der vorige maand 5
eieren bad gelegd.
Het zachte winterweder tot dien datum,
zal zeker het zijne daartoe hebben bij
gedragen.
Een knaap te Clinge viel van een
trap en kreeg een bloedende wond aan het
hoofd. Om het bloed te stelpen werd er
fluks een spinneweb volgens een oud
volksbijgeloof ’t non plus ultra opgelegd.
Spoedig echter deden zich verschijnselen
van bloedvergiftiging voor, het hoofd zwol
vreeset ijk op en het zal den geneesheer
groote moeite kosten den armen kleine in
het leven te houden.
g 5
f 1700 en hoog, f 1,25 f L25 f L25 f 1,25 f 1,25
1300- 1600 - - - -
1000— 1200
950
700
450
300
Er is ook een vroege winter, die gauw
berouw krygt en naar „betere gewesten"
verhuister is een late winter, die met de
schuit van achten komt, en maar een paar
nachten overblyft. Er is, o, er is nog veel
meer...
Er is ook een kwakkelwinter, de plaag
van ons dierbaar vaderland. De kwakkel
winter maakt bang voor hetgeen er niet
komt, en wekt hoop op hetgeen hy niet
geven zal. Hjj houdt den menSch in ge-
stadigen onrust en onafgebroken verkoud
heid. Hy laat een sneeuwlucht hangen,
zoo dik en zoo zwaar en grjjs en laag, dat
men de vlokken grypen kan, maar hjj
laat ze hangen. Hjj laat het vriezenmaar
als de gracht een kraai of een jongen
houden kan dooit het weer. Hjj zendt
’s morgens onverwacht een Zuid-Ooster
sneeuwstorm en ’s nachts stilletjes een
flapregen uit het zuidwestendaarna drie
dagen mooi weer met wat hagel.
In zjjn leegen tyd is het erg mistig.
Menschen, die eene slechte borst hebben,
worden sukkelig en alle menschen krijgen
een slecht humeur. Er worden nooit zoo
veel aanmerkingen op ons klimaat gehoord,
als in een winter, die kwakkelt. Dit zegt
genoeg.
En nu deze winter, deze eigenste winter,
die den overgang vormt tusschen de jaren
1901 en 1902 Hoe moet daarover het oor
deel luiden? Wjj schorten ons oordeel op,
totdat zjjne dagen vervuld zjjn. Dit alleen
weten we met de zekerheid der ervaring
tot op Zondag 26 Jan. is hjj geen winter
geweest. En wat Februari ons zal brengen,
wjj zwjjgen er over uit bescheidenheid.
Wellicht gladde ijsbanen, door een koes
terend voorjaarszonnetje beschenen, waarop
menig Heintje zjjn Trjjutje vindt. Misschien
ook indien althans in mjjne eksteroogen
het gevoel zich huwt aan d<e gaaf der
profetie nog menige sneeuwjacht, met
straten vol sneeuwbrjj en den aankleve
van dien. Of kunnen de teekenen bedriegen,
en hebben we na eene te warme Decem
ber- en Januari-maand ook nog weer een
te warme Februari te wachten Wjj buigen
het hoofd en zwygen. In raadselen wandelt
de mensch op aard.
Indien ge lid van de Ijsclub zjjt, en
wie is dat tegenwoordig niet, dan hebt ge
zeker slechts met ergernis berust in de
gedwongen werkeloosheid van uwe ver
eeniging.
„De Winter heeft, hoe grjjs van kin"...
nog allerlei jongenseigenaardigheden. Hjj
is oud, zoo oud als de wereld, kan men
zeggenen toch kan men volstrekt niet
op hem aanhjj is zoo onstandvastig, zoo
weinig aan zich zelf gel jjk, zoo inconsequent,
als was hjj nog in zjjne vlegeljaren, zoo
wispelturig als een pas gespeend jong-
mensch, zoo veranderlijk als ...enfin, zoo
veranderlijk als de wind.
Men heeft opgemerkt (men let op alles
tegenwoordig), dat er verband bestaat
tusschen winter en wind, en dat de kuren
van den eerste de meest natuurlijke uitin
gen ter wereld blijken, als men eenmaal
weet, „uit welken hoek de wind waait."
Ik wil dat wel gelooven waartusschen
bestaat eigenlijk geen verband
Maar dat neemt niet weg, dat het toch
ook eene zeer degeljjke opmerking is, be
vestigd door jarenlange waarneming van
onze „oomes," wanneer wjj onze peet hooren
zeggen: „D’iene winter zait d’aare niet."
Kjjk, er wordt veel beweging gemaakt
over weerkunde en weerkennis. Er worden
voorspellingen gedaan, die „weleens uit
willen komen." Maar is dat wel de goede
richting? Moet men niet veeleer omzien,
en bjj bedaagde, bejaarde menschen te rade
gaan Die weten, hoe het weer altjjd ge
weest isdie hebben winters leeren kennen.
„Je kinne der stomp niks op an, peet,"
zeg ik dan ook, „d’iene winter is zus, en
d’aare zóó.
„Krek, Piet," zegt ze, „der hai-je...“
Ik zal eens vervolgen.
Daar heb je vooreerst de zachte winter.
Vroeger geloofde ik nooit, dat het een
winter was. Het idee van een echten,
wezenlijken winter was nog onafscheidbaar
verbonden aan „Kerstmis op schaatsen en
Vrouwendag open water." De zachte winter
weet niets van zjjn plicht. Op sloffen komt
hjj aan met wat regen, wat natte sneeuw,
wat fijnen hagel, wat kou en wat zonne
schijn, met van alles wat, behalve met wat
eigenljjk een winter maaktvorst.
De wintervorst is een mooi woorddaar
ligt het begrip van heerschappij in en
van den baas spelen, maar ook van majes
teit en pracht. Maar een zachte winter is
een nul, die geen kwaad doet, omdat hij
niet kan. De winterjassen worden aange
trokken voor het „fatsoen," de wintercos-
tuums worden aangeschaft om de-costuums,
niet om den winterniemand is bang voor
hem. De kinderen hebben aan hem een
hekelal wat werk heeft, lacht hem uit.
Diepen afkeer van zoo’n winter teekent het
gelaat van nu ja, laat ik ze nog maar
met den ouderwetschen naam noemen
van de turfboeren, die nu handelaars in
brandstoffen geworden zynin steenkool,
cokes, anthraciet
Er komt een tijd, dat zoo’n winter
voorbij isde almanak wjjst het uit, het
verstand zegt het, maar ons gevoel is on
voldaan. Er is geen winter geweest en een
Maartsche bui met sneeuwjacht wordt een
late, schrale troost. De zachte winter gaat,
zooals hij kwam: op vilten pantoffels weg
sluipend, als schaamde hij zich.
Bolswardsche Courant
u
•o
4)
J3
a
co
■s
-Q
•o .5
as
5 ng
'S 5
C Q
n
<5 041
fl 0
9 dQ