NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD BOLSWA.RB EN WONSERA.ÖEEL 1902. No. 38. 41ste Jaargang. Verschijnt Donderdags en Zondags. ZONDAG 11 MEI. r h;h' BINNENLAND. X X X VOOR komen, was mijnheers den dief, herkenden de ADVERTENTIEPRIJS: 50 Cte. van 1—7 regels. Ver volgens 10 Ct. per regel. Overigens naar plaatsruimte. ABONNEMENTSPRIJS: 80 Cents per 3 maanden. Franco per post 95 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Ct. ongeladen verzoek nam zachtjes de krant en las de geschiedenis Behoedzaam legde zjj Sneek. Naar ons wordt meegedeeld is er van hier een adres met vele hand- teekeningen, onder welke ook die van den betrokken vader, verzonden naar den Offi cier van Justitie te Leeuwarden, waarin wordt verzocht den onvoorzichtigen R. J., die kort geleden bij ’t rooien van een boom, door een verzuim den dood van een kind veroorzaakte, niet te vervolgen. Gisterenmiddag had in de Kruize- broederstraat een ongeval plaats, dat nog al gelukkig all iep. Een wiel van een damesfiets kwam in aan raking met de pooten van een voermanspaard. De berijdster was zoo handig intijds van den twee-wieler te springen. De fiets werd overreden en zóó gehavend, dat aan reetau- reeren haast niet valt te denken. Dinsdag j.l. kwam een zekere Sch. uit IJlst bij mej. de wed. W. alhier om een loterijbriefje te verwisselen. Toen naar klant vertrokken was, kwam ze tot de treurige ontdekking, dat ze een geheel pakje 5e klas briefjes miste. Zoe ken en nog eens zoeken, maar ’t hielp niets, de briefjes waren weg en bleven weg. Woensdag d.a.v. werd van de zaak aan gifte bij de politie gedaan. ’t Was voor deze niet moeielijk den ver- moedelyken dader op te sporen. Een beambte van ’t spoor nl. was den heer Commissaris een brieventaech komen brengen, die iemand in den trein had laten liggen. In die tasch bleek bij onderzoek zich te bevinden een der nummers door de wed. W. genoteerd. De portefeuille was toevallig ’t eigendom van bovengenoemden Sch. uit IJlst, waarom den burgemeester aldaar werd verzocht bjj Sch. huiszoeking te doen. *t Duurde niet lang of de briefjes kwamen voor den dag; bekennen was natuurlijk toen niet meer noodig. Workum, 9 Mei. Uit de eerste vang sten af te leiden, geleek dat dit jaar een rjjk ansjovis] aar zou wordeu. Er is spoedig een kentering in gekomen en zijn de vangsten aan onze kust tegenwoordig beneden het middelmatige. Een enkele dag wordt soms een voldoend schot boven water gehaald. Ook valt de prijs f 3,75 deerlijk tegen. Ver leden jaar werd het.eerste 1000-tal met f8 betaald. Over het algemeen is over de vangst, be halve enkele uitzonderingen, niet te roemen, terwijl er naar hooger prjjs en meer vangst wordt uitgezien. Warga. Da stoomboot „Oostergo“ liep Maandagmorgen met zulk een kracht tegen de nog gesloten zjjnde kleine brug alhier aan, dat een der hooiden geheel werd vernield. Volgens den kapitein had hij tweemaal door bellen en fluiten den brugwachter ge waarschuwd dat zjj in aantocht waren. De brugwachter echter beweert, dat ze wel hebben gewaarschuwd, maar niet eerder dan toen ze reeds vlak bjj de brug waren. Vier spreeuweneieren zag een jongen alhier in een boom liggen. De toegang tot het nest was echter zoo nauw, dat hg eenmaal de hand in het gat hebbende deze onmogelyk er weer uit kon krijgen, zoodat een paar mannen genoodzaakt waren het gat zoodanig met een zaag te verwijden, dat de jongen uit zjjn netelige positie kon worden bevrjjd. Ver schrikkelijk. Te Mooiland, bjj Calcar, had dezer dagen een treurig ongeluk plaats. Het zoontje en het dochtertje van zekeren A. werden uitgestuurd om 1 liter jenever te halen. Onderweg dronk het jongetje een beetje uit de flesoh, en toen het hem goed smaakte, dronken ze met huu beiden de flesoh leeg. Het jongetje was dadelijk dood, het meisje ligt op sterven. Te Sittard is een persoon, die in be schonken toestand op straat was gevallen en daar den geheelen nacht had doorgebracht, ’s morgens toen men hem ontdekte, dood opgenomen, is er nu aan de hand? heele geval, want nauwelijks had de arme man de plaat gepoetst, of de huisdeur werd opnieuw geopend en een buitenlandsche vriend, die in zjjn doorreis