NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARÖ EN WONSER ABEEL
1902.
41ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
No. 16.
DE STEELZUCHTIGE.
d-
BINNENLAND.
VOOR
zei by tot de zieke, „gij
geef
zei zü,
waarom
zijn patiënte kromp
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar A 5 Ct.
p
$XXXXXXXXX^XXXXXXXX$
b ZONDAG 23 FEBRUARI.
van een
Oldeboorn, 19 Febr. Heden werd
alhier aan onderscheidene personen uit ver
schillende plaatsen, per brief en briefkaart
en zelfs per telegram gevraagd, of onder de
dertig verdronkenen in ons dorp ook vrien
den of kennissen behoorden. Gelukkig kon
geantwoord wordenStel je gerust. Er
is niets van waar.
Wij vragen: Hoe komt zoo’n praatje in
de wereld
Leeuwarden, 20 Febr. De zalen van
den heer Visser waren heden stampvol en
de deuren moesten wegens den grooten
toevloed van belangstellenden reeds vroeg
gesloten worden, hoewel later nog eenigen
binnen mochten. Op het tooneel, dat o. m.
met de vlaggen van den Oranje-Vrijstaat
en de Transvaal was versierd, bevonden
zich eenige heeren en dames en onder hen
de beide sprekers van dezen avond, Com
mandant P. A. Steenekamp uit Burgersdorp
in de Kaapkolonie (de held van Stormberg)
en P. W. de Villiers uit Middelburg (Z.
Afr. Rep.) die in ’t begin van den oorlog
deel uit maakte van het 3000 man sterke
commando, dat op Estcourt aftrok, doch
later toen Buller met 40,000 man aan
land stapte bevel kreeg, om terug te
trekken. Beide heeren waren later door de
omstandigheden genoodzaakt, Zuid-Afrika
te verlaten, konden thans niet meer vechten,
doch trachten intusschen in Nederland voor
land en volk te doen, wat zij kunnen. De
heer Steenekamp had nu reeds sedert twee
jaar en vier maanden, vrouw en kinderen
niet gezien.
Het waren flinke, donker uitziende man
nen, deze Boeren en zij wisten hun talrijk
gehoor zeer te boeien met hunne mededee-
lingen uit den heldenstrijd, op zoo eenvoudige
wijze voorgedragen en waarin de humor ten
koste van den Eugelschman natuurlijk niet
ontbrak. De heer Steenekamp had iets meer
beleefd en daardoor ook meer te zeggen dan
zijn vriend De Villiers.
In de pauze werden staande het Wil
helmus (oude toonzetting) en de Transvaal-
eche en Vrijstaatsche volksliederen gezongen.
Ds. P. A. J. Jas opende de vergadering,
die door den heer W. C. v. Munster werd
gesloten. Bij het uitgaan werd een collecte
gehouden. Vele aanwezigen gingen op de
stoelen staan, wat soms aanleiding gaf tot
onordelijkheid.
Lemmer, 20 Febr. Was de haringvangst
dezen winter tot dusver buitengewoon slecht,
nu onze visschers de visscherij weer hebben
hervat, schjjnt hierin een gunstige veran
dering te komen. Hedenavond toch kwam
hier *n span visschers (twee schuiten) binnen,
met ruim 20 tal haring, wat bjj den hoogen
prjjs van f 6 per tal, die hedenavond werd
besomd, zeker een goede vangst mag worden
genoemd. Over het geheel was de vangst
hier hedenavond goed. De gebeele aanvoer
bedroeg hier deze week alreeds 500 tal
(een tal is 200 stuks), waarvoor van f 6 tot
t 7 per tal werd betaald.
Noordwolde, 20 Febr. De jonge koop
vrouw J. V. bezoekt wekelijks den heer
L. K., die er een kwaden hond op na houdt.
Toen ze nu weer het erf betrad zonder
hare koopwaar bij zich te dragen, scheen
dit voor den hond zoo’n ongewoon ver
schijnsel, dat hij het meisje woedend aanviel
en haar door beten ernstige verwondingen
toebracht in het gelaat. Kort daarna zwol
het gelaat zoodanig op, dat geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen. Haar toestand
is echter thans in zooverre bevredigend,
dat het gevaar van bloedvergiftiging is ge
weken.
