NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
RLSWARD EN WONSERAOEER
b
De dokter en zijn patiënt.
1902.
41ste Jaargang.
No. 23.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
DONDERDAG 20 MAART,
BINNENLAND.
h
VOOR
ga
W,
moe;
ga
i
3
Wat er klaagt in ons plantsoen, of het hooger
beroep van een veroordeelde.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver-
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
en
meer intiemen aard
l
I
’k Liep in ’t plantsoen en zag daar staan,
De „Brak”, die nu gaat „naar de maan!”
’k Liep peinzend langs den steenklomp heen..
Daar trof mijn oor een droef gesteen!!
„Hoor, hoor, o wand’laar! hoor mjj aan,
„En zeg mjj, wat ik heb misdaan;
„Waarom moet ik door beulenhand,
„Verdwijnen uit mijn oud verband?!
„’k Zag eeuwen komen, eeuwen gaan;
„Geslachten rijzen en vergaan
„’k Zag Bolsward groot en weder klein
„En steeds zei ’k: „„goed is ’t hier te zijn!
„En ’k diende trouw in al ’t gareel
„Waarin men spande, deel voor deel,
„Mijn ledematen; ’k treurde niet,
„Als vroeg’re schoonheid mjj verliet.
„Ik was steeds nuttig, nu en toen,
„En ’k kan mijn werk nog eeuwen doen!
„Als alles uit den jong’ren tijd
„Verzakt, verwatert, breekt of splijt
„Dan dien ik nog, van ’t wiegjen af,
„Een nieuw geslacht, tot aan het graf!
„Och wand’laar, zoek een krantenman,
„Die ’t leed, dat ’k voel, vertellen kan,
„Aan iedereen die mêeljj heeft,
„En gaarne daarvan blijken geeft.
„En breng ook aan den Raad der stad
„Mijn klacht, die een verzoek bevat:
„Och beste, goeie, lieve Raad!
„Laat mg toch in mijn ouden staat!
„Och, praat het nog eens over, toe!
„Uw tong, ik weet het, wordt nooit
„En als uw broek verslijten gaat,
„Dan geef ik U uit vroeger tijd,
„Een mij bekend solied adres,
„(Dat nimmer gaat op test of flesch),
„Van broekenstof, die nooit verslijt!
„Ik weet wel Gij hebt „neen” gezegd;
„Waarom U daarbij neergelegd?
„’t Is zeker niet de eerste keer,
„Dat G’ op uw schreden nog eens weer
„Terugkeert; als het raadsverslag
),Ons vol geloof verdienen mag.
„Doe mij een nieuwe jas slechts aan,
„Liefst van klimop, en ’k ben voldaan!!”
XXX.
Zóó alleen wordt het hem mogelijk de
vermoedelijke oorzaken van het ontstaan
der ziekte op te sporen.
terughouding bestaat, wordt de mogelijkheid
van mistasten by het stellen der diagnose
zeer vergemakkelijkt. Zoo is het mogelijk
verklaarbaar, dat bij het stellen van een
diagnose door verschillende doktoren bjj
een zelfde ziektegeval vaak groote afwij
kingen voorkomen.
Die afwijkingen zijn voor een groot deel
dunkt ons het gevolg van gebrek aan kennis
van den zieke, waar het vaststaat dat bij
het menscheljjk lichaam wel in ’t algemeen
onder bepaalde omstandigheden dezelfde
verschijnselen zijn waar te nemen, doch dat
die verschijnselen bij elk individu, dat een
wereldje op zich zelf is, zich anders kun
nen uiten.
Het succes van den geneesheer hangt
dus o. i. voornamelijk af van zijn meerdere
of mindere kennis van het lichaam van
den patiënt en van zijn handel en wandel.
Ons wil het voorkomen, dat een dokter
die ons geboren heeft zien worden en heeft
zien opgroeien, met onze afstamming, onze
neigingen, met onze huiselijke omgeving
bekend is, in geval van ziekte veel eerder
en veel beter resultaten zal hebben, dan
een die voor het eerst aan ons ziekbed
geroepen wordt.
