NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WONSERABEEL 1902. 41ste Jaargang. No. 19. Verschijnt Donderdags en Zondags. DONDERDAG 6 MAART. V BINNENLAND. Praatjes over dit en dat. rat? ■MMH I VOOR INGEZONDEN. s f 22060. II ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver volgens 10 CL per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Ct. dat men het Rijk de opbrengst van de voormalige zuivelschool in den schoot heeft geworpen. Uw. Dw. JOCHEM OPMERKER. Bolsward, 3 Maart 1902. Zonderlinge vondst. Gisteren is in de nabijheid der Neder- landsche Stoom bleekerij, te Nijverdal, drij vende in de Regge ontdekt het lijk van een geheel uitgekleeden man. Nadat het in genoemde fabriek onder dak was ge bracht, bleek het bij onderzoek te zijn het lijk van den stationchef te Rjjssen. (V. R. Ct.) De door B. en W. van Schiedam ge houden verpachting van staanplaatsen op de as. kermis heeft opgebracht f 4355,40'/j. Het vorig jaar werd ingeschreven voor een bedrag van f2899, Toch wil ik nog herinneren aan hetgeen ik vroeger reeds meedeelde, dat mij als inwoner van Bolsward de belangen der gemeente en hare inwoners nauw ter harte gaan, en wanneer ik iets opmerk, dat ik meen waard te zijn in ruimer kring bekend te worden, zal ik het niet onder stoelen en banken steken. Door wrijving van ge dachten komt men tot de waarheid, een zaak van verschillende kanten bezien is dikwerf daardoor tot volkomen klaarheid te brengen. Geen vitterij of verdachtmaking, geen tegenwerking van personen is mjjn doel Ik wil in dit nummer maar weer terstond den draad opvatten, die een tijdlang onge bruikt daar heen lag. Op mijn wandelingen trok het voor eenigen tjjd mijn aandacht, dat er een adres aan den Raad is gezonden door de bewoners aan den stadswal van het kleine Gasthuis tot de Blauwpoort, om verbetering van den weg voor hunne huizen. Ik heb tot nog toe van geen advies of behandeling gehoord, maar heb opgemerkt, dat terstond nadat het adres is ingekomen, men is begonnen met daar sintels te strooien. Dadelijk dacht ik toen: „dat is mis, kademannen, jelui krijgt vooreerst geen bestrating, ’t Wordt nul op ’t request”. Ik weet trouwens ook heel goed, dat de gemeentefinantiëu zoo’n buitengewoontje niet zoo maar permitteeren, en ik getroostte het mij, dat mijne schoenen soms eens een schram kregen op die scherpe sintels. Toen ik de vorige week daar weer passeerde, speet het mij toch wel voor die buurt. De dooi was ingevallen en dan zal het wel op ’t ergst zijn, maar de weg was er toen ook werkelijk onpassabel. De wande laars die ook dat gedeelte van den stads wal dagelijks in grooten getale langs komen, zouden toch ook zeer gebaat zijn, als daar een verharding van den bodem werd aau- gebracht. De wandelaars worden bier wer kelijk niet verwend, maar de toestand was daar dezer dagen zoo, dat ik op het punt was hulp te roepen, uit vrees dat ik er zou verzinken. Nu is het niet altoos dooi- weer na vorst, maar op regendagen en daar is ons klimaat niet van misdeeld is het daar ook bedroevend. Nu daar ook karren komen om den weg te beploegen, is verbetering m. i. noodig. Ik ben dienzelfden dag (ik meen haast dat het Donderdag was) ook de Harlinger- weg eens uitgeweest met het plan eens tot de „Hollandia” te gaan, doch ook daar vond ik den toestand zoo, dat ik halverwege moest terugkeeren, en blij was, weer binnen de veste te