NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
BOLSWARÖ EN WONSERADEEt
1902.
No. 36.
41ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
JEAN GUENILLE
BINNENLAND.
ZONDAG 4 MEI.
H
VOOR
i
ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden.
Franco per post 95 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Ct.
koopprijzen per koe ongeveer f 25 gestegen.
Heerenveen, 1 Mei. Naar we ver
nemen, wordt te Groningen een winkelbe-
I dioudo vonnist^ getmwd on vader van seven
„Die portefeuille goed en wel. Menig
een in jouw plaats zou er niet mee naar
de politie geloopen zjjn dat staat vast.
Ik wil daarmee nou niet zeggen dat je
dom gehandeld hebt met die portefeuille
hier te brengen. Heelemaal niet! Je han
delwijze is mooi, is eene belooning waard
en die belooning, die ik niet onder de
vijf francs raam, die zal je zeker krijgen,
zoodra wjj den persoon gevonden hebben,
aan wien die portefeuille met tienduizend
francs toebehoort. NatuurlijkMaar dat
neemt niet weg, dat jij zonder domicilie
bent, en daar zit ’m de knoop, Jean
Guenille Versta mij goed 1 Er staat in het
wetboek geen enkel artikel, dat je verplicht
om op de publieke straat portefeuilles te
vinden met tienduizend francs er in. Maar
er bestaat wel degelijk een artikel, dat je
verplicht tot het hebben van een domicilie.
Daarom had je, wel bezien, beter gedaan met
een domicilie te vinden, dan die portefeuille.
Begrijp je mij wel
„Jawel, meneer En dus?“ vroeg Jean
Guenille.
„En dus,* hernam de commissaris
„en dus mijn goeje vrind, moet ik je van
nacht hier op het bureau houden en
morgenochtend stuur ik je naar het depót*.
Hjj schelde. Twee agenten verschenen.
De commissaris gaf hun een wenken
terwijl zjj Jean Guenille onder de armen
namen en naar ’t cachot brachten, jammerde
de stakker:
„’t Is wat mooi’s!... ’t Loopt mij vandaag
dan ook alles tegen!... Die verdijde rijk
aards Waarom houden ze hun portefeuilles
niet in hun zakken!... ’t Is wat mooi’s!*
N. R. Ct.
van zyn uitgehongerd gezicht waren oor
zaak dat men hem voor een schobbejak
versleet. Het scheelde niet veel of de
wachthebbende agenten hadden hem bij de
kladden gevat en in het cachot gesloten.
Maar door beleefdheid en kalm aanhouden
bracht hij het eindelijk zoover van bij den
commissaris te worden toegelaten.
„Meneer de commissaris van politie”, zoo
begon Jean Guenille „ik kom u iets
brengen, dat ik daar zoo net op straat ge
vonden heb”.
„Zoo? Wat heb je?”
Dit, meneerde commissaris astublieft”,
antwoordde de arme drommel, terwijl hij
met zijne knokkige vingers de portefeuille
overhandigde.
„Zoo zoo? En natuurlijk is er niets
in die portefeuille?”
„Kijk u zelfs maar eens meneer de com
missaris”.
De politieman opende de portefeuille,
haalde de bankbiljetten er uit, telde ze,
en riep toen, met oogen die geheel rond
waren van verbazing.
„Maar maar dat is tienduizend
francs!... Maar dat is een enorme som
een enorme som weet je dat wel
Jean Guenille gaf doodbedaard ten ant
woord
„Jawel, meneer, dat weet ik wel. Ik zei
ook al zoo bij mezelf dat er menschen
bennen, zei ik, die met zoo’n som geld zoo
maar in hun zak loopen
De commissaris deed niets dan den stak
ker aankijken, met een zonderlinge uit
drukking in zijne oogen, waaruit nog meer
verbazing dan bewondering sprak.
„En dat heb jij zoo gevonden?... Maar,
sapristie, dan ben jij een eerlijke vent
een brave kerel... Je bent een held! Zoo
waar als ik hier zit jij bent een held!”