De wenscheljjkheid en noodzakelijkheid
dat de dokter in ons leven en in het gezin
de plaats inneemt van den meest vertrouw
den huisvriend, werd dan ook niet door
prof. Pel als nieuw voorgesteld, veeleer
als een goede oude verhouding, waartoe hjj
gaarne zag dat men terugkeerde.
Dat dit veranderd is, ligt, gelooven wij,
minder aan den dokter dan aan ons en
in het algemeen aan het heerschende stelsel,
dat de dokter beschouwd wordt als een
loontrekkend dienaar, dien wij evenals een
ander leverancier behandelen en waarvan
we ons even gemakkelijk ontdoen als van
een kruidenier die ons geen goede waar
geleverd heeft of iets duurder is dan
Wijckel, 17 Maart. Bij besluit van
Z.Ex. uen Minister van Oorlog is bepaald,
dat aan de Wed. J. R. Jongstra alhier,
tijdens den duur, dat haar zoon Antonius
Jongstra als militair in werkelijken dienst
is, eene vergoeding zal worden toegekend
ten bedrage van f 20 voor elk tijdvak van
30 dagen of minder.
Balk, 15 Maart. Heden is uit de hand
aanbesteed het bouwen van de „luchtgas
fabriek. ’t Werk zal worden uitgevoerd
door de aannemersfirma L. Bouwman Co.
Da herbestrating van de opgegraven straten
na het leggen der buizen zal worden uit
gevoerd door den timmerman H. Doele.
Het benoodigde kapitaal voor de stichting
en exploitatie der fabriek is volteekend.
Met de werken zal spoedig een aaavang
worden gemaaktmet Augustus hoopt men
de fabriek in werking te kunnen stellen.
Steggerda, 14 Mrt. ’t Is zeker wel een
bij eenderheid, reeds nu melkvee in ’t land
te zien loopen. Bij den veehouder G. P. op
Kontermansvallaat is dit waar te nemen.
Een zevental stuks runderen, waaronder
melkvee, mag daar al van de frissche buiten
lucht profiteeren en zich te goed doen aan
’t malsche gras.
In Dec. van ’t vorige jaar liepen daar ook
nog pinken buiten.
Waar bij een patiënt tegenover den dokter I
en daarmede een groote doktersrekening
voorkomen worden.
Misschien willen de geneesheeren onder
onze lezers over dit denkbeeld hun meeniiig
wel eens kenbaar maken.
Wij achten de door prof. Pel ter sprake
gebrachte quaestie van belang genoeg, om
te trachten aan zjjn denkbeelden op een
bruikbare wjjze ingang te doen vinden.
Er is schrijft de Amst. Courant de laatste
dagen naar aanleiding van prof. Pel’s rede
voering in de Aula waarin hjj, in het belang
eener goede gezondheid, er op aandrong veel
te laten en vooral hygiënisch te leven, heel
wat geschreven, waarbij ook de verhouding
tusschen den dokter en zijn patiënt ter
sprake kwam en op een betere en meer
intieme verhouding werd aangedrongen.
De dokter wenscht prof. Pel in het gezin
weer de plaats aangewezen te zien van den
huisvriend bjj uitnemendheid.
Hoe is die in den regel thans?
Voor sommigen is de dokter een nood-
zakeljjk kwaad; iemand wiens hulp men
eerst inroept, als men geen andere uitvlucht
ziet voor den zieke, aan wien men misschien
door eigen kwakzalverij reeds meer bedorven
heeft, dan de dokter in dagen kan goed
maken, als men al eerlijk genoeg is hem
te vertellen, wat men zelf geprobeerd heeft.
Voor anderen iemand wiens hulp men
voor alles en nog wat inroept en van wien
men eischt, dat hij steeds en liefst dadelijk
voor ons gereed zal staan, omdat hij daarvoor
wordt betaald; maar van wien men aan den
anderen kant verwacht, dat hij, ter wille
van de kosten, zijn visites zoo spoedig
mogelijk zal staken.
Tusschen hen die zoo over de hulp van
een dokter oordeelen wordt de band der
vertrouwelijkheid, die er met het oog op
het zoo noodzakelijke vertrouwen behoort
te bestaan, nooit gelegd.
En toch is die band tusschen dokter en
patiënt zoo noodig.
Persoonlijke aanraking tusschen den
geneesheer en den patiënt komt ons van
een leekenstandpuut even noodzakelijk voor
in den gèzonden als in den zieken toestand.
