NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARD EK WOKSER ABEEL
1902.
41ste Jaargang.
No. 30.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
ZONDAG 13 Al’lllL,
Geheime Wroeging*
BINNENLAND.
X
X
VOOR
wil
Vaarwel
’t geval
Vdbl.
ken,
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cts. van 1—7 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
dat bereid
te betalen
ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct.
zou
on-
Met langzame, loome, maar toch vaste
schreden liep hjj de straat op, gelijk een
slaapwandelaar, die niet omziet.
Zjj stond met de ellebogen op het ven
sterkozijn geleund, het hoofd in de handen
en volgde hem met angst en wanhoop in
de wijd opgesperde oogen, die droog en
starend voor zich uit bleven kijken, toen
hij uit het gezicht verdwenen was.
Zjj hadden altijd eerlijk met elkander
omgegaan. Zoodra hjj voelde, dat hij haar
beminde, had hij het haar gezegd, en zij
bad hem geantwoord, dat zjj hem al zoo
lang bemind had. Toen armoede en tegen
spoed van allerlei aard het hun on mogelijk
maakten te trouwen, hadden zij geen voor
wendsels gezocht om op slinksche wijze
van elkaar los te komen, zooals dat ge
woonlijk gedaan wordt. Hij zag het in,
dat de toekomst slechts ellende zou aan
brengen in een huwelijk tusschen hen, en
eerlijk bracht hij haar dit onder het oog,
terwijl zij, even eerlijk als bij, daarop
antwoordde, dat hij gelijk had en dat het
eene dwaasheid zou wezen.
Nu was hij gekomen om haar te ver
tellen, dat hij een meisje gevonden had,
was al zijne academieschulden
en hem een aangenaam leven
te bezorgen bovenal, dat hem in staat
stellen ook zijne moeder en zuster te
derhouden.
Hij was er op gesteld, dat zij alles zou
weten en wilde haar eeuwige trouw belo
ven. Zou zij sterk genoeg zijn om vriend
schappelijk met hem en zijn aanstaande
vrouw om te gaan Haar antwoord hierop
was geweest: „In den handel moet men
eerlijk zijn tegenover elkaar?
Zjj trachtten beide volgens dit voorschrift
te leven. Zij nam een betrekking ver in
het Noorden aan en hy was een hartelijker
bruidegom en een beter echtgenoot dan
menig man, die uit zuivere liefde trouwt.
Alleen van de hoogste en reinste liefde
is het waar, dat alleen wederkeerige gene
genheid gelukkig maakt.
Er zijn van die koele, oppervlakkige
karakters, die tevreden zijn met het deel,
dat hun door den man geschonken wordt,
zonder behoefte naar meer of verlangen
om al de liefde van zijn hart te gevoelen.
Ook zijn er mannen, die het geld van de
vrouw krijgen, dertig jaar soms met haar
samenleven, zonder ooit hare ziel bezeten
te hebben, en toch voldaan met den koop
door het leven gaan en vrouwen die onder
dergelijke verhouding haren prijs voor den
man betaalden en er nooit berouw of spijt
van hadden.
Zoo leefden Axel en zijne vrouw met
elkaar, zij gelukkig en tevreden, hy rustig
en onverschillig, met een geheim deurtje
in zijn hart, dat hy zeer wijselijk nooit
opende, maar het bewustzijn, dat hjj daar
achter een schat verborgen had, maakte,
■dat hy slechts ten halve leefde. Onver
schillig liet hy zich op den stroom des
levens glijden en deed zjjn best om door
vriendelijkheid en kleine attenties jegens
zijn vrouw het tekort in den handel te
dekken.
Zy kregen twee dochtertjes, die met haar
vroolyken lach en trippelende voetjes leven
digheid in huis brachten. Axel’s hart begon
weer te kloppen, hy herleefde door deze
kleinen en de gemeenschappelijke liefde,
die zy de kinderen toedroegen, bracht man
en vrouw nader tot elkaar. Nu was zy
niet meer degene, die alles gegeven had
neen, nu waren zy deelgenooten in het
bezit en de zorg voor deze dierbare kinderen,
die hun gemeenschappelijk eigendom waren.
