NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWARD EN WONSERADEEE te 1902. No. 37. 41ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. DONDERDAG 8 MEI. Praatjes over dit en dat. X BINNENLAND. VOOR INGEZONDEN. ■H i ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cte. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Ct. XXXI. i 1 Repk. Nieuwsblad, v. Fr. Kindermoord te Zutphen. Geljjk men zich zal herinneren, vonden de landbouwer B. te Wilp, en diens echtgenoote, een paar maanden geleden, bij terugkeer van de markt hun vyfjarig zoontje vermoord bij hunne woning liggen. Ofschoon eerst op eene buurvrouw de verdenking viel dit feit ge pleegd te hebben, bleek deze spoedig geheel onschuldig aan de vreeseljjke misdaad te zijn, en vond de rechtbank te Zutphen termen, den 20-jarigen halfbroer van het vermoorde knaapje in hechtenis te nemen, waarin hij zich nog steeds bevindt. Op last van den officier van justitie is, naar de N. R. Ct. meldt, door deskundigen een onderzoek naar de al- of niet-toereken- baarheid van den halfbroer ingesteld, die verdacht wordt het kind gedood te hebben, en ait aan den bewaarder der gevangenis heeft bekend. Het bovengenoemd onderzoek is thans geëindigd, en de zaak naar de openbare terechtzitting der Rechtbank te Zutphen verwezen. ingetrokken. Verlof tot het gebruik maken der vaarten, wegen en opslagplaatsen, het doen weiden van vee, het maaien van bermen enz., wordt op schriftelijke aanvrage alleen door den gedelegeerden Commissaris ver leend*. Overtreders van een en ander worden natuurlijk met straf bedreigd. Het wordt er voorwaar niet beter op in ons schoone Gaasterland! WestergO, 5 Mei. In ’t bouwvak heerscht in de laatste weken eene enorme bedrijvig heid, niet alleen in de steden, maar ook op het platteland, waar de behoefte aan goede woningen telken jare grooter wordt. De stichting der perceelen heeft plaats voor rekening van speculanten, particulieren of coöperatieve bouwvereenigingen. De laatste worden ook op het platteland opgericht. Hier en daar kost het moeite, werkvolk te bekomen, waardoor de loonen gestegen zijn. Deze bedragen thans voor de timmerlieden van 13 tot 17 cent, voor opperlieden van 11 tot 15 cent per uur. Tijdens de staking in ’t bouwvak te Amsterdam kwamen Hollandsche knechten hier werk zoeken. Leeuwarden, 5 Mei. Of er groote dingen op til zijn bij ons spoorwegstation? Men zou het al zeggen, want er werkt tegen woordig een geheimzinnige kracht, die zich echter tot heden van een gevaarlijke zijde doet kennen. In den laatsten tijd vernamen we van een paar kleine ongelukjes, die eenige materieele schade tengevolge hadden en he ienavond omstreeks 9 uur werd bij den overweg van de Schrans naar de stad weer een heel wachtershuisje omvergereden. „It stiet op ’e kop, heit!* hoorden we een meisje zeggen en zoo leek het wel, alleen met dit verschil, dat er kop noch niet-kop meer aan te vinden was. Gelukkig bevond de wachter zich reeds buiten, want anders had het er niet best voor hem uitgezien. De oorzaak van deze „catastrophe* was, dat bij het rangeeren een locomotief en een paar wagens uit de rails sprongen. Een dezer wagens, die reeds in de nabijheid moet hebben ge staan en een botsing veroorzaakte, vond men boven op een hoop aarde terug. Hij zit daar aardig vast. De locomotief siste van belang; maar dit hielp weinig. In ’n ommezien waren een groot aantal menschen uit hunne huizen