ook het stadje had ingelascht om een paar uren bjj de echtgenooten te vertoeven, vertoonde zich op den drempel. Onder vrooljjk gekout verstreek de tjjd. Eerst toen de gast weer vertrokken was en mjjnheer en mevrouw zich ter ruste wilden begeven, schoot de herinnering aan den landlooper, die haar zooveel zorg gebaard had, haar weer te binnen, juist op het oogenblik, dat zjj haar geliefde Gentille miste. Haar geroep bleef onbeantwoord. Mevrouw en Marie zochten overal, maar zij ontdekten geen kat. De eerste raadpleegde ijverig haar geheu gen. waar en wanneer zjj Gentille voor het laatst gezien bad. O ja, daar had zjj het. De bedelaar. En de ingesluimerde argwaan rees weer in mevrouw’s hart op. In haar geest zag zjj haar goed doorvoede lieveling reeds aan het braadspit gestoken. Gentille was het eerste slachtoffer, dat was buiten kjjf. Wie zouden de anderen zjjn! De boef heeft ze gestolen, steunde mevrouw Berthier, half in onmacht. Welke boef! vroeg Berthier. En nu moest hjj het gansche verhaal aanhooren. Dat komt er van als men de deur niet sluit, zei hjj geërgerd. De deur is altjjd toe, bracht mevrouw vergoelijkend aan,-alleen na het eten staat zjj open, om jou in je middagdutje niet te storen door het gebel. Zoo, zoo. Verontschuldigingen zjjn altjjd te bedenken, bromde Berthier medoo- genloos. Nu moet je de gevolgen van je onnadenkendheid zelf dragen! De gevolgen. Het hart stond de oude vrouw stil bjj de gedachte daaraan. Wat of hoe zouden die zjjn! En weer doemden in haar verbeelding op opengebroken laden en kasten en de inhoud daarvan. Daarnaast zag zjj de ver minkte Ijjken van Maria, haar man en zich zelf liggen. Eindeljjk verbrak Marie de bange stilte door de opmerking dat Gentille misschien wel een avondwandeling over de daken deed: een aanwendsel dat zjj wel meer vertoonde. Ja, misschien, zeide Berthier verlicht dat zal het zjjn en laat ons nu naar bed gaan. Hoewel nog niet ten volle overtuigd van Marie’s bewering, schikte mevrouw Berthier zich toch zoo goed mogeljjk in de omstan digheden. Rillend van onzekeren angst ging zjj achter haar wederhelft de trap op. Het slaapvertrek van het echtpaar lag op de eerste verdieping. Marie sliep beneden, naast de keuken. Wel sliep mevrouw spoedig in, maar haar sluimer werd verstoord door bange droomen. Eerst zag zjj Gentille, badend in bloed liggen; toen voelde zjj het vervaarljjk mes van een woesten roover op de keel. Plot seling richtte zjj zich met een luiden angst kreet op. Genadige hemel, wat was dat! Een dof gebons drong van beneden tot haar door. Waakte zjj of droomde zjj nog? Het bonzen werd voortdurend heviger. Daar was hjj. de inbreker! Zjj had al vooruit geweten dat hjj komen zou! Jules, kreet zjj en stak met van angst sidderende vingers licht aan, Jules! Mjjnheer Berthier hoorde bljjkbaar niets en sliep rustig door. Jules, jammerde mevrouw Berthier en rukte haar man met beide handen aan de schouders. Een dof geronk was het ant woord en mjjnheer weigerde beslist den slaap des rechtvaardigen te onderbreken. In haar vertwijfeling zocht mevrouw haar toevlucht tot een radicaal middel. Zjj nam de waterkan, die op het nachttafeltje stond en sprenkelde haar slapenden man eenige druppels op het gezicht. Dat hielp. Als door een vloo gestoken, sprong hjj overeind. Wat duivel barstte hjj los. Dieven, Jules, benedenl steunde me vrouw Berthier. Onzin! wilde haar wederhelft opmer ken, maar het woord bleef hem in de keel steken, want; boem, boem, boem, klonk het hem, als dreunende bijlslagen, in het oor. Hjj sprong het bed uit, wierp haastig eenige kleedingstukken op en om zjjn schrale ledematen en greep naar een pistool, dat ’s nachts altjjd binnen zjjn bereik lag, om gewapend op de inbrekers los te gaan. Mevrouw Berthier, die eveneens opgestaan was, kreeg dat plotseling in de gaten. Zjj bezon zich geen moment, schoot op de deur toe, nam den sleutel er uit, liet zich voor Berthier op de knieën neer en om vatte die. Jules, om ’s hemels wil, ik smeek je, stel je niet aan gevaar bloot! Bedenk Mjjnheer Berthier las zjjn vrouw na het eten de courant voor. Onder de rubriek Parjjsche nieuwtjes stond weer een bericht van een