„Och meneer de commissaris
„Ik zeg je dat je een held bent
Want, zie je, je hadt even goed Korten
bon lig, vrindje, jij bent een held! Dat
is een mooie daad, die je daar gedaan hebt
een heldhaftige daadIk kan ’t niet
anders noemen. Je verdient er een medal je
voor!... Hoe heet je?
„Jean Guenille, meneer de commissaris”.
De commissaris sloeg zijne handen op
naar het plafond.
„Jean Guenille wat je daar gedaan
hebt, dat is nobel dat is om in een
boek te zetten. Wat is je beroep
„Och, meneer de commissaris”, ant
woordde de bedelaar „om u de waarheid
te zeggen ik heb geen beroep”.
„Wat? Geen beroep? Waar leef je
dan van
„Van de openbare liefdadigheid, meneer
de commissaris. Maar ’t is er dan ook een
leven naar
„Ei, zoodat bederft de zaak wel een
beetje
De commissaris trok een lang gezicht
en hernam, nu al op veel minder geest-
driftigen toon
„Kort en goed je bent dus bedelaar?”
„Als ik ’t zoo zeggen mag, meneer de
commissaris”.
„Hm, hm”.
De commissaris was heel ernstig gewor
den. Na een poosje vroeg hij weer
„Je domicilie?*
Jean Guenille antwoordde ontmoedigd:
„Hoe zou ik een domicilie hebben?*
„Wat? Heb je geen domicilie?*
„Ach neen, meneer...*
„Geen domicilie heb je - Komaan,
vriendje, maak er nu geen gekheid van
„Ik verzeker u toch van neen, meneer
de commissaris...*
„Maar je bent verplicht een domicilie te
hebben door de wet verplicht*.
„En door de armoede ben ik verplicht, ’t
er zonder te stellen. Ik heb geen werk,
geen verdiensten. Steek ik mjjn hand uit,
dan geven ze mij nog valsche sous. En
tot overmaat van ramp ben ik oud en zie
kelijk. Ik heb een breuk*.
„Een breuk een breuk dat is goed
en wel. Maar dat is hier nu de kwestie
niet. Je hebt een breuk maar je hebt
geen domicilie en dus ben je, dood een
voudig, strafbaar wegens vagebondage. Je
bent een held goed en wel dat valt
niet tegen te spreken. Een held ben je,
maar tegelijk ook een vagebond. En
zoo er geen wetten voor helden zijn, er
zijn wel wetten voor vagebonden, begrijp
je? En ik, zie je, ik ben verplicht de wet
toe te passen. Dat spijt me waarachtig
want wat je gedaan hebt, dat is mooi, heel
mooi. Maar zie je de wet is de wet, en
aan de wet moet altoos het laatste woord
blijven begrijp je wel
Terwijl hjj zoo redeneerde, liet hij de
portefeuille in zijne hand dansen, Toen
hernam hjj weer;
Lemmer, 1 Mei. Hessel de Jong van
Harlingen, met zijn tjalkschip „De Hoop*,
geladen met steenkool op reis van Amster
dam naar Echten, werd gisterenmiddag op
de Zuiderzee tusscheu hier en Urk, door
een bui overvallen, waardoor het schip hevig
begon te slingeren, lek werd en zonk. Ge
lukkig was de schipper Schuitema van
Groningen, met zjjn tjalkschip „de Twee
Gebr.* in de onmiddellijke nabijheid. Hij
redde de opvarenden en bracht ze alhier
aan wal. Het schip was niet verzekerd, de
lading echter wel. Dit is de tweede keer
dat deze schipper zijn schip verspeelt.
Een 10-jarig knaapje van den veehan
delaar de Vries alhier, viel gisterenmiddag
van een trap, waarop een scherpe beitel lag.
Deze beitel drong den knaap bjj den val
bijna dwars door het rechterbeen. Onmid-
dellijk moest geneeskundige hulp worden
ingeroepen.