Eens op een heeten zomerdag, terwyl
zy uitgestrekt lag op de sofa, betrapte hy
zich plotseling er op, dat hy met welge
vallen den blik op haar gevestigd had,
terwijl zij rustig lag te slapen en de vreed
zame uitdrukking van haar gelaat van een
goed geweten getuigde. Hy voelde zyn
hart voor haar ontgloeien en eene onge
kende teederheid vervulde hem. Hy hoopte
dat zy nooit zou ontdekken, dat zy zyne
liefde niet had bezeten.
Een telegram werd binnen gebracht;
Kom dadeljjk. Ik sterf en wil u zien
Marie
Marie! dat was zy Het gevoel, jaren
lang, met moeite onderdrukt, maar nooit
tot zwijgen gebracht, overweldigde hem en
de ryke, volle liefde van zyn mannelijk
hart ontgloeide weer en maakte hem half
waanzinnig.
Hoe hij het telegram in duizend kleine
stukken scheurde, dadelijk een reis voor
zaken bezon en zyne geheele wilskracht
noodig had om zich te bedwingen, opdat
de meiden of zyne vrouw niets aan hem
merken zouden, hy kon het zich later
nauwelijks herinneren. Hjj was bly, toen
hy eindelijk in den trein stapte.
Marie’s moeder was by haar. Zy wist
van alles, wat er tusschen hen geweest was
en ook dat haar kind niet lang meer leven
zou. De dokter had verklaard, dat de
ziekte diphtheritis in hevigen graad was.
De oude vrouw stond diep bedroefd aan
het sterfbed van haar geliefd kind. Zy
had het hart niet Axel van de zieke te
weren en hem op het gevaar van besmet
ting te wy’zen. Waarom zou zy deze lief
hebbende zielen scheiden Marie kon niets
meer zeggen, maar hare stralende blikken
spraken van innige, onveranderde liefde en
hy lag op de knieën naast het ledikant
en bedekte hare handen en haar gloeiend
gelaat met kussen.
Toen kwam het eind en hy keerde
diep geschokt naar zyn hotel terug.
De natuur eischt haar recht hy ont
waakte na tien uur doorgeslapen te hebben.
Toen keerde hij huiswaarts, zonder het te
durven wagen het treurig overblijfsel van
haar die zyn alles op aarde geweest was
nogmaals te zien. Van hare moeder nam
hy per brief afscheid.
De kalmte, vroolykheid en gezelligheid
in zyn huis waren hem een bijtende ironie.
Zyne vrouw was vol liefde voor hem en
vroeg hem op vriendelyken, deelnemenden
toon, of het onaangename zaken waren, die
hem van huis geroepen hadden, omdat hy
er zoo bedrukt uitzag. De kinderen waren
al naar bed. Hy ging naar de bedjes om
ze goeden nacht te kussen en .drukte op
de kleine, frissche lipjes zyn vaderlijken
kus zonder hen te wekken.
Den volgenden dag liep hij als een slaap
wandelaar door het huis. Zonder er acht
op te slaan hoorde hy zijne vrouw ’s avonds
zeggen, dat de kleine Anna zoo rood en
gloeierig was. ’s Morgens was het een
vreeselyk ontwaken. Beide meisjes waren
ziek en de dokter, die vlug was geroepen,
constateerde, dat zjj diphtheritis hadden,
hoewel hy niet begreep, hoe de kinderen
aan deze ziekte waren gekomen.
Een week later waren zy er niet meer
en de eenige band, die Axel aan het leven
bond, was voor altoos verbroken.
Moordenaar mjjner lievelingen! Nacht
en dag gilde hy deze woorden uit, zoodat
men begon te denken, dat hjj krankzinnig
geworden was. De toestand werd zoo erg
dat zyne arme vrouw geen tjjd had om
zelve over haar verlies te treuren. Zyn
eenige hoop was, dat zyn overspannen ze
nuwen oorzaak zouden zjjn, dat hjj óók
aangetast werd door de vreeselyke ziekte
en er aldus een eind zou komen aan zjjn
Ijjden.