zijn. Om te zien, of het ook buiten de andere poorten zoo was, ging ik ook de Franeker- en de Sneekerstraat eens inspecteeren, en hoewel het daar ook geen straat voor pantoffeltjes bleek, bevond ik toch, dat het buiten de Blauwpoort verre weg het ergst was. „Allerlei geruchten omtrent bouwplannen etc. doen de rondte", schrijft Janus, en meent dat daarin stof genoeg zal zijn voor mij om de pen eens op te vatten. Nu ja, ik heb ook stokken en bakens in het Gasthuisland gezien, en de roode paaltjes, die er nu nog staan, wijzen er ons op, dat er daar aan dien kant wat broeit,neen, dat woord deugt hier niet dat er een licht gloort. Ik zal neef Harmen daarover eens raadplegen, misschien weet die daar omtrent een tipje van den geheimzinnigen sluier die over deze zaak, evenals over veel anders wat het Gasthuis betreft, ligt op te lichten, en dan kom ik daarop terug. Je moet weten, neef is thans met de griep geplaagd, vandaar dat ik mij heden alleen op ’t pad moet begeven. Toen ik daar van morgen zoo alleen een poosje bij de Turfgracht stond te mijmeren, viel mijn oog natuurlijk ook op het gebouw, dat vroeger de zuivelschool was, en dade lijk rees de vraag: Wanneer krijgen wij hier de Rqkszuivelschool? Ja, dacht ik, krygen wij haar wel ooit? Behalve Leeu warden treedt nu ook Sneek als mede dingster op. Door eenige ingezetenen aldaar is aan den betrokkeu Minister een adres opgezonden, waarin er op wordt gewezen dat, voor het geval Bolsward als plaats van vestiging eener Rjjkszuivelschool niet in aanmerking mocht komen, Sneek, zoowel door hare verkeersmiddelen, haar ligging, als door hare inrichtingen van hooger- en middelbaar onderwijs, veel voordeelen voor eene èventuëele plaatsing der school zou aanbieden. Als het nog maar niet gaat, als in ’t versje Twee honden vechten om een been, Een derde loopt er ras mee heen. Nu dan zou ik het steeds bejammeren. Heerenveen, 3 Maart. Voor de be trekking van vader en moeder in het dia- conie-armhuis te Terband, hebben zich niet minder dan 88 paren sollicitanten aangemeld. Zuidwesthoek, 3 Maart. Naar we ver nemen begint men met het plan van den aanleg van een grintweg van Koudum naar Gaastmeer, via Heidenschap, op te schieten, dank zij de flinke bemoeienissen in dezen van zeer geachte zijde. Naar gemeld wordt zijn de groote grondeigenaren bereid gratis grond af te staan. Wanneer nu de kleinen dit voorbeeld gaan volgen, zal de aanleg niet lang meer uitblijven, dewijl de betrok ken gemeente (Hem., Oldeph. en Nw.) dan voor onderhoud zal zorgen. Lemmer, 3 Maart. De stoombooten van de Holland—Friesland lijn hebben sedert gisteren hun dienst van Amsterdam naar hier, rechtstreeks over Pampus, weer hervat. Ook de booten van de oude Lemmernacht- bootmaatsch. hebben hun dienst weer hervat. De kapiteins van beide booten rapporteeren echter, dat er nog veel ijs op Pampus zit, zoodat er voor zeilschepen geen doorkomen aan is. Ook de binnenbooten naar hier hebben alle hun gewonen dienst hervat. Nes, (W.