NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOISWAR» EN WONSERA.DEEI.
!p
No. 22.
1902.
41ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
ZONDAG 16 MAART.
BINNENLAND.
I
X
X
Na afloop BAL!
VERHURING.
VOOR
nogmaals dui-
ADVERTENTIEPRIJS50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
in een voornaam restau-
begonnen over iets anders
3;
Vier jaren zgn verloopen. De golven der
Middellandsehe Zee rollen en rnisehen.
Haar gedruiseh dringt door het geopende
venster in een gezellig vertrek. Rusteloos
als de golven loopt daar eene vrouw met
eene koninklijke gestalte in een zwart
fluweelen japon heen en weer. Goudbruin
haar tooit het edel gevormde hoofd, op
het gelaat ligt eene uitdrukking van wan
hopige droefheid.
Aarzelend gaat Melitta von Waldeck
voor den geopenden vleugel zitten, eene
^Liepe ademhaling doet hare borst op en
Tot de rechte komt 1 Laten we bet maar
eens af wachten
Ze waren nu
rant gekomen en
te spreken.
uaarna opvoering van
„De visschers van Blankenberghe".
Tooneelspel met zang in één bedrijf
van J. L. D. Slekckx.
INTEEKENAREN hebben het
recht Zondag 23 Maart, des mid
dags tusschen 12 en 1 uur, in „de Doele”
toegangskaarten te nemen a 50 cents per
persoon, vóór zich en andere inteekenaren.
Des avonds aan het bureau voor ieder
inteekenaar of niet entrée f 1,
Als er lui zijn, die klagen, dat het zoo
tnoeielijk is in den tegenwoordigen tijd om
onder dak te komen, dan moesten ze eens
een kijkje nemen in de heide onder Sur-
huisterveen. Dinsdagmorgen begonnen een
paar mannen daar met eene woning en
Woensdagavond waren ze onder dak. Zelfs
de steenen er voor moesten ze maken, als
echte Friesche mop, anders gezegd heide
spitten. En dit is nog niet op zijn vlugst,
’t Is meermalen gebeurd, dat men ’s morgens
met eene woning begon te bouwen en ’s
avonds er in zat koffiedrinken.
De waarschuwingen der burgemeesters
aan de werklieden om met het aanknoopen
van onderhandelingen tot het verkrijgen van
werk in Pruisen voorzichtig te zijn, hebben
goed gewerkt. Naar wij vernemen zijn ver
schillende zoogenaamde werkliedenwervers
in de Pruisische grensplaatsen niettegen
staande de hooge loonen, die zij in de Hol-
landsche bladen aanbieden, niet in staat om
werkgevers aan werkvolk te helpen. In
Pruisen is anders werkvolk op het oogenblik
genoeg te vinden.
Naar aanleiding van de weigering
van den Min. van Justitie om een vader, die
in een Rijkswerkinrichting vertoeft, toe te
laten tot zijn stervende dochter, ontving
Het Volksdagblad van een tweetal lezers
brieven. De eerste, een gepensionneerd
adjudant-kapelmeester, schrijft o.a.:
„Ik kan u mededeelen, dat in de Rijks
werkinrichting te Hoorn, tgdens mijn ver
blijf aldaar, op verzoek zijner ouders, die
zelf op audiëntie bij den Min. van Justitie,
Cort van der Linden, geweest waren, een
persoon 14, zegge veertien maanden werden
kwijtgescholden. En dit vervroegd ontslag
gold niet eens een sterfgeval, maar een
bruiloft, De persoon werkt te Amsterdam.
Zelf ben ik tegenwoordig geweest bij dit
geval1*.
Een ander meldt ons; „In ’t jaar 1867
of 1868 lag een vrouw, woonachtig te Hoorn“
op sterven. Zij verzocht haar zoon, die in
dezelfde plaats twee jaren correctioneele ge
vangenisstraf moest ondergaan, nog eens te
zien. Dit werd toegestaan. Ik vertel u
de volle waarheid1*.