Gaasterland, 19 Febr. Gisteren ver
maakten eenige personen van Nijemirdum
zich met schaatsenrijden op zee toen plot
seling de heer 8. door het ijs zakte, ’t Kostte
hem veel moeite weer op het vaste ijs te
komen, daar dit telkens afbrak, waardoor
de heer 8. nog al aan het gezicht werd
gewond. Te Balk zakte een 7-jarig
knaapje bij een schip in de Luts door bet
ijs. Na veel inspanning werd het kind met
haken gered. Ook een vrouw, die dwars
over de Luts zou loopen, zakte er door.
Ze werd gered.
Fr. Zuidwesthoek, 20 Febr. Vijf
schaatsenrijders uit Workum, die een tochtje
gemaakt hadden, zakten op de diepe trek
vaart door het ijs. Het kostte groote moeite
ze te redden, inzonderheid de vrouw van
den landbouwer H.
Door de ingevallen dooi kwamen overal
grootere en kleinere ongevallen voor.
Leeuwarden, 20 Febr. Gisteren ge
raaktenop den Hariinger singel twee wagens,
door het schrikken van een der paardeu
voor de tram, met elkaar in botsing. De
koetsier van den wagen uit 8int Anna viel
van den bok en bezeerde zich zoodanig
onder de wielen, dat hij in het ziekenhuis
moest worden opgenomen.
Repk. Nieuwsbl. v. Fr.
Kimswerd, 21 Febr. Bij den heer Unia
traden Woensdagavond voor „Kimswerd’s
Nut“ op Chevalier van Kinsbergen en echt-
genoote. Het programma, vol variatie, werd
zeer ten genoegen van het talrijk publiek
ten uitvoer gebracht.
De behendigheid van den heer K. moet
men bewonderen en de plastische standen,
welke door madame v. K. in hypnotischen
toestand werden aangenomen, waren treffend
te zien. Verschillende stukken werden door
de reuzen-gramophone „Monarch** ten beste
gegeven. De heer en mevrouw v. K. van
Nijmegen worden dus gaarne aanbevolen.
Oostereud. Door de „Friesche Vereeni-
ging tot bescherming van dieren** is de
zilveren medaille met getuigschrift toegekend
aan den rijks veldwachter A. Kamstra alhier.
Door den krachtigen oostenwind is
het jjs langs de kust te Lemmer, dat den
toegang tot de buitenhaven afgesloten hield,
naar open zee afgedreven.
De visschers aldaar zjjn Dinsdag weder
naar zee vertrokken om de haringvisscherij
te hervatten. De vangst laat zich vrij goed
aanzien.
De onteigening der gronden, noodig
voor den aanleg van den stoomtramlijn
FranekerArum, in aansluiting met da lijn
BolswardHarlingen is geëindigd. Met de
verschillende eigenaren kwam de directie
der Ned. Tramweg-Maatschappij tot eene
minnelijke schikking.
Honden zijn schrandere dieren.
Een hond van D. Benedictus op ’t Wit
veen kan de deuren even goed openen als
zij zelven, onverschillig of ze met klink en
ring, kruk of grendel gesloten zijn. Als
't beest voor de kar is en op een hoek
komt, kijkt het achterom en de baas wijst
met den vinger de richting aan.
Te Opeinde trachtte een schippersgezel
een bankbiljet „goed voor 25 kussen, te
betalen door de Nederlandsche Maagd**, voor
een echt uit te geven, ’t Werd ontdekt en
de politie er in gemengd, die hem, daar hij
weigerde zijn naam op te geven, naar het
gemeentehuis te Drachten bracht en na zijn
naam te hebben opgegeven, weer vrjj liet.
Procesverbaal is natuurlijk opgemaakt.