Er is hier deze week een massa ansjovis
aangevoerd, in het geheel niet minder dan
3 millioen stuks. Zulk een hoog cijfer is
hier sedert het jaar 1890 niet bereikt. Een
onzer visschers ving in een nacht 94 000
stuks. Er schoten hier de laatste dagen
dan ook handen te kort om al deze vischjes
te bereiden. Wij zagen zelfs postboden en
brugwachters bezig met ’t uitpluizen der
netten, terwijl kinderen hier dikwijls van
f 2,50 tot f 3,00 per dag met het z.g. koppen
der ansjovis verdienen. Algemeen ziet men
hier met verlangen uit naar het zetten van
den prijs dezer visch, dat morgen plaats heeft.
Hoornsterzwaag, 1 Mei. Na alles
wat er in den laatsten tijd in verschillende
bladen is gemeld omtrent het nachteljjk
rumoer voor de woning van den onderwijzer
B., wete men thans, dat B. in een gesticht
voor zenuwlijders is opgenomen. Mogen we
hopen, dat in ’t vervolg vele dorpelingen
beter onderscheid zullen weten te maken
tusschen met opzet gepleegde handelingen
en ’n daad, waarvoor de bedrijver niet ver
antwoordelijk mag worden gesteld en aller
minst geïnterpelleerd op eene wjjze, als in
den bewusten nacht is gebeurd.
Heerenveen, 2 Mei. Tegen M. A. G.
te Oldeholtwulde is, wegens het houden en
aanbevelen van een niet goedgekeurden
hengst, voor het Kantongerecht heden f 10
boete of 5 dagen hechtenis geëischt.
Workuni, 1 Mei. Heden werden aan
het station alhier meer dan 100 stuks
hoornvee geleverd, gekocht door Holl. koop
lieden en ook bestemd voor Holland.
Oldeboorn, 1 Mei. Bij het heden plaats
gehad hebbend boelgosd op Gouma-state
alhier, werd het vee tegen zeer hooge prij
zen verkocht.
Bij vorig jaar Mei vergeleken, zijn de
Eens op een avond, al laat, besloot
Jean Guenille naar huis te gaan Naar
huis!.. Zóó noemde hjj eene bank, die hjj
uitgekozen had op de Place d’Anvers, en
op welke hjj zich sedert ruim eene maand
’s avonds te slapen legde, met de kroon
van een kastanjeboom tot bedhemel.
Op dit oogenblik bevond hjj zich op den
Boulevard, bjj het Vaudeville, waar de
concurrentie, van avond op avond al tal-
rjjker, en daarbjj zjjne geringe vlugheid
om zich te bewegen, hem weer deerljjk
achter bet net hadden laten visschen...
Twee sous had hjj opgedaan en dat
waren nog buitenlandsche, die hjj niet
uitgeven kon
„Twee slechte sous te geven aan een
armen slokker als ik! Zoo’n millionair! Is
’t geen schande? ’t Is wat te zeggen!”
Hjj zag den heer weer voorbjj drentelen.
Een fijne heer, keurig gekleed witte das,
laag uitgesneden vest, wandelstok met
gouden knop... En Jean Guenille haalde
zjjne schouders op, zonder haat.
Waar hjj nu het meest tegen opzag, dat
was het lange eind loopen naar de Place
d’Anvers. En toch wilde hjj er heen want
hjj was gehecht aan zjjne bank. Die bank
was nog zoo kwaad niet en hjj wist dat
hjj er niet gestoord zou worden, want hjj
kende de agenten, die medeljjden met hem
hadden, er een oogje dicht deden, en hem
ongemoeid lieten slapen.
„Sapristi”, bromde hjj „dat is een
slechte dag geweest. Zoo’n slechten heb
ik in drie weken niet gehad. Ze mogen
wel zeggen dat de tjjden hoe langer hoe
slechter wordenAls dat door de Engel-
schen komt, naar ik hoor, die verdjjde
Engelsehen! dat de duivel ze hale!”
Hjj ging nu op weg, altoos nog in de
hoop van een liefdadig neer te ontmoeten,
of een edelmoedigen drinkebroer, die hem
een paar stuivers zou toestoppen een
paar echte stuivers, waarvoor hjj morgen
een stuk brood koopen kon.