Een goed geneesheer behoort, wil hij zijn
wetenschap voor den patiënt zoo nuttig
mogeljjk aanwenden, bekend te zjjn niet
alleen met ons lichaam, maar ook met onzen
handel en wandel, met ons doen en laten, een ander.
Joure, 17 Maart. Door den rijksveldw.
brig. tit. Monsma is hedenmorgen alhier
aangehouden zekere M. IJ. IJ., oud 22 jaren,
herkomstig uit Apeldoorn, die wegens dief
stal gesignaleerd stond in het Algemeen
Politieblad. Na voorloopig in het wacht
huisje alhier in bewaring te zijn gesteld,
is hij onder geleide van rijks- en gemeente
politie met de halitwaalf tram naar Heeren-
veen getransporteerd.
Jutrijp, 17 Maart. In de „Brekken*
nabij onze plaats bevond zich een tjalk-
schip, volgeladen met mest en bestemd voor
Holland, toen een der schotten bezweek en
de heele lading naar voren kwam. In een
oogenblik stond de voorhelft van ’t schip
onder water en raakte aan den grond.
Gelukkig was het niet zeer diep. Was het
ongeval op zee gebeurd, ’t schip zou met
man en muis zijn vergaan. Thans kon, nadat
een gedeelte der lading was gelost, gedeel
telijke herstelling plaats hebben.
Arum, 17 Maart. Et heerscht hier meer
woninghcbaarschte dan in eenig ander dorp
in onze gemeente. Vele gezinnen hebben
met 12 Mei a.s. nog geene woning kunnen
bekomen, hoewel eenige gezinnen naar elders
vertrokken zijn. Pas is zoo’n voorgenomen
verhuizing bekend, vaak nog niet eens aan
den verhuurder, of tientallen liefhebbers
bieden tegen elkander op om de ledig ko
mende woning te betrekken.
Als alle dorpen eens een nieuwe woningrij
als Pingjum bezaten, dat zou een heele
verruiming geven.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Lemmer, 17 Maait. Zondagmorgen liep
alhier hei gerucht, dat den vorigen dag ten
gevolge het stormweer, een jol in de Zui
derzee, ter hoogte van het Vrouwenzand,
was omgeslagen, en dat de drie opvarenden
allen waren verdronken. Oumiddellijk zeilde
daarop onze visscher J. Kuipers ter onder
zoek uit, en ’s middags omstreeks 12 uur
keerde hij hier terug met de omgeslagen
jol, gemerkt G A 5, op sleeptouw, en met
het lijk van een van de drie opvarenden
aan boord. Het was dat van den knecht
genaamd Nanne Schakel, oud 29 jaar, van
Gaastmeer. Het lijk van den schipper, ge
naamd I. T. Visser van Mirns en dat van
den jongen is nog niet gevonden. Het lijk
van den knecht is heden alhier herkend en
door de familie naar Gaastmeer vervoerd.
Zaterdagmiddag tijdens het stormweer zag
onze visscher A. Poepjes, zich met zijn aak
m zee ter hoogte van Mirdummerhoek be
vindende, aldaar een omgestagen jol drijven,
waaraan zich drie peisonen vastklemden.
Spoedig zeilde Poepjes de drie drenkelingen
te hulp en hij mocht het genoegen smaken
alle drie nog juist bijtijds, daar zij reeds
bijna door de koude waren verkleumd, te
renden en aan wal te brengen. Het was de
jol H 1 37, schipper Ids Koopman van
Hiudeloopen.
De kapitein van de tiamboot „Bolswaïd”
rapporteerde heden, dat het praamschip,
oat Donderdag door hem in de Zuiuerzee
tusschen Uik en Marken, ondersteboven
uiijieme was bevonden, was geraden met
s latendrek, te Streek thuis behoorde en dat
al de opvarenden door Marker visschers
waren gered.
Workuui, 18 Maart. Door den poelier
Tn. Tjeerue alhier is heden het eerste
kievitsei ontyangeu.
De toren te Arnhem schijnt bouwvallig
te worden. Zondagavond toch te 8 uur
ongeveer kwam een groot stuk Mendiger-
steen naar beneden, naar schatting van een
der omwonenden van pl. m. 150 pond. On
gelukken zijn gelukkig niet voorgevallen.