Hjj had den dood in huis gebracht en
zelf bleef hjj leven.
Hy wilde alles aan zjjn vrouw vertellen,
hy zou haar haat beter kunnen verdragen
dan haar liefde. Maar hjj kon het niet
zjj ziet zoo bleek en is zoo bedroefd. Niet
altjjd kan hy zich echter beheerschen, en
eens grjjpt hy haar by de schouders en
brult haar toe
Weet ge dan niet, dat ik de moor
denaar uwer kinderen ben Ik heb ze
vermoord, die lieve aardige meisjes
Zy streelde hem zacht over het hoofd
terwyl de tranen uit hare oogen stroomden,
en deed haar best om hem te troosten. Hjj
is nu alles wat haar rest!
Hjj ligt op de sofa in de huiskamer in
eene onrustige sluimering. Hy wordt wak
ker. Wat is dat? Wat ligt ijaar op den
grond, door de zon beschenen Achnu
ziet hjj wat het is en verbergt het gezicht
in beide handen, terwyl zjjn lichaam door
een hevig snikken geschokt wordt. Het
is een paars lint van den zomerhoed die
nooit meer op haar krullebol zal rusten
neen, nooit meer... Kon zjj dezen hoed
ook niet wegbergen? Hjj waagt het echter
niet haar daarom te vragen. Het best zou
wezen, dat hy zich een kogel door het
hoofd joeg! Zou hjj dat doen?... Men
zou meenen, dat hjj in eene vlaag van
waanzin, overmeesterd door zyne smart,
den dood gezocht had. Gisteren is deze
gedachte ook by hem opgekomen en. heeft hy
Sneek, 11 April. Een achtenswaardige
familie werd hier heden plotseling in diepen
rouw gedompeld.
't Zal kwart vóór acht zijn geweest, toen
drie kinderen bij den ingang van de Krui-
sebroederstraat touwtje sprongen. In de
onmiddellyke nabijheid was R. J. bezig een
boom te vellen bij de woning van den bak
ker v. d. M.
De wortels waren zeker verder losgehakt
dan de man meende, tenminste de boom
viel plotseling met ’t treurig gevolg dat een
der kleinen, ’t achtjarig jongste meisje van
de familie N., werd getroffen. Toen de
ouders kwamen toesnellen om bun lieveling
te redden, vonden ze ’t hoofd van ’t kind
geheel verbrijzeld. Het jongste zoontje van
dezen bekwam niet ernstige verwondingen.
De justitie deed heden onderzoek op de
plaats van ’t onheil.
De boom moet tot nadere orde blijven
liggen, waardoor ’t rijtuig verkeer langs ge
noemde straat is gestremd.
Franekeradeel, 10 April. Dat het
groote waterschap hier tot stand zal komen,
is nog niet zoo zeker als twee maal twee
vier is. De noodzakelijkheid van het op
richten van waterschappen met stoomgemaal
is anders dezer dagen wel weer gebleken,
toen onze wei- en bouwlanden plas stonden
of zelfs onderliepen.
Maar er komen altijd kinkels in een
kabel, als hij over veel schijven loopt. De
een wil zus de andere zoo. En als er van
weerskanten niet iets wordt toegegeven, dan
hokt het. Dat ziet men in elke vereeniging,
zelfs al voert zy in haar vaandel „Een
dracht,1* of „Eensgezindheid1*.
Er zijn er, die hoog kunnen opgeven van
eendracht en eensgezindheid maar van toe
geven weten ze niet.
Zuidwesthoek, 9 April. Wegens ge
brek aan werk en bijgevolg daling der loonen
aldaar, komen in de jongste dagen vele
personen uit Duitschland terug, om wederom
in het oude Vaderland werk en brood te
zoeken. De terugkeerenden zjjn hoofd
zakelijk jonggezellen. Voor de huisgezinnen
zyn de kosten van overkomst niet alleen
zwaar, maar ze vinden ook niet gemakkelyk
weer eene woning. In enkele plaatsen
alhier doen zich gevallen van roodvonk
voor. Wegens het koude voorjaar wor
den er hier tot nog toe oyer het geheel
Eindelyk sluimert hy in, terwyl zy met
hare dunne, blanke vingers zacht zyn voor
hoofd en wangen streelt. Hy slaapt zoo
onrustig en springt telkens op. Eindelyk
hoort zy hem prevelen: Stil luister! Neen,
neen men moet in den handel eerly’k zyn
tegenover elkaar, anders ly den beiden schade
Ja, ’t is waar!..