gesneld, zoodat het een uur lang vrij druk bleef op het terrein. Toen de dienstbode van den bierhan delaar Van E. op de Nieuwestad gisteravond thuis kwam, vond zij alles in ’t duister, terwijl ze op haar geroep aan den heer des huizes geen antwoord kreeg. Spoedig werd een buurman verzocht even mee te komen en toen vond men, na eenig zoeken, het lyk van den ruim 65-jarigen man op den zolder. Zuidwesthoek, 5 Mei. Konden we voor eeu paar weken bepaald roemen op den stand der weilanden, het zeer koude weder der jongste dagen, zoomede nacht vorsten hebben ze weer veel achteruit doen gaan. „Het gras is gekrompen*, zeggen de boeren. En werkelijk, het lijkt er veel op. Het melkvee vooral heeft ook veel te lijden, zoodat de hoeveelheid melk, die het geeft, wel grooter kon. Voor de jonge lammeren is het mede een slecht voorjaar; er zit geen fleur in de beestjes; men ziet ze niet in groote koppels huppelen en springen, zooals ze by mooi weer gaarne doen en wat wer kelijk ’n aardig gezicht geeft. Beste lam meren ziet men dan ook niet veel. De prijzen er van zijn nog steeds lager dan het vorige jaar. De handel er in is ook niet druk. Naar we vernemen is de prys der ansjovis aanzienlijk lager dan het vorige jaar; volgens onzen zegsman, die ’t wel weten kon, werd er f 3,75 per 1000 stuks betaald. In enkele plaatsen werd hier de jongste dagen slecht gevangen. Al redekavelend waren wij genaderd tot den hoek by „Amieitia” en ziende dat bet loopen Harmen nog al vermoeide, zei ik „Kom, neef, laten wy hier op deze hoogte even op de bank gaan zitten. Misschien zullen we het niet lang meer kunnen doen.” „Wat blief, denk je dat ik haast om zeep zal gaan?” was het bitse bescheid. „Ha, ha, wel foei, neefIk meen dat deze hoogte hier om zeep gaat. Dit ge deelte bolwerk zal immers afgegraven wor den, „Amieitia” wordt verkocht, de Brak gesloopt en dan komen hier burgerhuizen te staan.” „O, ja wel, bedoel je het zoo, nu maak je nog niet al te ongerust, Gedepu teerde Staten willen zich eerst nog eens ernstig bedenken, voor zy aan deze raads besluiten hun adhaesie schenken. Dat sloo- pen van de Brak, waarvoor toch weer een dergelyk werkhuis moet gebouwd worden dat verkoopen van „Amieitia”, waarvoor toch ten slotte slechts een luttel beetje in de gemeentekas terug komt, zie, ik ver moed dat Gedeputeerde Staten wel eens zullen nazien wat die „Amieitia” voor een paar jaren de gemeente gekost heeft, ter- wyl ze volgens de raming met het terrein van de Brak er by, nu pas half zooveel zal op brengen.” „Nu ja, neef, maar nu komen er dan ook burgerhuizen te staan „Burgerhuizen, ja maar die komen op zoo n wyze de stad duur te staan. Die aankoop indertijd blykt een duurkoop ge weest te zyn, maar wat zal je er nu ook anders mee!” „Ja, dat heb ik my zelven ook afge vraagd, en die vraag wordt met Mei nog al dringend.” „Weet je wat, Jochem? Er zal met Mei wellicht weer voor eenige huishoudin gen onderdak gezocht moeten worden. Die kunnen daar voorloopig dan wel in laat den jongens den tuin, die ruim en kaal daar heen ligt, voor kaatsveld, want op het Hengstepad en by de Blauwpoort mogen ze met meer kaatsen en dan van ’t najaar zullen Gedeputeerde Staten wel in den verkoop toestemmen en denken: beter een half ei dan een ledige dop.” „En dan dat afgraven van deze hoogte”, hervatte spoedig daarop Harmen weer den draad van ons gesprek," dat vind ik voor my wel jammer. Juist het terrasvormige