De commissie tot wering van school
verzuim in Tieijerksteradeel heeft besloten
zich tot den Gemeenteraad te wenden met
het verzoek eene verordening in het leven
te willen roepen, waarbjj de werkgever, die
tijdens de schooluren leerplichtige kiudeien
m zijn dienst heeft, strafbaar woidt gesteld.
Iemand uit Twijzelerheide ging naar
Buitenpost en had ruim f 300 bij zich. Daar
mislukte hem het plan, waarvoor bij er
heengegaan was. Hij zette er een borrel
op, raakte met andeien aan de zwier, lag
bij vreemden te slapen en was per slot van
rekening zijn boekje met ruim t 300 kwijt.
Te Surhuisterveen meenden de men
seden, dat er te Opende brand was en nat
was er ook. Vlammen en vonken kon men
zien. Een persoon klom in een boom, en
toen bleek het, dat er een veld heide in
brand stond. Later kwam uit, dat jongens
’t hadden in brand gestoken.
Een schaap van den daglooner K. W.
te Oostrum bracht de vorige week met
minder dan vijf welgeschapen lammeren ter
wereld.
Wel is het beroep van dokter een beroep
als elk ander, die voor zjjn dienstprestatie
betaald wil worden, ook al komt hij slechts
éénmaal per jaar met zjjn rekening en al
valt ook daarom die rekening meestal tegen
en al wordt de betaling nog al eens op
de lange baan geschoven.
Er zjjn er dan ook die aldus redeneeren
de gezondheid van ieder mensch is van
belang voor alle anderen, ergo, hebben allen
belang bjj de gezondheid van den enkele
en omgekeerd, dns behooren allen voor
eikaars gezondheid te waken en is het plicht
van de gemeenschap voor goede doktoren
te zorgen en behoorde dus de staat of de
gemeente, met hetzelfde doel als waarmee
zij voor goed drinkwater en andere hygiëni
sche maatregelen zorgt, die voor onze ge
zondheid tot zich te trekken.
Het behoort niet tot de onmogelijkheden
dat in de toekomst de dokter rijks- of ge
meenteambtenaar zal worden, ofschoon wjj
nog niet kunnen inzien, hoe de zoo ge-
wenschte verhouding tusschen patiënt
dokter daardoor van
zou worden.
Doch alvorens wij dit dorado bereikt
zullen hebben, is het niet onmogeljjk, dat
een andere en betere verhouding geschapen
wordt.
Die verhouding zal het gemakkeljjkst te
bereiken zijn door in de eerste plaats de
geldquaestie, het idéé van loontrekkend
dienaar, op den achtergrond te dringen en
naar een middel te zoeken dat den dokter
te allen tijd, ook wanneer wjj niet ziek zijn,
den toegang tot onze woning verschaft en
hem daar tot een gaarne geziene verschij
ning maakt.
Eerst dan zal het hem mogeljjk worden
wenken en voorschriften te geven op hy
giënisch gebied en kan hij door zjjn adviezen
ziekten helpen voorkomen.
Maar, zal men vragen, op welke wjjze
wil men deze adviezen honoreeren?
Wil men ze in de plaats stellen van een
bezoek en tegen den prijs van visites doen
betalen?
Ons dunkt, dat daarmede het doel niet zou
worden bereikt, dat men van de zjjde van het
publiek in den dokter allicht weer in de
eerste plaats den loon trekken den dienaar
zou zien, terwijl aan den anderen kant de
dokter om dezelfde reden angstig zou zjjn
te dikwijls te zullen komen.
Wil men dit bezwaar ondervangen, dan
is er dunkt ons geen betere weg dan het
instellen van een abonnement voor hygiëni
sche adviezen, afgescheiden van de dokters
rekening voor het bezoeken van werkeljjke
patiënten.
Een dergeljjk stelsel bestaat reeds bij
de ziekenfondsen, ofschoon op een andere
leest geschoeid.
Eigenljjk is het een nieuwe vorm van
verzekering, die tengevolge kan en moet
hebben, dat ziekten, vooral kleine ziekten
INGEZONDEN.
Bolswardsche Courant
pc/
ion
'•X'G
yxrl