Goddanknu rust hy een weinig,
fluistert zy argeloos en drukt haar gloeiend
gezicht tegen zyn ijskoude hand. Hy droomt
weer over zaken.
weinig kievitseieren gevonden. De laag
gelegene landerijen hebben veel van de
jongste nachtvorsten geleden.
Lemmer. De koopman M. de Vries
van Harlingen maakte hier Donderdag
slechte zaken. Met een kar, waarop manu
facturen en gemaakte kleeren, door ons dorp
ventende, dacht hij in den namiddag, om
streeks 3 uur, even in het café van de
Wed. Vegter aan de Binnenhaven te ver
toeven, en liet zijn kar voor een oogenblik
onbeheerd buitenstaan. Hij had echter niet
op den harden wind gerekend, die, toen hij
nog maar even binnen was, de kar in be
weging bracht en met den inhoud bij den
hoogen walmuur neer in de Binnenhaven
joeg. Hulpvaardige handen hielpen den
koopman spoedig zyn waren weer op het
droge brengen, en vele manufacturen werden
toen tegen verminderden prijs, wegens
waterschade, verkocht. Het terrein aan onze
vluchthaven, waar de stellage voor het
drogen van netten voor onze visschers staan,
geleek weldra op een confectie-magazijn,
waar onze visschersvrouwen den koopman
hielpen, zijn gemaakte kleedingstukken, die
mede te water waren geraakt, te drogen.
Leeuwarden, 10 April. Nog altijd is
men zoekende naar het nu al een week
lang vermiste 25 jarige dienstmeisje. We
vernemen omtrent dit raadselachtige geval
het volgende. J.l. Donderdagavond kwam
eene vriendin haar afhalenze was toen
nog niet gereed en zei straks wel bij de
ouders der vriendin te zullen komen. Vol
gens hare mevrouw is zij toen tusschen
acht en halfnegen uitgegaan, na. als ge
woonlijk, de huisgenooten vooraf goeden
avond te hebben gewenscht, Ze is echter
niet bii de ouders harer vriendin geweest
en ’s avonds ook niet weer thuis gekomen.
De ouders der vriendin, die zich ongerust
maakten, hebben toen ’s anderen daags aan
hare familie in Haskerland geschreven
„Is T. thuis? Meld ons dadelijkDe fa-
mili< antwoordde, dat zij van niets wist.
Een brief, dien mevrouw zou hebben ge
schreven, is niet ontvangen, wel een latere.
De weg, dien het meisje te nemen had,
liep wel langs het water, doch ’t was geen
duistere avond en de straat was verlicht.
Opvallend is het, dat nog geen enkel
blad te dezer stede melding heeft gemaakt
van deze vermissing.
Noordwolde, 10 April. Het is niet
uitsluitend de stoelenindustrie, waardoor
men alhier zich een bestaan tracht te ver
schaffen, daar in de afgeloopen week onge
veer 80 mannen, vergezeld door 4 „keet-
meiden1*, naar de Almeloosche venen trok
ken, om daar gedurende de eerste zomer
maanden, hun brood te verdienen.
Oldeboorn, 10 April. Het ziet er voor
de beroepseierzoekers alhier op dit oogen
blik treurig uit. De hooilanden en de
Zomerpolders, waarin de kieviten zich bij
voorkeur ophouden en waarin zy ook nu
weer, zelfs talryker dan de laatste jaren,
aanwezig waren, zijn als een gevolg van de
gevallen regens weer diep onder water.
Slechts hier en daar steekt een enkel dykje
er boven uit. Tal van eieren zyn daar
door verloren geraakt en wat nog erger is,
de kieviten verlaten thans deze streken en
begeven zich naar hooger gelegen velden.