Io de Hederlander deelt de heer Chr.
Broekhuizen, pred. te Oestrum, mede, dat
de familie van den heer J. Mosselman, die
in het academisch Ziekenhuis te Groningen
werd verpleegd, het verzoek ontving, den
patiënt, j„die het ziekenhuis weer kon ver-
laten**, zoo spoedig mogelijk te doen af
balen; maar dat aan zijn twee broeders,
die deze taak voor de vrouw van den patiënt
op zich namen, bleek, dat deze buiten kennis
was toen zjj bij zijn bed kwamen.
Op hun vraag, hoe zjj den patiënt in dien
toestand thuis zouden kunnen brengen, zeide
een heer: „In den trein komt hjj gemakke
lijk met de brancard en verder moet gjj het
zelf weten.** En per brancard is hij naar
het station gebracht en verder tot Buiten
post per trein en vandaar per rijtuig naar
Oostrum, op een kouden en stormachtiger
dag vervoerd. Op deze reis heeft hij zijne
broeders niet eenmaal herkend, niet eenmaal
hun verstaanbare woorden toegevoegd. En
hij is, nadat zij hem in de echtelijke woning
te bed hadden gebracht, verward gebleven
tot aan zijn dood toe, die 24 uur na zijn
thuiskomst intrad.
Dokter Serlais is een specialiteit voor
steelzucbtigen.
Hjj heeft met de grootste nauwgezetheid
de zieken bestudeerd, door deze zonderlinge
kwaal, steelzucht of kleptomanie geheeten,
aangetast. De kleptomanie met al haar
verscheidenheden heeft voor hem geen ge
heimen meer; hjj heeft er groote ervaring
in verkregen.
In een huis, dat hy te Saint Mandé be
zit, neemt hjj de zieken in pension, die
men hem toevertrouwthy verlaat hen
niet, hy slaat hen voortdurend gade en
tracht hen te genezen van hun noodlottigen
hartstocht. Hij is een zeer zachte gedul
dige dokter, die belang in zjjn zieken stelt,
die liefde en hart voor hen heeft, hjj houdt
yoor hen een boetepreek of geeft hun
vaderlijke vermaningen.
Hij heeft groot vertrouwen in zijn kunst,
hy verricht wonderen.
Als de zieken beter worden, gaat hy
met hen uit, stelt hen bloot aan bekorin
gen om hen te beproevenindien zy nog
bezwijken, treedt hy tusschenbeide, neemt
hun het gestolen voorwerp af, geeft het
aan den eigenaar terug en berispt met
zachtheid den schuldige.
Hy telt een zeker aantal genezingen.
Zijn roem is ver verbreid, uit alle landen
komen zieken naar hem toe.
Onlangs ontving hy bezoek
huisvader, die er treurig uitzag.
Dokter,zei de bezoeker tot hem, „ik
ben markies Lina Croz, ik kom uit Madrid
om u te sprekenik heb uw groote ge
leerdheid en bekwaamheid nog hooren
roemen.**
„Myn geleerdheid is zeer gering,** onder
brak hem de dokter nederig.
„Gy zjjt een meester in uw kunst.**
„Ik doe wat ik kan.**
„Gy ziet hier voor u een armen vader,
bijna tot wanhoop gebracht; ik heb een
dochter, die door de vreeselyke kwaal is
aangetast, waarvan gy studie hebt gemaakt.
Het is onbegrijpelijk hoe myn dochter met
die vreeselyke kwaal behept iszy heeft
steeds niets dan goede voorbeelden voor
oogen gehad, zy heeft een goede opvoeding
genoten, zy is voortdurend bewaakt en
nagegaan, ik kan niet begrijpen, hoe die
hartstocht in haar ontstaan is.“
„De oorzaken zjjn vaak ondoorgronde
lijk, zei de dokter ernstig.