Misdaad.
Te Hengstdijk (Zeeland) is bij het graven
een volledig menschelijk geraamte gevonden.
Daar het geraamte ontdekt is in de nabij
heid van een eenzaam voetpad, denkt men
het overschot gevonden te hebben van het
slachtoffer eener geheim gebleven misdaad.
Ongeluk.
Woensdagmiddag is de venter B., uit
Arnhem, die te Eist (Betuwe) langs de
wetering reed, met zijn hondenkar te water
geraakt. Niettegenstaande spoedig hulp
kwam opdagen, werd de man levenloos
opgehaald.
Een treurige aankomst. Een huisgezin,
bestaande uit man, vrouw en zeven kinderen
arriveerden Woensdagmiddag te Stroobos
na een lange reeks van jaren in Zuid-
Amerika gewoond te hebben en hoopten
hun ouders en grootouders weder te zien.
Maar een smartelijke teleurstelling wachtte
hun. De oude luidjes toch zijn voor enkele
weken eenige dagen na elkander overleden.
De alhier zijnde kinderen konden van het
overlijden der ouders bun schoonbroederen
zuster geen bericht doen toekomen, daar zij
teeds op zee waren. Men had alhier n.l.
bericht van de overzeetche familie ontvangen
van hun afreis naar ’t vaderland. Een
sterk verlangen naar de geliefde ouders zal
hun de lange reis zeker bezield hebben, en
zie, toen zij in ons dorp aankwamen, moesten
ze tot hun schrik en smart vernemen, dat
vader en moeder ten grave waren gedaald.
Wie vermag die smart en teleurstelling te
schetsen 1 Een blij weerzien zich voor
stellende en dan te moeten hooren„uwe
ouders zyn niet meer 1“ treurig voorzeker.
Dat de afgestorvenen in hun laatste levens
dagen telkens de namen der te verwachten
kinderen op de lippen hadden, wie zal zulks
verwonderen 1 Dat de kinderen in de over-
zeesche gewesten steeds aan hun ouders in
het vaderland dachten, bleek ten vorige
jare, toen de oude luidjes van hen een ge
schenk van f 100 aan geld ontvingen
Te Drachten zijn kort na elkander
twee personen van 91 jaar overleden. Van
den man, D. Fokkema, had men de ver
jaardag feestelijk herdacht, toen hij ’s nachts
onverwachts overleed.
Vrijwillige armoede. Te Tilburg is een
51-jarige weduwe begraven, die de laatste
jaren baars levens in behoeftige omstandig
heden had doorgebracht, ten laste van wel
dadige vereenigingen. Na haar dood vond
men in haar woning ongeveer vierduizend
gulden.
Een donderend applaus klonk door de
operazaal en telkens moesten ze weer
terugkomen Elsa en Lohengrin, Ortrud
en Telramundmaar de geestdriftige toe
juiching gold niet den vreemden tenor
zanger, ze gold de gevierde en beminde
primadonna, die de partjj van Elsa had
gezongen. En met een glans van geluk op
het gelaat maakte Melitta Waldeck eene
buigingze had haar doel bereiktna
eene zesjarige tooneelloopbaan was ze een
der meest geachte Duitsehe operazange
ressen de kunst was voor haar het leven,
ze maakte haar gelukkig.
Onder hen, die het laatst het operage
bouw verlieten, behoorden eenige officieren.
Eene fameuze vrouwzei een hunner.
Uiterlgk, stem, spel, voordracht, alles is
by haar volmaakt.
En daarbij is haar naam volkomen onbe
vlekt, voegde een ander erbijzij is in de
beste kringen de gezochte en gevierde per
soon
Maar tegenover de mannen is ze koud
als ijs, zuchtte de eerste.