grooten diefstal met inbraak. Gelukkig, zuchtte mevrouw Berthier terwijl zjj Gentille, de sneeuwwitte Ango rakat, die zich op haar schoot zoo gemak- keljjk mogeljjk neergevleid had. lief koozend streelde, wat ben ik blij, dat wjj buiten wonen en niet in Parjjs, waar moord en inbraak aan de orde van den dag zjjn Nietwaar mjjn diertje Gentille rekte zich eens behaaglijk en gaf door zacht gespin haar overeenkomstige meening te kennen. En hoe liep het nu af. Jules? Heeft men den inbreker gevat ging mevrouw, zich tot haar echtgenoot wendend, voort. De krant, die, uit zjjn vingers gegleden op den grond lag, en een luid gesnork, bewe zen echter, dat mjjnheer met alle misdaden afgerekend en in zjjn middagdutje den vrede gevonden had. Mevrouw Berthier van den grond op van den inbraak, daarna de krant weer op tafel. Wat ’n slechte menschen Blij toch, dat wjj buiten wonen, mompelde zjj nog maals. nu bevredigd. Kom, Gentille, fluisterde zjj tegen de kat. Baasje slaaptlaten wjj hem niet storen. En zachtjes stond zj) op en verliet, gevolgd door de kat, het vertrek. Toen zjj de gang binnenkwam, stond plotseling een man, zoo lang als een boom, tegenover haar en deed haar ontsteld terug deinzen. De schamelgekleede bedelaar nam zjjn hoed af en Een arme smeekte u om een aalmoes, dameklonk het. Om hem kwjjt te raken, greep mevrouw Berthier naar haar beurs, nam er een dub beltje uit en deponeerde die in de handen van den reus. Duizendmaal dank, mevrouw, zei hjj. Heeft mevrouw misschien nog eenige kliek jes over van het middagmaal Ik heb vandaag nog niets gegeten. Een heimelijke vrees greep mevrouw Berthier aan. Alles herinnerde haar aan de geschiedenis van den diefstal te Parjjs, dien zjj zooeven gelezen had. Dat kwam precies uit. Een van de inbrekers daar was ook eerst als bedelaar verkleed binnenshuis weten te komen om alles goed op te nemen. Zjj nam den stakker met wantrouwende blikken op. Het kwam haar voor, alsof hjj nu en dan van onder de borstelige wenkbrauwen loe rende blikken rondwierp. Wat te doen? De argwaan aan de eene en haar milde goedheid aan de andere zjjde voerden on derling een zwaren strjjd. Maar ten slotte behaalde de laatste toch de overwinning. Ga buiten maar op de bank zitten, zeide zjj, dan zal ik het door het dienst meisje laten brengen Het regent buiten zoo, voerde de land- looper aan. Vindt mevrouw het niet goéd, dat ik het hier in de gang opeet Mevrouw Berthier’s achterdocht wies tot zekerheid aan. De regen, ja. daar was toch wel iets voor te zeggen. Het stortregende, Maar maar en de angst sloeg haar om het hart. Eet het dan maar hier op, bracht zjj in vertwijfeling uit, maar haast je. Mjjn man mocht je hier eens vinden. Bovendien wordt straks ónze dog binnengelaten en dan kan ik niet voor je kleeding of je ledematen instaan. Het goede mensch constateerde met vol doening, welk een machtigen indruk deze woorden maakten, en zjj genoot. De reus wist immers niet, dat mjjnheer Berthier maar een klein, nietig mannetje was en dat de booze bulhond in het geheel niet bestond. Berthier hield er geen hond op na, vanwege een kinderachtige vrees, die hem uit zjjn jeugd was bjjgebleven voor hondsdolheid. Dat alles besefte de vagebond niet en deze nam dus alles, wat mevrouw Berthier hem op de mouw spelde, voor goede munt op. De goede ziel snelde nu jjlings naar de keuken en beval Marie, de oude keuken meid, den bedelaar iets te eten te geven. Heimeljjk fluisterde zjj de oude in het oor de keukendeur op een kier te laten en den man niet uit het oog te verliezen. Marie deed, wat haar bevolen was. Begeerig verslond de bedelaar wat hem werd toegestopt en het duurde niet lang, of alles was schoon op en de man verdwenen. Mevrouw Berthier vergat spoedig het uit, beval hjj, schuimbekkend van woede. Mevrouw Berthier, die wel wist, dat haar man soms heftiger uitdrukkingen bezigde, dan hjj van plan was te doen, ging op zjjn bevel niet nader in, maar gaf haar echtvriend den raad zich nog een poosje ter ruste te leggen, om den verloren slaap in te halen. En hjj volgde dien raad gewillig op. Toen de gestrenge heer en gebieder tegen den middag frisch en gesterkt beneden kwam was zjjn