-Dong.), 3 Maart. Eindelijk zijn de beetwortel-suikerfabrikanten uit den hoek gekomen en hebban aan de verbouwers i 8,25 (tegen f 9,— in ’t vorige jaar) aan geboden per duizend kilo bieten, schoon te leveren voor de volgende campagne, ’t Wil den agenten voor dezen prijs echter slecht vlotten, contracten af te sluiten; oppartici- patie-contract gaat het beter. Men hoopt dat de heeren er nog wel een halven gulden bij zullen doen. Fr. Zuidwesthoek, 3 Maart Het bouw- boersbearyf, dat, naast de greidboerderij als hoofdzaak, bij verschillende dorpen alhier werd uitgeoefend, begint meer en meer te verdwijnen. De onmiddellijk bij de dorpen gelegen perceelen worden tegen goede prij zen als bouwterreinen verkocht; verderaf gelegen akkers zooveel mogelijk in greide veranderd. Du laatste wordt vooral in practyk gebracht sedert de oprichting der zuiveltabrieken, waardoor de inrichting der boerderijen niet alleen veel vereenvoudigd werd, maar ook de zekerheid van goeden uitslag van het bedrijf werd verhoogd. Bij de verhuringen zijn de weilanden overal gegadigd; de akkers alleen waar ze bijzonder gunstig gelegen zijn. ÈLepk. Nieuwsbl. v. Fr. Workum, 4 Maart. Bij de gisteren gehouden stemming ter verkiezing voor een lid van den Raad dezer gemeente (vac. wijlen C. L. Nauta) hebben van de 551 kiezers 354 van hun stemrecht gebruik gemaakt. Hiervan verkreeg de heer P. Gaastra, lib. 176 en ue heer J. C. Nauta, antir. 171 st, zoodat eerstgenoemde gekozen is. Volstrekte meerderheid 174 stemmen. Van onwaarde waren 7 stemmen. Verloting te Enkhuizen. Het was Maandag merkbaar dat er binnen die stad een ongewone gebeurtenis moest plaats hebben. De eerste groote verloting in Hollands Noorderkwartier had een aantal vreemde lingen naar hier getrokken, om in de Park- zaal de trekking bij te wonen, die in de beste orde is afgeloopen. De uitslag is le Hoofdprijs het Park te Enkhuizen of No. 6312. 2e prijs No. 31«66. 3e prijs No. 14342. 4e prijs No. 23514. 5e prjjs No. 508»3. Naar wij vernemen is het lot waarop de le hoofdprijs gevallen is in het bezit van de heeren Van Kleeff en Co. te Grootebroek. De tweede hoofdprijs is te Amsterdam ver kocht, de 3e prijs te Saeek, de 4e prijs te Oosthuizen en de 5e prijs te ’s Gravenhage. Concurrentie onder de bakkers. Te Drachten is de concurrentie onder de bakkers zoo groot, dat er zijn, die de lui 13 a 14 boitjes voor een dubbeltje thuis brengen. Van de coöperatieve bakkerij „Excelsior" te Leeuwarden rijdt er een kar, die zooveel aftrek heeft, dat er een tweede bij zal moeten, want thans kan hij de leden der coöperatieve vereeniging dikwijls niet allen bezoeken. Als de goederen per tram aankomen, staan de jongens reeds klaar om de krentebroodjes af te halen, 't Plan be staat om, evenals te Knijpe, hier in ’t ver volg eene coöp. bakkerij op te richten. Lente. De lente heeft zich allerprachtigst ingezet en mogen wij onze trekvogels als weervoorspellers beschouwen, dan heeft de wintervorst nu voor goed afgedaan. Te Vijf heerenlanden bij Vianen toch, zijn reeds de lenteboden, eenige ooievaars, gearriveerd. Een zonderlinge vergissing. Men schrijft uit Rotterdam: Voor een huis in de Witte de Withstraat was de lijkwagen met de volgkoetsen en de aansprekers aangekomen. Het noodige publiek had als gewoonlijk bij het sterfhuis post bevat. Het duurde echter zoolang eer uit het huis iets vernomen werd, dat een bidder even aan de bel trok. De dienstbode komt aan de deur en vraagt: Wat moet dat hier? Natuurlijk begraven 1 Zeg, mankeert het jullie in je bovenver dieping hier is niemand dood. Als verbluft bleef de lijkbezorger staan. Hij keek op zijn briefje, en nu bleek hem dat hij aan den Coolsingel moest zijn. Fluks werd de zweep over de paarden gelegd en onder gelach van het publiek vertrok