Jij kunt het weten, Hoheneck, lachten
de anderen, jij hebt haar immers genoeg
in het openbaar gehuldigd
Welnu, dat is immers geen schande!
verdedigde zich de kleine officier, ook
anderen beproefden tevergeefs haar te ver
overen, de secretaris van legatie Von Duren,
de bankier Lanken, ja, men spreekt zelfs
van een nog hooger geplaatst persoon
Aan allen zou ze met de grootste be
minnelijkheid op schertsenden toon hebben
verklaard, dat ze met haar beroep was
getrouwd en naar geen anderen levens
gezel verlangde.
Hg 67, zij ruim 70 jaren en nog geen
jaar getrouwd, men zou zeggen, ze wisten
toch wel wat ze deden, toen ze zich samen
in ’t huwelijksschuitje begaven. Toch schijnt
dit zoo niet, of de berekening heeft heelemaal
gefaald. Ze wonen toch te Drogeham wel
samen onder een dak, maar de een in ’t
kamertje, de andere in de kamer en elk
kookt z’n eigen potje.
Een. jeugdig arbeider te Surhuister-
veensterheide was erg verkouden en, wat
kleinzeerig uitgevallen, liet bij den moed
heelemaal zakken. Z’n vrouw bang en naar
den dokter. Deze, ’t gevaar na bekomen
inlichtingen niet groot achtende, kwam
dadeljjk niet, ’s Anderen daags kwam hg
en... toen was de patient er al weer op uit,
Dokters visite moest hij evenwel betalen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
sp?eiB&n—we~manJbii VKnrwén géVMrraëfi
ons dan gelukkiglaat uit het aangename
spel een heerlijke werkelijkheid worden
Je zwijgt je bemint me niet?
’t Was op haar gelaat te lezen, dat ze
een moeilijken strijd streed, maar ze ant
woordde op vasten toon
Ik houd van je als van een broeder
Hoe bedroeft het mjj, dat ik je pijn moet
doen. Doch in mijn binnenste leeft éen
wensch, éen hoop slechts... mijne kunst
te kunnen dienen
De ijdele glans van het tooneel, de toe
juichingen der menigte lokken je, schijnen
je begeerlgker dan het bescheiden lot aan
de zijde van den leeraar aan het gymna
sium riep hij bitter.
Met eene trotsehe beweging hief ze het
sehoone hoofd op.
Als je dat meent, ken je me niet en
kan je mij niet liefhebben. Het verlangen
om de edele figuren onzer componisten
overeenkomstig mijn talent te doen leven,
is niet uit ijdelheid ontsproten. Ik moet
zingen...
Zing dan voor mij in ons gezellig thuis
Daar ze bleef zwjjgen, zei hg droevig
vaarwel dan, moge het je nooit berouwen
een trouw hart van je gestooten te hebben
Zj bemerkte het nauwelijks, dat hij de
kamer verliet.
neergaan, zjj begint te zingen. Maar in
plaats van melodieuze klanken komen er
slechts heesehe, gebroken tonen uit hare
keel. Met eene schrille dissonant breekt
ze af en verbergt haar gelaat in beide
handen. Ze kan het nog altijd maar niet
begrijpen, dat hare stem, hare wonder-
sehoone stem dood is, dat ze haar levens
geluk heeft verlpren Een jaar geleden
zong ze in Dresden als gast de Isolde.
Gloeiend van opgewondenheid had ze zich
laat in den avond in haar hotel ter ruste
begeven, zonder er in bare vermoeidheid
op te letten, dat het niet goed gesloten
venster was opengegaan en een koude
luchtstroom over haar henen streek. Den
volgenden morgen was ze heesch, maar ze
dacht slechts aan eene voorbijgaande
catarrhe. Weldra kon ze weer verstaan
baar spreken, maar hare kostelijke stem
om te zingen kwam niet terug. Ze raad
pleegde een arts en nog een in de resi
dentie de muzikale wereld was begaan
met haar lijden, met hare wanhoopze
onderwierp zich aan lastige kuren, ze
reisde van badplaats tot badplaats ver
geefs, vergeefsIn ’t laatst had men haar
naar het Zuiden gezonden. De zachte lucht
van Nizza zou haar doen genezen. Ook
dit was tevergeefs, de gestorven stem kon
niet weer ten leven worden opgewekt. In
stilte had Melitta altijd nog wat hoop be
houden, maar thans was ook deze voor
goed gestorven. Nooit meer zal ze hare
ziel kunnen uitstorten in gezang, nooit
meer zal zjj duizenden en nogmaals dui
zenden hoorders in verrukking brengen,
hen zich doen verheffen boven het alle-
daagsche.