„Er is iets in haar, sterker dan haar wil,
dat haar onophoudelijk aanzet, zich voor
werpen toe te eigenen, die haar niet toe-
behooren. Zy spreidt daarby ongelooflijke
slimheid, verwonderlijke handigheid en
groote vermetelheid ten toonen jaagt
my onophoudelijk schrik aan. Niets kan
haar verbeteren, noch verwijten, noch
zachtheid, noch geweld. Ik heb alles be
proefd.
Het geval is ernstig,merkte de dokter op.
„Zjj gaat nooit alleen uit,* hernam de
markies, zjj is steeds vergezeld door een
Engelsche gouvernante, een zeer ernstige
en vertrouwde persoon, die haar voortdurend
gadeslaat en bewaakt, en ondanks die
voorzorgen slaat mijn ongelukkige dochter
nog vaak haar slag, en dikwyls word ik
daardoor in moeilijke en zeer onaangename
zaken gewikkeld. In één woord, het is niet
langer om uit te houden. Ik zou haar in
het huwelijk willen doen treden, maar dit
is onmogelijk, zoolang zy niet van haar
vreeselyke ziekte genezen is. Men heeft
my aangeraden naar u te gaan, gy alleen
kunt haar redden.*
„Ik kan het ten minste beproeven,* zei
de dokter, „ik mag my gedurende myn
jarenlange practyk op eenig succes be
roemen die ziekte is niet altijd onge-
neeslyk.*
„Gy laat my dus nog eenige hoop
vroeg de markies verheugd.
„Ik kan u niets beloven, ik moet haar
eerst wat hebben gadeslagen.*
„Ik zal baar morgen met haar gouver
nante by u zenden, ik zal haar by u in
pension laten, totdat zy genezen is.*
„Ik zal haar vertrekken laten gereed
maken,* zei de dokter.
„Wat my betreft,* zei de markies, „ik
zal my zoo lang te Par jjs vestigen, ik zal
haar dikwjjls komen opzoeken.
De markies en de dokter bespraken
daarna den prijs van het pension, men
kwam overeen, dat in geval van succes
de markies twaalfhonderd franks aan den
dokter zou geven.
Den volgenden morgen bracht de onge
lukkige vader zyn dochter, een zeer mooi
meisje van achttien jaar. De gouvernante
yergezelde haar.
het zien van
gouvernante toe en beval haar goed over
haar te waken. Toen de dokter des avonds
terugkeerde was hy zeer verbaasd te hooren,
dat de zieke ondanks zyn verbod met haar
gouvernante was uitgegaan.
Toen hjj zyn kantoor binnentrad, was
hy echter nog meer verwonderd hier alles
ten onderste boven te vinden verscheidene
voorwerpen van waarde waren verdwenen
zijn secretaire was opengebroken en een
bedrag van dertig duizend franks, die hy
er eerst onlangs in gelegd had, was er uit
ontvreemd.
De dokter begaf zich aanstonds naar den
markies Lina Croz, naar het adres, dat hy
had gegevenhy was er echter onbekend.
De markies, zijn dochter en de gouver
nante waren een trio geraffineerde op
lichters.
Thuis komend vond de dokter een brief
van den volgenden inhoud
„Waarde dokter!*
„Ik neem myn dochter terug, neem het
mjj niet kwalijk dat ik de twaalfhonderd
franks niet betaal, zy is niet genezen.*
het hart van den goeden dokter van
medelijden ineen. Hoe jammer dacht hij,
dat zoo iemand met die vreeselyke kwaal
behept is.
Na het vertrek der makkies installeerde
de dokter zyn pensionaires daarna onder
hield hy zich met het jonge meisje.
Toen het onderhoud geëindigd was, be
merkte de dokter dat zyn horloge ver
dwenen was.
„Mijn kind,
hebt myn horloge ontvreemd.*
Het jonge meisje keek hem met ver
wonderd gezicht aan.
„Ik? Ik heb het niet gezien.*
„Geef het mjj terug,** hernam de dokter.
„Gy vergist u,“ zei zjj.