Hepk. N.bt. v. Fr.
Een zeer goedkoope aanbieding van
cokes heeft de gasfabriek te Winterswyk
tot 1 Mei a.s. onze bevolking aan de hand
gedaan voor eenen prijs, welke haar menige
bewoner van andere plaatsen zoude be
nijden. Door den betrekkelijk zachten
winter, welke het gebruik van cokes aan
zienlijk minder maakte en tevens door het
meerder gasverbruik is de voorhanden zijnde
voorraad van deze brandstof aardig tuege-
nomen. Ten einde die groote hoeveelheid
langzamerhand te doen slinken, heelt de
fabriek de gelegenheid tot een koopje aan
geboden. Voor den geringen prys van 35
cent kan ieder op het oogenblik een mud
cokes krygen. Dat hiervan hier en elders
in de omstreken een druk gebruik gemaakt
wordt, behoeft zeker geen betoog. Menigeen
doet nu reeds voorraad op voor deu vol
genden winter.
Het tij verloopen. Maandagmiddag
vertrok, schrijft de Schiedamsche Urt., uit
onze haven net schoenerscmp „Qaintus**,
gesleept wordende naar Zalt-Bommel om
daar te worden gesloopt. Met dit schip is
het laatste koopvaardijschip verdwenen van
de voorbeen zoo talrijke vloot van Schie-
damsche zeilschepen, die in het tijdperk van
1870 tot 1880 nog bestond uit 30 groote
koopvaardijschepen, die de zeeën door
kruisten van alle werelddeelen, doch die
successievelijk alle de vlag hebben moeten
strjjken tegenover de concurrenten der groote
stoomvaart.
Neen, Axel, in den handel moeten
kooper en verkooper eerlyk zyn tegenover
elkaar, anders lijden zy beide schade. Wan
neer een man een vrouw neemt om geld,
behoort hy haar. Ik kan, mag en wil je
nooit meer zien vaarwel!
Vaarwel
Hy verwijderde zich met gebogen hoofd,
maar was nog niet by de deur der kamer,
of zy liep ijlings naar hem toe, sloeg de
armen om zijn hals en kuste hem, zooals
zy dit nog nooit te voren gedaan had.
gezocht naar zijn oud jachtgeweer, dat hij
in zoo’n langen tyd niet heeft gebruikt.
Hij vond toen op den grond een paar kleine
verlakte schoentjes. Anna’sdansschoentjes
Groote GodWas het dan zoo on ver
geeflijk slecht wat hy gedaan had Jaren
lang had hy zijn gevoel beheerscht en toen
riep zy hem tot zich met hare stervende
lippen. Had hy moeten weigeren om tot
haar te gaan Indien by dit gedaan had,
zou ’t hem levenslang berouwd hebben.
Wat werd hij zwaar gestraft! God straft
niet altijd zoo hardhjj kende mannen,
die...
Christine, wees zoo goed en berg het
speelgoed en de andere dingen der kinderen
weghun speelgoed, en poppengoed en
alles van henIk vind het vreeselyk om
het te zien. Je begrijpt toch Christine,
dat het my pijn moet doen, want ik ben
de moordenaar myner kinderen.
Christina snelt weenend de deur uit en
zyne vrouw komt binnen, zet zich op een
bankje aan zijne zijde, vlijt het hoofd aan
zijne borst en weent in stilte. Daarna
fluistert zij zacht:
Myn arme manDe meisjes waren
uw vreugde! Ik mis ze ook, o zoo erg!
Maar de slag heeft mjj niet zoo verpletterd
als met u ’t geval is. En dan, ik heb u
nog over
Hjj schaamt zich en lijdt onder deze
liefdebetooning. Hjj wil het uitschreeuwen
dat hjj haar nooit heeft liefgehad en nooit
zal liefhebben. Maar als hy nu haar bleek,
zacht, liefdevol gelaat ziet, verstommen de
woorden op zijne lippen. Hy heeft het
recht niet haar leven nog moeiljjker te
maken.
Bolswardsche Courant