Hoe ledig, hoe nutteloos was nu haar
leven, waaraan slechts de kunst inhoud en
doel gaf!
Weeklagend valt Melitta in een stoel
daar wordt haar oog getroffen door een
boek en er komt eene opgewekte uitdruk
king op haar gelaat.
Dit werk, ’t welk de boekhandelaar heeft
gezonden, heeft haar reeds in menig moei
lijk uur, als het verdriet haar de baas
scheen te zullen worden, troost geschonken
en haar zich doen verheffen boven deze
aardsche dingen. In den boeienden vorm
van een roman zgn diepzinnige beschou
wingen over wereld en leven neergelegd,
die haar zeer bekend voorkomen, maar ze
weet niet, wie de schrijver is, die zich
onder het pseudoniem Germanos verbergt.
Ook nu oefent deze heldere, krachtige taal
wederom bare bekoring op haar uit en ze
vergeet voor een korte poos haar leed.
Het is enkele dagen later. De gouden
glans der avondzon rust op de donker
blauwe golven, die Melitta lokken om een
bad te nemen. Het grootste deel van de bad
gasten heeft een partijtje, het strand is
verlaten, alleen een klein jongetje speelt
er bg zijn oppasseres. Plotseling verneemt
Melitta een gillenden kreet. Het kind is
om schelpjes te zoeken in het water ge
stapt, dat zeer ondiep is, maar de stroom
heeft het gegrepen en drijft het voort.
Melitta ziet zgn wit jurkje op het water
drjven. Met lange streken zwemt ze er
heen en grijpt het kind om het aan hare
borst te drukken. Ze kust de gouden
lokken, het doodsbleek gelaat en slaakt
een jubelkreet, als de kleine weer tot be
wustzijn komt en met zijne donkerblauwe
oogen haar verbaasd aankijkt. Op hare
armen draagt ze hem naar de oude dienst
bode, die radeloos is. Een onbeschrijfelijk
gevoel van geluk doorstroomt hare borst
en laat haar des nachts nauwelijks slapen
zij heeft een kind gered, haar dag was niet
nutteloos
Den volgenden ochtend vroeg reeds komt
Herbert om haar te bedankenheel vrij
postig klautert hg op den schoot der mooie
dame en drukt zgne frischroode kinder
wang tegen haar bleek gelaat. Ze babbelt
en speelt met hemhet zien van haren
vleugel doet haar niet meer pijnlijk aan
zooals anders; het boek schuift ze achte
loos terzijdehet stoeien met den knaap
is immers veel aangenamer en geeft veel
meer troost. Ze zien elkander in het ver
volg eiken dagde kleine is met zijne
oude verpleegster alleen in Nizza, daar
meneer de professor, zooals de oude vrouw
vertelt, een studiereis naar Sicilië heeft
ondernomen en haar eerst eenige weken
later zal af halen.
En je mama is met papa meegegaan
vroeg Melitta haren lieveling.
Neen, mama is een enge! daarboven in
den hemelfluistert Herbert en drukt zich
vaster in de zachte vrouwenarmen.
Dag na dag verloopt en Melitta begint
weer op te leven. De badgasten herkennen
het bleeke, melancholieke gelaat der in
teressante vreemdeling nauwelijks weer,
daar het nu met een blosje prijkt en soms
zoo’n bekoorlijken glimlach vertoont. Me
litta vreest voor de komst van den pro
fessor, naar wiens naam ze nog niet eens
heeft gevraagd, die haar heur kleinood
voor altyd zal ontnemen. Nog een week
en dan is ze weer alleen!