„Twee sous twee echte dat is toch
waarachtig de heele wereld niet!” zeide
hjj bjj zichzelf, terwjjl hjj zich langzaam
voortbewoog. Want, behalve dat hjj moe
was, had hjj eene breuk, die hem nu meer
dan gewoonljjk hinderde.
En terwjjl hjj daar zoo voortliep, voelde
hjj eensklaps onder zjjnen voet iets zachts.
Eerst dacbt hjj dat het vuilnis was. En
toen kwam hjj op de gedachte, dat het
misschien wel iets eetbaars wezen kon.
Men kan toch nooit wetenHet toeval
houdt wel niet van de arme lui en brengt
hun zelden een buitenkanje, maar eens op
een avond toch, zoo herinnerde hjj zich,
had hjj in de Rue Blanche een lamsbout
gevonden, een verschen, grooten prachtigen
lamsbout, die zeker uit een slachterswagen
gevallen was.
„Laten we eens even kjjken! zeide hjj en
hjj bukte zich om het voorwerp op te rapen.
„Pah!” bromde hjj, toen hjj het aan
raakte „Niks om te eten, hoor’t Zal
wat mooi’s wezen
De straat was ledig. Geen voorbijganger,
geen diender., Hjj ging naar eene gaslan
taren, om te zien wat hjj in zjjne hand had.
„Drommels!” mompelde hjj. „Dat is wat
anders
Het was eene portefeuille van zwart
marokjjn, met zilveren hoekbeslag. Jean
Guenille opende hem en bekeek den inhoud.
In een der vakken vond hjj eén bundel
bankbiljetten tien bankbiljetten van
duizend francs elk, met eene speld aan
elkaar vastgestoken.
„Drommels!” herhaalde hjj.
En met een schommelend hoofd liet hjj
er op velgen
„Kjjk nu toch eens aanDaar heb je
nou menschen die met zooveel geld in hun
zak loopenMet tienduizend francs zoo
maar alsof ’t niemendal was
Hjj doorzocht de andere vakken van de
portefeuille. Daarin was niets. Geen kaartje,
geen portret, geen brief geen spoor van
eene aanduiding omtrent den eigenaar van
dit kapitaal, dat hjj daar in zjjne hand
hield hjj, Jean Guenille.
Terwjjl hjj de portefeuille sloot, zeide
hjj bjj zich zelf: „Wat nou? Er zit niet
anders op, dan dat ik er mee naar de
politie loop. Dat is weer een heel eind om
en ik ben al zoo moe. Sapristi, ’t gaat
me niet voor den wind, vanavond!”
De straat bleef ledig. Geen diender, geen
voorbijganger. Jean Guenille keerde op
zjjne schreden terug en begaf zich naar het
naaste bureau van politie.
Jean Guenille had niet weinig moeite
om tot den commissaris door te dringen.
$jjne havelooze kleeding en de gore tint
kinderen. Zondag is hij nog bij familie
alhier geweest, doch sinds dien tyd spoor
loos verdwenen.
Noordwolde, 1 Mei. Daar men tot
geene overeenkomst kon geraken, omtrent
de vaststelling van loon en arbeidsduur der
timmerknechten, hebben deze het werk ge
staakt. Naar we vernemen stuit deze over
eenkomst hoofdzakelijk hierop af, dat enkele
bazen hun tarief niet willen verhoogen, zoo-
dat ook de anderen genoodzaakt zijn het
oude tartef te handhaven.
Sneek, 1 Mei. Van morgen had alh'er
een droevig ongeluk plaa<s.
Eene 90-jarige vrouw, Je Wed. H., viel
bij het uitspoelen aan den wal, in het water.
Een paar lieden aan den overkant zagen
het. Eén begaf zich direct te water en met
behulp van anderen wist men de drenke
linge op het droge te brengen. Ze ver
keerde echter in zorgwekkenden toestand.
Dadelijk werd de hulp van een heelkundige
ingeroepen, doch ’t mocht niet meer bati n.
Een paar uur na het ongeval is de oude
vrouw overleden.