van dezen aanleg doet ieder dit hoekje van het plantsoen zoo mooi vinden. Ik weet ook niet hoe de schippers by dezen modder moeten komen. De gracht hier voor ons, zit haast dicht. Die mag eerst wel geslat worden, of er mogen wel rails gelegd wor den naar dien gindschen hoek by de Leeu warder vaart dan kunnen de schepen daar ge- Mijnheer de Redacteur Ik kom U met vreugd vertellen, dat myn neef weer hersteld is. Het koude weder heeft hem nog al lang in huis ge houden, maar Zaterdag tegen het middag uur heb ik hem afgehaald voor eene wan deling, en op myn verzekering dat het niet koud was, ging hy mee. Ik zal U ons discours zoo goed en kwaad het gaat, opschrijven, want U moet weten wy zyn in de gelukkige periode van de schoonmaak. Myn schrijfbureau heb ik, uit vrees voor overrompeling op slot en de sleutel heb ik weggestopt, verloren heet het. Ik kan daarom myn gewoon papier niet nemen, op myne gewone plaats niet zitten, maar schrijven doe ik toch. Wy gingen dan, geljjk ik zeide, Zater dag met z’n beidjes wandelen, eerst naar de Sneekerpoort om vervolgens den wal om te gaan. By het postkantoor stiet neef my tegen den arm en zei: „Die kerk bljjft staan hé? en zal nu worden opge knapt, doch hoe lang zou ’t nu nog duren voor de restauratie in ’t reine is?” „Maar de Minister heeft toch toezeg ging gegeven, dat Z.Ex. de aanvrage om subsidie zou bevorderen,” antwoordde ik. „Ja, ja, dat weet ik, en ik hoop er het beste van,” zei neef. „Indertijd zou de restauratie van ons raadhuis ook door ’t ryk gesteund worden, en na lang wachten werd f1000, zegge duizend gulden toege staan, met verplichting de restauratie dan uit te voeren naar de opgave van een ryks-opzichter.” „Misschien dat in dit oude kerkge bouw meer belang wordt gesteld, althans de tegenwoordige nieuwe eigenaars hebben goeden moed. De afgevaardigde voor ons district, Ds. Sehokkmg, interesseert zich, naar ik gemerkt heb, zeer voor deze restau ratie. Als die zooveel invloed weet uit te oefenen als onze ex-afgevaardigde, de heer Bouman inzake de zuivelschool, dan komt het er by de Tweede Kamer wel door.” „Ha, ha,” lachte neef, „en aan die zuivelschool zie je, wat er van komt, als zoo’n besluit niet naar den zin van een Minister is.” „Maar je zal toch niet durven leuken dat deze Minister niet met de kerk op heeft 1 Geloof maar, als de Kamers het toe staan zal de uitvoering niet ontbreken.” „Nu, goed Jochem, ik ben er trou wens voor, dat dit gebouw wordt opgeknapt, want zoo kan het niet meer, ’t Is een schande voor Bolsward. En voor ’t Hengste pad mag ook wel rjjkssubsidie aangevraagd worden, want nu die boomen er weg zyn is ’t er nog kaler en doodse her dan vroe ger. Ons arme Wilhelminaplein „Nog van die kerk gesproken, Har men, als nu eenmaal, dank zy de kunst waarde door den heer Victor de Stuers in den ouden gevel ontdekt, de restauratie is klaar gespeeld, wat hebben dan „de luiden die niet kunnen opgaan naar de prediking in de Martinikerk” een groot en ruim ge bouw. Ze behoeven niet bang te zyn dat ze er allen geen plaats kunnen vinden.” Zoo pratende, waren wjj reeds een heel eind het hooge bolwerk op en kregen wjj de Martinikerk naast ons. „De raadsleden houden zich toch aan die kerk, hé?” zei neef, terwjjl hy met den wijsvinger dien kant uitwees. „Hoe zoo?” vroeg ik. „Wel, dat kan je zien uit de alge- meene belangstelling in de rechten op de Regeeringsbank" „Nu ja, antwoordde ik, ge moet