Maar reeds den volgenden dag hoort zij
in den voortuin onder haar venster eene
zware mannestem antwoord geven op
het gebabbel van Herbert. Zij krijgt plot
seling een schrik, het hart klopt haar ge
weldig, onwillekeurig is ze opgesprongen
en staat daar nu in wit gewaad, een gouden
band in het haar, met het bleeke gelaat
op Iphigenia gelijkend. De man, die in de
deur staat, schrikt ook, die koninklijke
gestalte is hem vreemd, maar die goud
blonde lokken, die heerlijk mooie oogen
Melittastamelt hij en voert hare hand
aan zijne lippen, aan jou, aan u dank ik
de redding van mijn kind
Een lief lachje speelt om haren mond.
Ik vermoedde niet, dat het van jou was,
Eberhard, maar hij zelf verschafte mij ’t
grootste geluk. Ik was zoo eenzaam, zoo
ongelukkigmg’n eenige troost was dit
boek..
Zijne oogen beginnen te schitteren.
Dat mijn eerste werk jou heeft getroost,
maakt het voor mij nog meer waard.
Ben jij de anteur? O, hoe rijk ben je
in het bezit van je onverwoestbaar talent
en je zoon
Hjj knikte ernstig.
Maar ik heb moeten lijden om tot dien
rijkdom te geraken. Jaren aaneen leed ik
door jou, toen werd eene verre bloedver
wante, die mij liefhad, mijne vrouw. De
geboorte van Herbert kostte haar het
leven. Het dubbele verdriet maakte mij
tot dichter.
Vol bewondering staarde Melitta hem
in het schrandere gelaat. Hoezeer is hg
gerijpt in het lijdenEn de liefde van
zulk een man gold haar eens niets
De professor verlengt zgn verblijf in
Nizza en dagelijks bezoekt hg Melitta. Ze
hebben elkander zooveel te vertellen, en
ook als ze zwggen, begrijpen ze elkaar.
Doch eindelijk moet Eberhard weer huis
waarts keeren. Bleek en opgewonden treedt
hg voor haar, die hg nog altijd bemint.
Ik kom weer met hetzelfde verzoek tot
je als voor tien jaren. Melitta, word de
mgne
Je bent edelmoedig, maar nooit zou ik
mgn verwoest leven aan dat van jou kun
nen verbinden, zelfs wanneer ik je lief
had
Dat woord zegt me, dat je het doet! riep
hg juichend. Melitta, heb je mg lief?
Ze knikte, terwijl ze in tranen losbarst,
maar toch smeekte ze
Ga heen, laat me alleen zgn
Als hg aan haar verzoek voldaan heeft,
is hare kracht gebroken en haar gansehe
lichaam schokt van haar snikken.
Ze hoort het niet, dat na een poosje de
deur weer zachtjes wordt geopend. Plotse
ling worden teedere kinderarmen als zachte
boeien om haren hals geslagen en eene
lieve stem fluistert:
Kom met ons mee, wees Herberts mama
Hoe doet dat woord haar ontroeren
Kun je die bede weerstaan, MelittaWg
beiden hebben je noodig voor ons geluk I
De stem van Eberhard beeft- Daar komt
een glans van blijdschap op haar gelaat,
alles wat haar eens zalig maakte en wat ze
later zoozeer heeft gemist, treedt op den
achtergond, ze ziet zich in een gelukkige
toekomst met de beide geliefde menschen
en reikt Eberhard beide handen.
Neem mjj dande kunstenaarsdroom is
uitgedroomd, ik wil voor je leven als je
gelukkige vrouw, voor je kind, alsof het
mijne eigen ware
Bolswardsche Courant
i1
i
ft