„Gy alleen hebt het kunnen doen, gjj
hebt echter onwetend gehandeld, gehoor
zamend aan uw ziekeljjke natuur.*
„Ik heb het niet, zoek maar.*
„Spaar my die moeite.*
Milady heeft het horloge ontvreemd,
vei het jonge meisje, het handvaliesje van
haar gouvernante openend, „kjjk maar,*
voegde zjj er by.
Het horloge lag er werkelijk in.
Het is slecht van u, my te beschuldigen,
zei de Engelsche, gjj hebt het horloge in
mjjn valiesje verborgen.*
„Ja, ik heb het gedaan,* bevestigde het
jonge meisje triomfantelijk, „niemand heeft
er iets van bemerkt.*
„Zjj zal moeilyker te genezen zjjn dan
ik dacht,* mompelde de dokter.
Den volgenden dag ging hy met zjjn
pensionaires uit.
Zjjn patiënte drukte het verlangen uit
eenige inkoopen te doen in een parfumerie
winkel.
Zjj trad binnen en vroeg eenige flacons
reukwater.
Een bediende legde er eenige op de
toonbank. De dokter sloeg de minste be
wegingen der zieke gade. Eensklaps zag
hjj, dat zjj een flacon in haar zak liet
glijden.
Hjj nam haar ter zy'de en verweet haar
op-vaderlijken toon beur fout.
Zjj ontkende eerst. De dokter haalde toen
het fleschje uit haar zak.
„Het is maar een grap,* zei zjj een beetje
beschaamd.
„Betaal het en ge kunt het behouden,*
hernam de dokter.
„De prjjs is zes franks,* zei de bediende.
De dokter betaalde de som en gaf het
fleschje aan het jonge meisje terug.
„Neen* zei zjj, geheel treurig, „nu
ik er niets meer om.
De dokter hield aan.
„Het is vergeefsch* hernam zjj, „nu het
betaald is heb ik er geen plezier meer in.“
Om zyn patiënte niet meer aan de be
koringen bloot te stellen, verbood de dokter
haar eenige dagen het huis te verlaten.
Toen hjj oordeelde, dat hjj het weer kon
wagen, stemde hjj er in toe haar te laten
uitgaan.
Zy vroeg eenige groote winkels te zien.
De dokter vergezelde haar, en sloeg haar
nauwkeurig gade. Zy gedroeg zich goed.
Toen zjj thuis gekomen waren, opende
zjj haar valiesje en zei„Kyk eens, ik
heb dat alles weggenomen 1“
Het valiesje was gevuld met allerlei
gestolen voorwerpenkant, juweelen en
andere snuisterijen.
„Men heeft er niets van gezien,*
„ik ben slim
De dokter was verbaasd. „Ge moet alles
teruggeven,* zei hy.
„Teruggeven riep zy uit,
Ik geef niets terug
De dokter berispte haar.
„Wees verstandig, zei by, „men moet
zich nooit dingen toeëigenen, die ons niet
toebehooren. Dat is strydig met de eerste
voorschriften der moraalgjj stelt u bloot
aan vervolging, gjj weet, dat de diefstal
door de wetten gestraft wordtmen zal
u met moordenaars en dieven opsluiten, gjj
zult voor het gerecht gedaagd en veroor
deeld worden tot een onteerende straf, dat
zal een schande voor u en uw familie zjjn.*
„Niet gezien, niet gesnapt zei het jonge
meisje.
„Men heeft u ditmaal niet verrast, een
andermaal zal men u echter op heeterdaad
betrappen.*
„Welnu, myn vader zal betalen.*
De dokter verbood opnieuw zjjn patiënte
het huis te verlaten. Hjj vermaande haar
en trachtte haar te doen begrijpen, dat
haar ongelukkige hartstocht noodlottige
gevolgen zou hebben.
Zjj luisterde zwjjgend toe.
Hjj deed haar beloven niet weer opnieuw
te beginnen en bleef haar verbieden uit te
gaan. Op een namiddag moest hjj de stad
uit; hjj vertrouwde zijn patiënte aan de
Bolswrdsclie Courant
ft