niet denken, dat ons gemeente-bestuur daar des Zondags voltallig wil zitten. Je dacht mis schien aan Jobs. X:16. „En het zal wor den ééne kudde en één herder”, doch zoover zjjn we nog niet. Het is de raadsleden niet te doen om in die hooge bank te zitten, maar om er te mogen zitten.” „En als ze daar recht op hebben, dan geef ik ze gelijk.” „Ja neef, recht hebben is in zulke oude zaken steeds moeielyk uit te maken. In het officieel raadsverslag heb je immers gelezen, dat er sprake is van eene regeling van 1699 en dat de regeeringsbank het eigendom is van de leden der Vroedschap.” „Juist, Jochem, ik heb daar wel dege lijk myn aandacht aan geschonkener staat daar dat er in 1699 een bank gemaakt is, doch nu rees by my de vraag, welke bank moet dat zjjn? De oude beroemde koor banken zijn klaarblijkelijk van ouderen datum en de fraaie bank waarin heeren Noordwolde, 3 Mei. Heden gelukte het den brigadier Scheidemans een nest met drie jonge vossen op te sporen, in de nabij- heid der Appelscha-bergen. Daar de eigen- woning in een heuvel was uitgegraven en pl.m. 2 Meter diep in den grond verborgen was, moest men met z’n vieren niet minder dan veertig kub. meter aarde verwerken, alvorens men de dieren kon bemachtigen. Terwijl de vroeger vermelde vangst uit 5 rekels bestond van ongeveer 8 dagen oud, waren er by deze 2 rekels en allen onge veer 8 weken oud. De moeder-vos wist nog juist te ontkomen. Lemmer, 5 Mei. De ansjovisvangst, in het begin dar vorige week zoo bijzonder ruim, was in de laatste nachten minder gunstig. Ook hedenmorgen bleek de ge middelde vangst (dubbel schot nog wel) Dog geen 7000 stuks te zijn. Ook viel de prijs, die Vrijdag gezet is, niet mee. Werd toch verleden jaar f8 per 1000 voor de eerste aanvoeren besomd, thans wordt slechts f3,75 betaald. Volgens de zouters is deze lage prijs het gevolg van de omstandigheid, dat er nog zoovele duizenden ankers ansjovis van vorige jaren over zijn. Niettegenstaande het goederenvervoer met de booten der Holland-Friesland lijn dagelijks toeneemt, wordt door de booten der oude Lemmernachtbootmij. ook nog steeds een massa goederen vervoerd. Deze booten toch vertrekken en komen hier dik wijls bijna tot zinkens toe geladen aan. Ook hedenavond, nu het lammerenvervoer van uit onze provincie naar Holland weer een aan vang heeft genomen, vertrokken van hier naar Amsterdam, niet zooals ge- woonlyk, één, maar twee booten van deze maatschappy. Ze hadden, ongerekend een massa goederen, niet minder dan 1700 lam meren aan boord. Jorwerd, 2 Mei. Toen de arbeider T. H. alhier hedenmiddag met een emmer melk van den koestal zou stappen, haakte hij met den voet achter een touw, dat een der koeien aan den poot had, zoodat hij voor over op den steenen vloer terecht kwam. Aanvankelijk zette hy zyne werkzaamheden voort, doen al spoedig kreeg de man zoo veel pijn, dat hy zich huiswaarts moest be geven en geneeskundige hulp inriep. Behalve dat hij kwetsuren had aan armen, beenen en hoofd, was de neus ook gebroken. Arum, 5 Mei. Er is hier sinds eenige dagen een aanvang gemaakt met het kruien en vervoeren van den modder van vele lan den, en met het leggen der tramrails voor de lijn FranekerArum. Vele arbeiders uit het Bildt en de Wouden zijn naar hier gekomen, ’t Aanbod overtreft verre de vraag naar arbeiders, daar de werkzaamheden dit voorjaar zoowel hier als elders, bij den boer schaarsch zyn. Langweer, 5 Mei. De werkman