de stoet. Een hoogst merkwaardig en zeldzaam geval heeft zich deze week in Artis" te Amsterdam voorgedaan één der waterboa’s (boa murina) van Suriname, van zeer aan zienlijke lengte 13 voet bracht een dertigtal jongen ter wereld. Deze jonge slangetjes ongeveer 65 cM. lang en van duimsdikte die reeds geheel de kleuren- teekening der ouden bezitten, zijn uiterst levendig en voortdurend in bewegingzelfs bijten zij heftig naar de voorwerpen, die hun worden voorgehouden. De grootste moeilijkheid om ze in het leven te behouden is wel het geschikte voedsel voor hen te vinden, tot nog toe nemen zij uitsluitend warme melk tot zich. N. v. d. D Men schrijft uit Friesland aan de Arnh. Ct.: Da heer F. H. Cooper, lid der bekende firma Cooper en Siegel te Chicago, de eigenaresse van den „wereld-bazar" aldaar, heeft besloten zich uit de zaken terug te trekken. Deze heer Cooper is een Fries, hij werd geboren te Akkrum en ging als jongeling op goed geluk naar „de nieuwe wereld" om daar zijn geluk te beproeven. Geld had hij niet, maar een wil en werk kracht. Hij heeft er carrière gemaakt, want zijne aandeelen in de firma heeft hij nu overgedragen aan een zijner medefirmanten tegen een vergoeding van 2 millioen gulden. Bovendien heeft de heer Cooper (Kuipers) rijke kwikmijnen in Californië. Zijn geboorte dorpje vergat hij niet; verleden jaar werd daar de philantropische stichting „Cooper- burg" geopend, geheel door hem bekostigd. De heer Cooper gaat Chicago verlaten en men wil dat hij zich vestigen gaat in „the old country" misschien dus wel in Friesland. Dat iemand zóó carrière maakt in Amerika is zeker een zeldzaamheid, dat er echter vele Europeanen werkelijk lotsverbetering hebben gevonden, daarvan zouden duizenden bjj duizenden voorbeelden aan te halen zijn. Dat er een gewone arbeider „binnen" komt in Argentinië is wel een witte raaf. Vóór eeniire jaren was er „trek" naar deze republiek in Zuid-Amerika, maar de meeste land verhuizers hadden groot berouw van hun vertrek en kwamen, wanneer zij daartoe gelegenheid hadden, zoo spoedig mogelijk terug. Destijds aanvaardde ook de arbeider v. d. H. bij Drachten, de reis derwaarts en deze heeft daar, in betrekkelijk korten tijd, zooveel oververdiend, dat hij met zjjn gezin onbezorgd kan leven. Hg is reeds op de terugreis naar ons vaderland, waar zijn vader, die in armoedige omstandigheden verkeert, zijn thuiskomst met verlangen verbeidt. XXIX. Mijnheer de Redacteur! Daar lees ik warempel een publieke aan maning om weer voor ’t voetlicht te treden. Uw vriend Janus, ik meen dat het ook mjjn vriend is, vraagt waarom ik in den laatsten tijd niets van mij laat hooren. De redenen daarvoor zijn verschillende. Een er van heeft vriend Janus zelf reeds vermeld. De heer Redacteur heeft hem goed ingelicht en wat Redacteur spreekt ooit onwaar heid! de griep, of te wel influenza, heeft mjj verscheidene nare dagen, een knappe doktersrekening en een kamerarrest van bijna vier weken bezorgd, ’k Ben er leelijk aan toe geweest, om het op z’n Bolswards uit te drukken, en neef Harmen, die ik als executeur-testamentair heb benoemd, had ik mjjn pen gelegateerd. Neef scheen met dit laatste zeer ingenomen, en toevallig heb ik gemerkt, dat hij mijn overlijdensadver tentie reeds had opgesteld. Gelukkig voor mjj, kan bjj ze voorloopig opbergen. Ik gevoel mij thans weer heel wel, de krachten nemen met