toorn volkomen gestild. Hjj vergaf Gentille grootmoedig; de dievengeschiedenis moest echter, daar hjj den spot der buiten wereld vreesde, een eeuwig geheim bljjven tusschen hem, zjjn vrouw en de oude Marie. hoe ongelukkig wjj beiden daardoor zouden worden. De roover is grooten sterk, hjj zal je ombrengen. Wacht toch af, tot hjj ons hier aanpakt. Daar Berthier er zelf wel een beetje tegen opgezien had den roover tegemoet te gaan en het pistool daarenboven oud en was, ging hjj op het dringende van zjjn gade genadig in en bleet. Beiden luisterden nu oplettend en in duizend angsten verkeerend, toe. Hethelsche lawaai hield voortdurend aan. Eens dacht mevrouw een man op de trap te hooren loopen. Toen werd alles stil. Hjj is stellig en zeker de eetkamer binnengeslopen. Ach, mjjn effecten, mjjn lieve effectjes, jammerde en klaagde mjjn heer, die zjjn aardsche schatten in een brandkast, staande in genoemd vertrek, vrjjwaarde voor bederf. En mjjn zilveren lepels, mjjn schotels en schalen dan? snikte mevrouw Berthier. Er rest geen twijfel meer, of hjj is beneden! O, die schoft. Ik zal hem den nek omdraaien! brulde Berthier, in een aanval van hevige woede. Leg dat pistool weg, zeide zjjn vrouw. Ach hemel, Jules, wat geeft het ook, of wjj alles derven moeten! Als wjj beiden maar in het leven bljjven, dan mogen wjj Gode dank zeggen. Zjj snikte hartstochteljjk. Ook Berthier kwamen de tranen in de oogen, van den weeromstuit. Beiden vermeenden telkens allerlei verdachte geluiden waar te nemen, tot eindeljjk, eindeljjk, een grauwe morgen schemering doorbrak. Maar de echtgenooten hadden geen weerstand aan den slaap kun nen bieden. Mjjnheer was in zjjn fauteuil ingedommeld en mevrouw knikkebolde op haar stoel. Hoelang zjj geslapen hadden wisten zjj niet; kloppen op de deur deed hen opstuiven. De dief! waren mevrouw Berthier’s eerste woorden. Laat hem maar moedig antwoord. Maar inplaats van zjj Marie’s stem. Voorzichtig opende mevrouw de deur. Leef je nog, Marie? Goddank! Is hjj weg? Marie, niets er van begrijpend, keek ver bijsterd naar de slaperige gezichten. Hoe ziet het er beneden uit? Heeft bandiet alles vernield? informeerde mjjnheer Berthier. Welke bandiet? stotterde Marie, bjj wie twjjfel rees aan de verstandelijke vermogens van het echtpaar. Hemel, zjj weet nergens van! riep me vrouw Berthier uit en zjj deed Marie een omstandig verhaal van de verschrikkingen dien nacht geleden. Ik heb vanmorgen vroeg bjj het opruimen niets van een inbreker gemerkt, zei Marie. Ik stel voor, dat wjj ons allen zoo goed mogeljjk wapenen en naar beneden gaan, om ons te overtuigen, besloot mynheer, in het volle besef zyner verplichtingen als hoofd des huisgezins. Trots alle tegenwerpingen zjjner vrouw nam hjj het ongeladen pistool in de hand mevrouw pakte een parapluie en Marie een pook. En zoo daalde het krjjgshaftige drietal de trap af. Tot mjjnheers groote verbazing was er in de eetkamer geen spoor van inbraak te ontdekken. De vuurvaste, jjzeren brandkast stond ongeschonden in den boek. Berthier maakte ze open en overtuigde zich allereerst of alie papieren nog aanwezig waren. Mevrouw had intusschen het buffet nage snuffeld en o vreugde, al haar schatten blonken haar tegen. Wat een rare geschiedenis, merkte mjjnheer op. Beneden is de inbraak dus niet gepleegd; laten wjj nu boven eens een kjjkje nemen! Ook daar was niets dat wees op diefstal met inbraak. Nu begrjjp ik er toch niets meer van. Daar heeft de duivel de hand in gehad, riep mjjnheer uit. Plotseling slaakte zjjn wederhelft een kreet van schrik. Daar, daar, steunde zjj, op een deur wjjzend en inderdaad klonk vandaar opnieuw het doffe bonzen, dat het echtpaar uit den slaap gehouden had. Vastbesloten greep Marie den meegeno men sleutel en deed de kast open. Iets wits vloog als een bal door de ge opende deur. Het was Gentille, de verloren gewaande poes! Dat was dus de oplossing van het raadsel, Gentille was de vermeende dief geweest. Nu daalde des heeren Berthiers recht matige toorn neer op de arme poes. Die kat moet oogenblikkeljjk de deur 6 Bolswardsche Courant ftj

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1902 | | pagina 1