U. de Vries vond by net graven van een sloot een gouden ring, hebbende aan den binnenkant de inscriptie v. E. Deze ring, nog zoo glan zig alsof hij pas verloren was, hoewel hij misschien wel honderd jaar onder de aarde bedolven is geweest, zal vermoedelyk heb ben toebehoord aan een lid der familie v. Eysmga. Hy is, ter zwaarte van een gulden voor oud goud gewaardeerd op f 13,50. Balk, 4 Mei. Pinkstermaandag zal te Kippen burg een groot muziekfeest worden gehouden, waaraan p.m. 100 instrumenten zullen deelnemen. Gaasterland, 5 Mei. Door den raad van beheer van de maatschappy „Gaaster land*, is het volgende gepubliceerd: „Vanaf 1 Mei 1902 is de toegang tot de bosschen, het gebruik maken van vaarten, wegen en opslagplaatsen, ’t doen weiden van vee op en het maaien van bermen en gronden, het weghalen van zand etc., toebehoorende aan de maatschappij „Gaasterland*, verboden. Het wandeloosch achter Rijs blijft voor iedereen toegankelijk van 's morgens 6 tot ’s avonds 6 uur. Kinderen, zonder behoorlijk geleide, worden niet toegelaten. Alle tot nog toe verleende vergunningen worden thans kerkvoogden en notabelen tegenwoordig zetelen, is volgens de nasporingen van Ds. M. E. van der Meulen, van later tyd. In 1730 toch, moet volgens onzen vorigen archivaris die bank, waarop thans door den raad begeerige oogen geslagen worden, vervaardigd. Ik las daarbij o.a. de bepaling, dat „elk nieuw lid der Vroedschap f 100 by zyn optreden moet betalen om de groote kosten te dekken, die voor de banken ge maakt werden.* Ik heb van het handhaven dezer laatste bepaling niet veel gehoord, die schijnt in onbruik te zyn, althans ik vermoed dat, wanneer de zitplaats zoo duur gekocht moet worden, de belang stelling van de meesten wel zou bekoelen. Ik meen my nog te herinneren, dat heeren kerkvoogden en notabelen al vroeger heb ben kennis gegeven aan de raadsleden, dat zy hen het recht om in die bank te zitten, ontzegden. Als ik my niet bedrieg was dit in 1882, en de raad heeft toen, zoo goed ik weet, bericht terug gezonden dat hy van die opzegging niet gediend was, en „de Raad zyn rechten op die bank wil blyven handhaven.” „Hé, dan dacht de raad van twintig jaar geleden net eender als die van heden, want immers de motie van ons jongste raadslid, met algemeene stemmen aange nomen, eindigt ook met die zelfde woorden.” „Ja Jochem, ’t is niet om de knikkers maar om ’t spel, zegt het spreekwoord,” hervatte neef. Die oude rechten, dat zegt wat. Daar heb je nog eigenaardige toe standen by. Zoo is byv. de dikke toren het eigendom van de stad, en de klokken, die er in hangen ook, en toch luiden die klokken alleen voor den eeredienst in de St. Martinikerk. Veel van die oude en ge combineerde verhoudingen zyn later door gewoonte en gebruik als het ware recht geworden, doch ’t blijft altijd een prachtig veld voor kostbare procedures. Minnelijke schikking is in dergelyke zaken voor beide partyen steeds verkieslijk.” laden worden. Dat ziet men by terpen en afgravingen tegenwoordig wel meer. „Maar ’t wordt my hier te koud. Je pochte straks zoo over mooi weer, Jochem, maar ’t kan waarachtig geen pochen lijden. Kom laten we heden den kortsten weg naar huis maar nemen.” En langs de Djjlakker zyn we naar huis gegaan, zonder nog over dit punt uitge praat te zjjn. Uw dw., JOCHEM OPMERKER. Bolsward, 3 Mei 1902. i» Bols wardsche Courant I] I k

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1