den dag toe. „Onkruid vergaat niet”, zullen enkelen denken, evenwel troost het mjj, uit het schrjjven van Janus te zien, dat niet allen mij met leede oogen aanzien. Ik hervat dan weer met nieuwen moed de eens opgenomen taak en waarljjk, het is wel zeer lang geleden, dat ik iets van mjj liet hooren, het gaat mij als zoovele anderen in Bolsward, hoe minder men te doen heeft, des te drukker meent men het te hebben. Dat gaat zoo, en als er dan thuis weinig aanmoediging bjj komt, en men legt je aan de ooren te zeuren, dat schrjjven maar papier en inkt verslindt, en dat al dat geschrjjf toch niets om ’t lijf heeft, zie dan word je beu van al dat gezanik en je laat je pen verroesten, je inkt verdrogen. Je moet n.l weten, M. de R. dat ik om afdoende redenen, die hier niet ter zake doen, mijn vrouw geen stem meer in ’t kapittel gun. Toen ik eerst voor uw krant ging schrijven, was het vooral mjjne vrouw, die mjj daarin sterkte, doch toen ik allengs op eigen beenen leerde staan, was natuurlijk al mjjn geschrjjf niets waard in haar oog. Het weerglas staat bjj ons sedert dikwerf op storm, edoch ik getroost het mjj. Dan is er nog een reden, waarom ik soms zwjjg, en eigen]jjk wel de voornaamste. Wil ik niet met het zout komen als het ei op is, dan ligt het voor de hand dat ik menigmaal de voorstellen, die in den Raad ter tafel komen, tot onderwerp van mjjne handelingen maak, en dan hoor ik achteraf dat ik de besluiten van den raad vooruit loop, dat ik op de raadsleden influenceer, en veel en niet genoeg. Een vorig jaar heb ik bjjv. over de uitbreiding der stad aan de zjjde van „Amicitia” reeds mjjn meening gezegd, en heb daarover menig schimpscheut gehoord. Ik heb ook reeds vroeger te kennen gegeven, dat het allerminst mijn bedoeling is, onze vertegenwoordigers naar mijn pijpen te doen dansen. Die zjjn daar veel te zelf standig voor, en ze houden er toch wel allen een eigen meening op na, dat bljjkt immers genoegzaam uit de raadsvergaderingen. Ik denk soms aan de spreuk: zooveel hoofden, zooveel zinnen. Vooral bij de behandeling van de verkleinde editie van het voorstel dat het vorig jaar verworpen werd, de zaak Amicitia c.a. komt zulks duidelijk aan het licht. Ik heb mjj voorgenomen over dat voorstel met al zjjn amendementen en wederwaardigheden te zwjjgen tot de zaak haar beslag heeft. Dan is het tenminste niet aan mjj te wjjten als de besluiten in dezen niet uitvallen geljjk sommigen het wenschen. Een kleine nabetrachting wil ik echter mjj gaarne voorbehouden. Over eene andere zaak jeukten mjj ook erg de vingers, n.l. over de voorbereiding tot eene benoeming, die eerstdaags moet geschieden. Dan nog de vergrooting of misschien verplaatsing van ons postkantoor in verband met de oude kerk op het Hengstepad, zoo ook de verschillende tooneelvoorstellingen van het concours, en dat de Haagsche bladen de primeur van den uitslag hadden, en zoo zjjn er nog een paar aangelegenheden, waarover ik met opzet gezwegen heb en waarschjjnljjk ook zal bljjven zwjjgen, want ik wil denschjjn en ook het verwjjt niet hebben, dat ik een „dwarskijker” zou zjjn, of de dingen vooruit loop. Evenwel kan ik niet weerstaan aan de vriendeljjke aanmaning van Janus, en ik zal, wanneer zich de gelegenheid er toe leent, af en toe my weer eens laten hooren, Bolsvardsche Courant i 6 1 i - I 6

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1