Fr. Zuidwesthoek, 30 April. De
ansjovisvangst Lat zien dit jaar bijzonder
voordeelig aanzien. Per dubbel schot
Zondags wordt niet gehaald werden
Maandagmorgen vangsten van 20 A 25 dui
zend stuks aangevoerd gistermorgen kwam
een Lemster visscher te Stavoren binnen
met 60.000 vischjes. Vele vangsten bedroe
gen tusschen de 20 en 30-duizend stuks;
toch werden ook nog leege beugen opgehaalu.
Zaterdag wordt de eerste prijs bekeed.
Algemeen wordt gevreesd, dat deovervk
dige vangst lage prijzen tengevolge zal
hebben. Het vorge jaar werd voor de eerste
vangst f9,50 besomddit jaar zal de inzet
naar veler verwachting 50 a 60 °/o lager gaan.
Hepk. Nieuwsblad, v. Fr.
Sneek, 29 April. Dinsdag waren alhier
aangevoerd 15000 kievitseieren, welke 16 en
17 cent per stuk opbrachten. Verder werden
aangevoerd 8000 eieren van Gnto’s, Sirand-
kieviten en Tureluurs (Tjirken).
In ’t geheel zijn sedert 26 Maart te Sneek
ter markt gebracht ruim 36,0J0 kievitseieren,
die tegen een gemiddelden prijs van 20 ct.
per stuk, aan de vinders een voordeeltje
bezorgden van f 7200. Dat de prijs zoo hoog
bleef, wordt toegeschreven aan de groote
vraag uit Eugeland.
1 Mei. De afdeeling hier van de ver-
eeniging ter bevordering van de Zoetwater-
visscherij in Friesland kocht eenige dageu
geleden van de Ned. Heidemaatschappij
200 Gallisische edelkarpers gekweekt te
Vaaeen, ter grootte van 7 tot 23 c.M. De
prachtige visschen houden thans verbljjf in
een der gepachte wateren van de vereemging
en wel ’t kleine kanaal bij ’t spoorstation.
Nijega (Sm.), 29 April. Gisteren wist
de lüjarige H., terwijl de vader van huis
was het geweer met het kruit enz. te be
machtigen. Ongemerkt kwam hij er mee
achter huis en schoot af, met het ongeluk
kig gevolg, dat het geweer barstte en de
linkerhand gehavend werd. Volgens den
onmiddelljjk te hulp geroepen geneeskun
dige bestaat er kans, dal de hand behouden
bljjft.
Werkstaking te 's-Gravenhage.
Het aantal stakende opperlieden en met
selaars te ’s-Gravenhage breidt zich gestadig
uit. De patroons hebben met groote meer
derheid besloten de eischen der stakers niet
in te willigen en dat ter hunner kennis
gebracht. Intussohen heeft de patroon van
een bouwwerk aan het Beiuidenhout den
eisch der stakers ingewilligd. De politie moet
soms werkende arbeiders beschermen. De
politie joeg in den afgeloopen nacht een
troep Meibetoogers uiteen, die op somma'ie
niet wilde uiteengaan.
Treinongeluk,
Donderdagavond te halftien reed te Leeu
warden de locomotief van den Noord-Frie-
schen Locaalspoorweg zijdelings tegen de
stilstaande locomotief van trein 262 der
Staatsspoor met waterwagens. Eerstgenoemde
machine met bagagewagen en waterwegen
Staatsspoor, benevens de sporen, werden
nogal beschadigd; de waterkraan werd geheel
verbrijzeld. Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor. De weg werd terstond hersteld,
zoodat het verkeer gisterenmorgen vroeg
weer kon worden hervat.
De schilder Mutsaers, indertijd door
de rechtbank te Breda vrijgesproken in zake
de Tilburgsche moordzaak, is, naar het
Nieuws meldt, dezer dagen in het huwelijk
getreden.
Gelijk bekend is, zal de zaak in de eerste
helft van Juni a.s. in hooger beroep be
handeld worden voor het gerechtshof te
'a-Hertogenboaoh.
r.
ADVERTENTIEPRIJS: 50 Ots. van 17 regels. Ver
volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Bolswardsche Courant